Hartritmestoornissen

Beoordeling 4.8
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 3e klas vwo | 402 woorden
  • 23 april 2004
  • 26 keer beoordeeld
Cijfer 4.8
26 keer beoordeeld

Hartritmestoornissen Het gezonde hart heeft een vast ritme. Bij inspanning neemt het aantal slagen van het hart toe en wordt de tijd tussen iedere slag dus korter. Als de tijd tussen de slagen sterk verschilt, spreken we van hartritme stoornissen. Dit kan gebeuren door bijvoorbeeld een aangeboren afwijking, of ten gevolge van een hartinfarct. In deze zelfonderzoekopdracht ga ik wat vertellen over de behandelingen van hartritmestoornissen.

Defibrillator Bij sommige vormen van hartritmestoornissen moet er gedefibrilleerd worden. Daarvoor heeft is er in het ziekenhuis en in een ambulance speciale apparatuur, maar dat is in ambulante situaties onpraktisch. Dan wordt een defibrillator ingebracht; onder de buikhuid wordt een geschikt plekje opgezocht en het apparaatje min of meer onzichtbaar weggewerkt. De draden ervan worden inwendig met het hart verbonden. Een defibrillator is soort computer die op een langwerkende batterij \'loopt\'. De computer meet constant de hartslag. Als die abnormaal wordt geeft het apparaat een elektrisch schokje en herstelt daarmee het normale ritme. Zo\'n apparaatje werkt 24 uur per dag, 7 dagen per week, het hele jaar door.

Pacemaker Een pacemaker regelt ook de hartslag, maar hier gaat het om een te trage slag. Het gezonde hart geeft steeds regelmatig elektrische signaaltjes af die de samentrekking en ontspanning (de pompwerking) van het hart aansturen. In sommige gevallen ontbreken die signaaltjes te vaak en moet het hart daarbij geholpen worden. Dat kan bijvoorbeeld zijn wanneer het hart harder moet werken, bij inspanning dus. De pacemaker werkt dan dus als het ware op afroep. Plaatje met het hart en een pacemaker: Op het plaatjes kun je het hart zien met de pacemaker, waarvan een draad naar het hart toe gaat. De pacemaker is een batterij in kunsthars gegoten van waaruit een draadje dat het hart elektrisch prikkelt tot samentrekken, naar de rechterkamer loopt. Het is een klein glad metalen doosje van ongeveer 0,75 cm dik, 4,5 cm breed en 5 cm lang met daaraan één of twee lange draden, de pacemakerelektroden. Het apparaatje neemt het werk van de sinusknoop en/of de AV-knoop over. Hierdoor gaat het hart weer in normaal tempo en ritme pompen. Wanneer dat nodig is, geeft een pacemaker een klein stroomstootje af, waardoor de hartspier samentrekt. De pacemaker wordt onder de huid boven de linker of de rechter borstspier geïmplanteerd. Soms kan deze niet worden uitgevoerd en moet de pacemaker onder de borstspier worden geïmplanteerd.

Literatuurlijst:

Internet: http://www.biotronik.com/iso/media/293/brady_pat_holl.pdf

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.