Hoofdvragen:
Wat is ANW en waarom is het ingevoerd?
Deelvragen
1: Wanneer en met welk doel is het vak ingevoerd?
2: Met welke onderwerpen houdt ANW zich het meeste bezig?
3: Wat zijn de 4 belangrijkste vragen die het vak ANW stelt?
1: Wanneer en met welk doel is het vak ingevoerd?
ANW (algemene natuurwetenschappen) is een verplicht vak dat sinds 2000, door de invoering van de Tweede Fase, aan de bovenbouw van de havo en het vwo gegeven wordt. Op sommige scholen wordt het vak ANW in twee varianten gegeven, een Maatschappij-variant voor de alfa’s (die een C&M en E&M profiel hebben) en een Natuur-variant voor de bèta’s (die een N&G en N&T profiel hebben). Ze doen eigenlijk hetzelfde alleen wordt er bij de beta’s iets dieper op ingegaan, omdat zei al meer weten door hun profielvakken.
De vakinhoud bestaat uit vier onderdelen. Deze bevatten kenniselementen uit verschillende vakken die met elkaar samengevoegd zijn. Namelijk de vakken chemie, biologie, en sterrenkunde, aangevuld met natuurkunde, fysische geografie, wetenschapsgeschiedenis en wetenschapsfilosofie. ANW heeft niet als doel om kennis aan te leren, maar om te leren denken over die kennis. In tegenstelling tot theorie leren moet je veel onderzoeken, experimenteren en praktische opdrachten maken. Dat is het grootste verschil met andere vakken.
Het is een vak dat veel breder is dan de 'mono'-vakken scheikunde, natuurkunde en biologie. Het gaat in die vakken voor het merendeel om het begrijpen van wetten en het rekenen met formules, maar in ANW staat juist de context centraal. Het gaat dan om vragen hoe natuurwetenschappelijke kennis tot stand is gekomen, wat ermee gedaan wordt, hoe je weet of kennis ook 'waar' is en of alles mag wat kan.' Je leert beter nadenken over dat soort onderwerpen.(1)
2: Met welke onderwerpen houdt ANW zich het meeste bezig?
De vakinhoud is in 6 domeinen verdeeld, namelijk:
A Vaardigheden
Encyclopedieën. Bepaalde handelingen uitvoeren of problemen oplossen.
B Kennis en analyse
Geschiedenis van de natuurwetenschappen, belangrijke experimenten, belangrijke wetenschappers.
C Leven
Alles over organismen en over de evolutieleer.
D Biosfeer
Over het leefgebied van alle aardse organismen. (Hydrosfeer, de atmosfeer en de lithosfeer)
E Materie
Materie of stof is de bouwsteen waaruit de (waarneembare) wereld is opgebouwd. F Zonnestelsel en heelal
Alles over de zon, sterren en planeten uit ons zonnestelsel en over alles wat om onze aarde heen is, het heelal. (2)
3: Wat zijn de 4 belangrijkste vragen die het vak ANW stelt?
- Waar haal je de kennis vandaan?
- Hoe gebruik je die kennis?
- Hoe weet je of die kennis waar is?
- Mag alles wat kan?
- Waar halen alle wetenschappers hun kennis vandaan? Belangrijk hierbij is de wetenschappelijke methode:
Wetenschappers hebben een bepaald probleem. Daarbij bedenken ze een stelling (hypothese). Dan doen ze een voorspelling wat ze denken dat er uit de experimenten gaat komen. Daarna gaan ze de hypothese testen, onderzoeken (experimenteren). En als dat allemaal gedaan is kunnen ze uiteindelijk een conclusie trekken of de uitkomst uit het onderzoek kopt, en dus ook bevestigd kan worden. Klopt hij niet, dan begin je weer met een nieuwe hypothese, en ga je hier weer mee experimenteren.
- Hoe gebruik je die kennis?
Er zijn veel toepassingen voor natuurwetenschappelijke kennis. Een aantal van die toepassingen beschouwen we nu als onmisbaar, terwijl men vroeger nog niet eens wist dat ze nodig waren. In het vak ANW worden binnen de 4 thema's voorbeelden gegeven van dingen die we nu allemaal normaal vinden. Een voorbeeld uit het thema "Leven" is het steriliseren van instrumenten bij operaties. Vroeger werden niet eens de handen gewassen voor een operatie. Ook vinden we het nu vrij normaal als we een zonsverduistering zien omdat we weten wat het is en hoe het komt, maar vroeger wist men niet wat hun overkwam, ze dachten dat de wereld verging!
- Hoe weet je of die kennis waar is?
Bepaalde kennis die bevestigd is, hoef je niet meer te controleren, dan mag je gewoon aannemen dat het klopt wat ze zeggen. Maar natuurlijk maken wetenschappers ook wel eens een foutje en dan is het kritisch bekijken van de natuurwetenschappelijke methodes belangrijk. Ook zijn natuurwetenschappers het soms niet met elkaar eens. Dan gaan ze de strijd aan om hun eigen stelling te verdedigen, tot dat er eentje toegeeft dat hij een foutje heeft gemaakt!
- Mag alles wat kan?
Dit is dé ANW-vraag, waar je het ook om draait in ANW. Deze hoofdvraag omvat zo ongeveer alle probleemgebieden waar de moderne wetenschap in contact komt met de maatschappij. Bij deze hoofdvraag is het belangrijk dat je zelf nadenken over de problemen van de samenleving en je eigen mening formuleert over hoe in die problemen de wetenschap gebruikt zou mogen worden.
Mijn eigen mening:
Nee, ik vind niet dat alles wat kan ook mag.
Je mag bijvoorbeeld geen 80 miljoen jerrycans vergif dumpen in de zee, om te kijken hoe de zee en aarde daar op reageert. Maar het kán wel! Ook kun je nog meer verkeerde dingen doen als je alles doet wat kan. (3) + (4)
Bronnen
(1) http://nl.wikipedia.org/wiki/Algemene_Natuurwetenschappen
Algemeen
(2) http://www.digischool.nl/anw/#B
De 6 domeinen waar de vakinhoud is onderverdeeld.
(3) http://home.wanadoo.nl/robertvkints/anw/anw.html
(4) http://www.anw.nu/
De belangrijkste 4 vragen die het vak ANW stelt.
Wat is ANW en waarom is het ingevoerd?
Deelvragen
1: Wanneer en met welk doel is het vak ingevoerd?
2: Met welke onderwerpen houdt ANW zich het meeste bezig?
3: Wat zijn de 4 belangrijkste vragen die het vak ANW stelt?
1: Wanneer en met welk doel is het vak ingevoerd?
ANW (algemene natuurwetenschappen) is een verplicht vak dat sinds 2000, door de invoering van de Tweede Fase, aan de bovenbouw van de havo en het vwo gegeven wordt. Op sommige scholen wordt het vak ANW in twee varianten gegeven, een Maatschappij-variant voor de alfa’s (die een C&M en E&M profiel hebben) en een Natuur-variant voor de bèta’s (die een N&G en N&T profiel hebben). Ze doen eigenlijk hetzelfde alleen wordt er bij de beta’s iets dieper op ingegaan, omdat zei al meer weten door hun profielvakken.
De vakinhoud bestaat uit vier onderdelen. Deze bevatten kenniselementen uit verschillende vakken die met elkaar samengevoegd zijn. Namelijk de vakken chemie, biologie, en sterrenkunde, aangevuld met natuurkunde, fysische geografie, wetenschapsgeschiedenis en wetenschapsfilosofie. ANW heeft niet als doel om kennis aan te leren, maar om te leren denken over die kennis. In tegenstelling tot theorie leren moet je veel onderzoeken, experimenteren en praktische opdrachten maken. Dat is het grootste verschil met andere vakken.
2: Met welke onderwerpen houdt ANW zich het meeste bezig?
De vakinhoud is in 6 domeinen verdeeld, namelijk:
A Vaardigheden
Encyclopedieën. Bepaalde handelingen uitvoeren of problemen oplossen.
B Kennis en analyse
Geschiedenis van de natuurwetenschappen, belangrijke experimenten, belangrijke wetenschappers.
C Leven
Alles over organismen en over de evolutieleer.
D Biosfeer
Over het leefgebied van alle aardse organismen. (Hydrosfeer, de atmosfeer en de lithosfeer)
E Materie
Materie of stof is de bouwsteen waaruit de (waarneembare) wereld is opgebouwd. F Zonnestelsel en heelal
Alles over de zon, sterren en planeten uit ons zonnestelsel en over alles wat om onze aarde heen is, het heelal. (2)
3: Wat zijn de 4 belangrijkste vragen die het vak ANW stelt?
- Waar haal je de kennis vandaan?
- Hoe weet je of die kennis waar is?
- Mag alles wat kan?
- Waar halen alle wetenschappers hun kennis vandaan? Belangrijk hierbij is de wetenschappelijke methode:
Wetenschappers hebben een bepaald probleem. Daarbij bedenken ze een stelling (hypothese). Dan doen ze een voorspelling wat ze denken dat er uit de experimenten gaat komen. Daarna gaan ze de hypothese testen, onderzoeken (experimenteren). En als dat allemaal gedaan is kunnen ze uiteindelijk een conclusie trekken of de uitkomst uit het onderzoek kopt, en dus ook bevestigd kan worden. Klopt hij niet, dan begin je weer met een nieuwe hypothese, en ga je hier weer mee experimenteren.
- Hoe gebruik je die kennis?
Er zijn veel toepassingen voor natuurwetenschappelijke kennis. Een aantal van die toepassingen beschouwen we nu als onmisbaar, terwijl men vroeger nog niet eens wist dat ze nodig waren. In het vak ANW worden binnen de 4 thema's voorbeelden gegeven van dingen die we nu allemaal normaal vinden. Een voorbeeld uit het thema "Leven" is het steriliseren van instrumenten bij operaties. Vroeger werden niet eens de handen gewassen voor een operatie. Ook vinden we het nu vrij normaal als we een zonsverduistering zien omdat we weten wat het is en hoe het komt, maar vroeger wist men niet wat hun overkwam, ze dachten dat de wereld verging!
- Hoe weet je of die kennis waar is?
Bepaalde kennis die bevestigd is, hoef je niet meer te controleren, dan mag je gewoon aannemen dat het klopt wat ze zeggen. Maar natuurlijk maken wetenschappers ook wel eens een foutje en dan is het kritisch bekijken van de natuurwetenschappelijke methodes belangrijk. Ook zijn natuurwetenschappers het soms niet met elkaar eens. Dan gaan ze de strijd aan om hun eigen stelling te verdedigen, tot dat er eentje toegeeft dat hij een foutje heeft gemaakt!
- Mag alles wat kan?
Dit is dé ANW-vraag, waar je het ook om draait in ANW. Deze hoofdvraag omvat zo ongeveer alle probleemgebieden waar de moderne wetenschap in contact komt met de maatschappij. Bij deze hoofdvraag is het belangrijk dat je zelf nadenken over de problemen van de samenleving en je eigen mening formuleert over hoe in die problemen de wetenschap gebruikt zou mogen worden.
Mijn eigen mening:
Nee, ik vind niet dat alles wat kan ook mag.
Je mag bijvoorbeeld geen 80 miljoen jerrycans vergif dumpen in de zee, om te kijken hoe de zee en aarde daar op reageert. Maar het kán wel! Ook kun je nog meer verkeerde dingen doen als je alles doet wat kan. (3) + (4)
Bronnen
(1) http://nl.wikipedia.org/wiki/Algemene_Natuurwetenschappen
Algemeen
(2) http://www.digischool.nl/anw/#B
De 6 domeinen waar de vakinhoud is onderverdeeld.
(3) http://home.wanadoo.nl/robertvkints/anw/anw.html
(4) http://www.anw.nu/
De belangrijkste 4 vragen die het vak ANW stelt.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
B.
B.
Voegt weinig toe aan standaard teksten. De vraag waarom ingevoerd wordt eigenlijk helemaal niet beantwoord. Aan het eind een klein stukje reflectie waari totaal geen diepgang zit. Voor een vwo-er is dit onvoldoende.
7 jaar geleden
Antwoorden