helmbasilisk en penseelzwijn

Inhoudsopgave

Inleiding
1. Stamboom
2. Natuurlijke leefomgeving
3. Voedsel
4. Voortplanting
5. Gedrag en leefwijze
6. Nawoord
7. Literatuurlijst
8. Evaluatie
9. Bijlagen

Inleiding

Dit werkstuk gaat over de Helmbasilisk (een koudbloedig dier) en het Penseelzwijn (een warmbloedig dier). Ik maak dit werkstuk maak ik na aanleiding van de rit naar Blijdorp. We moesten daar twee dieren tekenen en aantekeningen over maken. Het werkstuk bestaat uit 5 hoofdstukken, waarin in veel uitleg geef over de beide dieren. Ik vertel over de stamboom van beide dieren, de natuurlijke leefomgeving, het voedsel, de voortplanting en het gedragen leefwijze. In dit werkstuk kom je bijzondere dingen tegen over beide dieren. Het zijn dieren die je niet zo elke dag ziet. Heel veel dingen die je in dit werkstuk leest zal je dan ook nog niet weten, ik wist zelfs geen eens hoe de twee dieren eruit zagen. Ik hoop dat je het een leuk werkstuk vindt.

stamboom

Helmbasilisk
Rijk:

Animalia (Dieren)

Stam:
Chordata (Chordadieren)

Klasse:
Reptilia (Reptielen)

Orde:
Squamata (Schubreptielen)

Onderorde:
Sauria (Hagedissen)

Familie:
Corytophanidae (Basilisken)

Geslacht:
Basiliscus

Penseelzwijn
Rijk:
Animalia (Dieren)

Stam:
Chordata (Chordadieren)

Klasse:
Mammalia (Zoogdieren)

Orde:
Artiodactyla (Evenhoevigen)

Familie:
Suidae (Varkens)

Geslacht:
Potamochoerus (Boszwijnen)

Natuurlijke leefomgeving

Helmbasilisk
De hagedissen leven bijna overal op de wereld. Ook in ons land leven de hagedissen. Maar de meeste leven in de warme landen met tropische regenwouden zoals : Zuid-Amerika, dat komt omdat de hagedissen niet van de kou houden. In koude landen leven dus hele maal geen hagedissen. De woonplaats bestaat vaak uit takken langs het water, bij voorkeur wat bredere rivieren. De Helmbasilisk leeft vaak in groepen van 1 mannetje en meerdere vrouwtjes of hele grote groepen die kunnen bestaan uit meer dan honderden.

Penseelzwijn
Het penseelzwijn leeft vooral in regenwouden, vochtige, dichte struiksavannen en in beboste valleien, in de buurt van rivieren, meren en moerassen met zachte bodem. Hij komt voor in West-Afrika . Ze leven in kleine groepen van vier tot twintig dieren. Dat bestaat uit een mannetje (beer), enkele volwassen zeugen`(vrouwtjes) en hun jongen.


Voedsel

Helmbasilis
Helmbasilisken eten van nature plantaardige kost, het zijn daarom herbivoren. Hoewel sommige helmbasilisken ook wel insecten eten is het niet aan te raden om voor langere tijd dierlijk voedsel aan te bieden. Vooral in de eerste levensjaren hebben helmbasilisken een veelzijdige voeding nodig. Er zijn verschillende planten en bloemen de helmbasilisken eten, zoals paardenbloem, duizendblad, klein hoefblad, weegbree,wilgenblad, madeliefjes en hibiscus. De Helmbasilisk eet vooral krekels, sprinkhanen, morio’s, regenwormen en soms pasgeboren naakte muizen. Af en toe eet hij ook fruit (vooral banaan). In het wild eten ze soms ook de kleine helmbasilisken op.

Penseelzwijn
Het penseelzwijn is omnivoor. Het eet voornamelijk wortelen en knollen, met afgevallen vruchten, grassen en kruiden en dierlijk materiaal als eieren, aas, insecten, slakken en hagedissen. Om knollen, wortelen en insecten te vinden, woelt het met zijn grote snuit de grond om. Penseelzwijnen kunnen op deze manier veel schade aanrichten aan landbouwgewassen. Het Penseelzwijn vindt afgevallen vruchten voornamelijk door op het geluid van apen, neushoornvogels en andere luidruchtige vruchteneters af te komen.

Voortplanting

Helmbasilisk
De helmbasilisk is te vinden redelijk dicht bij de evenaar, er is dus geen bepaald seizoen wanneer de eieren worden gelegd. Een aantal keer per jaar legt het vrouwtje eieren. Het aantal eieren varieert heel erg. Het worden er vaak niet meer dan 26 stuks. Deze worden begraven (verstopt) in de buurt van het water. Ze zijn niet in staat om ze zelf uit te broeden. Dit gebeurt door de hitte van de zon, na 70 tot 85 dagen komen de eieren uit. De jonge dieren zijn meestal te vinden in het water, hier kunnen ze goed uit de voeten komen.

Penseelzwijn
In het struikgewas of een holle boom werpt een zeug drie tot zes biggetjes. De dracht (zwangerschap) duurt ongeveer vier maanden. De biggen hebben eerst een donkerbruine vacht met gele horizontale strepen. Als er iets gebeurd drukken de jongen zich tegen de grond aan en houden zich dood. Na drie maanden vervagen de strepen en zullen ze vluchten bij gevaar. Na twee jaar zijn de dieren volgroeid. Penseelzwijnen worden ongeveer twintig jaar oud in gevangenschap.


Gedrag en leefwijze

Helmbasilisk
Het is onmogelijk om langdurig meerdere mannetjes in een terrarium te houden. De dieren hebben een sterke drang om hun territorium te verdedigen en het sterkste mannetje zal het hele terrarium als zijn territorium beschouwen. Meerder vrouwtjes in een terrarium kan soms wel. Op een leeftijd van anderhalf tot twee jaar zijn helmbasilisken geslachtsrijp. Per jaar kan een vrouwtje drie tot vier legsels produceren die in grootte variëren van 4 tot 16 eieren. Gezonde eieren zijn wit van kleur. Na ongeveer 60 dagen komen de jongen uit. Enkele dagen na de geboorte beginnen de jonge dieren insecten zoals krekels te eten.

Penseelzwijn
Twee vechtende beren zetten de haren recht overeind en klieren rond de knobbels en de ogen. De twee duwen tegen elkaar met de kaken, grommen, zwaaien met de staarten en graven in de aarde. De slagtanden zijn vlijmscherp en kunnen veel schade aanrichten aan de snuiten van de mannetjes. Om teveel schade te voorkomen, heeft het dier de knobbels aan de snuit.