GESLACHTSZIEKTEN ALGEMEEN: Geslachtsziekten kan je oplopen door lichamelijk sexueel contact. Waarbij de mond, anus of geslachtsdelen betrokken zijn. Je kan het alleen maar oplopen als iemand besmet is. Een geslacht ziekte wordt ook wel een S.O.A. Dat betekent een sexueel overdraagbare aandoening. Geslachtsziekten kan je, zoals de meeste mensen wel denken, niet oplopen door uit hetzelfde glas te drinken of op een vieze wc. De naam is S.O.A. is een verzamelnaam voor allerlei besmettelijke ziekten die zich verspreiden door sexueel contact. Er zijn verschillende soorten geslachtsziekten waaronder Gonorroe (een druiper), aids, herpes, schaamluis en clamydia. De volgende verschijnselen kunnen wijzen op een S.O.A.:
· Zweertjes of wratten op de penis, vagina, schaamlippen of anus.
· pijn bij het plassen of aan de anus.
· (ongebruikelijke) afscheiding uit de penis, anus of vagina.
· Jeuk in schaamhaar of vagina.
· geelzucht.
Niet iedereen merkt dat hij/zij een geslachtsziekte heeft. Vrouwen hebben soms bijna of geen last.
VERSCHILLENDE GESLACHTSZIEKTES:
Gonorroe of druiper:
Bij gonorroe komt er slijm en etter uit de penis of vagina. Vaak doet het pijn bij het plassen. Als er op tijd behandeld wordt kan het volledig genezen. Als de infectie niet tijdig behandeld wordt kan het uitbreiden. Dit kan tot bijbalontsteking of eierstokontsteking leiden. Dit laatste kan weer leiden tot onvruchtbaarheid.
Syfilis(lues of sjanker):
Syfilis is het eerst te merken aan een zweertje aan de geslachtsorganen, mond, tong of anus. Dat zweertje ontstaat ongeveer drie weken na infectie. Als er geen behandeling optreedt, verspreiden de bacteriën zich door het hele lichaam. Na jaren kunnen zich dan in het lichaam ziekteverschijnselen door verlamming of geestelijke achteruitgang. Een onbehandelde syfilis kan zelfs tot de dood leiden.
Aids:
De term aids staat voor Acquired Immune Deficiency Syndrome, oftewel Verworven Immuun Deficiëntie Syndroom. Dit betekent dat het afweersysteem van de mens niet goed werkt. Het afweersysteem houdt normmal gesproken infecties tegen.
A: acquired: Tijdens het leven opgelopen, dus niet geërfd.
I: immune: immuniteitafweer(systeem), het natuurlijke systeem in ons lichaam
dat ons beschermt tegen ziekten veroorzaakt door bacteriën, schimmels en
virussen.
D: deficienty tekort, gebrek, verminderende functie.
S: syndroem: syndroom, ziektebeeld, de gezamenlijke verschijnselen van een
ziekte.
aangetaste cel
Wat is HIV?
Aids wordt veroorzaakt door een virus: HIV. HIV staat voor Humaan Immunodeficiëntie virus. Er bestaan verschillende soorten HIV.
Het virus breekt het afweersysteem af. Het lichaam wordt daardoor vatbaar voor allerlei infecties en bepaalde vormen van kakker, waartegen het lichaam anders wel bestand is.
Een HIV-test kan aantonen of iemand antistoffen tegen HIV tegen HIV in het bloed heeft. Deze persoon is dan HIV-geinfecteerd, ook wel seropositief genoemd. Iemand die seropositief is, hoeft niet ziek te worden. Op het moment dat zo’n iemand zo’n ziekte krijgt, kan een arts vast stellen dat iemand aids heeft. Hoe lang het duurt voordat iemand klachten krijgt is heel wisselend. Het kan na 2 jaar zijn maar ook na 10 jaar. Dat is afhankelijk van de leeftijd waarop men de infectie oploopt. Daarnaast spelen ook erfelijke factoren een rol en mogelijk het virus waarmee iemand geïnfecteerd wordt.
Sinds 1996 zijn er nieuwe medicijnen beschikbaar, in bepaalde combinatie, het vermenigvuldigen van het HIV in het lichaam kunnen remmen. Mensen kunnen daardoor langer leven. De behandeling is heel erg zwaar.
Hoe wordt het HIV-virus overgedragen?
Het virus bevindt zich in: sperma, bloed, vaginaal vocht, voorvocht en moedermelk.
HIV-virus kan overgedragen worden door:
A: Onveilig sexueel contact
B: Het lenen van eerder gebruikte naalden en spuiten bij drugsgebruik
C: Een seropositieve moeder op haar kind tijdens zwangerschap, de bevalling
of via borstvoeding.
D: Het gebruik van onveilige bloedproducten of bloedtransfusie met besmet
bloed. In West-Europa is dit risico bijna uitgesloten.
Bij iemand die geïnfecteerd is met HIV bevatten bloed en sperma een hoge concentratie virus. In vaginaal vocht en voorvocht is deze concentratie duidelijk minder, maar overdracht is hiermee wel mogelijk. In het dagelijks leven loop je geen enkel risico met seropositieven.
Veilig vrijen:
Door veilig te vrijen bescherm je jezelf en anderen tegen aids. Als je met iemand een sexuele relatie begint loop je een kans om besmet te raken.
NEEM VOOR DE VEILIGHEID ALTIJD DEZE MAATREGELEN:
· Heb altijd een condoom bij je.
· Gebruik altijd een condoom, bij vaginaal en anaal contact.
· Laat bij orale sex geen sperma en (menstruatie)bloed in de mond komen. Gebruik altijd een condoom of beflapje.
Hoe werkt een HIV-test?
Voor de HIV-test nemen de doktors wat bloed af. In het laboratorium wordt onderzocht of er antistoffen tegen HIV in het bloed zitten. Bij de uitslag “seropositief” word altijd een tweede test gedaan.
Seropositief:
HIV-positief of seropositief betekent dat je antistoffen tegen het HIV-virus in je hebt. Je bent dan niet ziek, maar kunt het virus wel verder geven. Op dit moment kan je er nog niet voor ingeënt worden.
VOORBEHOEDSMIDDELEN:
Het spiraaltje(ankertje). ¯verschillende spiraaltjes
Een spiraaltje is een buigzaam plastic voorwerpje, vaak met een koperdraadje. Tegenwoordig spreekt iedereen van een ankertje. Een arts kan hete in de baarmoederholte aanbrengen. Een spiraaltje versnelt het vervoer van de eicellen door de eileiders. Bovendien verandert het baarmoederslijmvlies door het spiraaltje. Het maakt innestelen van het eitje onmogelijk. Een spiraaltje is een betrouwbare methode van geboortenregeling, vooral als er zaaddodende middelen gebruikt worden. Een nadeel is dat het spiraaltje bij sommige vrouwen kan worden uitgestoten, bovendien moet een arts het inbrengen.
Sterilisatie van de vrouw:
Steriliseren betekent onvruchtbaar maken. Bij een vrouw gebeurt dit door de eileiders te onderbreken, waardoor de eicellen niet in aanraking kunnen komen met de zaadcellen. Na een operatie is de vrouw meteen onvruchtbaar. Alle sexuele functies gaan wel gewoon door. Het heeft een nadeel dat het niet ongedaan kan worden gemaakt.
Sterilisatie van de man:
Bij sterilisatie van de man worden de zaadleiders onderbroken. Zaadcellen uit de teelballen kunnen dan niet meer bij het spermavocht voegen en komen niet meer buiten het lichaam. Aan weerszijden van de balzak wordt een sneetje gemaakt. Daar worden de zaadleiders een eindje naar buiten getrokken en worden er enkele millimeters tussen uitgehaald en daarna weer dichtgeschroeid. Er verandert verder niks. Er blijft gewoon evenveel vocht naar buiten komen en de andere sexuele functies gaan gewoon door. Het kan net zoals bij de vrouw niet meer ongedaan worden gemaakt.
Het werkstuk gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden