Koeien

Koeien Inleiding: mijn werkstuk gaat over koeien omdat dat mijn lieveling’s dieren zijn. SOORTEN KOEIEN Er zijn veel soorten koeien. De meest voor komende in Nederland zijn de zwart en rood bonte.Maar er zijn meer soorten. Zoals: de blaarkop, de lakenvelder, de witrug, de Groninger Blaarkop, de Jersey, de Brown Swiss, de Montbélairde, de Belgische witblauw, de blonde Aquitaine, de Lismousin, de Charolais, en de Piemontese. Ik zal nu alle koeien op een rij zetten. Zwart bond Fries- Hollands (FH) Aantal ca.:1500 koeien. Ze komen oorspronkelijk uit noord west Nederland. Ze worden gehouden voor melk/vleesproductie. Ze worden ong. 135/140 cm hoog. De gemiddelde melkproductie is 6400kg. Holstein – Friesian (HF) Aantal ca.:1500000 waarvan ca. 50% stamdieren zijn. Ze komen oorspronkelijk uit Nederland en Noord-Amerika. Ze worden gehouden voor melkproductie. Ze worden ong. 145/148 cm hoog. De gem. Melkproductie is 8400kg. Roodbont maas-rijn-IJsselvee (MRIJ) Aantal ca.:35000 koeien
Ze komen oorspronkelijk uit oost-zuid Nederland. Ze worden gehouden voor melk/vleesproductie. Ze worden ong. 135 cm hoog en de gem. Melkproductie ligt op 7000kg. Witrug

Aantal ca.: 1500 koeien. Ze komen oorspronkelijk uit Nederland. Ze worden gehouden voor melk/vleesproductie. Dit ras was eerst geen echte ras. Sinds 2003 is het een ras en is er een Fokvereniging voor dit ras. Deze koeien zijn goede melkkoeien. Groninger Blaarkop
Aantal ca.: 3300 koeien. Ze komen oorspronkelijk uit Groningen en Zuid-Holland. Ze worden gehouden voor melk/vleesproductie. Ze worden ong. 135/140 cm hoog. De gem., melkproductie ligt op 6000kg. Lakenvelder
Aantal ca.: 2000 koeien
Ze komen oorspronkelijk uit Nederland. Ze worden gehouden voor melk productie en als parkvee. Ze worden ong. 135-140 cm hoog. Jersey
Aantal ca.:2000 koeien
Ze komen oorspronkelijk uit Groot-Brittannië en Noord-Amerika. Ze worden gehouden voor melkproductie. Ze worden ong. 125 cm hoog. De melkproductie ligt op ong. 6600kg. Brown Swiss
Aantal ca.:3000 koeien. Ze komen oorspronkelijk uit Zwitserland en Noord-Amerika. Ze worden gehouden voor de melk/vleesproductie. Ze worden ong. 145cm hoog. De gem. Melkproductie ligt op 7800kg. Montbélaire
Aantal ca.:5000 koeien. Ze komen oorspronkelijk uit oost-Frankrijk. Ze worden gehouden voor melk/vleesproductie. Ze worden ong. 140 cm hoog. De gem. Melkproductie ligt op 7300kg. Belgisch witblauw
Aantal ca.: 5000 koeien
Ze komen oorspronkelijk uit midden- en zuid België. Ze worden gehouden voor de vleesproductie. Ze worden ong. 138cm hoog. Blonde d`Aquitaine
Aantal ca.:10000 koeien. Ze komen oorspronkelijk uit zuid west Frankrijk. Ze worden gehouden voor de vleesproductie
Ze worden 150cm hoog. Lismousin

Aantal ca.:5000
Ze komen oorspronkelijk uit midden Frankrijk. Ze worden gehouden voor de vleesproductie. Ze worden ong. 137cm hoog. Charolais
Aantal ca.:2000 koeien
Ze komen oorspronkelijk uit midden Frankrijk. Ze worden gehouden voor de vleesproductie. Ze worden ong. 138cm hoog. Verbeterd Roodbont Vleesras (VRV) Aantal ca.:7000 koeien. Ze komen oorspronkelijk uit Nederland. Ze worden gehouden voor de vleesproductie. Ze worden ong. 130cm hoog. Pienmontese
Aantal ca.:10000
Ze komen oorspronkelijk uit Noord West Italië. Ze worden gehouden voor de vleesproductie. Ze worden ong. 145cm hoog. EEN NUTTIG DIER. Koeien zijn nuttigen dieren. Ze leveren de mens melk en vlees. Maar dat is nog niet alles. Als ze geslacht zijn houden ze het vel ook over. Van dat vel wordt weer leer van gemaakt. De botten van een koe worden ook wel verwerkt in lijm. Zo wordt alles benut. Een gedeelte eet je op. (tenminste als je niet vegetariër bent) en de rest wordt tot iets verwerkt dat je het weer kan gebruiken. HET MELKEN. Een koe moet gemolken worden. Als ze te laat gemolken wordt krijgt ze last van haar uier. Het gevolg daarvan dat ze boos wordt. En dat is niet te bedoeling. Er zijn veel soorten melk machines. Je hebt een visgraats stal, zij aan zij melkstal, een melkrobot en parallel melkstallen. Als een veehouder gaat melken jaagt hij eerst de koeien in de wachtruimte. Als hij zelf in de melkstal is laat hij de koeien binnen. Hoeveel koeien er naar binnen komen is bij elke veehouder verschillend. Een veehouder die veel koeien heeft zal een grotere stal hebben en kan meer koeien tegelijk melken dan een veehouder die weinig koeien heeft. Sommige veehouders gebruiken lokbrok om de koeien binnen te krijgen. Er zijn ook veehouders die drinkplaatsen hebben in de melkstal zodat de koe onder het melken kan drinken. Eerst maakt hij de uier en de spenen schoon met een doekje. Dan sluit hij de bekers aan en die doen de rest van het werk. Bij een robot komt de veehouder niet meer aan te pas. Alles gaat vanzelf. De koeien kunnen dan vaker naar de robot. Net zo vaak als ze zelf willen. Het voordeel hiervan is dat de koeien steeds meer gaan geven. Maar even terug naar het andere melken. Als de koeien uit zijn dan laten de bekers los en komen ze weer op hun plek te hangen. Bij sommige veehouders moeten de veehouders nog zelf de bekers onder vandaan halen.Daarna wordt de koe gedipt door de veehouder. De dip zorgt ervoor dat er geen bacteriën in de spenen komt. De melk gaat naar de melktank. Daar wordt het koud gehouden tot het wordt opgehaald. Als de veehouder klaar is met melken maakt hij de melkstal schoen en spoelt hij de bekers. Paar keer per week komt er een tankwagen die de melk ophaalt. Als de koeltank dan leeg is wordt deze ook schoongemaakt. Soms mag de melk niet de koeltank in. Bijv. als die koe melkziekte heeft of de koe heeft antibiotica in zich. Antibiotica is een bacterie dodend middel. Dan moet de melk worden afgetapt. Deze melk kan dan aan de kalfjes worden gevoerd. Als een koe melkziekte heeft wil dat zeggen dat de koe te weinig calcium en magnesium heeft. De veehouder geeft dan vaak de koe een infuus in haar melkadder. Het komt wel eens voor dat een koe zo erg last heeft van de melkziekte dat ze zelfs niet meer kan staan. De veehouder probeert met hulp van apparaten de koe weer te laten staan. Als dat niet meer lukt, moet de koe worden afgevoerd. Melk wordt niet zoals wij gewend zijn in liters aangegeven maar, in kg. Een liter melk weegt 1030gram. En waarom dat zo is. Geen flauw idee.
KALVEREN Een keer per jaar krijgt een koe een kalf. Dat kalf heeft ze nodig om melk te geven. Als ze geen kalf krijgt geeft ze geen melk. Voordat een koe een kalf krijgt moet ze in droogstand. Ze is dan al drachtig. De droogstand wil zeggen dat de koe niet meer gemolken wordt. Zo kan de koe zich voorbereiden.De droogstand duurt ong. 60 dagen. 305 dagen per jaar geeft ze melk. Als een koe gekalfd heeft geeft ze de eerste paar dagen biest.in biest zitten stoffen die het kalf gezond houd. De veehouder geeft het kalf de eerste paar dagen biest. Daarna krijgt het kunstmelk. Ook wel poedermelk genoemd. Meestal houd de veehouder de vaarsje. De stiertjes verkoopt hij. Meestal worden ze vleeskalveren. Dan komen ze in groepen bij een andere veehouder die allen maal vleeskalveren houdt. Een kal mag pas verkocht worden als het 10 dagen oud is en zijn oornummers heeft. Als kalfjes jong zijn gaan ze overal aan sabbelen. Aan je vingers, aan buizen en ook aan spenen. Daarom maken sommige veehouders ook fopspenen aan een muur zodat een kalf daarop kan zuigen. Als ze op je vingers zuigen voel je dat ze een ruwe tong hebben. Kalfjes en koeien hebben alleen onder tanden. Daarmee moeten ze alles kauwen. Na 6 weken kunnen de kalfjes brok en gras eten. De kunstmelk wordt dan vervangen tegen water. WAT EET DE KOE? Veel mensen denken dat koeien allen maar gras eten maar dat is niet zo .een koe eet nog veel meer dan gras. Ze eten ook snijmaïs, krachtvoer, bietenpulp en nog wel meer dingen. Een koe eet per dag zo’n 40 tot 100 kilo voer per dag. Dat is al gauw zo’n 20.000 kilo per jaar aan voer. Een koe drinkt daarbij ook nog eens 60 tot 100 liter water per dag en dat is al gauw zo’n 30.000 liter per jaar. Een koe heeft 4 magen. Dat is ook de reden dat ze herkauwd. De magen zijn: 1de pens 2 boekmaag 3 netmaag 4 lebmaag
Deze magen hebben nodig omdat het planteneters zijn die erg veel energie nodig hebben. Waar leeuwen maar één keer in de drie dagen op jacht gaan, zijn koeien meer dan 18 uur per dag bezig met eten. Mensen zijn omnivoor. Ze eten dus eigenlijk alles, ook plantaardig voedsel. De cellen van planten hebben een stevige celwand. Wij mensen kunnen die moeilijk, maar vaak ook niet verteren. Mensen zijn dus niet efficiënt met het verteren van plantaardig voedsel. Vegetariërs hebben dan ook veel meer eten nodig dan alleseters, om tot dezelfde energie opname te komen. Koeien benutten de plantaardige cellen vele malen beter. Het geheim daarvan zit in de pens. De pens is de eerste maag van de koe. Een koe vreet zich eerst letterlijk dik, zonder het voer te vermalen. Ze slikt dus alles door en via de slokdarm komt het verse eten in de pens. Wat gebeurt er nu in die pens? Een stukje biologie. Plantaardige cellen zijn voornamelijk opgebouwd uit celstof en houtstof. Mensen en vleeseters kunnen die stoffen niet of moeilijk verteren. Er zijn echter bacteriën die door gisting celstof wel klein weten te krijgen, maar bij houtstof lukt dat niet. Koeien hebben in hun pens bacteriën. Er zijn verschillende soorten bacteriën in de pens. De bacteriën werken continu, zonder zuurstof en bij een pH (zuurgraad) van ongeveer 6. Elke soort bacterie onderhoudt een bepaald proces in de pens. Zo worden de lange celstofketens eerst gesplist in kortere ketens van druivensuiker. Deze worden weer verder afgebroken tot vetzuren en methaangas. Door de aanvoer van speeksel wordt de pensinhoud geneutraliseerd. Hierbij ontstaat koolzuurgas. Omdat er zo heel wat gassen ontstaan, ongeveer 30 tot 50 liter per uur, moet een koe nog al eens een boer laten, ook wel oprispen. De genoemde vetzuren bestaan uit: azijnzuur, propionzuur en boterzuur. Van deze vetzuren maakt een koe in de uier melkvet. Dieren en mensen kunnen zelf geen eiwitten maken. Om over eiwitten te beschikken moeten ze die dus zelf eten. Deze eiwitten breken ze dan af tot aminozuren, om daaruit weer andere, aan het eigen lichaam aangepaste eiwitten te vormen. De bacteriën in de pens kunnen wel eiwitten bouwen. Die eiwitten zijn hoogwaardig en komen in de melk. Als het voer in de pens verteerd is komt het in de netmaag. Van daar uit gaat het naar de boekmaag. In die maag wordt het voedsel en de sappen verder uitgeknepen en verder gestuwd naar de laatste maag, de lebmaag. De wand van de lebmaag produceert maagsap. Dat bestaat uit zoutzuur, pepsine en lebferment. De lebmaag heeft dezelfde functie als de maag van een mens. Wat ze over hebben komt er als stront en urine uit. VOER WINNING. in de lente is de veehouder erg druk. De maïs moet in de grond, het gras moet gemaaid worden. Als dat niet gebeurd heeft de veehouder geen voer voor de winter. Het is belangrijk dat er genoeg voor is. Als de veehouder niet genoeg land heeft om zelf voer te winnen dan kan hij of land pachten. Zeg maar land huren. Of hij kan voer bij kopen. Deze beide oplossingen zijn vaak erg duur. Het is maar beter dat je zelf land heb om maïs te zaaien en gras maaien. Dit was mijn werkstuk. Ik hoop dat je er iets van leert.