Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

De ziekte van Parkinson

Beoordeling 7.2
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • Klas onbekend | 1460 woorden
  • 19 januari 2004
  • 88 keer beoordeeld
Cijfer 7.2
88 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
DE ZIEKTE VAN PARKINSON De ziekte van Parkinson is een stoornis in de verbinding tussen hersenen en spieren. De ziekte van Parkinson is niet erfelijk. In de meeste gevallen treden de verschijnselen van de ziekte tussen het 50ste en 65ste jaar voor het eerst op, maar het is ook mogelijk dat de eerste verschijnselen zich reeds op jonge leeftijd openbaren. De ziekte van Parkinson is een progressieve, degeneratieve aandoening van de hersenstam. Progressief betekent voortschrijdend; langzaam erger wordend. Dit betekent niet dat de verschijnselen bij iedereen toenemen. Het is mogelijk dat de ziekte jarenlang stabiel blijft. De ziekte van Parkinson treft zowel mannen als vrouwen. Naar schatting zijn er op dit moment ca. 32 000 mensen in Nederland die aan de ziekte van Parkinson lijden. Dit is een op de 500 Nederlanders. VERSCHIJNSELEN De symptomen zijn in drie hoofdgroepen in te delen: beven (tremor), spierstijfheid (rigor) en bewegingstraagheid (hypokinesie). Patiënten kunnen in meerdere of mindere mate te maken hebben met elk van deze drie of met combinaties daarvan. Het beven kan tweezijdig zijn, maar het komt ook eenzijdig voor, of alleen aan een been of een arm. Het is niet bewust te onderdrukken - valt men in slaap dan houdt het beven op. Het beven of schudden valt het meeste op bij Parkinsonpatiënten, maar de andere symptomen bemoeilijken een normaal leven eveneens. Lopen, in beweging komen of juist stoppen, wordt moeilijk. Voeten vegen, jas aantrekken, laat staan het strikken van een das of het schrijven van een brief worden problematische handelingen. Overige symptomen zijn moeilijk slikken en spreken, overmatige transpiratie, trage stoelgang, kwijlen: het zijn maar enkele van de zaken waarmee een Parkinsonpatiënt te maken kan krijgen. De ernst van de klachten kan zeer wisselen, zelfs in de loop van een dag. Dat heeft soms tot gevolg dat de patiënt niet meer serieus genomen wordt. De omgeving kan denken dat hij of zij zich aanstelt. Dat is echter niet het geval: de ziekte is niet van psychologische aard. Psychische spanningen kunnen overigens wel de stress vergroten en daarmee de symptomen verergeren. Bij de ziekte van Parkinson kunnen na verloop van tijd allerlei psychische klachten optreden. Veel mensen met de ziekte kennen perioden waarin ze voortdurend somber zijn. Ze beleven geen plezier meer aan hun normale bezigheden, zijn doodmoe en kunnen zich slecht concentreren. Deze klachten vat men samen onder het ziektebeeld 'Parkinson-depressie'. De achterliggende oorzaak van deze ziekte is onbekend, hoewel onlangs enkele erfelijke factoren zijn ontdekt. Anatomische en pathologische kenmerken zijn ondermeer het voorkomen van lesies, die voornamelijk, maar niet uitsluitend, gelegen zijn in de hersenstam (substantia nigra en locus coeruleus). De beschadiging van de hersenstamstructuren, voornamelijk neuronenverlies en depigmentatie van de substantia nigra, resulteert in verminderde dopamine productie en gaat samen met de aanwezigheid van Lewy lichaampjes. Daarnaast zijn er ook andere neurotransmittersystemen betrokken en deze zijn mogelijk relevant voor het ophelderen van het onderliggende mechanisme bij het ziekteproces. Omdat de oorzaak van deze verschijnselen onbekend is en er ook geen goed dierexperimenteel model is, speelt post-mortem hersenweefsel een belangrijke rol in de strategie bij het ontwikkelen van behandelingen voor de ziekte van Parkinson. Ontwikkelingen in de moleculaire biologie en in situ hybridisatie technieken hebben de vraag naar klinisch en neuropathologisch goed gedocumenteerd hersenweefsel beduidend doen toenemen. Omdat het merendeel van deze studies kan worden uitgevoerd met een kleine hoeveelheid weefsel, leveren de hersenen van iedere patiënt materiaal op voor een groot aantal onderzoeksgroepen. De ziekte van Parkinson vereist nader onderzoek om een onderscheid te maken tussen diverse belangrijke aspecten, zoals de combinatie met de ziekte van Alzheimer, corticale Lewy lichaampjes dementie en multiple-systeem atrofie, die voor zou komen in 10% van de gevallen van de ziekte van Parkinson, en een mogelijke combinatie met ziekten als progressieve supranucleaire palsy (PSP). De classificatie van de diverse pathologieën is bijzonder belangrijk voor het bepalen van de bruikbaarheid van het weefsel voor verschillende onderzoeksprojecten. Ondanks recente vooruitgang in klinisch diagnostische procedures, zoals MRI (magnetic resonance imaging) en positron emissie tomografie, zijn er nog vele valkuilen bij het onderscheiden van verschillende Parkinsonachtige aandoeningen. Het klinische spectrum van de ziekte van Parkinson is wisselend en zelfs bij gebruik van strikte klinische diagnostische criteria kan niet worden voorkomen dat er een significante hoeveelheid "fout positieve" gevallen tussen zit. Aan de andere kant zijn er ook patiënten waarbij het typische klinische beeld ontbreekt, maar waarbij de klassieke pathologische kenmerken wel aanwezig zijn. Verschillende aandoeningen lijken qua klinische en morfologische kenmerken op elkaar, bijv. de ziekte van Parkinson en Lewy lichaampjes ziekte, corticobasale degeneratie en de ziekte van Pick. De aanwezigheid van Lewy lichaampjes in de hersenschors maakt de neuropathologische diagnose nog complexer door introductie van de variant "diffuse Lewy lichaampjes ziekte" (DLBD). Het gebruik van immunocytochemische kleuring met ubiquitine antilichamen, naast de klassieke histopathologische kleuringen, leidt tot een verhoogde frequentie van gevallen waarbij de hersenschors betrokken blijkt. Deze aandoening presenteert zich als Parkinsonisme met of zonder dementie of progressieve dementie met of zonder Parkinsonisme. Morfologisch ziet men een wijdverspreide verdeling van Lewy lichaampjes of neuronale insluitsels, die lijken op Lewy lichaampjes in de hersenstam en hersenschors, vooral in de hippocampus en gyrus cinguli. Omdat de literatuur niet ondubbelzinnig is over de correlatie tussen klinische en neuropathologische Lewy lichaampjes ziekte, hebben wij gekeken naar de klinisch pathologische correlatie met Lewy lichaampjes ziekte in 18 Parkinson gevallen, die verzameld zijn door de Nederlandse Hersenbank (NHB) (De Vos et al., 1995). Er kon geen duidelijke relatie worden gevonden tussen de post-mortem pathologische veranderingen in de hersenen en het klinisch optreden van dementie of psychopathologische verschijnselen bij de bestudeerde gevallen. De conclusie was dat het Alzheimertype pathologie de belangrijkste bepalende factor was voor de afname van het cognitieve vermogen en de zeer hoge frequentie van verwarring en visuele hallucinaties, die eerder werden toegeschreven aan diffuse Lewy lichaampjes ziekte. De Parkinsonbank maakt gebruik van alle faciliteiten van de Alzheimerbank, bijv. beschikbaarheid van controle materiaal van niet-demente overledenen en materiaal van ziekte controles. Bovendien wordt de post-mortem diagnose steeds op dezelfde wijze vastgesteld en kan de NHB profiteren van tevens beschikbare faciliteiten voor snelle obducties, samenwerking met verpleeghuizen en andere instellingen èn actieve deelname aan Europese en international wetenschappelijke activiteiten op het gebied van hersenbanken en standaardisatie van klinische en neuropathologische diagnose. Overzicht obducties Parkinson Hersenbank 1989 - 1999

Parkinson Controles ZiekteControles Totaal
1989 7 4 28 39
1990 3 22 36 61
1991 17 30 45 92
1992 6 21 59 86
1993 13 46 61 120
1994 13 29 66 108
1995 10 31 49 90
1996 3 55 62 120
1997 10 65 35 110
1998 4 72 55 131
1999 5 39 51 95
Totaal 91 414 547 1052
wordt verricht met post-mortem hersenweefsel en liquor. De Nederlandse Hersenbank zal zich nog meer inspannen om de hoeveelheid materiaal van Parkinson. DIAGNOSTIEK De diagnose ziekte van Parkinson is soms erg lastig te stellen. Dit komt in de eerste plaats door het grote aantal verschijnselen dat Parkinson met zich mee kan brengen. Daarnaast zijn er verschillende ziekten die erg veel op Parkinson lijken, maar een geheel andere behandeling vereisen. Voor het stellen van de diagnose is het daarom van belang een neuroloog in te schakelen. Een neuroloog is een arts die gespecialiseerd is in de lichamelijke ziekten van het centrale zenuwstelsel en hun behandeling. BEHANDELING De ziekte van Parkinson is helaas nog niet te genezen. De behandeling bestaat dan ook uit het bestrijden van de symptomen. Dat kan met behulp van medicijnen, oefentherapie of, bij sommige mensen, een operatie. De behandeling verschilt per persoon omdat iedereen anders reageert op de medicijnen of de overige behandelingsmethoden. Bovendien heeft niet iedere iedereen dezelfde klachten in dezelfde mate. De behandeling gebeurt door een neuroloog in samenspraak met de huisarts. Parkinsonsverschijnselen worden meestal behandeld met een combinatie van verschillende soorten medicijnen. De medicijnen moeten een aantal keer per dag ingenomen worden. Daarbij kunnen vervelende bijwerkingen optreden, zoals misselijkheid, verwardheid, slapeloosheid, geheugenstoornissen of overtollige bewegingen. Over het algemeen geldt hoe lager de dosering van een medicijn, hoe minder kans op bijwerkingen. Bepaalde medicijnen kunnen na langdurig gebruik zogenaamde on-off effecten geven: de ernst van de klachten wisselt dan sterk, per dag of zelfs per uur. De werking verschilt per groep medicijnen: - Medicijnen die levodopa bevatten

Levodopa wordt in de hersenen omgezet in dopamine - de stof waaraan de Parkinsonpatiënt een tekort heeft. Deze stof is heel belangrijk voor het soepel laten verlopen van bewegingen. - Anti-cholinergica
Deze remmers zorgen ervoor dat de dopamine in evenwicht komt met de stof acetylcholine. Beide stoffen zijn nodig om bewegingen goed te laten verlopen. Anti-cholinergica verminderen verder speekselvloed en overtollige transpiratie. - Amantadine
De precieze werking van dit middel is nog onduidelijk, maar waarschijnlijk verhoogt het de hoeveelheid dopamine. Men vermoedt ook dat de werking vergelijkbaar is aan die van de anti-cholinergica. - Medicijnen die de werking van dopamine nabootsen - Medijnen die de werking van dopamine verlengen Michael J. Fox In september 1998 maakte Michael J. Fox bekend dat hij al zeven jaar leed aan Parkinson. Een trillende pink was het eerste teken van deze ongeneeslijke ziekte. Zijn klachten maakten het hem voorgoed onmogelijk te functioneren als acteur en hij stapte uit de televisie- en filmwereld.

REACTIES

G.

G.

vet werkske jong, blijf zo door doen

18 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.