Katachtige

Beoordeling 5.8
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • Klas onbekend | 5976 woorden
  • 13 maart 2005
  • 218 keer beoordeeld
Cijfer 5.8
218 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Inhoud

Voorwoord
1. De eerste katachtige
2. Het lichaam van de kat
3. Gedrag
4. Verschillende katten
5. Mythen en legenden
Nawoord
Literatuurlijst

Voorwoord

Ik heb mijn werkstuk over katten gedaan omdat ik het mooie dieren vind. Eerst interesseerde ik me niet zo in katten, maar toen wij zelf een kat kregen ging ik ze leuker vinden. Ik merkte ook dat alle katten een ander karakter hebben. Er zijn katten die echte kroelbeesten zijn, maar ook katten die je zeker niet moet kroelen. Ook wou graag wel wat meer over het verschil tussen alle soorten katten weten. Ik wou dus graag meer over katachtige te weten komen, daarom heb ik dit werkstuk gemaakt.

1. De eerste katachtige

Felidae is een andere naam voor katachtige.
De insecteneters waren de eerste voorouders van de moderne roofdieren.
Die voorouders werden miaciden genoemd.
Het fossiel van de Miacis is in Duitsland gevonden.
Hij leefde waarschijnlijk 50 miljoen jaar geleden in tropische wouden.

Z’n 36 miljoen jaar geleden ontstonden de schijnkatten Vroeger dachten ze dat de Dinictis en de Hoplophoneus ook tot de katachtige behoorde, maar dat zijn dus schijnkatten. Maar dat bleek later pas. De eerste echte kat hete proailurus en verscheen 29 miljoen jaar geleden.
Na de voorouders van de katten kwamen twee afstammelingen, de Sabeltand katten en de bijtende katten. En daarna (12miljoen jaar geleden) zijn de kleine katten zoals lynxen en jachtluipaarden ontstaan en daarna (3 miljoen jaar geleden) zijn pas de grote brullende katten ontstaan. En toen waren de meeste Sabeltand katten al uitgestorven.
.
De bekendste sabeltand kat is de Amerikaanse Smilodon.
De Smilodon doodde zijn prooi door zijn kop op te tillen en de sabeltanden die onder zijn bek
uitstaken in zijn prooi te steken.
Dat kon omdat ze hele sterke nekspieren hadden, maar ze hadden wel een hele zwakke onderkaak.
In de 7de eeuw was de kat al een vertrouwd verschijnsel op het plattenland.
Vroeger waren er sommige katachtige die nog veel groter en woester waren dan de grote katten nu.
In het christendom wordt de kat zo wel goed als slecht afgebeeld.
In tegenstelling tot het Christendom heeft de kat in de Islam, het Boeddhisme en bij de Japanners een fijnere geschiedenis.
Ook toen in Egypte de farao’s nog heersten en het oude Egyptische geloof er nog was waren de katten erg heilig.
2. Het lichaam van de kat

De botten

Het skelet van de kat bestaat uit 250 botten, het zorgt dat de kat een vorm heeft, soepel kan bewegen en het beschermt de binnenkant van het lichaam van de kat net als bij mensen. Katten zijn net als 200 andere soorten dieren carnivoren (vleeseters). Er bestaan verder geen carnivoren die op katten jagen.
Het bottenstelsel van een kat heeft zich zo ontwikkeld dat een kat altijd op haar tenen loopt. Ook heeft een kat dikken voetzolen onder haar voeten, zodat zij zich geruisloos kan voortbewegen.
De schedel van de kat is zo ontwikkeld dat de kat een prooi zo snel mogelijk kan doden en opeten, voordat er andere roofdieren op afkomen. In de schedel van een kat zitten grote ronde oogkassen, waardoor de kat een breed gezichtsveld heeft.
Katten hebben net als mensen sleutelbeenderen. Veel anderen carnivoren hebben geen sleutelbeenderen. De sleutelbeenderen van een kat zorgen er voor dat de kat haar schouders niet te veel belast als ze van grote hoogte naar benenden springt.
De schouderbladen van een kat zitten aan de zijkanten van de diepe borst. Door die schouderbladen kan een kat goed klimmen. Als een kat klimt rust het meeste gewicht van de kat op de voorpoten. Echte klimmers, zoals bijv. Luipaarden, hebben een extra lange staart om goed in evenwicht te blijven bij het klimmen.
Katten hebben botjes achter de tong die er voor zorgen dat een kat kan spinnen. Als een kat alleen kan brullen dan bestaan die botjes voor een deel uit kraakbeen.
De tanden
Katten hebben minder kiezen dan honden, dat komt omdat zij niet op botten kauwen. Ze doden hun prooi door één keer in de keel te bijten. Sommige katten hebben zelfs zo’n sterke kaak, dat ze met één keer bijten het bot door midden kunnen breken. Een van de katten die dat kunnen is de leeuw, maar de tijger kan het ook. Een leeuw en een tijger kunnen niet alleen door één keer te bijten het bot breken, maar ze kunnen ook met één klap hun prooi doden.
Als katten een prooi te pakken hebben dan scheuren ze het vlees van de botten.
Katten kauwen ook niet op het vlees net als mensen doen, maar slikken het vlees meteen door.
De spieren
De spieren van de kat zijn in haar nek en borst het sterkst.
De spieren bij de schouders van de kat zijn ook erg sterk.
Dat is ook belangrijk, omdat een kat die sterkte nodig heeft bij het bespringen van een prooi.
De klauwen
Een kat heeft aan haar voorpoten 5 nagels en aan haar achterpoten maar 4. De 5de nagel bij de voorpoten zit op dezelfde plek als bij ons de duim. Die nagel helpt haar bij het klimmen, het vastpakken en vasthouden van dingen.
Katten kunnen hun nagels ook intrekken en dan komen de nagels in een uitsteeksel van het bovenste teenkootje dat dient als een soort beschermhoes voor de nagel. Alle katten kunnen hun nagels bij rust intrekken. Alleen de cheeta kan zijn nagels niet intrekken.
Katten gaan met hun nagels langs bomen om hun nagels als het ware te knippen. Doordat ze langs de bomen gaan met hun nagels, slijten de nagels een beetje af.
Het evenwicht
De lange staart van de kat zorgt ervoor dat de kat haar evenwicht kan houden. Door die staart kan ze dus ook over dunne balken lopen en zo. Wat een kat ook kan, is altijd op haar pootjes terechtkomen. Natuurlijk gebeurt dat niet altijd, maar wel heel vaak. Als een kat bijv. uit een boom valt, dan kan zij door haar snelle reactie vermogen zich omdraaien en weer op haar pootjes terechtkomen.
Zintuigen
Een kat heeft 5 zintuigen:’
- de ogen
- de mond
- de oren
- de neus
- de snorharen & de vacht.
De ogen staan voor het zien. De mond staat voor smaak. De oren voor gehoor. De neus voor reuk. En de snorharen en de vacht staat voor gevoel.
De ogen
Bij donkerte worden de pupillen groot en bij licht klein. Bij kleine katachtige worden de pupillen dan spleetjes. Bij de meeste grote katachtige worden dat dan kleine bolletjes. Als een kat bang of boos is worden de pupillen spleetjes en als ze geïnteresseerd of alert is, worden haar pupillen heel groot.
Door de extra reflecterende cellen in de ogen van een kat geven de ogen van een kat licht als er licht op valt. Door die reflecterende cellen kunnen ze ‘s nachts ook beter zien. Die reflecterende laag cellen heet tapetum lucidum. Een kat ziet licht twee keer. De eerste keer als het licht het oog binnen gaat en de tweede keer als het tapetum lucidum het terugkaatst.
De mond
Katten proeven veel beter dan mensen. Dat is zo ontwikkelt omdat ze hun eten snel opeten en dus snel moeten beoordelen of het eten schadelijk is. Alle katten hebben vaak water nodig alleen de Sahara kat niet.
Op de tong van een kat zitten een soort van haartjes, die voel je ook als een kat je likt. Daardoor is de tong van een kat ook ruw. Een kat gebruikt haar tong om zichzelf te wassen en daarbij is de tong net een soort kam. Maar bij het eten is de tong ook handig. Door de haartjes krijgt ze het vlees namelijk van de botten geschraapt.
De oren
Een kat kan veel beter horen dan een mens. De oren van een kat zijn namelijk heel gevoelig voor geluidsgolven. Ze zijn trechtervormig. Door die vorm worden de geluidsgolven goed naar het binnenoor gebracht, waardoor de katten de richting van het geluid kunnen bepalen.
De neus
De neus van een kat is een zeer gevoelig orgaan. De neus is ook niet bedekt met haar. De geur die de neus in gaat, gaat naar een groot aantal dunne gebogen botjes voor in de schedel van de kat.
De snorharen
De snorharen van een kat zijn de langen stijve haren langs de neus van een kat. Ze zijn zeer gevoelig, dat komt omdat er zenuwen door heen lopen. Als er ook maar iets in de buurt van de snorharen komt, voelt de kat dat meteen. Een kat kan haar snorharen ook naar beneden richten om daar iets te voelen.
De vacht
De vacht van een kat is ook gevoelig voor aanraking. Net zoals de snorharen waar ik in het vorige stukje over heb vertelt. Alle katten hebben twee vachten de onderste is van dunne zachte wol en de bovenste is de mooie gestreepte en/of gevlekte vacht. Die houd de kat goed warm en is ook een goede camouflage. Maar verspreid ook de geur van het dier. Het enige duidelijke verschil tussen mannetjes en vrouwtjes katten zijn de manen van een mannetjes leeuw.
3. Gedrag

Het gedrag bij grote en kleine katten is bijna hetzelfde, want het kan best dat je eens een keer een grote katachtige hebt gezien die zich op dezelfde marnier uitrekte als je eigen kat. Of dat je een kat aan een boom zag krabben, net zoals je eigen kat dat thuis doet aan haar krabpaal of natuurlijk aan een boom in de achtertuin. Het enige echt goed zichtbare verschil tussen grote en kleine katten is de grote. Eigenlijk zeggen de namen het ook al.

Alle katten leven alleen. Behalve de leeuw, de leeuw jaagt en leeft namelijk in een groep. Samen met andere leeuwen. Leeuwen kunnen ook grotere prooien vangen dan zij zelf zijn.
Dat kunnen anderen katten niet, omdat zij alleen leven dus ook alleen jagen.
Een huiskat schijnt een zeer geliefd huisdier te zijn, omdat hij intelligent, aanhankelijk en speels is. Jonge poesjes zijn vaak aanhankelijker en speelser dan volwassen katten.
De huiskat kan zich beter aanpassen aan de menselijke omgeving dan andere katten, hoewel de cheeta zich ook behoorlijk goed aan onze omgeving kan aanpassen.
Alle katten doden hun prooi door hem te besluipen, te bespringen en de prooi in de keel te bijten, maar bij het vissen, vissen ze de vissen gewoon uit het water.
Een kat spint als ze tevreden is, als het vrouwtje haar jongen verzorgt en soms als ze bang is of pijn heeft.
Als een kat fleemt tilt hij zijn kop op en trekt hij zijn bovenlip op. Dan gaan er geurdeeltjes over zijn Jacobsonsorgaan en merkt hij of er een bronstige leeuwin in de buurt is. Als een leeuwin bronstig is, is ze bereid te paren.
Kittens
De kittens of te wel de jongen zijn altijd heel speels. Dat spelen is ook belangrijk voor kittens.
Want daar leren ze door hoe ze met andere katten moeten omgaan en waarneer ze moeten stoppen om een ander geen pijn te doen. Maar ze leren er ook door hoe ze een prooi moeten doden. En ze krijger er ook snellere reactievermogens en reflexen door.
Als een moederkat haar jonkies ergens weg haalt dan neemt ze het nekvel van haar jong in haar bek dat doet verder geen pijn bij het jonkie.
De jongen van grote katachtige worden meestal welpen genoemd, die van kleine katachtige kittens
4. verschillende katten

Katten zijn in vier groepen verdeeld:
- groep 1 kleine katten
- groep 2 grote katten
- groep 3 bestaat uit maar 1 kat dat is de cheeta
- groep 4 bestaat ook maar uit 1 kat dat is de nevelpanter

Groep 1 kleine katten
Kleine katten komen overal op de wereld voor waar ook mensen leven. In Madagaskar en Australië komen de katten niet van nature voor, maar daar zijn ze geplaatst door mensen. Maar in Antarctica komen ze helemaal niet voor.
Er zijn 28 soorten kleine katten waaronder - de huiskat
- de kleine zwartvoetkat
- de grote poema
- de bobkat
Hieronder staat er een stukje over.
De huiskat
De Europese korthaar wordt ook lapjeskat genoemd
Je hebt ongeveer evenveel kattenrassen als hondenrassen en ze stammen allemaal af van de wilde kat. Ik heb hier onder een paar van die rassen neergezet.
- Bengaal
- Burmees
- Egyptische Mau
- Siamees
- Blauwe Rus
- Angora
- Perzische Langhaar
- Sphynx
De kleine zwartvoetkat
De zwartvoetkat is de kleinste kat in de categorie kleine katten.
De zwartvoetkat heet de zwartvoetkat, omdat hij zwarte voetzolen heeft.
Hij kan heel goed graven, waardoor hij zijn prooi goed te pakken kan krijgen. Hij graaft zijn prooi namelijk uit. Hij leeft in open, droge, woestijnachtige gebieden in het zuiden van Afrika en heeft weinig water nodig. Deze kattensoort is heel fel.
De grote poema
De poema heet ook wel de cougar, maar hij wordt ook bergleeuw genoemd.
Hij is de grootste kat in de groep kleine katachtige. De jongen van de poema zijn gevlekt en hebben ringen om hun staart. Die vlekken verdwijnen weer na ongeveer 6 maanden. De poema kan spinnen en eigenlijk is het gewoon een groot uitgevallen kat.
De poema komt voor in Noord en Zuid Amerika. Hij kan zich goed aanpassen en goed klimmen, waardoor hij maar weinig wordt gezien. Ondanks dat hij overdag en ‘s nachts jaagt. Terwijl hij vaak in de bergen wordt aan getroffen, leeft hij ook in de tropische regenwouden. Poema’s hebben een groot jachtgebied. De kleine katachtige hebben ronde pupillen die zich tot spleetjes vernauwen als het licht is. Bij de poema is dat niet, die heeft altijd ronde pupillen. Hij heeft een lange donzige staart met een zwarte punt. Zijn achterpoten zijn langer dan zijn voorpoten om de prooi nog beter te kunnen vangen. Ze hebben zelfs zo’n sterke poten dat ze 5 meter hoog kunnen springen. De kleur van de vacht verschilt, maar de buikzijde is altijd bleek.
De bobkat
De bobkat wordt ook rode lynx genoemd. Hij woont in Noord-Amerika.
Hij lijkt op de lynx maar heeft geen lange, maar veel kortere pluimpjes aan zijn oren. Hij heeft een korte stompe staart en dikke bakkebaarden die aan manen doen denken. De gevlekte vacht van de bobkat is een goede camouflage tussen de rotsen en de struiken van zijn leefgebied. Als het zonnig weer is ligt de bobkat te zonnen op plaatsen waar hij zich veilig voelt. Als het paartijd is janken ze als krolse katten maar nog harder en scherper. De jacht op de bobkat is nog steeds toegestaan. Er gaan in één jaar zeker 70.000 katten dood aan de jacht. Van de vacht worden bontjassen gemaakt.
Groep 2 grote katten
Er zijn 9 grote katten soorten waaronder
- de leeuw
- de tijger
- het luipaard
- de jaguar
- de sneeuwpanter
Hier onder staat er een stukje over.
De leeuw
De leeuw is de enige kat die samen leeft.
Doordat een mannetjes leeuw manen heeft, kan je goed zien of het een mannetje of een vrouwtje is. Door de manen lijkt de leeuw groter dan hij is en door de plukken bij zijn knieën lijkt hij nog sterker. Jonge mannetjes leeuwen krijgen manen op hun 3 jaar. Jonge mannetjes leeuwen hebben geel bruine manen, maar de manen van een volwassen leeuw zijn zeer donker. De leeuw brult vaak, maar dat is meestal niet om angst aan te jagen, maar om te communiceren met de andere leeuwen. De pluim aan de staart van de leeuw is een belangrijk communicatiemiddel.
Alle katten zetten hun leefgebied op dezelfde manier af.
Daarvoor gebruiken ze hun urine en ze gebruiken hun geurklieren.
Die geurklieren zitten op hun kop en kin tussen hun tenen en bij het begin van de staart.
De manen beschermen de leeuw in een gevecht. Een mannetjes leeuw is groter dan het vrouwtje.
De mannetjes beschermen de vrouwtjes en de jongen tegen indringers, terwijl de vrouwtjes voor de jongen zorgen of voedsel zoeken. De leeuwin heeft geen manen, omdat die haar zouden hinderen bij het jagen.
Een leeuwenwelp weegt bij zijn geboorte maar 1 tot 2 kg.
Heeft een gevlekte vacht en is blind. Meestal worden er 2 of 3 welpen geboren.
De vlekken op de vacht bij een volwassen leeuw zijn dus overblijfselen uit de jeugd van de leeuw.
Als een leeuwin merkt dat haar welpen geboren, worden gaat ze naar een rustige plek.
Als ze gaat jagen verstopt ze haar welpen.
De welpen groeien snel en leren al snel te blazen om zich te verdedigen.
Ook kunnen de welpen al kruipen voor hun ogen open gaan.
Als de welpen kunnen kruipen laat de leeuwin haar welpen niet alleen, omdat de welpen dan heel snel weglopen.
Bij gevaar pakt de leeuwin haar jong bij zij nekvel, dat doet bij het jong geen pijn.
Leeuwen welpen leren snel, na 6 maanden begrijpen de welpen al hoe de leeuwentaal in elkaar zit. Ze weten welk voedsel lekker is en hoe ze het moeten vangen. Na 1½ jaar verlaten ze de groep.
Leeuwen zijn na tijgers de grootste katten.
De leeuw wordt gebruikt al symbool voor kwaliteit
In sommige dierentuinen en circussen paren leeuwen en tijgers wel eens met elkaar. Als de vader dan een leeuw is, heet de welp liger. Als de vader een tijger is, heet de welp tigon.
De tijger
De meeste katten houden niet van water. Ze zwemmen er alleen doorheen als het echt nodig is. Maar de tijger vindt je wel veel in of om het water net zoals de jaguar. De tijgers in de tropische regenwouden zwemmen veel in het water, om te zorgen dat ze niet oververhit raken.
De tijger is de grootste en de sterkste van de katachtige. Alle katten hebben een tekening op hun vacht, bij de tijger zijn dat strepen. Die strepen liggen bij de staart veel dichter bij elkaar dan op de rest van het lichaam. De tijger komt alleen voor in Azië. In India werd de tijger altijd met respect behandeld, totdat de Europeanen kwamen. De Europeanen vonden het een sport om de tijger dood te schieten. Dat deden ze vanaf de rug van een olifant, waar ze veilig zaten. In 1888 reikten de Britten zelfs een beloning uit voor iedereen die een tijger dood schoot. Nu wordt de tijger weer met respect behandeld en de Indiase regering heeft zelfs een project opgezet om te zorgen dat de tijger niet uitsterft. Tijgers jagen alleen ’s nachts. De tijger jaagt op kleinere dieren dan hij zelf is. Normaal valt de tijger geen mensen aan, maar als de tijger te oud en te zwak is om een wild dier te vangen, doet hij dat soms wel. Maar een tijger valt ook wel eens mensen aan, omdat ze in zijn leefgebied werken of vissen vangen. Daardoor wordt soms de prooi van de tijger verjaagd en valt hij daarom de mensen aan. De Indiase regering doet dan ook zijn uiterste best om tijgers en mensen bij elkaar weg te houden. Tijgers vallen meestal van achteren aan, daarom hebben de mensen die in de bossen en moerassen van Sundarbans (tussen India en Bangladesh) werken een masker achter op hun hoofd. Ze hebben namelijk ontdekt dat de tijger dan minder snel aanvallen.
Volgens wetenschappers zijn er nog maar 5000 tijger in het wild.
Je hebt de witte tijger en de ‘normale’ tijger. De ‘normale’ tijger is onderverdeeld in soorten.
Daar zijn nog maar 5 soorten van over.
Die 5 soorten zijn de - De Siberische tijger heeft de bleekste vacht.
- De Bengaalse tijger heeft de kortste haren.
- De Perzische tijger heeft de langste haren.
- De Sumatraanse tijger heeft de meeste strepen.
- De Achterindische tijger heeft de donkerste vacht.
Deze tijger soorten zijn allemaal bedreigd.
De tijger eet zo’n 100 groten dieren per jaar en heeft een heel groot jachtgebied. Dat kan soms wel 160 km² groot zijn. Als een tijger een groot dier gevangen heeft, neemt hij het dier meestal mee naar een rustige plek en daar eet hij het op. Als de tijger genoeg gegeten heeft en er is nog voedsel van het dier over, dan bedekt de tijger dat met bladeren en gras zodat andere dieren het niet ruiken. Dan kan hij later terug komen om het op te eten.
Tijgers kunnen enorm veel eten. In een grote maaltijd eet een tijger wel 40 kg vlees, dat is ongeveer het gewicht van een volwassen hert.
De delen van het lichaam van een tijger worden in de traditionele Chinese geneeskunde al duizenden jaren gebruikt als medicijn. De staartbotjes van de tijger worden bijvoorbeeld in een crème tegen puistjes gebruikt. Maar dat is nu gelukkig nog maar weinig.
Het jagen op tijgers is bijna overal in de wereld al verboden. Maar toch zijn er nog mensen die illegaal op tijgers jagen en daar nog medicijnen van maken. Omdat ze daar veel geld me kunnen verdienen. Ook door de bonthandel sterven nog veel tijgers, maar ook andere katten worden hier voor gedood.
De witte tijger
De witte tijger is eigenlijk gewoon een Bengaalse tijger. Maar een Bengaalse tijger heeft een roodachtig bruine vacht met zwarte strepen erop. Wat anders is bij een witte tijger, want die heeft namelijk een gebroken witte vacht met bruine strepen erop. Wat ook nog anders is, is dat een tijger bruine ogen heeft en een witte tijger blauwe ogen.
De witte tijger is sinds 1951 niet meer in het wild gezien, maar hij is er nog wel in dierentuinen. Toen de witte tijger nog in het wild gezien werd woonde hij in noord en midden India.
Het luipaard
Een luipaard eet veel verschillende dieren waaronder: gazellen, aardvarkens, konijnen, neushoornvogels, struisvogels, bavianen en krekels. Nadat een luipaard gegeten heeft, drinkt hij vaak bij een waterpoel. Een prooi van een luipaard weegt soms evenveel als de luipaard zelf. Een luipaard kan ook heel goed klimmen, maar dat is ook nodig, want een luipaard verstopt zijn prooi altijd in de bomen. En al kan de luipaard goed klimmen, is dat toch soms nog een hele klus om dat voor elkaar te krijgen. Een luipaard stopt zijn prooi in bomen, omdat de bladeren van de bomen de prooi bedekken. Daardoor kunnen hyena’s, jakhalzen en wilden honden de prooi niet vinden en kan hij de prooi later opeten.
Luipaarden leven in allerlei leefgebieden en leven meestal alleen. Ze leven bijvoorbeeld in Aziatische wouden en in de Afrikaanse savanne. Net zo als andere katten kan een luipaard beter zien en horen dan een mens. Een luipaard ziet en hoort wel 6 keer beter. Dat ze zo goed kunnen horen en zien is ook handig, want dat helpt om uit de buurt te blijven van stropers.
Als een vrouwtjes luipaard welpen heeft brengt ze haar welpen naar een schuilplaats om de paar dagen brengt ze haar welpen dan weer naar een andere schuilplaats zodat hyena’s jakhalzen en wilde honden de welpen niet kunnen vinden De welpen van een luipaard zijn soms wel dagen alleen in de schuilplaats als de moeder voedsel aan het zoeken is.
De zwarte panter is eigenlijk een zwart luipaard.
De jaguar
De naam van de jaguar is afgeleid van de naam die de Amazone indianen hem gaven Yaguara.
Jaguars leven in midden Amerika en in sommige delen van zuid Amerika. De vacht van een jaguar is geelbruin en voor, onder zijn kop witachtig. Hij heeft zwarte kringen op zijn vacht en hoe meer ze in de buurt van de buik komen, hoe vager ze worden. Net zoals bij luipaarden kan het zijn dat de jaguar zwart geboren wordt. Dan heb je in plaats van een zwarte panter een zwarte jaguar. De zwarte jaguar leeft in donkere wouden. Net zoals een gewone jaguar heeft de zwarte jaguar wel gewoon een tekening op zijn vacht staan. Maar dat is moeilijk te zien, omdat de tekening op zijn vacht ook zwart is. Hij leeft vooral in de tropische regenwouden en je vindt hem altijd, net zoals de tijger, in de buurt van rivieren en meren. De jaguar is de enige grote katten soort die daar leeft. De jaguar kan net zo als de tijger ook goed zwemmen. Als een jaguar op jacht is, jaagt de jaguar in meren, bomen en gewoon op de grond. Als hij in het water jaagt, jaagt hij vaak op schildpadden, slangen, kikkers en zelfs op alligators.
Maar ze vangen in het water ook gewoon vissen. Als de jaguar op vissen jaagt, doet hij dat wel vanaf de kant. Jaguars vangen op dezelfde manier vissen als kleine katachtige dat doen. Ze gaan op een rustig en beschut plekje langs het water zitten en wachten tot er een vis voorbij komt zwemmen. Als er een vis voorbij zwemt, vist de jaguar de vis met een haal van zijn poot uit het water. Als de jaguar op het land jaagt, jaagt hij onder andere op luiaards en tapirs. Al jaagt de jaguar ook soms in bomen ze jagen vaker op de grond en in het water. De jaguar jaagt meestal ’s nachts. Het leefgebied van de jaguar kan heel groot zijn, maar ook best klein. Soms is het wel 500 km², maar het kan ook dat het maar 5 km² is.
De jaguar is een beschermde diersoort en toch wordt de jaguar, net als veel andere grote katten, bedreigd. Hij wordt bedreigd, omdat er elk jaar zoveel bomen in het regenwoud worden gekapt en daardoor zijn prooien gedood of weggejaagd woorden. Ze hebben dan dus weinig prooien en weinig beschutting, waardoor ze vaak dood gaan. Maar ook, omdat er noch steeds illegaal op hem gejaagd word om zijn mooie gevlekte vacht.
Vroeger werd de jaguar door verschillende volken in het midden en in het zuiden van Amerika vereerd.
Ik heb in het vorige stukje over het luipaard verteld. Als het stukje over het luipaard en het stukje over de jaguar goed gelezen worden, dan word er denk ik wel gemerkt dat het luipaard en de jaguar veel gemeen hebben. Ze lijken ook veel op elkaar.
Er zijn maar een paar verschillen, die verschillen zijn:
- ze wonen in verschillende werelddelen
- het lichaam en de poten van een jaguar zijn steviger dan die van een luipaard
- een jaguar heeft ook bredere kaken
- de vlekken van een jaguar zijn groter dan die van een luipaard
- de jaguar is ook niet zo snel als het luipaard en is minder moedig bij het jagen
- een jaguar brult niet, maar bromt. Maar niet zoveel als andere grote katten brullen
- het luipaard brult wel, maar ook niet zo vaak, hij praat meer met zijn soortgenoten door middel van een soort schor geblaf
Een jaguar kan getemd worden. Er zijn zelfs mensen bekent die een jaguar als huisdier hebben.
De sneeuwpanter
De sneeuwpanter is heel erg zeldzaam. Hij komt alleen voor in het hoge gebergten van centraal Azië. Een sneeuwpanter heeft een donkerzilveren vacht met zwarte vlekken. Door hun vacht zijn ze moeilijk te zien tussen de rotsen. Net zoals andere katten krijgt de sneeuwpanter in de winter een dikkere vacht. In de zomer raakt hij die dikke vacht weer kwijt en heeft hij een dunnere vacht. Je ziet hem dan ook veel in de schaduw rusten.
Sneeuwpanters leven alleen en ze eten wilde geiten, hazen en marmotten.
Een sneeuwpanter jaagt ‘s nachts en voordat hij aanvalt laat hij zijn tanden zien.
De sneeuwpanter is kort en breed gebouwd. Een sneeuwpanter heeft in verhouding tot andere katten lange achterpoten. Door die gespierde achterpoten kunnen ze ver springen, wat handig is bij het jagen op prooien. Ze kunnen dan van een rots springen, boven op een prooi, die niets in de gaten heeft. De sneeuwpanter paart in de winter. Dan worden de jongen namelijk in het voorjaar geboren. In het voorjaar is er genoeg voedsel en is het niet zo koud en kunnen ze goed groeien. Daardoor hebben ze meer kans om de winter te overleven.
Groep 3 de cheeta
De cheeta wordt ook wel jachtluipaard genoemd.
Sommige mensen zeggen dat een cheeta een grote katachtige is. Dat is alleen niet zo, omdat ze een anders gebouwd lichaam hebben dan grote katachtige. Ook is de cheeta er op gebouwd om snel te kunnen lopen. Hij heeft een kleine kop met korte ronde oortjes lange poten en een lange staart. Doordat de cheeta zo’n lange poten heeft kan hij 100 kilometer per uur halen. Door filmopname is bewezen dat de cheeta binnen 3 seconden zijn topsnelheid kan behalen, maar dat kan hij maar 170 meter volhouden.
De cheeta jaagt het meest op gazellen. Omdat gazellen ook snel kunnen lopen, en daardoor toch soms ontsnappen, jaagt de cheeta meestal op de jongste of de oudste. Want die kunnen niet meer zo snel rennen.
Cheeta’s zijn veel minder sterk dan leeuwen en panters. Die leven ook in het leefgebied van de cheeta. Daarom jaagt de cheeta meestal overdag.
De cheeta krijgt 1 tot 8 welpen. Die door de moeder tussen het gras worden verstopt en om de paar dagen verplaatst ze haar welpen. De vrouwtjes leven alleen. Behalve als ze welpen hebben die ze moeten verzorgen. De mannetjes leven meestal met zijn 4e of 5e.
De meeste jongen van cheeta’s sterven al binnen 3 maanden. Want een cheetajong moet elke dag eten. Het jagen is moeilijk en er is niet altijd genoeg voedsel. Maar het is ook wel eens dat het jong wordt gegrepen door een roofdier. Cheetawelpen blijven tot ze ongeveer 20 maanden zijn bij hun moeder. Ze hebben een dikke grijze vacht op hun rug. Daardoor kunnen ze zich beter in het gras verbergen. Cheeta’s brullen niet maar maken een hoog piepend geluid.
Groep 4 de nevelpanter
De nevelpanter heeft een mooie vacht met vlekken erop, die op wolken lijken. Daar dankt hij zijn naam dan ook aan. Hij leeft in de wouden van India, Nepal en Zuidoost-Azië en heeft geen naastverwanten. Wel wordt hij vaak bij de grote katachtige in gedeeld. Dan is hij de kleinste van de grote katten, maar bij de nevelpanters zijn sommige dingen anders. Dus voldoet hij niet aan de eisen van de grote katten. De tanden van de nevelpanter zijn bijvoorbeeld anders. Ze zijn langer en lijken meer op kleine sabeltandjes dan op de tanden van grote katten. Nog zo’n voorbeeld is dat hij niet kan brullen. Om zijn eten te vangen zit de nevelpanter vaak in bomen en hij klimt ook veel. Hij gaat dan in de bomen zitten en vangt daar apen of andere dieren die in bomen leven. Maar jaagt ook op dieren die op de grond leven. Als er bijvoorbeeld een everzwijn langs komt, springt de nevelpanter uit de boom boven op het dier en sleept het de boom in. De nevelpanter wordt ook maar weinig gezien, dat komt omdat het een bedreigde diersoort is.
Hier onder staat een schema met de gewichten, lengtes en leefgebieden van 14 katten soorten.
Een aantal van deze katten soorten heb ik al behandeld in mijn werkstuk.
katten gewicht lengte leefgebied
Leeuw 132 tot 180 kg tot 2 m lang Afrika
Tijger 180 tot 260 kg 2,7 tot 3 m lang Azië
Luipaard 65 tot 80 kg 1 tot 1,3 m lang Afrika en Azië
Jaguar 46 tot 113 kg 1,3 tot 1,5 m lang Zuid-Amerika
Sneeuwpanter 25 tot 75 kg 1,2 tot 1,5 m lang Azië
Cheeta 45 tot 60 kg 1,3 tot 1,5 m lang Afrika
Nevelpanter 23 kg tot 1,3 m lang Azië
Poema 36 tot 103 kg 0,96 tot 2 m lang Noord- en Zuid-Amerika
Serval 9 tot 18 kg 0,67 tot 1 m lang Afrika
Afrikaanse wilde kat 3 tot 8 kg 0,5 tot 0,75 m lang Afrika
Caracal 6 tot 19 kg 0,6 tot 0,91 m lang Afrika en India
Ocelot 11 tot 15 kg 0,55 tot 1 m lang Noord en Zuid Amerika
Siberische lynx 8 tot 28 kg 0,6 tot 1,3 m lang Azië
Lynx 5 tot 17 kg 0,8 tot 1m lang Noord-Amerika
Verschillen tussen grote en kleine katachtige
Een grote katachtige eet anders dan een kleine katachtige, want een grote kat eet liggend en een kleine kat zittent op zijn poten.
Maar er is nog een verschil, want de meeste grote katten kunnen brullen. De meeste kleine katten kunnen niet brullen, maar zij kunnen spinnen en dat kunnen de meeste grote katten weer niet.
Kleine katten vallen mensen niet zomaar aan. Dat doen sommige grote katten wel. Voor de mens zijn leeuwen, panters en tijgers het gevaarlijkst.
5. Mythen en legenden

Sommige mensen zeggen dat een kat 9 levens heeft. Dat is natuurlijk niet waar, maar het is wel zo dat een kat situaties overleeft die veel andere dieren niet zouden overleven. Bijvoorbeeld: als een kat uit een hoge boom valt komt zij bijna altijd op haar potjes terecht, dat zal niet bij veel andere dieren gebeuren.

In veel Europese landen werden katten in de middeleeuwen op gruwelijke manieren dood gemaakt, omdat ze katten aanzagen voor dieren die veel met tovenarij te maken hadden.
In de Oosterse landen zoals Myanmar werden katten in de middeleeuwen wel gewaardeerd, omdat toverkracht daar ook gewaardeerd werd.
Waarschijnlijk hebt u al lang wel eens ergens gehoord dat als er een helemaal zwarte kat voor uw voeten loopt dat een slecht teken is. En dat u daar ongeluk door krijgt. Maar dat zeggen ze maar in een paar landen, want in juist andere landen zegen ze dat het een goed teken is als een helemaal zwarte kat uw pad kruist. In het Amerikaanse Midwesten is het bijvoorbeeld een goed teken als een kat uw huis binnen loopt, maar weer een slecht teken als hij in uw huis blijft.
Een van de bekendste beelden ter wereld is de sfinx. Zij staat in Gizeh, in Egypte. De sfinx komt niet alleen in het Egypte voor maar ook in andere culturen. In de Griekse legende bijvoorbeeld had de sfinx het lijf van een leeuw, het hoofd van een vrouw en de vleugels van een vogel. De sfinx die in Egypte staat is nu al minstens 4500 jaar oud en ze is 73 m lang. Je ziet op plaatjes van de sfinx dat de sfinx geen neus heeft. Die is namelijk kapot gegaan en er scheen ook verf op de sfinx gezeten te hebben, maar die is er waarschijnlijk ook af gesleten.
Sommige mensen droegen vroeger soms huiden van grote katten, om hun eigen macht nog beter te laten zien. Grote katten worden namelijk als machtige dieren gezien.
In sommige landen maken mensen (stropers) van kattenbotten medicijnen, van de vacht bontjassen en van de tanden bijvoorbeeld kettingen. Terwijl dat eigenlijk helemaal niet nodig is, omdat je de vacht van katten kunt nabootsen met nepbont. En de medicijnen van andere ingrediënten kunt maken. En een ketting of iets anders van kattentanden heb je volgens mij niet nodig. En als mensen persé een ketting of iets dergelijk van kattentanden willen hebben, dan kunnen die tanden altijd nog van plastic of iets anders gemaakt worden. De mensen die dit soort dingen maken vangen daar grote katten voor.
Egyptenaren hadden vroeger heel veel goden. Daar zat ook een godin bij genaamd Bastet. Zij was de godin van de zon en de maan en had het hoofd van een kat. Maar de godin Bastet wordt ook wel de godin van het moederschap, dans en muziek genoemd. Dan heb je ook nog de godin Sechmet zij was de godin van de oorlog en had het hooft van een leeuw.
In het oude Egypte werden katten namelijk als heilig beschouwd.
In Peru ongeveer 600 jaar voor Christus werd de poema als heilig beschouwd in de Mochicacultuur.
Nawoord

Ik weet nu veel meer over de geschiedenis van katten, maar ook meer over grote katten. Terwijl ik mijn werkstuk maakte, stond ik soms wel eens verstelt. Bijvoorbeeld bij het schema op blz. 14. Ik stond versteld door de gewichten, want ik wist niet dat een tijger wel 260 kg kon wegen. Ik vond het heel leuk om dit werkstuk te maken en ik heb er veel van geleerd. Aan het begin wist ik nog het minst over grote katachtige. Daar heb ik dan ook het meest over geleerd. Ook van de kleine katachtige wist ik nog niet zoveel en daar heb ik dus ook veel over geleerd. Ik hoop dat u het ook een leuk werkstuk vindt.

Literatuurlijst

1. Mijn eerste boek over
leeuwen, tijgers en andere grote katten. Christiane Gunzi

2. Grote katten Jonathan Sheikh-Miller

3. Katten (OOGGETUIGEN) Juliet Clutton-Brock

4. http://nl.wikipedia.org

5. http://home.tiscali.nl/~toons006/

6. http://huiswerk.scholieren.com

7. http://www.dieren-rassen.nl/katten/

REACTIES

F.

F.

Leuk & Interessant Werkstuk!

14 jaar geleden

R.

R.

ik doe mee !!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!

12 jaar geleden

C.

C.

hoi piepelooi hahahha mooi werkstuk/ spreekbeurt ik heb er veel van gebruikt in die van mij ( ik zit in groep 8 best slecht dus)

10 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.