Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Vulkanen

Beoordeling 6.6
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • Klas onbekend | 11452 woorden
  • 26 mei 2006
  • 87 keer beoordeeld
Cijfer 6.6
87 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
INHOUDSOPGAVE: 1 inleiding
2 De geschiedenis van de vulkanologie
3 Hoe ontstaat een vulkaan? 4 Wat zijn schollen? 5 De oceanische korst
6 De continentale korst
7 Wat zijn breuklijnen? 8 Wat is een eruptie? 9 Hoe ziet het binnenste en het buitenste van een vulkaan eruit? 10 Begroeiing van een vulkaan
11 Wat zijn kraterpijpen? 12 Wat zijn zijkraters? 13 Hoe werkt een vulkaan? 14 Een spuitwater model van vulkaanuitbarstingen
15 Een overzicht van eruptietypen

16 Wat voor verschillende soorten vulkanen zijn er? 17 Hoe ontstaat een vulkaaneiland? 18 Wanneer barst een vulkaan uit? 19 Feiten
20 Vulkanologie
21 Wist u dat… 22 De 20e eeuw en vulkanen. 23 Onderzoek naar de vulkanen
24 Nawoord
25 bronvermelding 1 Inleiding Ik doe me werkstuk over vulkanen, ik wil graag ontdekken hoe een vulkaan ontstaat wat er allemaal gebeurt als er een vulkaan uitbarst, wat voor gevolgen vulkaan uitbarstingen voor een mens hebben gehad en nog vele andere dingen. Ik begin in de inhoud met de hoofdvragen te zetten die in me werkstuk behandeld worden. Ik hoop dat het een leuk werkstuk word en hoop dat u mijn werkstuk waardeert. 2 De geschiedenis van de vulkanologie: OUDHEID: hoewel de eerste schriftelijke gegevens van de Griekse oorsprong zijn, droegen eerdere grote beschavingen zoals die van het grote Babylonie, Fenicie of de Hebreeën mogelijk ook hun steentje bij in de verklaring van vulkaanerupties. De verschillende hypothesen die de grillen der aarde pogen te verklaren, gaan terug tot de 6e eeuw v.C. Thales, de beroemde mathematicus, beweert dat de aarde een schijf is en dat de schokken het gevolg zijn van noodweer op de oceaan waarop de schijf drijft volgens zijn discipel Anaximenes schuilt in de natuur een opperkracht die warmte en kou produceert. Uit het intieme mengsel van die twee elementen ontstaat het vuur der vulkanen. Sinds de 5e eeuw v.C. circuleren twee belangrijke woorden, die alle verklaringen uit de oudheid beïnvloeden: lucht en vuur. Zij houden wetenschappers in hun ban tot de 18e eeuw, te beginnen bij de arme empedoclus van agrigentum, rond 490 v.C. de grote ziener, is getuige van een uitbarsting van de Etna. Onder de indruk daarvan stelt hij zich tal van kanalen voor, die de verschillende ondergrondse zones met elkaar verbinden. Diep in de aarde zou de pyriphlegeton stromen, de rivier van vuur die de vulkaanopeningen met lava voedt. Aristoteles
Aristoteles van zijn kant beschouwt de aarde als een levend organisme, die zijn humeur aan de oppervlakte tot uiting komt in de vorm van bevingen en vulkaanuitbarstingen. In zijn werk Physica gebruikt hij voor het eerst de term krater en verklaart hij vulkaanuitbarstingen door de aanwezigheid van een wind die waait vanuit de inwendige aarde, die de lucht herleidt tot minuscule deeltjes, die vuur vatten door schokken en zich een weg banen door smalle openingen. Strabo ontdekt de vulkanische aard van de vesuvius terwijl die een uiterst rustige periode doormaakt en tot aan zijn top begroeid is. hij beschrijft verder tal van uitbarstingen waarvan hij getuige is op zijn voortdurende reizen, zowel in zijn thuisland Griekenland als op de Eolische eilanden of in Italië. De Romeinse geleerden die volgen op de Griekse geleerden zoeken het liever in rationele hypothesen. In het beroemde gedicht Aetna, dat bepaalde historici toeschrijven aan vergilius, worden uitbarstingen beschreven van de grootste actieve vulkaan in de beschaafde wereld. Lucretuis schrijft de etnaerupties toe aan winden die rond wervelden in de holle berg. Zij warmen de bergwanden op, waarbij vlammen ontstaan, die ontsnappen via kraters of rechtlijnige breuken. Ovidius meent dat de etna, waarvan de positie van de eruptiekraters voortdurend varieert, zijn luchtwegen wijzigt. In het jaar 62 teistert een sterke beving de streek rond Napels. Seneca die sterk onder de indruk is, verwijst er herhaaldelijk naar. Zijn grootste bijdrage aan de vulkanologie levert hij echter wanner hij wijst op het belang van dampen en gassen bij uitbarstingen. Hij is de eerste die ze erkent als oorzaak van de explosies. Bovendien meen hij dat iedere vulkaan plaatselijk gevoed wordt door een soort van reusachtige, ondergrondse vuurzak, de oude voorloper dus van de magma kamers. MIDDELEEUWEN: in de middeleeuwen beperkt de cultuur zich tot almachtige geestelijkheid in zijn kloosters. De ketterijrechtbank loert om de hoek. Geleerden die afwijken van de concepten opgelegd door de heilige geschriften, worden aan de heilige geschriften, worde aan de schandpaal gezet of erger nog, zij moeten afzien van hun theorieën, anders worden ze als ketters veroordeeld tot de brandstapel. De monniken beschouwen vulkanen als de deuren van de hel, de thuishaven van de satan. Als de alchemisten zich al een idee gevormd hebben over de vulkaanwerking, dan zwijgen ze meestal. In de middeleeuwen raken de grote vuurspuwers dan ook zo goed als in de vergetelheid. Ondanks de verboden werden bepaalde opvallende feiten uit die periode van de wetenschappelijk duisternis toch overgeleverd. Alexander neckam gebruikt voor het eerst de term vulkaan in zijn huidige betekenis, terwijl albertus magnus de eerste experimentele vulkaan maakt. Op 28 september 1538 vormt zich te midden van de stad tripergola in de Flegreische velden een vulkaan, die in een week tijd zo’n 140 hoog wordt, raken de gemoederen verhit. Overmoedige natuuronderzoekers citeren hem als voorbeeld voor het snelle ontstaan van bergketens. Georg bauer beter bekend onder zijn pseudoniem agricola, meent dat het inwendige vuur van de aarde ontstaat doordat de zonnestralen er die in doordringen en zo versmelten met de vaste korst van onze planeet. De onvoorzichtige giordano bruno eindigt op de brandstapel omdat hij de bijbelse zondvloed in twijfel getrokken zou hebben. Hij merkt namelijk op dat vulkanen vaak dicht bij de zee liggen en probeert hun aanwezigheid daar te verklaren door een interactie van water en vuur. In de 17e eeuw herontdekt men de antieke theorieën. Terwijl descartes de aardbol een bepaalde structuur toeschrijft, hangt athanasius kircher de ideeën van aristotels aan. Hij schetst een wereld met diverse vuurzakken die aan de oorstrong liggen van erupties. Tegen het einde van die eeuw probeert men de begrippen uit de pas ontstane chemie toe te passen op de vulkanologie, die eveneens nog in de kinderschoenen staat. Bijna tegelijkertijd beweren robert hooke en martin lister dat vuur spontaan kan ontstaan door gisting wanneer pyriet en zwavel in contact komen met water en zeezout de 18e eeuw is nog nauwelijks begonnen of te midden van de dampen en vuur ontstaat het eiland nea kameni, midden in de caldera van santorino. Met die gebeurtenis en het ontstaan van de monte nuovo schraagt de monnik lazzaro moro zijn theorie: alle reliëf op onze aardbol is ontstaan door een bodemopheffing en is van vulkanische oorsprong. Deze vurige aanhanger van de theorie dat de aarde van vulkanische oorsprong is, maakt een intellectuele ommekeer om de kerk niet voor het hoofd te stoten en wijzig zijn stelling: god doet een vuur in de aarde branden. Lijnrecht daartegenover staat benoit maillet. Volgens hem ligt de oorsprong van alle rotsen in zee. Vulkanen zijn slechts bijkomstige verschijnselen, ontstaan tijdens de verbranding van het vet vandieren die vastgeraakt zijn in de sedimentaire afzettingen. De dappere maar allerminst roekeloze maillet laat zijn stellingen pas tien jaar na zijn dood publiceren onder een pseudoniem, een anagram(andere naam door letter verplaatsing) van zijn naam , namelijk telliamed. Zo voorkomt hij excommunicatie en veel erger. Zonder dat hij het weet lanceert hij zo een strijd in geschriften onder de denkers van de 18e eeuw. De 18e eeuw is het tijdperk van de natuuronderzoekers. Deze geleerden, gepassioneerde reizigers uit de eeuw van de verlichting, doen diverse waarnemingen, waarvan het vaak tegenstrijdige karakter levendige, zelfs gewelddadige debatten doet ontstaan. Uit die energieke geschriften strijd ontstaan de voedingsbodem voor de wetenschap uit die eeuw, in het bijzonder de moderne vulkanologie, die zich nog in een embryonaal stadium bevindt. Graaf buffon, vermoedelijk een van de bekendste naturalisten, vermeldt slechts zelden vulkanen. Het idee dat hij er zich van geeft echter goed dat van zijn 18eeeuwse tijdgenoten weer: een kanon met een immens volume. Waarvan de bek vuur, vlammen, bitumen, zwavel en gesmolten metaal spuwt. Het in contact komt met lucht of water, waardoor uitbarstingen ontstaan. Dat is een vulkaan voor een fysicus, besluit hij. Hij is ervan overtuigd dat vulkanische activiteit nauw verbonden is met de aanwezigheid van belangrijke hoeveelheden water. Daarom stelt hij voor vulkanen af te schermen van de zee door er grote dammen rond te bouwen, zodat ze sneller kunnen uitdoven. Hierbij dient opgemerkt dat buffon nooit vulkanen heeft geobserveerd, en dat zijn theorieën stoelen op het werk van andere, antieke of hedendaagse auteurs. De twist tussen plutonisten(leer die de vervormingen van de aardkorst aan het vuur toeschrijft) en neptunisten(leer die de vervormingen van de aardkorst aan het water toeschrijft) begint om 10 mei 1752, de dag waarop jean etienne guettard voor de academie der wetenschappen aantoont dat de bergen in de auvergne uitgedoofde vulkanen zijn. Tijdens op metingen voor de eerste geologische kaart van frankrijk ontdekt deze dokter in de geneeskunde, botanist en mineraloog toevallig de oorsprong van de vulkanen in de auvergne. Ook hij heeft nooit van dichtbij een actieve vulkaan gezien, maar wel diverse monsters van de vesuvius en de etna door zijn handen laten gaan. In Moulins, bij de Allier, staat hij verbaasd stil bij een fontein waarvan het gesteente hem doet denken aan dat van de vesuvius: het gesteente van Volvic. Nu moet hij enkel nog de steengroeve terugvinden waaruit het gesteente komt. Het valt hem niet moeilijk aan te tonen dat de heuvel boven Volvic een oude vulkaankegel is. enige tijd later beklimt hij de puy de dome en wijs er op dat alle kegels in de keten van de puys ontstaan zijn door een opeenhoping van vulkanisch materiaal. Hij beweert zelfs dat de vulkanen slechts slapen, en vraagt de plaatselijke bevolking aandacht te schenken aan eventuele voortekens van een eruptie. Door de aanwezigheid van vulkanen in de Auvergne aan te tonen bewijst guettard indirect dat vulkanen ver van zee kunnen liggen, dus ook niet in de buur van water. Toch verklaart hij, merkwaardig genoeg, de vorming van basalt, in het bijzonder geprismatiseerde basalten, door kristallisatie in een waterrijke omgeving, zoals gesner in 1550 deed in zij boek de omnium reru fossilium genere, gemmis, lapidibus, metallis. Daarmee verdeelt hij ongewild voor de rest van de eeuw de vulkanologen in twee kampen: de neptunisten, die menen dat vulkanen uit water zijn ontstaan en de plutonisten, die beweren dat ze uit vuur ontstaan zijn. De strijd is begonnen. De Duitser abraham gottlob werner opent het debat. De eminente mineraloog publiceert een werk over de classificatie van mineralen, met de titel von der ausserlichen kennzeichen der fossilien en vormt een theorie over het ontstaan van rotsen.zijn hypothese stemt overeen met de religieuze geschriften, in het bijzonder het scheppingsverhaal. Voor hem is de aardbol koud, en dat is hij altijd geweest, wat verklaart dat de aarde op een bepaald ogenblik volledig overspoeld werd door een grote oceaan. Rotsen zijn dus, door sedimentatie of chemische neerslag, ontstaan uit een enorme zondvloed. Vulkanen zijn weinig belangrijke oppervlakteverschijnselen, veroorzaakt door de verbranding van steenkool diep in de aarde. Werner onderwijst en verdedigt zijn theorie met vuur, zodat die een veelbelovende toekomst en tal van verwoede voorstanders krijgt. Een schot, james hutton, arts en scheikundige, beweert het tegendeel. Deze landeigenaar verkent eerst uit tijdverdrijf de geologie van zijn domein. Hij raakt erdoor geboeid en besluit er zijn dagtaak van te maken. Meteen sticht hij een vereniging van geleerden in edinburgh, de oyster club, met enkele wetenschappelijke beroemdheden uit die tijd als lid. Hij bestudeert het oude vulkanische reliëf in schotland, zonder een theorie te vormen over zijn ontstaan, en doet diverse waarnemingen. Zijn benadering verschilt in zoverre van die van werner dat deze laatste vaststellingen probeert te doen die zijn theorie staven, terwijl hutton naar een hypothese zoekt om zijn waarnemingen te verklaren. In 1795 ontwikkelt hij een theorie waarin hij zich afzet tegen het idee van de neptunisten. Volgens hem kent de schepping van de wereld namelijk een begin noch einde. In zijn werk Theory of the Earth vestigt hij de basisprincipes van het plutonisme. Helaas blijkt hutton slecht in schrijven te zijn, en zijn werkt word vergeten. Enkele jaren later herschrijft een van zijn discipelen, john playfair, zijn werken in een duidelijkere stijlen krijgt het plutonisme een nieuwe kans met het nieuwe boek. De kern van de aarde smelt, om nog onbekende redenen, maar dat houdt verband met vulkanen, vertelt hutton. Door de inwendige warmte van de aardbol smelten rotsen en komen enorme, gloeiende massa’s terecht in de aardkorst. Bij iedere eruptie raakt de aardbol wat van die immense druk kwijt. De eerste die zich afzet tegen hutton, is richard kirwan. Als bewijs voert hij fossielen uit de zee aan, gevonden in basalt. Al gauw blijkt dat het fameuze basalt in lava gebakken leisteen is. robert jameson, een schotse mineraloog, waagt zich nog verder: als professor aan de universiteit van edinburgh sticht hij de vereniging voor werneriaanse natuurgeschiedenis, die enkel werk publiceert van neptunisten. James hall voert de doorslaggevende argumenten aan in de geschriften gevecht. Deze mineraloog die enthousiast experimenteert, toont aan dat in bepaalde glasblazerijen het glas kristalliseert bij langzame afkoeling. Hij brengt gekristalliseerd materiaal op het smeltpunt, bevochtigt het en krijgt opnieuw glas. Die experiment voert hij diverse malen uit en hij krijgt op die manier gekristalliseerd materiaal of glas, afhankelijk van de afkoelingstijd. Het resultaat blijft hetzelfde wanneer hij basalt gebruikt, waarmee hij bewijst dat vulkaanrotsen wel degelijk ontstaan door smelting. Later bestudeert hij tijdens een reis naar de vesuvius lava aders waarvan de opgestegen randen naar een gekristalliseerde kern veranderde. Daaruit leidt hij af dat de lava in de scheuren geïnjecteerd werd en dat hij in contact met de koude rotsen tot glas omgezet werd toen hij kristalliseerde in de kern langer warm bleef. Met behulp van een oven slaagt george watt er later in basaltzuilen te creëren. Het lijdt geen twijfel meer dat vulkaanrotsen ontstaan door hitte. Gelijktijdig met deze strijd in de geschriften werden tijdens de 18e eeuw tal van waarnemingen en, vooral, ontdekkingen gedaan, waardoor de moderne en nog jonge wetenschap van de vulkanologie vaste structuren krijgt. Voordat hutton zijn stellingen publiceerde, telde het plutonisme al tal van vurige aanhangers op het oude continent. Ze waren er alle van overtuigd dat de waarheid enkel aan het licht komt door de producten van erupties te bestuderen. Een van de beroemdste plutonisten is nicolas desmaret, die de keten van de puys bestudeert en de eerste geologische kaart opstelt. Hij toont aan dat basalt en smeltende lava hetzelfde zijn, wat indruist tegen de gangbare ideeën. Hoewel hij een overtuigd plutonist is, voed desmaret nooit of te nimmer de strijd in geschriften en raadt hij critici aan naar vulkanen toe te gaan om zelf vaststellingen te doen. Deze eeuw kenmerkt zich bovendien door grote ontdekkingen, waarmee eveneens het onderzoeksterrein van de vulkanologen wordt uitgebreid. Cook ontdekt Hawaï, pallas doorkruist de kamtsjatka terwijl andere onderzoekers de wereld rondreizen. Na zijn bezoek aan de canarische eilanden ontscheept kolonel jeanbeptiste bory de saint vincent op het eiland bourbon, waar hij een opmerkelijke studie maakt van de piton de la fournaise. Daarbij beschrijft en vertaalt hij tal van verschijnselen met betrekking tot vloeibare lava. Hij doopt de belangrijkste kraters van de actieve vulkaan met namen van beroemde wetenschappers, zoals dolomieu, hauy en vele anderen. Zonder valse bescheidenheid noemt hij de centrale krater, in de periode actief, de bory krater. De graaf van montlosie, die de stellingen van desmaret herneemt, interesseert zich voor de vulkanen in de auvergne. Als eerste stelt hij dat het smelten van basalt niet te wijten is aan ondergrondse hitte, maar een redelijke verklaring kan hij niet geven. Voor dolomieu, die verschillende uitbarstingen van de etna, vesuvius en stromboli bestudeert, lijkt het duidelijk dat lava afkomstig is van vloeibaar magma , waaruit het centrum van de aarde bestaat. In tegenstelling tot de rest meent hij niet dat lava ontstaat door smelting van graniet, maar door verschillende rotssoorten onder de aardkorst. Zijn wetenschappelijke werk, van uitzonderlijke kwaliteit maakt hem, deodat de gratet de dolomieu, tot een van de toonaangevende pioniers van de moderne vulkanologie. Een vriend van dolomieu, lord william hamilton, kan eveneens tot de eerste moderne vulkanologen gerekend worden. Deze ambassadeur van Engeland aan het hof van de koning van napels raakt zozeer in de ban van vesuvius dat hij er volgens verschillende mensen meer tijd aan besteedt dan aan zijn charmante echtgenote, de beroemde lady hamilton. En aan napels, wat heel onverstandig is. ongeveer zestigmaal beklimt hij de vulkaan, en zijn boek campi phlegrei geniet een grote populariteit onder de wetenschappers van zijn tijd. Hij toont aan dat vulkaankegels gevormd worden door opeenstapeling van neervallend materiaal, dat basaltstromen niet per se van de zelfde soort hoeven te zijn, en dat er diverse soorten van bestaan. Hij onderscheidt wat wij nu touw en slakkenlava noemen. Net zoals dolomieu meent hij dat vulkanen vanuit het diepste van de aarde gevoed worden en dat het vuur der vulkanen heel bijzonder is, aangezien het geen lucht nodig heeft om te bestaan tijdens onderzeese uitbarstingen. Hij ontdekt dat grote, paddestoelvormige rookwolken ontstaan door contact van magma met water. Bovendien is hij een van de eersten die zich bekommert om het lot van de omwonenden: hij raadt aan het paleis van portici te evacueren wanneer een stroom het dreigt te verwoesten en de daken van napels te ontdoen van de as. Hij is de eerste die erupties voorziet, omdat hij opmerkt dat bevingen sterker worden naarmate de uitbarsting nadert. Bovendien is hij de eerste vulkanoloog die rekening houdt met de risico’s van een vulkaan. Tegen het eind van de eeuw wordt de reeds achterhaalde neptunistische theorie definitief van de hand gewezen door twee van de prestigieuze leerlingen van werner, von humbolt en von buch. Alexander von humbolt, een welgesteld man, scheept in op weg naar de nepunistische nieuwe wereld, hoewel hij dan al begint te twijfelen aan de geldigheid van deze theorie. Zijn studie van het vulkanisme is des te interessanter omdat ze tot dan toe totaal onbekende apparatuur naar het nieuwe continent voert. Uiteindelijk schaart hij zich achter de plutonisten en beschouwt hij lava als een mengsel vloeistoffen, metalen, alkali en aarde. Bovendien merkt hij op dat vulkanen op een lijn liggen langs grote geologische scheuren, zodat de vulkaanketens vormen. Hij onderscheidt ook de grote, verwoestende, tektonische bevingen van vulkaanbevingen, waarmee hij twee concepten invoert die nog steeds gebruikt worden. Leopold von buch is de bekendste geoloog uit het begin van de 19e eeuw. Hij stelt al gauw vast dat veel velden van basaltische lava geassocieerd kunnen worden met de verbranding van steenkool, omdat die in de betreffende streken niet voorkomt. Dat stelt hij op zijn reizen, met name naar colli albani en de vesuvius, herhaaldelijk vast. Hij bezwijkt voor de charmes van de auvergne, waaraan hij de voorkeur geeft boven de vesuvius en de etna. Onvermoeibaar reist hij verder door europa. Uiteindelijk komt hij tot het besluit dat de ideeën van werner niet van toepassing zijn op de vorming van vulkanen. Toch verwerpt hij het neptunisme niet voor de dood van werner, uit respect voor deze oprichter ven een verdoemde school, simpel weg uit respect voor zijn leermeester.
ONTSTAAN VAN DE MODERNE VULKANOLOGIE: Tijdens de laatste jaren van de 19e eeuw dooft de strijd tussen neptunisten en plutonisten uit. De felle twist is nog maar pas beëindigd of een nieuw wetenschappelijk conflict dient zich reeds aan in de jonge moderne vulkanologie: de vraag of kraters worden gevormd door bodemverheffing of door opeenhoping. Die eerste theorie ontkiemt in het hoofd van von buch, die in zijn artikel observation sur les volcans d’auvergne, verschenen in 1842, voor de eerste maal zijn hypothese verkondigt over het ontstaan van vulkanen. Hij beweert dat vulkanen zonder krater zoals de sarcoui, de puy chopine of de puy de dome gevormd worden door een soort van zwelling van graniet getransformeerd tot rots, wat hij domiet noem. Een inwendige vulkanische kracht zou aan de oorsprong liggen van het ontstaan daarvan. Hij verklaart dat graniet zich transformeert tot domiet en dat dit laatste bij het smelten basalt wordt. Te sterk gezwollen vulkanen exploderen aan de top en storten in, waardoor kraters ontstaan. Hij onderscheidt dus twee stadia: dat van de bodemverheffing en dat van de explosie in de top. Hij past zijn theorie toe op de vesuvius, legt uit dat die, reeds volledig gevormd, opgerezen is uit de aarde, en verklaart dat er op vulkanen nooit reliëfvorming geweest is door opeenhoping. De gepassioneerde von buch vindt gelijkgezinden onder de franse naturalisten. Er dien zich echter ook tegenstanders aan, in het bijzonder george poulett scrope, van britse afkomst. Deze economist, politicus en hobby vulkanoloog schreef in 1825 considerations sur les volcans, waarin hij de basis formuleert voor de moderne vulkanologie. Lange tijd bestudeert hij de vorming van slakkenkegels door opeenhoping en hij toont het belang aan van gassen, in het bijzonder waterdamp, bij eruptiemechanismen. Als een vulkaan verschillende soorten magma kan uitspuwen, komt dat volgens hem doordat de chemie langzaam wijzigt ergens in een diep reservoir. Bovendien meent hij dat iedere uitbarsting via een spleet verloopt. Hij vernietigt letterlijk de theorie van von buch en zijn opheffingskraters, en zet zich af tegen charles daubeny, die een interactie tussen geïnfiltreerd water en de zouten calcium en jodium diep in de vulkaan, beschouwt als warmtebron voor het vulkanisme. Scrope van zijn kant voert een warmte aan die verband houdt met het ontstaan van de aarde. Een tijd later schaart een schot, charles lyell, auteur van de eerste verhandeling van de moderne geologie pinciples of geology, zich achter de ideeën van scrope na het lezen van zijn werk. Lyell bezoekt diverse vulkanen. Zo verblijft hij lange tijd op de etna, waar hij opmerkelijk werk levert. Wanneer in 1831 op de Middellandse Zee een vulkaaneiland verschijnt, betekent dat het einde van de hypothese van von buch en zijn opheffingskraters. Constant prevost bevestigt na zijn terugkeer van een expeditie naar het eiland dat het zich enkel gevormd heeft door opeenhoping en dat nergens een teken van bodemverheffing waarneembaar was. Voor de eerste maal gebruikt hij een beeld, ook nu nog vaak aangewend, door de explosies van die eruptie te vergelijken met de van een ontkrukte fles champagne. Ferdinand fouque brengt die theorie in 1866 de definitieve doodsteek toe. In die tijd besudeert hij de caldera van santorini en de aan de gang zijnde uitbarsting van de nea kameni, haar actieve vulkaan, waar op dat moment net een uitbarsting aan de gang is. onder ongeveer 30 meter puimsteen ontdekt hij de overblijfselen van een stad uit 2000 v.C. daarmee toont hij onweerlegbaar aan dat de caldera zich gevormd heeft bij een instorting na een explosieve eruptie die voor zeer belangrijke opeenhopingen zorgde. Terug in frankrijk, waar hij onderijst aan het college de france, stelt hij voor de theorie van de opheffingskraters definitief te vergeten. Op het einde van dezelfde eeuw begint men zich ook te interesseren voor gassen. Voor de eerste maal neemt charles sainte claire deville tijdens vulkaanerupties monsters van gassen met behulp van aftapflessen, een riskante onderneming. Tot ieders verbazing toont hij aan dat de gassen variëren, niet zozeer per vulkaan zoals men dacht, maar qua verhouding, in het bijzonder afhankelijk van de eruptiefasen waarbij ze werden afgetapt. Begin 20e eeuw in 1912, tone arthur day en ernest shepherd na aftapping van gassen op het lavameer van de kilauea aan dat in van magmatische oorsprong het aandeel waterdamp overheerst. Stilaan doen de studie van rotsen met de polarisatiemicroscoop en de chemie hun intrede. Weldra ontketenen ze een revolutie op het gebied van de aardwetenschappen. De uitbarsting van de krakatau veroorzaakt een vloedgolf op de kusten van de maleise eilandengroep, in Nederlandsindie. Er vallen 30000 tot 40000 slachtoffers. De nederlands regering stuurt rogier verbeek naar haar koloniën om oorzaak en gevolg van de ramp te bestuderen tegelijkertijd vaardigt de Britse royal society experts af. Voor de eerste maal wordt een studie van een vulkaanuibarsting van enige omvang doeltreffen uitgevoerd. Enkele jaren later, in 1902, vernielt mont pelee de stad saint pierre op marinique, waarbij 28000 mesen sneuvelden. De pers verslaat de gebeurtenissen uiterst gedetailleerd, geschraagd door diverse documenten. Deze eerste mediatisatie van het vulkaangebeuren ligt vermoedelijk aan de oorsprong van verscheidene roepingen tot vulkanoloog in de loop van de 20e eeuw. Thomas jaggart, een van de allereerste wetenschappers die na de uitbarsting van mont pelle ter plaatse arriveert, besluit zijn leven te wijden aan de studie van vulkanen opdat, zo zegt hij, vulkanen zullen nooit meer steden vernietigen. 3 Hoe ontstaat een vulkaan? Om te kunnen begrijpen hoe vulkanen ontstaan, moeten we terug naar de samenstelling van de aarde. Deze bestaat uit een dichte kern met een diameter van 7000 kilometer. De kern wordt omgeven door een 2900 kilometer dikke zone, die men mantel noemt. Samen beslaan zij verreweg het grootste deel van de totale aardinhoud. In het begin van de aardgeschiedenis werd er vanuit het inwendige van de aarde warmte uitgestraald in de ruimte, totdat de bovenste laag stolde tot een korst. De middellijn van de aarde bedraagt een kleine 13.000 km. De korst is zeer dun, naar verhouding zelfs dunner dan een eierschaal, want onder de oceanen is hij slechts 8 kilometer dik en elders zo'n 50 kilometer. Sedert zijn ontstaan is de korst voortdurend opgerekt, geplooid, verscheurd en verschoven, waardoor hij allerlei zwakke plekken en onregelmatigheden heeft ontwikkeld. Onder de korst is het onder hoge druk staande mantelgesteente (magma) nog steeds bijzonder heet; vele geologen menen dat het plastisch genoeg is om trage convectiestromen mogelijk te maken die oververhit materiaal omhoog voeren, waar het enigszins afkoelt en weer gaat dalen. Op sommige plaatsen raakt het magma echter opgesloten in een reservoir of 'magmakamer', doordat het zich daar waar de bovenliggende gesteenten een minder zware druk uitoefenen, tot in de korst omhoog perst.. Komt het magma in zo'n kamer tot rust, dan gaan sommige van de mineralen die het bevat uitkristalliseren, waarbij de vrijgekomen gassen gaan uitzetten. Wordt de druk op de omringende gesteenten te hoog, dan barst de korst( zo’n korst bestaat uit allemaal verschillende schollen) boven de kamer en wordt een pijp naar de oppervlakte gevormd, waardoorheen tijdens een vulkanische uitbarsting materiaal naar buiten wordt geslingerd. 4 Wat zijn schollen? Onze aarde is opgebouwd uit lagen. Deze lagen van binnen naar buiten zijn: de aardkern, de aardmantel en op de vloeibare aardmantel ligt de aardkorst. Die aardkorst is hard, maar hij bestaat niet uit een stuk. Hij bestaat uit allemaal enorme losse stukken die natuurlijk wel heel dik zijn. Deze losse stukken heten schollen of platen. Je hebt schollen waar alleen water op ligt zoals de zee en die noem je oceanische schollen. Je hebt ook schollen waar alleen land op ligt deze noem je continentale schollen. De schollen op aarde hebben ook namen. Dit zijn alle schollen ter wereld: Pacifische plaat, Amerikaanse plaat, Afrikaanse plaat, Euraziatische plaat, Nazca plaat, Antarctische plaat en de Indisch Australische plaat. 5 De oceanische korst Er zijn twee hoofdsoorten aardkorst. De oceanische korst en de continentale korst. Hoewel het bestaan van de Midden Atlantische zeerug al langer dan tweehonderd jaar bekend was, is pas sinds 1954 bekend dat deze oceanische ruggen onderdeel zijn van een aaneengesloten systeem van 80.000 km dat in alle oceanen te vinden is. De ruggen zijn voornamelijk onderzees, slechts op enkele plaatsen komt ze boven de zeespiegel. Op deze plaatsen bemerk je altijd jong vulkanische activiteiten naast de bevingen die veroorzaakt worden door de rek in de ruggen. De ruggen worden gevormd doordat de oceanische platen bij de ruggen uit elkaar schuiven en de ruimte ertussen opgevuld word met magma. Op de oceaanruggen in de Atlantische en de Indische Oceaan bevind zich over een lengte van honderden kilometers een in het midden gelegen slenkdal met een diepte van 2 tot 3 km en een breedte van 20 of 30 km. Ook al heeft de rug op een schaal van enkele honderden kilometers een doorlopend karakter, toch wordt het op heel veel plaatsen doorbroken door breukzones. Deze breukzones zijn voornamelijk seismisch actief op de plaatsen waar ze de kruin van de oceaanrug snijden. Wat het meest opvalt is dat de oceanische korst 3 tot 4 kilometer lager ligt dan de continentale korst. Ook verschilt de samenstelling van de oceanische korst van de continentale korst. De korst onder de oceanen kun je in drie‰n opdelen. Het bovenste gedeelte bestaat uit een laag van maximaal 3 … 4 km dikte. In deze laag bevind zich marine afzetting, de daaropvolgende laag met een doorsnede van 1 tot 2,5 km bestaat uit basalt, de onderste laag van 5 km bestaat uit gesteenten dat grabbo wordt genoemd. Daaronder is waarschijnlijk een laag van 0,5 km met een dichtheid van 3000 kg per m3, die op vloeibaar gesteente drijft. Al met al is de oceanische plaat relatief dun en heeft een grote dichtheid. 6 De continentale korst In tegenstelling tot de eenvoudige structuur van de oceanische korst is de continentale korst opgebouwd uit regelmatige, opeenvolging van ouderdom met magmatisch en sedimentair gesteente. De oudste gesteenten worden geschat op 4000 miljoen jaar oud in tegenstelling tot 250 miljoen jaar voor de oudste gesteenten in de oceanische bodem. We moeten hierbij natuurlijk niet vergeten dat deze wetenschappers de evolutietheorie aanhangen, maar het is toch op z'n minst frappant. Dat betekent dat de oceanische plaat is ontstaan na de continentale plaat en dat de oceanische plaat voortdurend vernieuwd wordt. Deze volgorde strookt ook met de scheppingsleer. De oceaan is ontstaan doordat midden onder de continentale plaat magma omhoog welde en zo een scheiding begon te maken midden in de continentale plaat. Als een door een wig werden de platen uit elkaar gedreven en het overblijfsel van dit scheidingsproces zijn de ruggen in de oceanen, waarbij de grootste bergketens in het niet vallen. De dikte van de continentale korst ligt tussen de 10 en 50 kilometer. Er schijn een verband te liggen tussen de dikte van de korst en de ouderdom. Hoe dikker de korst hoe ouder het gedeelte is. De korst onder de huidige bergketens kenmerkt zich doordat het erg dik is. De dikste korst komt voor onder het Andes en Himalaya gebergte. De dunste korsten bevinden zich daar waar de mantel actief is. Bijvoorbeeld de Oost Afrikaanse slenkdalen en onder de provincies Basin en Range in de Verenigde staten. Hoewel de continentale korst vaak veel dikker is dan de continentale korst is de dichtheid toch kleiner. De gemiddelde dichtheid ligt rond de 2650 kg per m3

De botsing tussen de platen vindt doorgaans plaats aan de kust. Er zijn twee soorten continentranden, passieve en actieve randen
De actieve randen gaan samen met vulkanische activiteiten en daarbij vormen zich meestal diepzeetroggen daar waar de oceanische korst onder de continentale korst duikt. Hoewel de oceaanbekkens in het algemeen zo'n 3 tot 5 km diep zijn komen er diepzeetroggen voor met een diepte die de 10 km overschrijd. De oceanische korst smelt en het magma wat daarbij gevormd wordt is in hoeveelheid gelijk aan de hoeveelheid die bij andere processen vrij komt, want anders zou de aarde in omvang toe nemen en voor zover men kan overzien is dit niet het geval. De passieve randen, waarbij weinig of een activiteit aanwezig is, komen vooral voor aan de continentale randen ronde de Atlantische en Indische oceaan. De continentranden die evenwijdig liggen aan de oceaanruggen worden gekenmerkt door rek terwijl de randen die loodrecht op de oceaanruggen gekenmerkt worden door verschuivingen langs elkaar. Daarbij komt nog dat bij continenten die evenwijdig met de oceaanruggen liggen vaak breuklijnen evenwijdig met de ruggen ontstaan waarbij een deel van de continentale plaat afbreekt en de vulkanische activiteiten afstopt. In sommige gevallen ontstaan er koraalriffen op de continentranden, waardoor de doeltreffendheid van deze sedimentval wordt versterkt. 7 Wat zijn breuklijnen? We hebben net verteld dat er allemaal schollen op aarde drijven. Die schollen drijven natuurlijk niet zomaar wat rond, die liggen vast tegen elkaar aan. Maar het blijven losse dingen en daar blijft natuurlijk altijd een klein spleetjes tussen en dat zijn nou precies de zwakke plekken in de aardkorst. De aardmantel stroomt en bouwt zo een enorme druk op. En op die zwakke plekken kan de aardkorst dan breken. Als de aardkorst breekt stroomt het vloeibare gesteente van de aardmantel naar boven in de aarde, dat heet magma en als het eruit komt heet het lava. Dus op zo'n breuklijn kan het dat er opeens lava uit de grond komt zetten. In Nederland hebben we geen echte vulkanen, gek genoeg, want Nederland ligt wel op een breuklijn Ik zal het je uitleggen: vroeger was Nederland er nog niet; dat was zee. En in zee komen alle afval stoffen van de afgebroken gebergtes terecht ( want door weer en wind worden langzaam de gebergtes afgebroken) En als je zand maar heel hard op elkaar duwt krijg je zandsteen. Dat is zo hard dat er geen kier meer overblijft tussen de Europese plaat en de Aziatische plaat. Daarom wordt het nu als één continent gezien, dus die zwakke plek waar het magma doorheen komt. Een breuklijn is niet de enige oorzaak van een vulkaan. In IJsland bijvoorbeeld is gewoon de aardkorst heel dun en op sommige plaatsen zelfs zo dun dat je door gaten in de vulkanische grond een paar meter onder je het magma kan zien stromen. Natuurlijk niet zonder beschermende kleding want je zou anders meteen verbranden. Maar in ieder geval is die zandsteen laag op de breuklijn onder Europa genoeg om ervoor te zorgen dat West Europa beschermt word tegen vulkanen. 8 Wat is een eruptie? Een eruptie is als er door een breuklijn in de aarde tussen die aardschollen met grote kracht lava omhoog gespoten wordt. Als een eruptie heeft plaats gevonden is er door de opgedroogde lava een bergje ontstaan, dus hoe hoger de vulkaan hoe ouder de vulkaan. Verder heb je ook verschillende soorten erupties wij zullen er een paar noemen: - Een instant eruptie dat is als er meteen na de eerste keer gerommel lavastromen op gang komen. - Een non instant eruptie als er na weken gerommel ineens as en lava komt. - Een Strombolie-achtige eruptie, als lava in een fontein naar buiten word gespoten. Eruptie is ook een ander woord voor uitbarsting. 9 Hoe ziet het binnenste en het buitenste van een vulkaan eruit? Magma (Lava) Vulkanen zijn een van de mooiste dingen op aarde. Als vulkanen uitbarsten dan komt er lava uit, soms komt de lava eruit tot een snelheid van 35 mijlen ( 56 kilometer) per uur. De snelheid van de lava hangt er van hoe hoog de temperatuur is. Magma is heet gesmolten gesteente in de aarde. Als een vulkaan uitbarst komt er uit de vulkaan magma naar boven en stroomt langs het oppervlak naar beneden. Lava
Lava is magma gemixt met stoom en gassen. Lava verandert van rood naar wit als het eenmaal heel heet wordt. Net uit de vulkaan gekomen lava is zo'n 1.300 - 2.200 graden Fahrenheit ( 704 - 1204 graden Celsius). Er zijn verschillende soorten lava. In lava, zit een hoog percentage van kiezelaarde of een menging van kiezelaarde en zuurstof. Lava is heel dik met heel veel gas erin. Puimsteen ( is een licht wegende steen dat gebruikt word voor het schoon maken van hout, metaal en andere soorten materialen) word gevormd door kleine belletjes dicht bij elkaar te hebben en losgelaten in lava. Puimsteen zit ook in beton, isolatie, dakpannen en gips. Puimsteen is meestal wit, geel, bruin of zwart. Je hebt ze in verschillende soorten uitbarstingen, puimsteen in Rhyolite uitbarstingen, in Andesite uitbarstingen en in Basaltic uitbarstingen. Puimsteen in Rhyolite uitbarstingen is wit, Andesite uitbarstingen geel of bruin en in Basaltic uitbarstingen is zwart. Puimsteen wordt meestal gevonden in Kanarische eilanden, IJsland, Italië, Hongarije, Griekenland, Nieuw Zeeland en Duitsland. Ook in Noord - Amerika in de Rocky Mountains bij de west kust en in Hawaï. Andesites, die genoemd zijn na de Andes bergen, zijn een grote familie stenen die je in de buurt van de vulkanen vind. Basaltic uitbarstingen kan twee soorten lavastromen veroorzaken, allebei genoemd na een Hawaïaanse naam: aa en pahoehoe. Aa lava beweegt langzaam en is verhard in een steen die Clincker heet. In pahoehoe zit as en bevat heel veel gas. Het barst uit op 2.000 graden Fahrenheit (1093 graden Celsius). Heel veel eilanden zijn gevormd door dat er steeds een laag lava opkwam. Daardoor werd het eiland steeds hoger totdat het boven het zeeniveau kwam.
10 Begroeiing van een vulkaan Vulkanen die nog regelmatig uitbarsten verspreidde lava over hun eigendom, dus vulkanen die nog in werking zijn en continue lava over hun eigendom verspreiden hebben geen begroeiing. Maar je hebt ook vulkanen die niet meer werken, die vulkanen hebben wel begroeiing. De begroeiing dat op een vulkaan zit is meestal gras, bomen en andere soorten planten. Een vulkaan verspreidt lava en as over zijn eigendom. Die lava en as heel erg vruchtbaar, dus kunnen er planten en bomen op groeien. Eilanden zijn gedeeltelijk niet werkende vulkanen waar nu door die vruchtbare grond, bomen en planten op groeien. Je hebt ook bergen zoals de Mount Hood, dat een vulkaan geweest is en die nu niet meer werkt met begroeiing. Maar omdat hij zo hoog staat (11.245 duizend voet (3711 meter) boven het zeeniveau) ligt er ook gedeeltelijk sneeuw op de berg. 11 Wat zijn kraterpijpen? Het stuk van de magmahaard tot de krater heet kraterpijp. Ook kun je bij een vulkaan zijkraters tegen komen. 12 Wat zijn zijkraters? Soms is het zo dat bij een vulkaan een extra opening in de berg ontstaat. Die openingen ontstaan dan aan de zijkant van de berg. Daarom heten die extra openingen dan ook: zijkraters. Uit zo `n zijkrater kan ook lava stromen, maar veel minder dan uit de hoofdkrater. Een zijkrater heeft ook een kraterpijp, alleen is die veel smaller dan die van de hoofdkrater. Daarom heet de kraterpijp van de hoofdkrater dan ook hoofdkraterpijp. Zowel bij zijkraters als bij hoofdkraters komt er hete as vrij, na een uitbarsting. Als de as de lucht in gaat kan er asregen ontstaan. Dit is regen die vermengd is met as, waardoor er een soort van mist ontstaat. 13 Hoe werkt een vulkaan? De bronnen van de vulkaan
Tot voor kort was het grootst geheim van de vulkan hun diep gelegen bronnen. In de jaren zestig kreeg men daar dank zij de theorie van de tektonische platen voor het eerst wat inzicht in. Volgens deze theorie is de buitenste laag van de aarde, de lithosfeer, een vuurdurend veranderend mozaïek van gigantisch grote platen, die op een asthenosfeer van heet en vloeibaar gesteente drijven. Door de thermische convectiestromen in de asthenosfeer worden de platen elk jaar een paar centimeter verschoven, wat allerlei botsingen, verschuivingen en scheuren tot gevolg heeft. Vulkanen zijn meestal te vinden op twee van deze grensgebieden, de subductiezones en ruggen. In de subductiezones schuift de ene plaat onder de andere, waarbij gedeelten van beide platen smelten en magma naar de oppervlakte komt. Bij ruggen, waar de convectiestromen de platen uit elkaar trekken, vult het omhoog komende magma de aardkorst aan. Deze krachten vullen elkaar dus aan, terwijl de asthenosfeer de ene kant van een tektonische plaat smelt, wordt de andere kant aangevuld met gestold magma. De meeste vulkanenpassen binnen dit model, maar er zijn uitzonderingen op de regel. Brandpuntvulkanen, die midden op een tektonische plaat liggen, lijken magma te krijgen uit een diep in de aarde verborgen hittebron die mogelijk is ontstaan door het uiteenvallen van radioactieve isotopen. Vulkanische verschijnselen zoals basaltstromen en zware effusies van as hebben maar weinig te maken met de theorie van tektonische platen. Een vulkanoloog schreef: "Zelfs nu nog zijn de vragen waar magma vandaan komt het hoe het ontstaat de grootse raadsels." 14 Een spuitwater model van vulkaanuitbarstingen De theoretische voorwaarden voor het ontstaan van magma zijn wel bekend. Het smelten van gesteenten kan door drie oorzaken op gang worden gebracht; de temperatuur verhoging, drukvermindering of de toevoeging van een bestanddeel dat het smeltpunt van het gesteente verlaagt. Een combinatie van deze factoren heeft tot gevolg dat magma wordt gevormd in een gebied waar seismische golven worden vertraagd. Dat gebied ligt 100 tot 300 kilometer onder het aardoppervlak, maar ligt minder diep bij oceaanruggen, continentale slenken en ook bij subductietroggen. Het gesteente is in deze zone dicht bij het smeltpunt en door een van deze factoren kan het gesteente in grote hoeveelheden gaan smelten. In de theorie van de tektonische platen komen alle drie factoren naar voren. Afzettingsgesteente uit een plaat die onder een ander schuift en een relatief laag smeltpunt heef, zal voor een deel in de hete aardmantel smelten; de plaat neemt op z'n weg naar beneden ook water mee, waardoor het smeltpunt van het mantelgesteente zakt; en belangrijker nog stuwt de plaat mantelgesteente omhoog, waardoor de druk vermindert. Bij scheuren langs oceaanruggen of continentale slenken worden de onderste lagen gesteente door convectiestromen verhit en omhoog gedrukt. De kracht van een uitbarsting hangt af van de aanwezigheid van twee bestanddelen in het magma: silicium en water. De hoeveelheid silicium is bepalend voor de taaiheid van het gesmolten gesteente, terwijl het water in de magmaoplossing kan worden omgezet in een zeer explosieve stoom. In principe kan een uitbarsting nog het best worden vergeleken met het opengaan van een fles cola. In de afgesloten fles is het gas

Onzichtbaar, omdat het onder druk opgelost blijft; als de fles rustig wordt geopend, zullen de bellen uitzettend gas rustig en gestaag naar de oppervlakte komen zoals ook tijdens een lichte vulkaanuitbarsting. Als de fles wordt geschud, raakt de cola oververzadigd met gas; wordt hij geopend, dan spuit de cola eruit. Bij eruptie van het explosieve type is de druk op het vloeibare, waterrijke magma zo groot dat de stoombellen exploderen. 15 Een overzicht van eruptietypen Geen twee vulkanen zijn gelijk. Elke vulkaan heeft een eigen persoonlijkheid, die van alle andere verschilt in structuur, eruptieve activiteit, samenstelling van de uitgeworpen materie en levenscyclus. Desondanks hebben alle vulkanen een kenmerk gemeen: het doorlaten en uitstoten van mantelmateriaal uit het binnenste van de aarde via een toevoerkanaal en een uitstroomopening. Vulkanisch gedrag op langere termijn is iets beter te voorspellen dan op korte termijn. Bij veel jonge vulkanen doen zich uitvloeiingen van lava voor, terwijl ze wanneer ze ouder worden een steeds explosievere eruptietype zullen laten zien. Tijdens een eruptieve periode neemt de kracht meestal na de eerste uitbarsting af. Toch gaan deze regels lang niet altijd op. Als de magmahaard van een vulkaan tot de rand gevuld is, hangt de aard van de uitbarsting af van de hoeveelheden gassen en silicium en van de aanwezigheid van eventuele obstakels in de kraterpijp. Als de weg vrij is sijpelt met gas verzadigde magma naar boven, waarbij vele gasbellen worden gevormd wanneer de druk van boven onvoldoende is om het gas in opgeloste vorm te laten. De uitzettende bellen stuwen de hele magmakolom omhoog, waarna een rustige uitvloeiing van de lava volgt. Maar als de pijp wordt afgesloten door een prop of een opeenhoping van puin wordt de druk onder dit obstakel heel hoog. Als de afsluiting op doorbreken staat, kan de uiteindelijke explosie door zelfs de kleinste verandering op gang worden gebracht. Het karakter van de uitbarsting wordt altijd ook bepaald door de afmetingen van de kraterpijp. Vooral de lengte is van belang. Als het magma diep vanuit de aarde komt, schieten de gassen door de lange pijp met supersonische snelheden de lucht in. Een eruptie dichter bij de bovenkant van de pijp, zal in horizontale en verticale richting plaatsvinden met minder hoge snelheden. Als een uitbarsting is begonnen, ontstaat er een kettingreactie. Door de eerste ontlading wordt een neerwaartse druk uitgeoefend met als gevolg dat het as in de kraterpijp in oplossing blijft. Als er dan drukontlasting optreedt, komen er door het uitzettende gas golven magma naar boven. Het tempo van die erupties kan soms ook toenemen doordat het snel omhoog vloeiende magma de kraterpijp verhit en uitschuurt. Het tempo zal pas minder worden wanneer de vulkaan diepere lagen in de haard aanboort, waar de taaiheid geleidelijk groter wordt. De uitbarsting kan op drie manieren eindigen; het magma zakt weer weg; de kraterpijp wordt door rotsen afgesloten als de druk wegvalt; of de pijp wordt afgesloten door taai, stroperig magma dat tot een prop stolt. Basaltstromen en Asvloeden
Basaltstromen ontstaan waarschijnlijk boven op de buitenste aardmantel. Als er door spanning scheuren in de aardkorst ontstaan, spuit het vloeibare magma direct naar de oppervlakte. Vergeleken met de omvang van dergelijke uitbarstingen, vallen alle andere vormen in het niet: in 1 week kan dan 1500 kubieke kilometer lava omhoogkomen. Evenals basaltstromen hebben zware asvloeden meestal niets te maken met vulkanische bergen, hoewel ze op kleinere schaal vaak voorkomen bij gewone vulkaanuitbarstingen. Asvloeden ontstaan wanneer boven een reservoir met daarin magma met een hoog siliciumgehalte een gebied met scheuren ontstaat en het magma naar de oppervlakte spuit. Daarbij worden in tientallen meters diepe bedding meer dan 1000 kubieke kilometer zandachtige as afgezet. Het resultaat is een soort maanlandschap. Daarom kregen Amerikaanse astronauten vroeger een deel van hun opleiding in zo'n gebied, in Valley of Thusend Smakes in Alaska. 16 Wat voor verschillende soorten vulkanen zijn er? - dun vloeibare vulkanen - vloeibare vulkanen - dik vloeibare vulkanen
Het type waar de vulkaan onder valt ligt aan het materiaal dat bij een uitbarsting uit de vulkaan komt en aan de diepte van de magmahaard. Dun vloeibare vulkanen
Onder de dun vloeibare vulkanen vallen: - Hawaii-type - Stromboli-type
Het Hawaii-type is anders dan alle andere typen. Het is geen berg, maar een meer van dun vloeibare lava. Dit type is altijd werkzaam. Bij het Stromboli-type zijn de tijden tussen de uitbarstingen ongeveer gelijk. De dun vloeibare lava stijgt tot aan de kraterrand. Daarna worden bommen, slakken en as uitgespoten. Vloeibare vulkanen
Onder vloeibare vulkanen vallen: - Vulcano-type - Vesuvius-type

Na een uitbarsting van het Vulcano-type komt er een korst op de lava. Deze korst komt heel erg onder druk te staan van gassen. Deze gassen zorgen er voor dat na een tijdje de druk zo groot wordt dat de korst breekt en dan wordt er as en lava hoog de lucht ingespoten. Het Vesuvius-type is eigenlijk hetzelfde als het Vulcano-type, alleen is het Vesuvius-type krachtiger. Verder is er geen verschil tussen die twee. Er is ook nog een type die valt onder dun vloeibare én vloeibare vulkanen. Dit type heet Pliniaans of Perret-type. Dit type begint net als het Vulcano-type, alleen komt er meer gas uit en kan de kraterpijp uitschuren, waardoor de aswolken hoger kunnen komen. Dik vloeibare vulkanen
Onder de dik vloeibare vulkanen vallen: - Merapi-type - St-Vincent-type - Pelée-type
Bij het Merapi-type wordt de lava door de kraterpijp omhoog geduwd en krijgt het gelijk een korst, daardoor ontstaat een soort prop. Door de lava die nog steeds omhoog geduwd, komen er barsten in de korst. De prop breekt en de dik vloeibare lava stroomt naar beneden en veroorzaakt grote lawines. Bij een uitbarsting van het St-Vincent-type komt er een mengsel uit de vulkaan. Dat mengsel bestaat uit gassen en pyroklastica. Pyroklastica is een verzamelnaam voor allerlei soorten stoffen die uit een vulkaan kunnen komen. Bij het uitstromen vergruist de pyroklastica en ontstaat er een andere soort gas dat aërosol heet. Dit stroomt als een gloeiend hete wolk naar beneden. Bij het Pelée-type ontstaat er net als bij het Merapi-type een soort prop boven in de kraterpijp. Daardoor raakt de kraterpijp verstopt en blijft daaronder gas zitten waar as in vermengd is. Het gas schiet samen met het as en de lava de vulkaan uit en stroomt van de berg af. Er zijn 5 meest voorkomende groepen vulkanen: · De Stratovulkanen · De Schildvulkanen · De actieve vulkanen · De slapende vulkanen · De dode vulkanen
De Stratovulkanen zijn meestal heel groot en hoog, met eeuwige sneeuw op hun toppen. Ze zijn ontstaan uit lagen lava en as. Zulke soorten vulkanen lijken vaak niet meer te werken. Jarenlang houden ze zich rustig maar ze konden plotseling uitbarsten. Dat komt door de magma. Die verstopt de kraterpijp maar het gas dat in de vulkaan zit komt steeds meer onderdruk te staan. Dan plotseling komt er een uitbarsting. Eén van de bekendste Stratovulkanen is de Vesuvius in Italie. De Schildvulkanen komen voor op de bodem zee. Bij de hete plekken onder de aardkorst. Zulke vulkanen zijn groot en breed. Ze zijn opgebouwd uit lagen lava. Deze lava bevat veel basalt, een hard gesteente. Als dat harde gesteente afkoelt ontstaan er grote zeshoekige stenen. In Nederland gebruiken we die stenen soms bij de bouw van dijken. Actieve vulkanen zijn vulkanen die maar af en toe werken. Op de hele wereld zijn er zo’n 500 actieve vulkanen. Ieder jaar barsten er zo’n 20 tot 30 van uit. Slapende vulkanen zin vulkanen die niet werken. Soms kunnen ze honderden of zelfs duizenden jaren slapen en dan toch plotseling uitbarsten. In Japan is er zo één. De Fuji. De laatste groep zijn de dode vulkanen. Die liggen bijvoorbeeld in Duitsland en Frankrijk. Zij werken niet meer. Al 25.000 jaar niet meer. 17 Hoe ontstaat een vulkaaneiland? We nemen het eiland Montserrat als voorbeeld. Het eiland is onderdeel van de Caribische eilanden. Deze liggen in de Atlantische oceaan. Het ligt op16.72 graden noorderbreedte en 62.18 graden westerlengte, iets ten zuidwesten van Antigua. Het is ontstaan door een onderzeese vulkaan die uitbarstte op de oceaanbodem in tegenstelling tot de meeste van de eilanden die ontstaan zijn uit sediment van de oceaanbodem en plaatbewegingen. Het magma van de onderzeese vulkaan vormde een berg op de oceaanbodem. Dit was het allereerste begin van het eiland wat nu Montserrat genoemd wordt. Mogelijk is de vulkaan nadat hij boven de oppervlakte verscheen gedurende een periode van eeuwen niet actief geweest. Er heeft zich toen een tropisch paradijs ontwikkeld, gezien het gestolde magma toch zeker niet als onvruchtbaar betiteld kan worden. Vervolgens kwam de vulkaan weer tot leven en de erupties waren waarschijnlijk van dergelijke omvang dat het grootste gedeelte van het tropische eiland in die tijd gevormd is. De vulkaan bereikte de hoogte van 914 m. Ongeveer vijf eeuwen geleden zijn deze erupties gestopt en er had zich een eiland gevormd van 98 km2. Een paar honderd jaar nadat de vulkaan gekalmeerd was trokken Europeanen met hun Afrikaanse slaven naar het eiland in de Caribische zee en koloniseerden het. Bij de vrede van Breda aan het einde van de Fransengelse oorlog (1667) werd het toegewezen aan Engeland, maar werd heroverd door Frankrijk. Maar in 1713 kwam het definitief onder de Britse kroon. Het huidige Montserrat voor de uitbarsting
Het eiland heeft de status van een zelfstandige kroonkolonie en besloot in 1967 geen associatie aan te gaan met het Verenigd Koninkrijk in tegenstelling tot de naburige landen. Het bestuur bestaat uit een Gouverneur, een Executive(uitvoerend) Council van 6 leden en een Legislative(wetgevend) Council van 10 leden die gedeeltelijk wordt gekozen door de bevolking. De rechtspraak wordt verzorgd door het Oppergerechtshof van de Geassocieerde Staten van West-Indië. De officiële taal is het Engels. Er wordt Creools(Engels) gesproken en de hoofdstad is Plymouth. De bevolking is hoofdzakelijk protestant en de munteenheid is Oostcaribische dollar (waarde is een halve Amerikaanse dollar). Er wonen ongeveer 12000 mensen. Het is een langgerekt eiland en er zijn drie bergen. Silver hill (403 m), Central hill (740 m) en Soufriere hills (914 m). Het klimaat is tropisch, met een maximumtemperatuur van 30 graden en een minimum van 23 graden. De neerslag die is gemiddeld 1400 mm per jaar. Van juni tot december valt er bijna geen regen. Ongeveer een vijfde van het eiland is in gebruik genomen de rest is savanne kreupelhout en bossen. De bossen zijn voor een gedeelte gekapt voor de landbouw. Het is alleen nog te vinden op de hogere delen van het eiland. 30 % van de bevolking werkt vooral in de landbouw, en daarnaast in de dienstensector industrie handel en verkeer. Ook trekt een deel van de mannelijke bevolking naar de buureilanden. De belangrijkste bestaansbron is de landbouw. In de 19e eeuw was vooral het suikerriet en nu de katoen het belangrijkste product. Omdat er vrij grote risico's aan de katoenteelt zijn verbonden is men ook tuinbouwgewassen gaan telen, zoals tomaten, wortelen en bananen. De industrie richt zich vooral op de landbouwproducten. Ontpitten van katoen, raffineren van suiker, destilleren van rum en het vervaardigen van plantaardige oliën zijn de voornaamste bezigheden. Montserrat ligt op de rand van de Caribische plaat. Alle eilanden in het Caribische gebied zijn hoogwaarschijnlijk gevormd door het orogenese proces, waarbij een eilandenboog ontstaat. In het geval van Montserrat schuift de Caribische plaat over de oceanische plaat. Daarbij is de Puerto-Rico trog ontstaan. De oceanische plaat duikt onder de Caribische en de sedimenten die op de oceanische plaat liggen worden door de Caribische plaat eraf geschraapt. Deze hopen zich op in de trog die zich langs de grens van de Caribische plaat heeft gevormd. Ook kwamen in de trog allerlei sedimenten die van de continentale trog afbraken doordat de Caribische plaat evenwijdig loopt met de Middenatlantische oceaanrug en er dus breuklijnen evenwijdig met de oceaanrug ontstaan zijn. Als het proces lange tijd duurt, zoals in het betreffende geval, dan zal er in de trog een prisma ontstaan van sedimentair gesteente. De opeenvolging van lagen wordt jonger in de richting van de oceaan. In het geval van een actieve eilandenboog vindt men de breukvlakken vaak op regelmatige afstand tussen de sedimentslagen. In het begin hebben deze lagen sediment een geringe helling. Naarmate het proces langer voortduurt worden zij opgestuwd tot een steile wand, waarna de aangroei uiteindelijk een niet-vulkanische rug gevormd wordt in vorm van een boog. Als de oceanische plaat een moleculaire binding aan is gegaan met water, hydrateren of er een laagje oceanisch sediment mee wordt gevoerd tot een diepte van ongeveer 100 km, dan ontstaat er een waterige vloeistof die door de wig van mantelgesteente heen kan dringen. Hierdoor treedt smelting op en wordt de basis voor een vulkanische eilandenboog gelegd en het moedermagma gevormd, waaruit de gesteenten voor de eilandenboog wordt gevormd. Het magma dat omhoog welt in de Soufriere Hills vulkaan is gesmolten oceanische plaat, gemengd met gesmolten sedimenten die de plaat op zijn weg naar beneden met zich mee heeft gevoerd. Dat magma is eerst aan de oppervlakte van de aardkorst gestold, waardoor zich een opeenstapeling van basalten is gevormd. Naar mate de tijd verstreek ontstond er door de hoge druk en warmte een dikke korst. Tijdens dit proces ontwikkeld zich, in het geval van een vulkanische boog, ook een vulkanisch front in de richting van het prisma dat gevormd is door het oceanisch sediment en het sediment van de breuklijn in het eiland. Hoewel de vulkanische eilandboog zich niet goed heeft kunnen ontwikkelen en er slecht één vulkaan is ontstaan, gaat men er toch van uit dat dit proces heeft gespeeld bij de vorming van de Caribische eilanden. De stoom bestaat voor een deel uit "miljoenen" jaren oud oceaan water en voor een deel uit neerslagwater. Soufriere Hills
Deze vulkaan valt onder de categorie stratovulkanen, dat houdt in dat het bestaat uit verschillende lagen lava, as en sintels. De kegel wordt verder meestal verstevigd door lagen gestolde lava, de zogeheten sills en door verticale gangen die al steunbalken fungeren. De centrale krater wordt vaak groter wanneer de wanden instorten na het wegzakken van het magma. Wanneer magma zich zijwaarts verspreidt door de flanken van een vulkaan, ontstaan er adventief of zijkraters en spleten op de hellingen. In de Soufriere bevond zich een waterreservoir. Toen het magma het waterreservoir bereikte, ontstond er een reusachtige hoeveelheid stoom, zo snel dat er door de stoom een explosie ontstond. Deze explosie lijkt niet op een explosie van bijvoorbeeld van dynamiet. De stoom ontstaat uit water dat door het magma dat verdampt in zeer korte tijd, waardoor er druk ontstaat en het gesteente gaat barsten. Als de druk zo groot is dat de stoom door de oppervlakte breekt, worden stukken uit gesteente uit een kraterpijp geslagen. De uitbarsting duurt uren, omdat er scheuren ontstaan in het oververhitte gesteente waardoor er steeds meer oppervlak komt bloot te liggen en er dus nog meer stoom wordt geproduceerd. De explosie komt het meest overeen met een snelkookpan die barst. Sommige vroegere bevingen waren veroorzaakt magma dat water omzette in stoom zodat de grond begon te schudden en bewegen, maar er sommigen zagen dit als het afblazen van wat stoom en de vulkaan zou wel weer rustig worden naar men dacht. In plaats daarvan kwamen er meer bevingen en de stoomafblazingen werden de orde van de dag. Naar mate de tijd verstreek begon zich een magmahaard (aangegeven met magma dome) te vormen vlak onder het oppervlak van de berg, het leek misschien wel iets op een ballon. Maar hij zou niet knappen maar langzaam inzakken want het oppervlak zou langzaam dunner en dunner worden totdat door eigen gewicht de zaak ineenzakt en het magma naar buiten kan treden. Op 29 maart 1996 zakte het geheel ineen en trad het magma naar buiten met brokken puin, gedeelten uit de kraterpijp, as en puimsteen. Deze vorm van magma wordt pyroklastisch genoemd. Het is met recht gevaarlijk te noemen daar het uitvloeit als water, alleen is de stroomsnelheid sneller. In een tijdsbestek van minuten kwam er 4 tot 5 miljoen kubieke meter lava vrij dat circa 4 vierkante kilometer van de oostzijde van het eiland bedekte. Huizen verbranden en er kwamen 9 mensen bij om. De aswolk (aangegeven met tephra) die vrij kwam op 25 juni bereikte een hoogte van ongeveer 10 km en bedekte het westelijke gedeelte van het eiland inclusief de stad Plymouth. De as koelde in de lucht af, maar had nog een vrij hoge temperatuur toen het de grond bereikte. Bij de uitbarsting van de Vesuvius over Pompeii heeft de as geen tijd gehad om af te koelen. Het was nog zo heet dat mensen die de aswolken over zich heen kregen direct als beelden leven staan door de hitte van het as wat eigenlijk nog vloeibaar was en stolde op hun huid. De as was niet het enige probleem wat Montserrat teisterde. Er ontstonden ook grote modderstromen (aangegeven met lahar, wat Indonesisch is). Doorgaans ontstaan deze stromen alleen in gebieden waar veel sneeuw en ijs ligt. De vulkaan smelt het sneeuw en ijs en de modder die daarbij vrij komt stroomt de berghelling af en neemt alles mee wat het op haar weg tegenkomt. Op Montserrat is alleen geen ijs. Maar de aswolken die ongeveer 10 km in de atmosfeer werden gespuwd bestaan uit allemaal kleine stofdeeltjes. Om deze stofdeeltjes condenseerde het water wat zich in de atmosfeer bevond, met als gevolg dat de modder regende. Mede omdat modder zo zwaar is veroorzaakt het grote schade. Daken van huizen storten in en de wegen worden onbegaanbaar. De invloed van de vulkaan op de omgeving De invloed op het klimaat

Er zijn geen aanwijzingen dat de vulkaan op Montserrat, die al enige tijd actief is, invloed heeft op het wereldklimaat. Tijdens de uitbarstingen die de afgelopen twee jaar met wisselende heftigheid zijn voorgekomen, is volgens de Rijksuniversiteit van Utrecht vulkaanstof tot ongeveer 10 kilometer hoogte en ook wel iets hoger in de atmosfeer gekomen, maar het ging om betrekkelijk kleine hoeveelheden. De activiteit van de vulkaan wordt nauwkeurig in de gaten gehouden, onder andere met behulp van satellieten. Vliegtuigen die daar in de buurt komen worden gewaarschuwd voor vulkaanstof. Vulkanen met zeer krachtige uitbarstingen kunnen een wolk fijn stof en gassen tot zeer grote hoogte, soms meer dan 15 kilometer, in de atmosfeer brengen. Een dergelijke wolk, die voornamelijk bestaat uit zwavelzuur en zwavelverbindingen kan daar enkele jaren blijven bestaan en gedurende die periode van invloed zijn op het weer en het klimaat in de hele wereld. Het vulkaanstof kan zich lang handhaven omdat boven die hoogte in de atmosfeer geen neerslag valt, waarmee het zou kunnen verdwijnen. Bovendien komen daar vrijwel geen verticale luchtbewegingen voor. Wel waaien er winden die het vulkaanstof geleidelijk in horizontale richtingen over de atmosfeer verspreiden, waardoor het na verloop van tijd ook boven onze omgeving terechtkomt. Enkele maanden na de uitbarsting in 1991 van de vulkaan Pinatubo op de Filippijnen bereikte het vulkaanstof ook onze omgeving. Dat vulkanisch materiaal was in ons land te zien aan de rode schemeringsgloed kort voor zonsopkomst en na zonsondergang. Vulkaanstof kan ook een rol spelen in de afbraak van ozon. Wellicht zijn de lage ozonhoeveelheden die in vorige winters boven het noordelijk halfrond zijn gemeten voornamelijk het gevolg van de Pinatubo. Door de stofwolk kan de intensiteit van het zonlicht tijdelijk wat afnemen, waardoor de aarde iets afkoelt. Uit onderzoek naar de gevolgen van een aantal zeer explosieve erupties is gebleken dat de gemiddelde wereldtemperatuur in de eerste jaren na een zeer explosieve vulkaanuitbarsting ongeveer 0,3oC daalde. De normale jaarlijkse variatie van de temperatuur kan echter veel groter zijn dan de geringe temperatuurafname veroorzaakt door een vulkaanuitbarsting. Bovendien zijn de temperatuurvariaties op de wereld het gevolg van een grote verscheidenheid aan processen en kunnen deze van plaats tot plaats sterk verschillen. De invloed van een vulkaanuitbarsting op het klimaat voor een bepaald gebied is daarom moeilijk vast te stellen en nog moeilijker te voorspellen 18 Wanneer barst een vulkaan uit? Een vulkaan ligt boven een diepe haard roodgloeiend vloeibaar gesteente, dat we magma noemen. Door warme gassen ontstaat druk, die het magma naar de oppervlakte stuwt. Het vloeibare gesteente, dat lava word genoemd, smelt een gat door het gesteente boven zich en vloeit naar buiten. Lagen gestolde lava en afgekoelde vulkanische as vormen een kegelvormige berg rondom een centrale kraterpijp, waar de lava door naar buiten stroomt. Lava is vloeibaar gesteente dat uit de aarde ontsnapt. Een borrellende lavazee vult de krater van de vulkaan en fonteinen met roodgloeiende lava spuiten hoog in de lucht. De lava stroomt uit de vulkaan als vuurrivieren langs de hellingen naar beneden. De lava heeft dan een temperatuur van 1100 graden, heet genoeg om staal te laten smelten. Meestal werkt een vulkaan niet voortdurend. Tussen de uitbarstingen door zegt men dat de levende vulkaan sluimert. Als een vulkaan niet meer werkt, noemen we dat een dode vulkaan. 19 Feiten Een van de hoogste, actiefste en meest bekende vulkanen in Europa is de Etna op het Italiaanse eiland Sicilië, 3390 m hoog. Uit de krater borrelt bijna altijd lava op, maar de akkers en dorpen op de lagere hellingen worden vrij zelden door de hete lavastromen bedreigd. Na uitbarstingen dalen af en toe asregens neer het op naburige stadje Catania. De grootste en meest verwoestende uitbarsting vond plaats in Tambori, Indonesië. Deze vulkaan barste in 1815 uit, en kostte ruim 90.000 mensen het leven. 20 Vulkanologie Vulkanologie is de wetenschappelijke studie van magma en vulkanen. Vulkanologen proberen erachter te komen hoe de aarde in elkaar zit. Hiermee sparen ze levens en proberen ze de vulkaanuitbarstingen in goede banen te leiden. Dit doen ze door een stel voortekenen te meten. Vaak is er namelijk een toegenomen seismische activiteit in het gebied van de vulkaan. In normaal Nederlands: er zijn kleine aardbevingen en trillingen. Er komen steeds meer gassen uit de krater en uit zijspleten, fumorales en scheuren. Ze stinken vaak verschrikkelijk naar zwavel, vergelijkbaar met rotte eieren. Ook komt er gerommel voor terwijl het magma omhoog komt binnen in de berg. Wat nog wel boeiend is om te vertellen is dat uit veel delen van de wereld gerapporteerd wordt dar door de trillingen van de aarde en verhoging van de grondtemperatuur die voorafgaan aan een uitbarsting, slangen uit hun spleten en gangen tevoorschijn komen. Een ander teken is onder andere dat er een rookpijn opstijgt uit de top. De meeste mensen die een vulkaan van dichtbij meegemaakt hebben kunnen, dit niet meer navertellen… 21 Wist u dat… De uitbarsting op het eiland Thira in ongeveer 1550 voor Christus is wellicht de aanleiding voor de legenden over Atlantis, een beschaafd land dat verloren ging in de golven van de oceaan… Het meest vulkanische land op aarde is Indonesië, een land dat bestaat uit circa 13000 bergachtige eilanden. Hierop bevinden zich meer dan 400 vulkanen, waarvan er nog ongeveer 130 actief zijn. 42 daarvan zijn gevaarlijk genoeg om voortdurend in de gaten gehouden te worden… De hoogste actieve vulkaan, Ojos del Salado in het Andesgebergte dat Chili en Argentinië begrenst, ligt 6887 m boven de zeespiegel!! De Griekse filosoof Empedocles, die leefde ca. 500 v. Chr., woonde op Sicilië. Volgens de overlevering heeft hij verklaard plotseling van deze wereld te willen verdwijnen, zodat zijn aanhangers zouden denken dat hij een god was. Daarom sprong hij in de krater van Etna. Maar de vulkaan wierp een van zijn sandalen terug, en bewees daarmee dat hij was gestorven als een gewoon sterfelijk wezen… Toen Mont Pelee op het eiland Martinique in 1902 tot uitbarsting kwam, zat de 25-jarige Auguste Ciparis in de gevangenis. Hij was een van de slechts 2 personen die in de stad St. Pierre in leven bleven. De reden? Zijn cel had ha hele dikke muren en het heel kleine luchtgat was van de berg afgekeerd. Later werd hij beroemd en toerde hij door de VS als circusattractie!! In 1943 waren de dorpelingen van San Juan Parangaricutiro getuige van de geboorte van een nieuwe vulkaan op hun velden. Deze vulkaan werd Paricut'n genoemd. Het eerste jaar werd hij 300m hoog. Vervolgens bedolf hij het dorp… In het prachtige jaar 1986 rolde een onzichtbare wolk giftig gas uit Nios, een kratermeer in het West-Afrikaanse land Kameroen. Door dit op zich lullige wolkje vonden meer dan 1500 mensen de dood… De meest noordelijke actieve vulkaan is Beeren Berg, op het eiland Jan Mayen in de Noordelijke IJszee De meest zuidelijke is de uiterst indrukwekkende Mount Erebus, die boven de ijzige wateren van Antarctica uittorent. Elke 30 seconden vindt er op Aarde een aardbeving plaats. Dit zijn niet altijd hele heftige. Soms zijn het zulke kleine dat alleen speciale apparaten ze opmerken. Jammer genoeg blijft het niet altijd bij onschuldige aardbevingen. Er zijn ook wel eens aardbevingen waarbij veel gewonden en soms veel doden vallen. Dat komt door platen. Diep onder de aardkorst liggen die grote drijvende steenplaten. Op plaatsen waar die drijvende platen elkaar raken ontstaat een uitbarsting. Een voorbeeld is de Vesuvius. In het jaar 79 barstte in Italië de vulkaan Vesuvius uit. De Romeinse stad Pompeï en haar bevolking werd onder een dikke laag hete as bedolven. De hele stad werd vernietigd! De laatste uitbarsting van de Vesuvius was een veel lichtere, die uitbarstte in 1944, maar er kan ieder moment weer een uitbarsting komen. 22 De 20e eeuw en vulkanen. Recente vulkaanuitbarsting

De hoogste vulkaan in Europa heet de Etna. De Etna ligt op Sicilië. Hij is wel 3390 meter hoog. De uitbarstingen van de Etna zijn altijd erg sterk. In 1669 zorgde deze vulkaan nog voor 20.000 doden. Over het algemeen is deze vulkaan altijd actief, maar dan borrelt hij alleen maar. Echte uitbarstingen komen niet vaak voor bij deze vulkaan. Toch staat hij onder het hoofdstukje “recente vulkaanuitbarsting”. Dat betekent dat hij niet lang geleden nog is uitgebarsten. Afgelopen 30 oktober is hij namelijk nog uitgebarsten. Daarbij vielen (dat bij ons bekent is) geen doden of gewonden. Hieronder schrijven wij een stukje over deze vulkaan, wat in de krant stond: De spectaculaire en onverwachte erupties van Europa’s actiefste vulkaan, de Etna, geven Sicilië-bij-nacht een mooi beeld. De lucht kleurt daar sinds zaterdag weer goudrood toen de vulkaan de gloeiende lava begon uit te braken
Om rampen zoals deze te voorkomen of in ieder geval veilig doorstaan is er onderzoek naar de werking van vulkanen. 23 Onderzoek naar de vulkanen Vulkanologen onderzoeken vulkanen. Zij houden ze constant in de gaten. Dat doen zo o.a omdat vulkanen veel schade aan kunnen richten. Zoals de lava, de asregen, de gaswolken, de rotsblokken, de puinlawines, de modderstromen en de puinlawines. Maar ze natuurlijk ook mensen levens kunnen kosten. In de buurt van vulkanen wonen altijd veel mensen omdat de grond daar heel erg vruchtbaar is, als de vulkaan er dan uitbarst zijn er veel mensen dood. De vulkanologen moeten op tijd zien wanneer de vulkaan uitbarst zodat de mensen geëvacueerd kunnen worden. Ze houden vulkanen constant in de gaten met verschillende apparaten. Eén daarvan is de seismograaf. Daarmee kunnen ze de aardschokken meten. Dat komt door de magma. Hoe dichter het magma bij het aardoppervlak is hoe meer en hoe hardere schokken er komen. Ook zijn er satellieten. Daarmee kun je veranderingen in het aardbodem in de gaten houden. Veel vulkanen liggen er in arme landen. In zulke landen is er niet genoeg om goede apparatuur te kopen en mensen in dienst te nemen. Rampen in de 20e eeuw
Jaar Plaats Doden
1902 Mont Pelée 34.000
1906 Vesuvius, Italië 700
1951 Mt Lamington, Papua Nieuw-Guinea 3.000
1980 Mt St Helens, Verenigde staten 57
1985 Nevada del Ruiz, Colombia 34.000
1991 Mt Unzen, Japan 41
1991 Mt Pinatubu, Filippijnen 400
Historische uitbarstingen
Jaar Plaats Gevolgen
1450 voor Christus Santorini, Griekenland Verwoest
79 na Christus Vesuvius, Italië 20.000 doden
1669 Etna, Sicilië 20.000 doden
1586 Kelud, Java 10.000 doden
1792 Unzen, Japan 15.000 doden
1815 Tambori, Indonesië 90.000 doden

1883 Krakatau, Indonesië 36.000doden 24 Nawoord Ik heb heel veel geleerd over vulkanen door dit werkstuk te maken. Ik ben heel veel nieuwe dingen te weten gekomen over vulkanen. Er waren nog heel veel dingen die ik niet wist over vulkanen en die ik nu wel weet door dit werkstuk. Ik ben er achter gekomen dat een vulkaan heel krachtig is en dat veel mensen er bang voor zijn en er tegenop kijken. 25 Bronvermelding 1 www.vulkanen.nl
2 http://mediatheek.thinkquest.nl/~ll125/nl/volcano_nl.htm
3 http://home.wanadoo.nl/jeroen-anja/ 4 http://members.lycos.nl/vulkaan/vulkaan1.html
5 http://www.spreekbeurten.info/vulkanen.html
6 het boek: vulkanen

REACTIES

I.

I.

heel knap en veel hoofdstukken! ik heb mij werkstuk ook over vulkanen en heb nu alles gekopieerd !!!:P

13 jaar geleden

D.

D.

goed gedaan

11 jaar geleden

E.

E.

dankje wel voor de informatie zoek naar een goed onderwerp voor mijn werkstuk heb hem nu gevonde en ikkuh waarom kopieer je alles kan je het zelf niet ofzo.

6 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.