Dolfijnen

Dolfijnen

Inhoud:

Inleiding
Tot welke afdeling behoort de dolfijn?
Welke andere dieren behoren ook tot deze afdeling?
In wat voor milieu leeft de dolfijn?
Wat eet de dolfijn?
Welke natuurlijke vijanden heeft de dolfijn?

Inleiding

Ik maak dit werkstuk voor het vak biologie.
Dolfijnen zijn mijn lievelingsdieren, daarom doe ik het daar over.
Ze zijn mijn lievelingsdieren omdat ze er zo lief uitzien.

Dolfijnen komen vaak in de netten van vissersboten.
Dat vind ik wel zielig.
En in sommige landen jagen ze zelfs op dolfijnen!
Dat vind ik dierenmishandeling!

Tot welke afdeling behoort de dolfijn?

De dolfijn behoort tot het rijk dieren.
Dat is zo omdat de cellen van een dolfijn de volgende kenmerken hebben:
· Cellen zonder celwanden
· Cellen met celkernen
· Cellen zonder bladgroenkorrels

De afdeling waar tot de dolfijn behoort is gewervelden.
Gewervelden hebben een inwendig skelet en zijn tweezijdig symmetrisch.
Een onderdeel van het skelet is de wervelkolom, die is opgebouwd uit wervels.
De dolfijn heeft al deze kenmerken.

Dolfijnen behoren tot de groep zoogdieren omdat ze:
· Warmbloedig zijn (dat wil zeggen dat hun lichaamstemperatuur altijd ongeveer hetzelfde is, constant dus)
· Levendbarend zijn ( jongen komen niet uit eieren maar uit de moeder)
· Haren hebben. Lang niet overal, maar ze hebben wel haar.
· Ademhalen via de longen.

Welke andere dieren behoren ook tot deze afdeling?

De volgende dieren zijn ook zoogdieren:

Zeehonden
Olifanten
Paarden
Honden

In wat voor milieu leeft de dolfijn?

De dolfijn leeft in het water.
Op zich is dat wel vreemd voor een zoogdier, omdat die longen hebben.
De meeste dieren die in de zee leven, hebben kieuwen.
Maar dolfijnen gaan telkens naar boven om adem te halen.
Ze kunnen dan ook heel lang onder water blijven.

Een dolfijn ademt door het blaasgat boven aan het hoofd.
Omdat het blaasgat kort boven water moet zijn, moet de ademhaling snel en krachtig zijn.
Vaak zie je dolfijnen water omhoog spuiten als ze boven water zijn. Dit spuiten ontstaat door het temepratuur verschil van de uitgeademde lucht en de omgevingstemperatuur.
Onder water wordt het blaasgat afgesloten met een soort klepje.

Als dolfijnen jongen krijgen, zijn er altijd twee andere dolfijnen bij.
Bijna altijd vrouwtjes.
Als het jong uit de moeder is, duwen zij het hem altijd meteen naar boven, zodat hij adem kan halen.
Het jong kan bijna meteen zwemmen, maar zo snel ook weer niet.
Daarna kan het jong zelf zwemmen, en dus zelf naar boven om adem te gaan halen.

Dolfijnen kunnen dan ook niet gaan slapen zoals wij dat doen.
Want als ze slapen kunnen ze niet naar boven om adem te halen.
Dus slapen ze met maar een hersenhelft tegelijk.
Dan hebben ze een oog dicht en mat de andere zien ze vijanden enzo aankomen.
Met die ene hersenhelft die nog wakker is, kunnen ze ook nog nadenken wanneer ze zuurstof nodig hebben.

Wat eet de dolfijn?

De dolfijn eet vis.
Dolfijnen eten verschillende soorten vis: haring, makreel, sprot, wijting en inktvis.
Ze kunnen gemiddeld 8 kilo vis per dag opeten.
Een dolfijn heeft ongeveer 100 tanden.
Deze gebruiken ze om glibberige vis te vangen.
Als ze de vis hebben gevangen slikken ze deze in een keer door.
Een dolfijn heeft een kringspier achter in zijn keel.
Deze zorgt ervoor dat alleen de vis verder gaat, het zoute water gaar dus niet naar binnen.
De dolfijn gebruikt ook de bewegingen van zijn tong om water buiten te houden.

Een dolfijn kan zich niet verslikken, omdat hij een aparte slokdarm en een aparte luchtpijp heeft.
Een dolfijn heeft 4 magen: een krompmaag, hierin bewaart hij zijn voedsel als er bijvoorbeeld een hele schol vissen langskomt.
Een echte maag en nog 2 kleine magen.

Welke natuurlijke vijanden heeft de dolfijn?

De mens is de grootste vijand van de dolfijn.
Dat komt omdat mensen vuil in de zee gooien.
Daar worden dolfijnen door vergiftigd.
Ook raken er veel dolfijnen verstrikt in vissersnetten.
Soms gebruiken mensen dolfijnen als lokaas bij de jacht op haaien.

Haaien en orka’s zijn de natuurlijke vijanden van de dolfijn.
Want zij eten graag dolfijnen, ook al is het ‘familie’ van elkaar.
Voor haaien zijn dolfijnen niet echt bang, behalve als ze alleen zijn.