De ijsvogel

De ijsvogel De ijsvogel leeft in bijna heel Europa, in Zuid-Azie en ook op het uiterste puntje van Noord-Afrika en in het oosten van Japan en op de Salomonseilanden in de stille oceaan. De ijsvogel wordt meestal z’n 17cm, zijn snavel 4cm en kan een spanwijdte krijgen tot 24cm. Een ijsvogel weegt meestal z’n 40gram. IJsvogels leggen 6-7 witte eieren. De broedtijd is 18-21 dagen in dat in de periode van maart tot augustus. Na dat de eieren zijn gelegd verlaten de kleine ijsvogels het nest na 23-27 dagen. IJsvogels graven hun nest in een steil aflopende oeverwal boven het water of in een kluit van een omgewaaide boom van 40-100cm lang met aan het einde een nestkamer van ongeveer 10 bij 15cm. De tunnel loopt naar binnen toe uit zodat er in het achterste gedeelte de eieren kunnen worden gelegd. De uitwerpselen van de jongen vloeien door de tunnel weg naar de ingang en druppelen vervolgens naar beneden het water in. Een familie met 6-7 jongen eten per dag ongeveer 100 vissen. Het voedsel wat de ijsvogel eet bestaat voor 99% uit vis en daarnaast soms nog een kikkervisje en kleine insecten. De ijsvogel is een beschermde vogel omdat er door milieuvervuiling in broedplekken weinig plek meer is om een broedplek te maken. IJsvogels leven al ze de eerste jaren doorkomen meestal 15 jaar maar het gemiddelde ligt op 2 jaar omdat bijna 75% van alle ijsvogels dood gaat op jonge leeftijd. De natuurlijke vijanden zijn de boomvalk en de sperwer en bij de jonge ijsvogels zijn het de hermelijnen en de ratten omdat ze in het hol komen van die dieren. Overige doodsoorzaken zijn doordat ze tegen ruiten aan vliegen, verkeersslachtoffer worden of als de sloten zijn dichtgevroren in de winter.