Is een dino warm-koudbloedig? Reptielen zijn koudbloedig, vogels zijn warmbloedig en de dino's zitten daar in de evolutie net tussenin. Uit allerlei gegevens weten we dat dino's grote, actieve dieren waren. Hun stofwisseling leek dan ook waarschijnlijk het meest op die van een warmbloedig dier. Er zijn een hele hoop redenen om te denken dat dino's waarschijnlijk meer op warmbloedige dieren leken dan op koudbloedige dieren: * Als je de opbouw van dinobotten onder de microscoop bestudeert, dan zie je dat die het midden houdt tussen de opbouw van botten van koudbloedige dieren (reptielen) en die van warmbloedige (zoogdieren en vogels). * Dino's stonden actief rechtop, ze lagen dus niet lui op hun buik zoals de koudbloedige krokodillen dat doen. Door hun actievere houding hadden ze ook een warmbloediger stofwisseling nodig dan de koudbloedige krokodillen.
* Krokodillen en hagedissen lopen op een wat kronkelende manier. Dat gekronkel maakt de zuurstofopname in de longen lastig, want ze komen steeds in de knel. Voor een koudbloedig dier is dat niet zo erg, maar een warmbloedig dier heeft meer zuurstof nodig. De rechtoplopende dino's konden meer zuurstof opnemen, omdat hun longen bij het rennen niet voortdurend in de knel kwamen.
* Lange, behendige poten zijn typisch voor warmbloedige dieren. Dino's hadden ook lange poten.
* Tweebenigheid is typisch voor warmbloedige dieren. Sommige dino's liepen op twee poten.
* Dino's aan de polen hadden - als ze koudbloedig waren - natuurlijk erg weinig kans gehad te overwinteren. Ook wegtrekken aan het eind van het warme seizoen doe je niet zomaar als compleet koudbloedig dier. Omdat er fossielen van dino's in de poolgebieden gevonden zijn, lijkt het er heel erg op dat in ieder geval de pooldino's een soort van warmbloedigheid hadden.
* Vogels zijn warmbloedig, en ze stammen van dino's af. Goed vliegen is erg lastig met een koudbloedige stofwisseling. Ook de oervogel Archaeopteryx (die nog heel dicht bij de dino's stond) was waarschijnlijk al warmbloedig.
* Pterosauriërs, de vliegende reptielen die samen met de dino's afstammen van een gemeenschappelijke voorouder, waren warmbloedig. Ze hadden in ieder geval een vachtje. Isolatie is wèl handig als je jezelf van binnenuit warm stookt, zoals een warmbloedig dier doet. Isolatie is níet handig als je snel wilt opwarmen in de zon, zoals een koudbloedig dier doet.
* Sommige wetenschappers zeggen dat warmbloedigheid en kuddegedrag bij elkaar horen. Misschien is dat geen echt goede reden, want koudbloedige vissen en mieren zijn ook kuddedieren. Toch doen koudbloedige reptielen niet aan kuddegedrag en veel warmbloedige dieren wel.
* De snelle groei van kleine dino's is alleen te verklaren met een warmbloedige stofwisseling. Koudbloedige dieren groeien een stuk minder snel.
Helemaal zeker weten we het natuurlijk nooit, maar dino's hadden zeker niet de gewone koudbloedige reptielenstofwisseling. Hun stofwisseling leek
waarschijnlijk meer op die van vogels en zoogdieren.
Wat voor kleur hadden dino’s ?
Dinohuid wordt bijna nooit fossiel. De kleur van de huid weten we al helemaal niet. De paar fossielen die we hebben van dinosauriërhuid zijn afdrukken die de kleur van het gesteente hebben. Toch kunnen we wel íets zeggen over de kleur van dino's. Je hoeft alleen maar te kijken naar de vogels en reptielen van vandaag (en dat zijn verwanten van de dino's) om je voor te stellen wat voor kleur de dino's ooit gehad kunnen hebben. Er zijn kleuren die je in de natuur veel ziet, en kleuren die je nooit of bijna nooit tegenkomt. Sommige dieren hebben een saaie camouflagekleur, andere dieren trekken met hun felle kleuren juist graag de aandacht. Bij dino's was dat natuurlijk precies hetzelfde. We weten niet precies wélke kleur een dino had, maar we kunnen wel een beetje gokken of een dino hele felle kleuren had of juist gecamoufleerd was. Sommige dino's hebben heel opvallende kammen op hun kop, of stekels op hun rug. Dat soort dino's wilde graag opvallen, om vrouwtjes te lokken of om te laten zien wie er de baas is: 'Kijk mij eens!' Goeie kans dat dat soort dino's met kammen ook fel gekleurd was.
Andere dino's, die misschien wel helemaal niet wilden opvallen, zullen meer een camouflagekleur gehad hebben. Bij dino's die in kuddes leefden, kun je dan denken aan onopvallend saaie strepen of vlekken, want daarmee breng je als kudde de vleeseters in de war. De hele grote dino's zullen niet erg opvallend gekleurd geweest zijn. Kijk maar naar hele grote dieren die vandaag leven, zoals olifanten of neushoorns. Die dragen allemaal een saai, grijs, effen pak.
Wat zijn dino’s ? Dino's waren landdieren die leefden van ongeveer 230 miljoen tot ongeveer 65 miljoen jaar geleden. Sommige dino's werden niet groter dan een kat, ander dino's haalden lengten van meer dan 40 meter en wogen meer dan 70.000 kilo. Het waren daarmee de grootste landdieren ooit. De dino's stierven ongeveer 65 miljoen jaar geleden uit. We kennen ze dus alleen van fossielen. Dino's zijn het meest verwant aan krokodillen en vogels. Krokodillen en dino's stammen van dezelfde voorouder af; dino's zullen dus een aantal dingen met krokodillen gemeen hebben gehad. De vogels stammen van de vleesetende dino's af. Dino's zullen dus ook kenmerken hebben gehad die we nu van vogels kennen. Door naar de overeenkomsten en verschillen tussen krokodillen en vogels te kijken, kunnen we een beter idee krijgen van de levenswijze van de dino's. Zorgden dino’s voor hun kinderen? Dino's pasten goed op hun kids. Van een aantal dinosoorten weten we dat ze in groepen nestelden en dat de ouders de jonkies voer brachten als ze nog te klein waren om uit het nest te gaan. Ook als ze groter werden, bleven sommige dinosoorten in groepen bij elkaar. Er zijn op verschillende plaatsen grote gezamenlijke broedplaatsen gevonden waar honderden tot duizenden dino's hun nesten hadden. In Argentinië bijvoorbeeld, in de Verenigde Staten en in Spanje zijn dat soort 'broedkolonies' bekend. In grote groepen nestelen betekent extra veiligheid - voor de ouders én voor de jonkies.
Plantenetende dino's kwamen uit het ei op een moment dat ze nog niet konden lopen. Dat betekent dat ze nog een tijd door hun ouders gevoerd moesten worden, voordat ze zelf hun kostje bij elkaar konden scharrelen. Er zijn voetsporen gevonden van volwassen dino's samen met sporen van jongere dino's van verschillende grootte (en dus van verschillende leeftijd). Dino's bleven dus bij elkaar en de grotere dino's zullen de jonkies vast en zeker beschermd hebben. Groepen jonge dino's bleven ook (in ieder geval voor een deel van de tijd) bij elkaar, want uit Bolivia en Portugal zijn sporen bekend van kuddes jonge langnekken. Niet alleen de ouders pasten dus op hun kinderen, later hadden de jonkies ook weer bescherming van elkaar.
Het werkstuk gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden