Hoofdstuk 1: Inleiding
Dit werkstuk over de jachtluipaard of cheeta heb ik gemaakt als opdracht bij het thema ordening van ´Biologie voor jou´. Ik heb gekozen voor de jachtluipaard omdat ik het een heel mooi dier vind. Jachtluipaarden kunnen heel snel lopen, ze kunnen in 3 seconden vanuit stilstand een snelheid van 100 kilometer per uur bereiken en dat vind ik mooi om te zien. zelf doe ik aan atletiek waarbij ik hardlopen het mooiste onderdeel vind en het beste kan. En verder vind ik biologie een hartstikke leuk vak en vind het leuk om mij te verdiepen in onderwerpen over de natuur.
Hoofdstuk 2: De Jachtluipaard: het snelste landdier ter wereld
Hoe snel?
In volle sprint haalt de jachtluipaard 100 kilometer per uur. Dat kan hij 500 meter volhouden. Daarmee is de jachtluipaard het snelste landdier. Het lichaam van de jachtluipaard is helemaal gebouwd op snelheid. Het is veerkrachtig en licht, en de gewrichten zijn heel flexibel. De wervelkolom kan ver doorbuigen en zich spannen als een veer. Daarbij hoopt zich energie op, die in één keer vrijkomt als de 'veer' ontspant. Door heupen en schouderbladen te kantelen maakt de jachtluipaard extra grote sprongen. Ook heeft een jachtluipaard extra lange poten, om tijdens de sprint - die eigenlijk uit een serie grote sprongen bestaat - per sprong vele meters te kunnen overbruggen. Na zo'n enorme sprint moet de jachtluipaard wel vaak 10 minuten bijkomen, voordat hij zijn prooi kan op eten.
Jachtluipaard zijn snelle jongens. In 3 seconden kunnen ze vanuit stilstand een snelheid van 100 kilometer per uur bereiken. Hart, longen en neusgaten zijn dan ook groter dan bi| andere roofdieren, zodat ze explosief kunnen versnellen. Door zijn hoge topsnelheid loopt hij regelmatig het gevaar zijn hersens te beschadigen of te verhongeren door de grote lichamelijke Inspanning die hij levert. Ook kan hij de sprint maar kort volhouden en krijgt hij bij een langere achtervolging last van zuurstofgebrek. Bovendien moet hij eerst uitrusten voordat hij zijn prooi kan eten. Dit geeft aaseters de kans om in de buurt te komen. Zijn spier weefsel is sterk en super elastisch, maar zijn lijf is tenger en licht. Dat maakt dat hij tegenover grotere, zwaardere rivalen, zoals een leeuw of een tijger, machteloos staat. Bovendien wordt zijn voortbestaan in veel Afrikaanse landen bedreigd door de jacht en de beperking van zijn leefgebied door de mens.
Bouw
Jachtluipaarden kunnen zo snel rennen door hun bijzondere bouw. Ze hebben een heel flexibele wervelkolom. Hierdoor kunnen ze hun benen heel ver strekken. Met één stap kunne ze dan ook al snel zes meter afleggen. Wanneer een jachtluipaard rent, bevindt deze zich het grootste gedeelte van de tijd in de lucht: hij tikt de grond slechts weinig aan. En wanneer een jachtluipaard de grond aantikt, zet hij zich met zijn sterke klauwen af om nog meer snelheid te genereren.
Hoofdstuk 3: Uiterlijke kenmerken van de jachtluipaard
De jachtluipaard is dun en heel lang. De poten zijn lang en dun. De lange staart zorgt voor een goed evenwicht bij het rennen. De vacht is bruin met ronde vlekken. De jachtluipaard is slank, gespierd, heeft een kleine kop, lange poten, een lenige ruggengraat, een grote borst, een kleine buik, een lange dikke staart en niet intrekbare klauwen. Het is de snelste roofdier in Afrika en het snelste landdier ter wereld. Hij kan een topsnelheid bereiken van 110 km. per uur. Op topsnelheid maakt het jachtluipaard passen van 7 tot 8 m.
De Lichaamsbouw
De lichaamsbouw van een jachtluipaard is slank, maar gespierd, hij heeft een kleine kop en lange poten, een flexibele ruggengraat, en een grote borst, Ook heeft hij een lange staart en niet intrekbare klauwen. De vacht ( zie voorbeeld ). Ruw met zachte zwarte ronde vlekken. Deze dienen als camouflage. Zwarte strepen lopen van ogen naar de zijkanten van de bek, als een soort tranenspoor. Deze zorgen ervoor dat de cheeta tijdens de jacht geen last heeft van de zon.
De afmetingen
• Lengte : 110-135 cm (van kop tot kont)
• Lengte : 65-85 cm (staart)
• Totale Lengte: 175-220 cm
• Hoogte : 60-80 cm (mannetjes zijn iets groter dan vrouwtjes)
• Gewicht : 40-65 kg
Hoofdstuk 4: Leefgebied van de jachtluipaard
leefgebied
De jachtluipaard komt nog voor in Iran en in hooguit 29 Afrikaanse landen. Ze wonen in Iran (geschatte populatie: 60-100 jachtluipaarden) als in veel van de Afrikaanse landen leeft nog maar een hele kleine, ernstig bedreigde jachtluipaardpopulatie. Van de Afrikaanse landen leveren vooral Kenia en Tanzania (in oostelijk Afrika) en Namibië en Botswana (in zuidelijk Afrika) een belangrijke bijdrage aan de totale jachtluipaardpopulatie. Jachtluipaarden leven het best in uitgestrekte, open gebieden waar ze een goed uitzicht hebben over de vlaktes. In het gebied moet moeten voldoende prooidieren leven. De jachtluipaard heeft een voorkeur voor open graslanden, halfwoestijn en gebieden met laag struikgewas.
Hoofdstuk 5: Voedsel van de jachtluipaard
Jachtluipaarden jagen vroeg in de morgen of vroeg in de avond. Jachtluipaarden besluipen hun prooi tot ongeveer 10 a 30 meter. Een aanvalspoging duurt gemiddeld 20 sec. Ongeveer de helft van de pogingen is succesvol. Jachtluipaarden doden hun prooi door hun keel dicht te bijten waardoor de prooi stikt. Ze slepen hun prooi vaak naar een beschutte plek om het te beschermen tegen andere roofdieren.
Een jachtluipaard eet de volgende dieren:
• hazen
• impala's
• gazellen
• gnoes
• jonge knobbelzwijnen
• koedoes
• herten
• favoriete prooi is Thompsons Gazelle
Ook jagen ze op:
• jonge gnoes
• impala's
• hazen
• en andere dieren tot ongeveer 50 kg.
Een jachtluipaard eet altijd eerst de bilpartij van een prooi. Hier zitten de meeste vitaminen en mineralen. Een jachtluipaard drinkt water en kan daarna 10 dagen zonder water, omdat ze water halen uit dat voedsel dat ze eten. Een volwassen jachtluipaard eet ongeveer 3 kilo vlees per dag. Gapen is bij wilde katten meer een teken van honger dan van slaap.
Eten in gevangenschap.
Soms krijgen de dieren speciale voedselpakketten, anders geven dierentuinen en fokorganisaties gewoon vlees met een vitamine en mineralen preparaat toegevoegd en/of hele karkassen. Het merendeel bestaat uit paarden of rundvlees al dan niet met huid en botten. Konijn en kip karkassen worden ook veel gebruikt. Soms ook karkassen van schapen, geiten en paarden.
Het werkstuk gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden