Eindexamens 2025

Wij helpen je er doorheen ›

hypo en hyper

Beoordeling 6
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 2e klas havo/vwo | 759 woorden
  • 24 januari 2010
  • 15 keer beoordeeld
Cijfer 6
15 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
hypo en hyper

Een enkele keer een hypo of een hyper hebben is niet erg. Gebeurt dat regelmatig, dan moet wellicht de behandeling worden aangepast. Overleg dan met de arts. Bij mensen bij wie bijvoorbeeld stress een grote invloed heeft op de bloedglucosewaarde, kan het soms helpen om een cursus stressmanagement te volgen. Veel grote schommelingen zijn niet goed voor het lichaam. Vooral hoge bloedsuikerpieken kunnen op den duur leiden tot complicaties.
Hoe herkent u een hypo?
Komt het bloedsuikergehalte onder de 4 mmol/l dan is er sprake van hypoglykemie, ook wel een hypo genoemd. U merkt dat door:
• zweten
• trillen
• duizeligheid
• plotseling wisselend humeur
• ongeconcentreerd zijn
• hoofdpijn
• moe
• hongerig

Met wat druivensuiker, een boterham of een imonadedrankje met veel suiker brengt u het bloedsuikergehalte weer omhoog. In heel ernstige gevallen moet glucagon worden ingespoten.
Hoe herkent u een hyper?
Als er te veel suiker (glucose) in het bloed zit, dus ongeveer boven de 10 mmol/l, dan is er sprake van hyperglykemie, ook wel een hyper genoemd. U merkt dat door:
• veel plassen
• veel dorst hebben en houden
• vermoeidheid
• mogelijk plotselinge extreme humeurigheid
• gevoel van algehele malaise
Het lichaam wil het teveel aan suiker in het bloed kwijtraken. Veel blijven drinken (maar niets zoets!) helpt daarbij.

HYPO

Het overkomt iedereen die diabetes heeft wel eens. Uw bloedglucose is te hoog of te laag. De klachten zijn vervelend en u voelt zich niet lekker. Vaak gebeurt het op momenten dat het niet uitkomt of als u het niet verwacht. Af en toe een te hoge (hyper) of te lage (hypo) bloedglucose is niet erg. Het is wel belangrijk dat u weet hoe u een hypo of hyper kunt herkennen, bestrijden en voorkomen.

Invloed

De veilige waarde voor uw bloedglucose is tussen de 4 en 10 mmol/l. Om dat te bereiken past u uw voeding aan en gebruikt u insuline of tabletten. Maar er is meer dat invloed heeft op uw bloedglucose. Eigenlijk alles. Van boodschappen doen tot een wijntje drinken en van verhuizen tot een vliegreis maken. Door regelmatig controleren komt u erachter hoe groot die invloed is. Maar het gaat wel eens mis.

Hypo

Als er te weinig glucose in het bloed is (onder de 4 mmol/l) heeft u een hypo. Dit kunt u onder andere merken aan: zweten, trillen, hoofdpijn, duizeligheid, minder concentratie, moe zijn, hongerig en een wisselend humeur. Herkent u deze symptomen? Controleer dan uw bloedglucose, neem 20 gram glucose, zoals 6 tabletten druivensuiker of limonadesiroop en test na een kwartier nog een keer. Zit u nog te laag? Neem dan opnieuw glucose. U kunt ook vast gaan eten als het bijna tijd is voor ontbijt, lunch of diner.

Als u een ernstige hypo heeft, bent u verward en suf en kunt u zelfs buiten bewustzijn raken. Uw omgeving moet dan glucagon spuiten of een arts waarschuwen. Glucagon is een stof die er voor zorgt dat er snel extra glucose in uw bloed komt. Het is daarom belangrijk dat u of uw arts familie of collega’s leert wanneer en hoe ze deze injectie moeten geven.

Oorzaken
Er zijn verschillende oorzaken die kunnen leiden tot een te hoge of een te lage bloedglucose. Als u die weet te achterhalen, weet u beter hoe u in het vervolg een hypo of hyper kunt voorkomen. Mogelijke oorzaken:
• te veel insuline spuiten;
• alcohol drinken;
• een ander eetpatroon (vakantie);
• ziek zijn;
• ongesteld zijn of zwangerschap;
• zware lichamelijke inspanning;
• stress;
• te weinig eten/drinken.

Hypo- en hyperglycaemie (kortweg "hypo" en "hyper") zeggen beide iets over het bloedgucose-gehalte. Een hypo is een te lage glucosespiegel en een hyper een te hoge glucosespiegel.
Een goede glucosespiegel ligt tussen de 4 en de 8 mmol/l (millimol per liter), deze vinden we op ieder moment terug bij een "niet-diabeet".
De glucosespiegel bij een hypo is ongeveer 3,5 mmol/l en lager. De volgende kenmerken kunnen zich dan voordoen: wisselend humeur, hoofdpijn, moeheid, bleekheid, honger, zweten, slecht zien, duizeligheid en beven. Vaak heeft een ander eerder in de gaten dat de diabeet een hypo heeft dan de persoon zelf, althans als de andere de verschijnselen kent. In zo'n geval is het belangrijk dat de diabeet koolhydraten (suikers, zetmelen) binnenkrijgt in de vorm van bijvoorbeeld druivensuiker, zoetige drank als cola, brood en dergelijke. Wacht men te lang hiermee dan zal de diabeet zijn bewustzijn verliezen en zal een dokter te pas moeten komen.
De glucosespiegel bij een hyper is ongeveer bij 15 mmol/l en hoger. De volgende kenmerken kunnen zich voordoen: slaperigheid, moeheid, droge tong/mond, vaak plassen en meer dorst. In zo'n geval moet de diabeet zijn glucosespiegel bijreguleren door bijvoorbeeld een insuline-injectie (of met behulp van tabletten).

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.