Deelvragen:
Welke weg legt het bloed af in het lichaam?
Uit welke delen bestaat de grote bloedsomloop?
Uit welke delen bestaat de kleine bloedsomloop ?
Welke soorten bloedvaten kunnen we onderscheiden en wat is hun functie?
Wat is de functie van het hart in beide bloedsomlopen?
Wat gebeurt er in het hart als het bloed erdoorheen stroomt?
Uit welke fases bestaat de hartcyclus?
Bronvermelding.
Welke weg legt het bloed af in ons lichaam?
Uit de rechterkamer vertrekt de longslagader; de slagader vertakt zich in twee delen die het bloed naar de longen vervoeren. In de longen vertakken de slagaders zich in steeds kleinere takken die uiteindelijk als haarfijne vaten, de haarvaten, de longtrechtertjes omgeven. In de haarvaten stroomt het bloed langzaam (2 mm/s), wat gunstig is voor de gaswisseling tussen bloed en longlucht. De haarvaten gaan samen en worden kleine adertjes; dit worden weer grotere aders om dan uit te monden in de longaders. Deze verlaten de longen en brengen het bloed terug naar het hart: het zuurstofrijke bloed komt zo via de linkerboezem in de linkerkamer. In deze omloop hart - longen - hart, legt het bloed een kleine afstand af. Dit is de kleine bloedsomloop.
Vanuit de linkerkamer komt het zuurstofrijke bloed in de aorta. De aorta vertakt zich in een bovenste en onderste slagader; de bovenste voert het bloed naar de hals en de hersenen. De onderste slagader vertakt zich verder naar de organen. Een slagader heet hetzelfde als het orgaan waarheen deze bloed naar toe vervoert. In de organen gaan de kleinste slagaders over in haarvaten. Hier gebeurt weer uitwisseling tussen bloed en weefsel. In ieder orgaan verenigen de haarvaten zich tot adertjes die op hun beurt samenkomen en grotere aders vormen. Deze aders heten hetzelfde als het orgaan dat ze verlaten. Ze monden uiteindelijk uit in de onderste of bovenste holle ader die het bloed naar de rechterboezem en daarna naar de rechterkamer van het hart voert.
Het bloed dat vanuit de aorta vertrekt, moet een veel grotere afstand afleggen voordat het weer in het hart aankomt. Daarom heet deze bloedsomloop de grote bloedsomloop. De linkerkamer heeft een dikkere spierwand dan de rechterkamer, omdat de linkerkamer het bloed door het hele lichaam moet pompen; er is daar dus een grotere druk dan in de rechterkamer.
de rechterkamer heeft niet zo’n grote kracht dan de linkerkamer,omdat het bloed niet te hard mag stromen naar de longaders en de longhaarvaten want anders kunnen ze klappen en dan verdrink je in je eigen bloed.
Uit welke delen bestaat de grote bloedsomloop?
De grote bloedsomloop bestaat uit verschillende delen. De grote bloedsomloop begint in de linkerkamer van het hart; daar gaat het bloed de aorta in en vertakt zich meteen in de kransslagaders (dat zijn de slagaders van het hart zelf). Daarna vertakt de aorta zich in drie slagaders: twee armslagaders en een halsslagader dan gaat de aorta verder naar beneden in de rest van het lichaam vertakt hij zich naar de organen zoals de leverslagader, darmslagader en de nierslagaders. Dan kom je in de beenslagader. In een orgaan zijn steeds haarvaten (hele dunne bloedvaten). Als we onderaan beginnen dan gaan we weer terug met de aders naar het hart: de beenader daarna komen we bij de nieraders dan in de poortader en vanuit de lever de leverader die dan op de onderste holle ader uitkomt. De onderste holle ader komt in het hart en gaat door naar boven en gaat dan de bovenste holle ader heten. Hier sluiten de armaders en de halsader op aan. Dan ga je nu weer met de bovenste holle ader naar het hart en komen we uit in de rechterhartkamer.
Uit welke delen bestaat de kleine bloedsomloop ?
De kleine bloedsomloop is veel kleiner dan de grote en vandaar ook zijn naam hij begint in de rechterhartkamer en gaat dan naar de longslagader deze vertakt zich in twee slagaders naar de twee longen daar zijn de longhaarvaten die dan in de longaders uitmonden deze komen weer in het hart terecht in de linkerhartkamer.
Welke soorten bloedvaten kunnen we onderscheiden en wat is hun functie?
De bloedvaten zijn verdeeld in slagaders, haarvaten en aders. Ze hebben alledrie een verschillende functie en zijn daarom verschillend opgebouwd.
Het bloed stroomt als het door het lichaam gaat vanuit het hart naar de slagaders, daarna naar de haarvaten en tenslotte naar de aders en terug naar het hart.
De bouw en functie van slagaders
Slagaders zorgen voor de bloedstroom van het hart af. Het hart duwt met iedere hartslag onder grote druk bloed door de slagaders. Door die kracht van het hart blijft het bloed stromen. De kracht en de snelheid van het bloed die door de slagaders gaat, is op een aantal plaatsen in het lichaam te voelen, zoals in de hals, pols en lies. Slagaders zijn stevig gebouwd, om niet zomaar te knappen.
De bouw en functie van haarvaten
Haarvaten zorgen voor de doorbloeding van organen. Haarvaten lopen als een fijn vertakt netwerk door organen en spieren heen, zodat het bloed bij alle cellen komt. Haarvaten zijn de kleinste bloedvaten in ons lichaam. Ze zijn tien keer zo dun als een haar.
In de haarvaten wordt overtollig vocht uit het bloed geperst. Haarvaten zijn zó dun, dat vocht uit het bloed door de wand heengaat. Zo kan de vloeibaarheid van het bloed worden geregeld. Het overtollige vocht wordt afgevoerd via het lymfestelsel. Ook speelt het lymfestelsel een rol in het onschadelijk maken van ziekteverwekkers.
De bouw en functie van aders
Aders zorgen voor de bloedstroom naar het hart toe. De pompwerking van het hart is in de aders niet meer merkbaar. De stroomsnelheid van het bloed is daarom nul; daarvoor zijn de aderkleppen. Aderkleppen helpen bij de terugkeer van het bloed naar het hart.
Aderkleppen sturen het bloed de goede kant op. In grote aders, zoals in de benen, zitten kleppen die voorkomen dat het bloed zich onderin het lichaam ophoopt. Als je lang stilstaat zou al het bloed bij je voeten zitten en dat is niet echt gezond. er zou dan ook te weinig bloed naar het hart terugstromen. Spierbewegingen en de pompende werking van slagaders die naast de aders liggen zorgen ervoor dat het bloed omhoog gaat en de aderkleppen zorgen ervoor dat het niet meer terugstroomt.
Wat is de functie van het hart in beide bloedsomlopen?
De functie van het hart is eigenlijk heel erg simpel het hart moet er voor zorgen dat het bloed in beweging blijft en het bloed dus overal in het lichaam terecht komt dat is de grote bloedsomloop. Bij de kleine bloedsomloop is het hart ervoor om te zorgen dat we zuurstofrijk bloed krijgen.
Wat gebeurt er in het hart als het bloed erdoorheen stroomt?
Het bloed komt het hart binnen in de boezems. Het bloed dat in de boezems komt, moet naar de kamers worden gestuwd. Dan trekt de boezem zich samen en stijgt de druk in de boezem. De klep naar de kamer gaat open en het bloed stroomt de kamer in. Dan trekt de kamer zich samen, zodat nu de druk in de kamer stijgt. De kleppen aan de uitgang van de kamer openen zich. Het bloed wordt dan met kracht uit het hart in de aorta en de langslagader gepompt. Door het achtereenvolgens samentrekken van de kamers en de boezems kun je het hart ook wel een pomp noemen.
Uit welke fases bestaat de hartcyclus?
Eerst trekken de boezems zich samen die duurt 0.1 sec en daarna de kamers die duurt 0.3 sec er is ook nog een hartpauze die 0.4 sec duurt.
Bronvermelding
De links die op de bovengaande site stonden vermeld hebben we ook gebruikt.
Oranje kruis boekje
REACTIES
1 seconde geleden