Herpes Genitalis

Beoordeling 7
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 3e klas vmbo | 4048 woorden
  • 28 juni 2004
  • 113 keer beoordeeld
Cijfer 7
113 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Inleiding: Ik heb het onderwerp Herpes Genitalis gekozen omdat ik hier nog niks van wist en mij het wel een uitdaging leek om daar een werkstuk over te maken
Ik heb voor geslachtsziektes gekozen omdat je er tegenwoordig steeds meer over hoort zoals de problemen met aids die wereld wijd een probleem is zonder een geneesmiddel Hoofdstuk 1: Geschiedenis Het woord herpes komt van het Griekse 'herpein' dat 'kruipen' betekent. Het herpesvirus bestaat al eeuwen lang. Hippocrates beschreef al in 400 voor Christus zweertjes als herpes. En ook Shakespeare moet bekend geweest zijn met het virus. Deze eeuw kwam het onderzoek naar het herpesvirus goed op gang en kwam men er achter dat het virus niet alleen op de huid zit, maar zich nestelt in een zenuwknoop. Op dit moment zijn er 8 menselijke herpesvirussen bekend en er zijn meer dan 100 verschillende virussen bij dieren bekend. De menselijke herpesvirussen worden onderverdeeld in diverse categorieën (Alfa, Beta, Gamma) Onder de Alfa herpesvirussen valt het Herpes Simplex Virus (HSV) type 1 en 2. HSV-1 heet ook wel herpes labialis, beter bekend als de koortslip. Het HSV-2 virus noemen we herpes genitalis. Ook valt onder de Alfa herpesvirussen het Varicella-Zoster Virus (VZV). Dit veroorzaakt op jonge leeftijd waterpokken, en als dit virus op latere leeftijd reactiveert, veroorzaakt het gordelroos. Onder een andere categorie valt het Epstein-Barr Virus (EBV) dat bekend staat als de ziekte van Pfeiffer. Er kan gesteld worden dat ieder mens wel met één of meer herpesvirussen in aanraking is gekomen in zijn leven
Het herpes simplex virus 1 en 2 zijn aan elkaar verwant. Ze delen 50% van hun DNA-structuur. Het type-1 voelt zich het meest thuis op de lippen en veroorzaakt daar een koortslip. Het type-2 voelt zich meer thuis op de geslachtsdelen. Maar het type-1 is ook op de geslachtsdelen over te brengen en het type-2 kan op de lippen voorkomen. Een laboratoriumtest moet uitwijzen welk type herpes iemand heeft, dat valt niet af te leiden uit de symptomen. Enige verwarring geeft daarom het woord 'genitale herpes'. Soms wordt daarmee type-2 bedoeld ('herpes genitalis'), maar soms ook alleen de plaats waar de herpes zich bevindt. Er kan dus een type-1 op de genitaliën zitten.
Hoofdstuk 2: Hoe vind een besmetting plaats Het virus wordt verspreid via huidcontact of via de slijmvliezen. Huid- tot huidcontact kan plaatsvinden tijdens vaginale, anale of orale seks. Buiten het lichaam gaat het virus snel dood (je kunt het dus niet via een drinkglas van een ander oplopen of via een toiletbril). Het virus wordt niet overgedragen door bloed, sperma of andere lichaamsvochten. De incubatietijd (de tijd tussen de besmetting en het verschijnen van symptomen) is gemiddeld een week (hoewel het ook 2 tot 14 dagen kan zijn). Het virus dringt via een kleine opening de huid of het slijmvlies binnen en nestelt zich in een cel. In die cel vermenigvuldigt het herpesvirus zich en de nieuwgevormde virusdeeltjes verspreiden zich van cel tot cel. Het afweersysteem merkt het virus op en begint het te bestrijden. Het virus trekt zich echter terug in een zenuwknoop bij het heiligbeen en is daar ongrijpbaar voor het afweersysteem. Wie eenmaal besmet is, blijft dat levenslang behouden. Het virus kan af en toe weer actief worden en via de zenuwbanen naar de huid terugkeren. De eerste aanval wordt dus veroorzaakt door seksueel contact, terwijl terugkerende aanvallen vanuit het lichaam zelf komen. Zodra het virus het lichaam is binnengedrongen gaat het lichaam het virus te lijf. Omdat het lichaam het virus nog niet kent en er eerst antistoffen moeten worden gemaakt, kost het de eerste keer meer moeite. Daarom is een eerste aanval meestal erger dan volgende aanvallen. Een volgende keer weet het lichaam al hoe het virus moet worden te lijf gegaan. Hoofdstuk 3
Symptomen
De volgende symptomen kunnen voorkomen: o griepachtige verschijnselen; spierpijn, koorts, hoofdpijn
o opgezette klieren in de liesstreek
o pijn, jeuk, branderig gevoel rond de geslachtsdelen
o blaasjes gevuld met vocht of zweertjes op de penis, de schaamlippen, de anus of de baarmoedermond. Soms ontbreken de klassieke blaasjes en zijn het eerder kleine sneetjes in de huid of rode plekjes. o vaginale afscheiding
o pijn bij het plassen, bloedverlies bij het plassen
o pijn tijdens de ontlasting
o het pijnlijke gebied kan zich uitbreiden naar billen en dijen
Het duurt meestal twee à drie weken voor de huid weer genezen is. De blaasjes en zweertjes drogen in en laten doorgaans geen littekens achter. Vooral het vocht in de blaasjes is hoogst besmettelijk. Niet alleen voor een ander, maar ook voor jezelf. Auto-innoculatie ofwel zelfbesmetting komt vaak voor. Van het ene gebied wordt het virus naar het andere gebied overgebracht. Vooral ogen en vingers kunnen worden besmet. Dit gebeurt in de eerste drie maanden, als het lichaam nog geen antistoffen heeft aangemaakt. In het geval van de ogen heet dit herpes keratitis en kan tot blindheid leiden als het niet wordt behandeld. Een vinger met herpes heet ook wel fijt. Een enkele keer ontwikkelt zich een chronische vermoeidheid of chronische pijn in de zenuwbanen (post-herpetische neuralgie). Een eerste aanval kan zeer heftig verlopen, maar het komt ook vaak voor dat er veel mildere symptomen zijn en dat het niet wordt herkend als herpes, zowel niet door de persoon zelf als door een arts. Het valt ook niet altijd mee om herpes te herkennen, omdat er naast de karakteristieke blaasjes nog een aantal andere verschijningsvormen zijn. Als herpes niet herkend wordt, wordt soms gedacht aan de volgende zaken: o latexallergie
o allergie voor nonoxynol-9 (wat op sommige soorten condooms zit) o huiduitslag

o een eczeemplekje
o een ingegroeide haar, een ontstoken haarzakje
o een andere soa, zoals chlamydia
Dit hoeft dus niet altijd herpes te zijn, maar de genoemde voorbeelden komen uit de praktijk, waarbij de symptomen als wat anders werd afgedaan en het later herpes bleek te zijn. Het is belangrijk dat er een correcte diagnose wordt gesteld. Bij vermoeden van herpes is het onvoldoende als een arts alleen maar een blik werpt op de geslachtsdelen (klinisch onderzoek). Als er vochtblaasjes zijn, moet er een uitstrijkje van het vocht uit de blaasjes worden gemaakt. Aanraking van de blaasjes met een wattenstaafje kan vaak bijzonder pijnlijk zijn en zou een arts juist op het spoor van herpes moeten zetten. Als de blaasjes al zijn ingedroogd is het soms moeilijk om een goed uitstrijkje te maken. Het uitstrijkje wordt op kweek gezet en geeft na een aantal dagen een uitslag. Helaas geeft de uitslag nogal eens een vals-negatief te zien. In ongeveer 30% van de gevallen is het wél herpes, maar komt dat niet uit de test. Het is ook mogelijk om op herpes te testen door middel van een bloedonderzoek. Het herpesvirus zit niet zelf in het bloed, maar er zijn antistoffen aan te tonen, zowel voor type 1 als type 2. Het kost echter een aantal weken (tot 3 maanden) voordat de antistoffen zich hebben ontwikkeld. Zo kan dus ook een bloedtest negatief uitpakken, als deze wordt verricht vlak na de besmetting. De test zou 3 maanden later nog een keer herhaald kunnen worden. Vraag altijd om een test die onderscheid kan maken tussen type 1 en type 2. Wat in het begin onbelangrijk lijkt, kan later vaak wel van belang zijn, en dan weet je het alvast. Vraag ook naar de naam van de test. Op dit moment zijn de enige goede testen: a) POCkit van Diagnology (bij de huisarts) b) Premiere van Gull/Meridian Diagnostics (laboratoriumtest) c) Immunoblot van MRL Diagnostics (laboratoriumtest) Cijfers uit Amerika wijzen uit dat daar 1 op de 5 (20%) mensen besmet is met het herpesvirus type 2. Slecht 20% heeft de herkenbare symptomen. 20% heeft helemaal geen symptomen en weet dus niet dat hij of zij het heeft. En grote groep van 60% heeft wel symptomen, maar heeft niet goed door dat het om herpes gaat. Mensen die niet of nauwelijks herkenbare symptomen hebben kunnen toch het virus aan een ander doorgeven. En dit is ook de grootste risicogroep, omdat ze zich dat niet realiseren. In Nederland is officieel bekend dat er ongeveer 12.000 nieuwe gevallen per jaar bijkomen. Recente cijfers wijzen uit dat 1 op de 12 (8%) mensen besmet is in Nederland met het herpesvirus type 2. Dit zijn 1,3 miljoen mensen. Men schat dat er 250.000 mensen daadwerkelijk klachten heeft. Soms kan een ogenschijnlijke eerste aanval in feite een herháálde aanval zijn en is destijds de besmetting tamelijk onopgemerkt verlopen. Het kan een schok zijn als een stel al een tijdje bij elkaar is en er opeens herpes wordt geconstateerd. Dit hoeft lang niet altijd op vreemdgaan te duiden. Het zou mogelijk een besmetting kunnen zijn vanuit een eerdere relatie die nu opeens de kop opsteekt. Of om het nog ingewikkelder te maken, het kan ook zijn dat de persoon die het virus ongemerkt bij zich droeg de andere partner heeft besmet. En bij de andere partner manifesteert het zich wat sterker. Een ander scenario is dat het gaat om type 1. Iemand met een koortslip kan dit virus op de partner overdragen door orale seks. Kortom, wees dus voorzichtig met beschuldigingen over en weer! Hoofdstuk 4
De behandeling
Een aantal algemene tips tijdens een (eerste) aanval: o Raak de vochtblaasjes/zweertjes niet aan. Als dat toch is gebeurd, was direct je handen. Het virus wordt vernietigd door water en zeep. Trek hier niet de conclusie uit dat je je geslachtsdelen flink met water en zeep moet gaan boenen! o Neem een warm (niet heet!) bad. Droog daarna zachtjes af of gebruik een föhn op de laagste stand om het aangetaste gebied droog te blazen. Alhoewel het virus buiten het lichaam snel doodgaat, is het toch verstandig om niet met dezelfde handdoek de rest van je lichaam af te drogen. o Bij pijn tijdens het plassen worden de klachten iets verlicht als je onder de douche plast. Als er niet direct een douche bij de hand is, kan je ook een bakje met lauw water over het gebied laten stromen tijdens het plassen. o Drink heel veel water, dat verdunt de urine! o Een zoutwaterbadje kan de wondjes wat verzachten en laten opdrogen. Neem een theelepeltje zout op een halve liter warm water. o Draag katoenen ondergoed, dat niet te strak zit, zodat de omgeving niet broeierig wordt. Draag zoveel mogelijk losse kleding, trek bijvoorbeeld thuis een pyjama aan. o Smeer geen corticosteroïd-zalven (hormoonzalf) op de plekken. Cremes kunnen sowieso het helingsproces vertragen. o Een creme kan wel overwogen worden als er een pijnstiller in zit. Vraag je dokter om een receptje voor zalf waar lidocaïne inzit. o Er is ook een creme waar aciclovir in zit. Dit zijn de tubetjes koortslipcremes van 2 gram, die in elke drogisterij en apotheek zonder recept verkrijgbaar zijn. Volgens de bijsluiter wordt gewaarschuwd de creme niet te smeren op slijmvliezen, maar toch mag de creme op de geslachtsdelen worden gesmeerd. Ook zijn er tubetjes van 15 gram via de apotheek te bestellen. o Zorg goed voor jezelf, neem voldoende slaap en eet gezond. Medicijnen
Er is op dit moment geen behandeling om herpes te genezen, maar er is geen genezing voor welk virus dan ook op dit moment. Antibiotica werkt niet op een virus. Wetenschappers richten zich daarom op vaccins om virussen uit te roeien. De behandeling die er nu is, is er op gericht om een herpesaanval te verminderen of om te voorkomen. Het worden antivirale medicijnen genoemd. Het eerste en bekendste antivirale middel is aciclovir (merknaam Zovirax ®). Het is al op de markt in 1983 en bleek effectief te zijn zonder schade aan te brengen aan gezonde cellen. De wetenschappers die ervoor zorgden dat het ontwikkeld kon worden ontvingen een Nobelprijs voor hun onderzoek. Aciclovirtabletten moeten 5 keer per dag worden ingenomen, omdat er niet zoveel van in het lichaam blijft. 5 keer per dag is nogal lastig en daarom werd er verder gezocht naar een middel dat ook aciclovir bevat, maar wat minder vaak ingenomen hoeft te worden. Het ene middel is valaciclovir (merknaam Valtrex ®) en het andere middel is het famciclovir (merknaam Famvir ®.) Deze antivirale middelen worden door de ziektekostenverzekering vergoed. Hoe werkt aciclovir? Eerst wat informatie over een virus. Een virus is niets anders dan een bundeltje genetische informatie (DNA of RNA) in een omhulsel (eiwitmantel). Een virus heeft een gastheer nodig om te kunnen voortbestaan; de levende cellen van een mens. Het virus vermenigvuldigt zich met behulp van de cellen van de gastheer. Van daaruit verspreidt het zich naar de naastgelegen cellen. Deze cellen gaan dood en het weefsel raakt beschadigd. Bij herpes uit zich dat in blaasjes en pijn. Aciclovir grijpt in op het vermenigvuldigingsproces van het virus. Aciclovir wordt door middel van een viraal enzym ingebouwd in het DNA van het virus. Dit heeft overigens niets te maken met het DNA van de mens. Het virus kan zich niet meer verspreiden en de schade aan het weefsel blijft beperkt. Het is dus belangrijk om zo snel mogelijk te starten met een antiviraal middel zodra er klachten zijn. Als er voor de eerste keer een herpesaanval is, wordt er soms te lang gewacht met medicatie omdat er bijvoorbeeld op de uitslag van het laboratoriumonderzoek wordt gewacht. Het is duidelijk gebleken dat antivirale middelen zowel de duur als de symptomen (pijn, jeuk ed.) sterk verminderen. Er is veel onderzoek verricht naar de veiligheid van het middel. Als bijwerkingen worden vooral misselijkheid, hoofdpijn en duizeligheid gerapporteerd. Het middel kan veilig voor een lange periode gebruikt worden. Er zijn geen aanwijzingen dat het giftig is (met name voor de lever) of dat het kankerverwekkend is. Er is te weinig onderzoek verricht om te kunnen zeggen of het veilig is gedurende de hele zwangerschap. Maar er zijn gevallen waarin een eventueel risico moet worden afgewogen tegen de voordelen van een antiviraal middel tijdens een bepaalde periode van de zwangerschap. Dit gaat altijd in overleg met je arts. Na een eerste aanval is het afwachten of en hoe vaak de herpesklachten terugkomen. Als dat patroon duidelijk begint te worden, is het een individuele keuze hoe daarmee wordt omgegaan. De een neemt tabletten in zodra een aanval zich aankondigt, de ander neemt elke dag tabletten in om de aanvallen te verminderen. Dit laatste wordt een onderhoudsbehandeling genoemd. behandeling eerste aanval Zovirax (aciclovir) 5 dagen 5x per dag 200 mgZelitrex (valaciclovir) 5 dagen 2x per dag 500mgFamvir (famciclovir) 5 dagen 3x per dag
terugkerende aanval Zovirax (aciclovir) 5 dagen 5x per dag 200 mgZelitrex (valaciclovir) 5 dagen 2x per dag 500mgFamvir (famciclovir) 5 dagen 2x per dag
Onderhoudsbehandeling Zovirax (aciclovir) 2x per dag 400 mgZelitrex (valaciclovir) 1x per dag 500mg
Een onderhoudsbehandeling kan nuttig zijn in de volgende gevallen: o Als je meer dan 6 à 8 aanvallen per jaar hebt. o Of minder aanvallen per jaar, maar wel lange en pijnlijke aanvallen (bijvoorbeeld met zenuwpijnen). o Als je emotioneel erg lijdt onder de aanvallen en het je sociale leven nadelig beïnvloedt. Misschien durf je niet eens meer een relatie aan te gaan. o Je begint aan een nieuwe relatie en het geeft je wat extra vertrouwen. Het is ook een stukje bescherming naar de nieuwe partner toe omdat het gebruik van antivirale middelen het besmettingsrisico doet afnemen. o Je hebt niet zoveel aanvallen, maar ze komen altijd op ongelukkige momenten (net voor je examen, tijdens je vakantie). o Je zit in een hele stressvolle periode, bijvoorbeeld een verhuizing of een sterfgeval en vreest dat die stress een aanval zal uitlokken. Onderzoeken hebben uitgewezen dat een onderhoudsbehandeling het aantal aanvallen sterk vermindert. Bijvoorbeeld mensen met 12 aanvallen per jaar hadden nog maar 2 aanvallen in het jaar dat ze een onderhoudsbehandeling namen. En het onderzoek wees ook uit dat als er aanvallen waren, dat ze minder heftig en korter van duur waren. Overleg met je arts over een onderhoudsbehandeling en ga samen na wat voor jou de beste manier is. De dosering zélf is ook van belang. Bij sommige mensen lijkt het middel niet aan te slaan en moet er voor een hogere dosering worden gekozen. Het is zinvol om na een half jaar of een jaar een pauze in te lassen om te kijken hoe het met de aanvallen staat zonder medicijnen. Het immuunsysteem leert immers ook steeds beter met het virus om te gaan. Een onderhoudsbehandeling vermindert de asymptomatische uitscheiding van het herpesvirus tot wel 95%. De angst om een partner te besmetten is doorgaans erg groot, en een onderhoudsbehandeling kan wellicht die angst een beetje wegnemen. Het is echter geen excuus om een ander niet in te lichten of om condoomgebruik achterwege te laten. Resistentie voor aciclovir is bij mensen met herpes die verder gezond zijn nauwelijks beschreven. Bij ernstig zieke patiënten met AIDS is het weleens waargenomen, maar ook uiterst zelden. Het blijkt dat de virusstammen die niet, of minder, gevoelig zijn voor aciclovir minder ziekteverwekkend zijn. Vooralsnog is er geen reden ongerust te zijn over resistentie van het herpesvirus voor aciclovir. Vaccin
Wereldwijd wordt er door diverse instituten hard gewerkt aan een vaccin. Vaccinatie wordt als dé oplossing gezien om herpes aan te pakken. Het kan niet de mensen genezen die nu herpes hebben (wel verlichting brengen), maar het kan wel nieuwe gevallen voorkomen. Stel dat je een nieuwe partner krijgt, dan zou die een vaccinatie kunnen halen tegen herpes. Het eerste vaccin dat al ver in ontwikkeling was, Simplirix, bleek bij testen goed te werken voor vrouwen die nooit type 1 of 2 hebben gehad, maar bleek verrassend genoeg niet voor mannen te werken. Aan de testen deden 3000 mensen (stellen) mee uit verschillende landen, waarvan de een herpes had en de ander niet. Het zal nog jaren duren voordat er een vaccin op de markt komt.
Hoofdstuk 5
Besmettingsrisico
Als mensen gaan beseffen wat het inhoudt om herpes te hebben, is meestal het grootste probleem dat ze met iets zitten dat overdraagbaar is. Hoe kunnen ze zorgen dat een ander het niet krijgt? Helaas is er geen standaard verhaal en zitten er veel kanten aan de zaak. Het is goed om je te realiseren dat mensen die níet weten dat ze het virus bij zich dragen de grootste bron van besmetting vormen. Als je een mogelijke partner inlicht en zo veilig mogelijk vrijt, kun je het risico een ander te besmetten sterk verkleinen. Je toont je dan verantwoordelijk, en meer kan je niet doen. Veilig vrijen houdt niet alleen het gebruik van condooms in. Natuurlijk, condooms verminderen het risico sterk, maar omdat het een huidaandoening is, kan het gebeuren dat het condoom niet het gehele gebied afdekt. Er zijn gevallen bekend van jaren onbeschermde seks waarbij de partner niet besmet raakt, maar ook gevallen van één keer seks met een condoom en de partner is besmet geraakt. Er bestaat zoiets als aangeboren immuniteit. Dit betekent dat er mensen zijn die van zichzelf een immuunsysteem hebben dat er voor zorgt dat ze het virus niet kunnen krijgen. Er is helaas geen manier om er achter te komen of een partner deze natuurlijke immuniteit heeft. Een andere mogelijkheid is dat een partner dénkt geen herpes te hebben, omdat dat deze nooit merkbare symptomen heeft gehad, maar toch het virus bij zich draagt en dus al niet meer besmet kan raken (er van uitgaande dat we het over type 2 hebben). Veel mensen beweren stellig dat ze niets hebben, zeggen op alles getest te zijn, maar weten waarschijnlijk niet dat er níet standaard wordt getest op herpes bij een soa-onderzoek. Wat zijn de risico’s om herpes te krijgen voor iemand die het niet heeft? Er zijn een aantal factoren die het risico verhogen. Let wel, dit is heel algemeen, maar denk aan de internationale slogan “Herpes doesn’t discriminate”. § Het maakt uit in welk land je je bevindt. In sommige landen komt het veel voor, en is dus ook de kans groter om iemand te ontmoeten die het al heeft. § Hoe meer partners je hebt gehad, hoe groter het risico wordt. § Leeftijd maakt uit. Er is een stijgende lijn tussen 15 en 40 jaar. § Het maakt ook uit of je man of vrouw bent. Vrouwen hebben een grotere kans om herpes te krijgen omdat er meer kwetsbaar slijmvlies aanwezig is. Voor heteroseksuele stellen is het risico om herpes type 2 te krijgen van een partner die genitale herpes heeft het laagste voor mannen (minder dan 5%). Het risico is hoger voor vrouwen die al herpes type 1, een koortslip, hebben (minder dan 10%). Het risico is het grootst voor vrouwen die geen antistoffen tegen type 1 en type 2 hebben (ongeveer 30%). Vrouwen hebben dus meer risico om herpes te krijgen, terwijl mannen een groter risico hebben het virus te verspreiden. Als iemand al het virus van de koortslip bij zich draagt, geeft dat enige, maar geen algehele bescherming tegen type 2. Daarnaast, als iemand die al type 1 (op de lippen) heeft toch type 2 (op de geslachtsdelen) krijgt, dan zijn de symptomen doorgaans iets minder heftig omdat het lichaam al min of meer weet hoe er mee moet worden omgegaan. In een zeldzaam geval is het mogelijk dat iemand met type 1 en daarna met type 2 wordt besmet op de geslachtsdelen. Dit wordt een superinfectie genoemd. Als beide partners herpes genitalis hebben, is het dus belangrijk om te weten welk type de ander heeft. Sekstips: § Als er een aanval is, of je voelt een aanval opkomen, is het verstandig om geen seks te hebben. Wacht tot de aanval helemaal verdwenen is. Lekker knuffelen of elkaar masseren kunnen alternatieven zijn. § Gebruik op andere momenten altijd een condoom. Rol het condoom goed af, het moet zoveel mogelijk huid bedekken. Probeer eens of het vrouwencondoom bevalt. Dit condoom bedekt meer huid en kan dus een verbetering zijn. Doe het condoom tijdig om, niet alleen vlak voor het klaarkomen. Wrijf niet met de geslachtsdelen langs elkaar als het condoom nog niet is omgedaan. § Overweeg het gebruik van een condoom waar een zaaddodend- en virusinactiverend glijmiddel op zit (nonoxynol-9). In laboratoriumproeven blijkt dit glijmiddel het herpesvirus te doden. Helaas zijn veel mensen er allergisch voor. De huiduitslag zou de kans op besmetting juist kunnen vergroten omdat de huid dan beschadigd is en het virus naar binnen kan dringen. Weeg voors en tegens dus goed tegen elkaar af. Dit type condoom moet ook zeker niet gebruikt worden voor orale seks. § Gebruik in ruime mate een glijmiddel. De meeste glijmiddelen die er te koop zijn, zijn op waterbasis. Pas op met massageolie enz., want olie tast het latex van een condoom erg aan. Er is ook glijmiddel op siliconenbasis te koop. Hiermee kun je én masseren én condoom/ geslachtsdelen mee insmeren. § Stevige en/of langdurige seks kan een aanval uitlokken. § Gebruik voor anale seks een steviger condoom. Ook rond de anus kan er virus aanwezig zijn, zonder dat er op dat moment blaasjes of andere duidelijke symptomen zijn. § Het aanraken van de geslachtsdelen van je partner met de handen en later weer de eigen geslachtsdelen aanraken, kan theoretisch een kleine kans geven op overdracht van het virus, vooral als er blaasjes zijn. Handen wassen met warm water en zeep is voldoende om het virus te doden. Deel voor de zekerheid geen handdoeken met elkaar. § Ook het vooraf en achteraf wassen van de geslachtsdelen is belangrijk voor beide partijen. Een beetje zeep gebruiken waar het bestanddeel Sodium Lauryl Sulfate in zit (dit zit in bijna elke zeep) vermindert het besmettingsrisico. Let op: ga niet bóenen met water en zeep, dit kan de huid juist beschadigen. Gewoon voorzichtig wassen. § Orale seks is het veiligst als er een condoom of beflapje wordt gebruikt. Veel gevallen van besmetting vinden plaats van mond (koortslip) naar geslachtsdelen. Omgekeerd, van geslachtsdelen naar mond, komt zelden voor. Waarschijnlijk omdat de meeste mensen het koortslipvirus al bij zich dragen. In het geval dat er toch een HSV-2 besmetting in de mond heeft plaatsgevonden, blijkt het dat dit bijna altijd een eenmalige aanval is en nooit meer terugkomt. Ook konden onderzoekers geen asymptomatische uitscheiding constateren. § Overweeg het gebruik van antivirale middelen op onderhoudsbasis als je regelmatig aanvallen hebt. Antivirale middelen verminderen ook in hoge mate de asymptomatische uitscheiding en kunnen daardoor het besmettingsrisico aanzienlijk verkleinen. Dus weer extra bescherming voor de partner! Slot Ik heb nu een beter beeld gekregen over het geslachtsziekte van Herpes Genitalis
Ik vond het een interessant onderwerp om over te schrijven en ik hoop dat mensen met Herpes Genitalis dit goed kunnen gebruiken
Ik hoop dat mensen voorzichtiger gaan worden als ze dit hebben gelezen Literatuur lijst en plan van aanpak Bronvermelding: http://geslachtsziektes.pagina.nl
Plan van aanpak: o onderwerp gekozen
o afgevraagd wat ik wou weten over het onderwerp
o informatie opgezocht en gelezen
o informatie verwerkt in het verslag

REACTIES

B.

B.

GOED!! Vet goed man!! Echt heel knap dat je dat zo kan..!!

19 jaar geleden

B.

B.

Vet goed werkstuk, super, vet, cool, gaaf. perfect VET COOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOL DUDE

19 jaar geleden

T.

T.

had ik echt nodig

13 jaar geleden

I.

I.

wow dit is echt leuk heel leerzaam

8 jaar geleden

W.

W.

Hallo, een geweldig goed werkstuk ! Een tien met een griffel . Je hebt dit geschreven in 2004? Is er nog een vervolg? Stand van zaken HV-2 behandeling (stamcellen?) anno 2016? Gr. Willem Zeegers

8 jaar geleden

E.

E.

Dit is het beste artikel over dit onderwerp dat ik tot nu toe ben tegengekomen. Dank je wel, ik had er echt wat aan.

7 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.