Polio

Beoordeling 7
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 4e klas havo | 1843 woorden
  • 5 juli 2004
  • 113 keer beoordeeld
Cijfer 7
113 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Hoofdstuk 4; Wat doe je aan polio?

Alle ouders en verzorgers in Nederland krijgen voor hun baby een oproep als ze twee maand zijn voor de DKTP-inentingen. Deze inentingen bevatten onder meer een vaccin tegen het poliovirus. Als het kind alle inentingen krijgt, is het 100% beschermd tegen polio.

Tijdens een Polio-epidemie kunnen kinderen en volwassenen alsnog ingeënt worden.
Er is geen reguliere behandeling voor polio. Als de ziekte eenmaal uitgebroken is kan geen enkel antibioticum de ziekte beïnvloeden.
Toch lijkt een behandeling met magnesiumchloride wel te werken, zodra het maar op tijd wordt toegepast. Goed onderzoek met magnesiumchloride heeft echter nooit plaats gevonden.
Hoe goed homeopathische behandeling van polio is, is moeilijk in te schatten, omdat het onmogelijk is om tegenwoordig voldoende ervaring op te doen met de behandeling van deze ziekte.
Ziekenhuisopname, bedrust en fysiotherapie zijn de voornaamste dingen die complicaties zullen voorkomen.
Hoofdstuk 1; Wat is polio en hoe ontstaat het?

Polio wordt veroorzaakt door een virus, waarvan er 3 typen bekend zijn. De aandoening wordt door speekseldruppeltjes, door ontlasting of met uitwerpselen besmet voedsel of door besmet water overgedragen. Door slechte hygiëne kan het virus van de ene mens op de andere worden overgebracht. Het virus ontwikkelt zich in de keel en darmen. Polio kan geheel zonder ernstige verschijnselen verlopen en alleen maar diarree als klacht hebben. Maar bij minder dan 1% van de besmette mensen dringt het virus in het ruggenmerg door en ontstaat er gevoelsverlies en verlammingen. In dit geval raken meestal de benen (deels) verlamd. In zeldzame gevallen kunnen ook de ademhalingsspieren aangedaan worden en moet iemand levenslang beademd worden. In deze ernstige gevallen zal de ziekte na elke dagen na het verkrijgen plotseling verergeren. De patiënt kan plotseling last krijgen van braken, hoofdpijn en spierpijn. De ziekte komt tevens vaker voor bij kinderen waarvan de keelamandelen verwijderd zijn. De klinische diagnose wordt bevestigd in het laboratorium. Deze diagnostiek berust vooral op de isolatie van het virus en op het aantonen van specifieke IgM-antistoffen.

Hoofdstuk 2; Wat is de geschiedenis van polio?

Poliomyelitis, de originele Latijnse naam van polio, is een oude bekende Egyptische ziekte. In West-Europa zijn epidemieën van polio pas aan het eind van de 19e eeuw voorgekomen. De infectieziekte polio werd in 1908 door Landstiener en Popper aangetoond door de ziekte over te brengen op apen. Salk et al. vonden in 1953 dat de mens met een bepaald middel tegen polio gevaccineerd kon worden. Kort daarna ontwikkelden Sabin, Koprowski en Melnick et al. een vaccin met levend virus dat verzwakt was. In Nederland heeft de Rijksoverheid sinds 1957 kinderen gevaccineerd die vanaf 1950 geboren waren, waardoor de ziekte bijna helemaal is verdwenen in Nederland. Er waren nog een paar poliogevallen in ons land doordat mensen vanuit andere landen naar ons land kwamen. Er ontstonden daardoor in 1978 en in 1992-1993 kleine epidemieën van polio in bevolkingsgroepen die om religieuze redenen niet wilden vaccineren. Over het algemeen is de reden hiervoor, dat vele religieuze mensen vinden dat bijv. alleen God over dergelijke zaken als vaccinatie en ziekte mag beslissen.

Hoofdstuk 3; Hoe vaak komt polio voor?

Door vaccinatieprogramma’s komt polio tegenwoordig nog in een beperkt aantal landen voor. Op het westelijk halfrond kwam polio het laatst voor in Peru. Over het algemeen komt het praktisch niet meer voor in Australië, Japan, West Europa, Noord-Afrika, het Arabische schiereiland, Zuid-Afrika, het Verre Oosten en de Pacific. De grootste kans om polio te krijgen, zijn de kinderen in India en in West en Centraal-Afrika. In de Verenigde Staten zijn de polio gevallen gedaald tot 8, 10 gevallen per jaar.

In Nederland komt polio zeer zelden voor, omdat het merendeel van de kinderen vanaf 2 maanden de Dktp-prikken krijgt op het consultatiebureau. Ongeveer 4% van de bevolking is niet tegen polio gevaccineerd, 11% daarvan wil niet om religieuze redenen.
De laatste epidemie dateert van 1992 toen 18 mensen, die niet of niet volledig waren ingeënt, de ziekte kregen. zie o.a.: bijlage 1,2,3
Hoofdstuk 5; De symptomen van polio.

De kenmerken van de ziekte zijn:
De eerste twee a drie dagen heeft men griep, koorts, neusverkoudheid,
gewrichtspijnen, hangerig en moe zijn.
Daarna volgen 2 a 3 dagen geen klachten meer.
Na die twee a drie dagen krijgt men weer dezelfde klachten ( denk aan: griep,
koorts, neusverkoudheid en gewrichtspijnen). Dit duurt ongeveer 2 dagen.
Na die 2 dagen krijgt men plotselinge spierverlammingen.
zie o.a. bijlage 4, 8

Hoofdstuk 6; Zijn er factoren die polio verergeren?

De factoren die polio verergeren zijn:
-Leeftijd, hoe ouder het kind, hoe meer er kans is op verlamming en complicaties.
-Het geslacht, voor de puberteit komt verlamming vaker bij jongens voor.
-Zwangerschap, het is ernstiger bij zwangere vrouwen omdat zijn tijdens hun
zwangerschap erger blootgesteld staan voor infectieziekten. Dat komt doordat ze in
hun laatste drie maanden van hun zwangerschap niet meer immuun zijn voor de
ziekte.
-Hevige inspanning, door vermoeidheid ervan kan het zijn dat het
immuniteitssysteem niet meer goed werkt.
zie o.a. bijlage 1

Hoofdstuk 7; Wat moet je doen als je denkt dat iemand polio heeft?

Als je denkt dat iemand polio heeft , moet je dit doen:
-Zorgen dat de familie van de mogelijke patiënt ervan op de hoogte is.
-Extra opletten of omstanders ook symptomen van polio vertonen. Dus kijken of de mogelijke patiënt ook de ziekt e heeft overgedragen.
-Zorgen dat je informatie krijgt over (betere) hygiëne.
-Kijken of bijv. familieleden nog wel immuun zijn voor de ziekte en bij onzekerheid opnieuw vaccineren.
-Gegevens verzamelen, zoals: namen, adressen, telefoonnummers. Zo kun je de mogelijke bron vinden.
-Proberen te overleggen met een regionale groep hoe ze de hygiëne voorschriften gaan aanpakken, scholen bijv.
-Als de patiënt nog op school zit informeert de GGD de leiding van de school met het advies risicopersonen te vertellen dat ze gevaar lopen en ze te laten vaccineerden.
-Mensen op de hoogte stellen dat ze (door hun beroep) met een mogelijke poliopatiënt te maken hebben en dat die mensen maatregelen moeten treffen (o.a.ambulance-en thuiszorgpersoneel).
-Bij ziekenhuisopname van een mogelijk polio patiënt zo nodig het immuunsysteem van het personeel dat de patiënt verzorgd controleren.
zie o.a. bijlage 1

Hoofdstuk 8; Wat is de dktp-prik?

Tegen een aantal infectieziekten kan kinderen beschermen door
vaccinatie(inenting). In Nederland laten bijna alle ouders hun kinderen inenten.
Dankzij deze inentingen komen op grote schaal bepaalde ziekten niet meer voor in
Nederland. Nederland kent een zogeheten Rijksvaccinatieprogramma, dit
programma bestaat uit een aantal prikken, waaronder de dktp-prik. Het doel van het
Rijksvaccinatieprogramma is dat alle kinderen op hun 12e zo volledig mogelijk te
hebben beschermd tegen de meest voorkomende kinderziekten.

De dktp-prik bevat bescherming tegen vier van deze meest voorkomende kinderziekten. Namelijk:
-Difterie, een bacterie die via hoesten word overgebracht. Op slijmvliezen van de keel ontstaan vliezen waardoor ademen moeilijk wordt .De ziekte kan dodelijk zijn.
-Kinkhoest, een bacterie die via hoesten word overgebracht, veroorzaakt uitputtende hoestbuien. De ziekte kan dodelijk zijn.
-Tetanus, een bacterie komt bij verwonding in het lichaam. De geproduceerde gifstof veroorzaakt spierkrampen en tast ademhalingsspieren aan. De ziekte is vaak dodelijk.
-Polio, dit spreekt voor zich, na het gelezen hebben van dit werkstuk.
Hoofdstuk 9; Wat doet de GGD?

De GGD wordt vaak genoemd in dit hoofdstuk, dus ook hierover de nodige informatie.
De GGD Nederland is een landelijke organisatie van alle gemeentelijke en gewestelijke gezondheidsdiensten in Nederland. Hun doel is bevordering en bewaking van de gezondheid van de hele bevolking en vervullen een belangrijke rol in de uitvoering van preventieve gezondheidszorg, zoals bijv. het vaccineren. De leden, de GGD’en zijn volledig zelfstandige organisaties die regionaal opereren.
Zie o.a. bijlage 10.

Conclusie

In hoofdstuk 1 hebben we geleerd dat polio veroorzaakt word door een virus. Door slechte hygiëne kan het virus van de ene mens op de andere worden overgebracht.
Polio kan zonder ernstige verschijnselen verlopen, maar kan zorgen voor spierverlammingen zorgen.

In hoofdstuk 2 kwamen we erachter dat het een ziekte is die al lang voorkwam. Dat het een infectieziekte was, werd in 1908 aangetoond. Sinds 1957 worden in Nederland kinderen gevaccineerd. Hierdoor verdween de ziekte bijna helemaal. In 1978 en in 1992-1993 ontstonden kleine epidemieën door bevolkingsgroepen die om religieuze redenen niet wilden vaccineren.
In hoofdstuk 3 leerden we dat door vaccinatieprogramma’s polio nog weinig voorkomt. In India en Afrika is de kans het grootst om polio op te lopen. In Nederland komt polio nauwelijks meer voor. Uitzonderingen komen voor door bezwaren hebben tegen vaccineren.
In hoofdstuk 4 leerden we dat vaccineren de belangrijkste voorzorgmaatregel is. Er is geen reguliere behandeling voor polio. Ziekenhuisopname, bedrust en fysiotherapie zijn de voornaamste dingen die complicaties voorkomen.
In hoofdstuk 5 leerden we over symptomen van polio. De eerste paar dagen waren dit: griep, koorts, neusverkoudheid, gewrichtspijnen, hangerig en moe. Hierop volgen een paar dagen zonder klachten.Na die paar dagen komen dezelfde klachten weer terug. Weer een paar dagen hierna krijgt men plotselinge spierverlammingen.
In hoofdstuk 6 leerden we dat er factoren waren die polio verergerden, onder andere: leeftijd, geslacht, zwangerschap, en hevige inspanning.
In hoofdstuk 7 leerden we dat het voornaamste is, dat iedereen op de hoogte moet zijn van de mogelijke poliopatiënt. Zodat in alle situaties hier rekening mee gehouden word, in verband met besmetting.
In hoofdstuk 8 leerden we dat de dktp-prik ons beschermd door 4 van de meest voorkomende kinderziekten, namelijk, difterie,kinkhoest, tetanus en polio.
In hoofdstuk 9 leerden we dat de GGD een landelijke organisatie is, die zich inzet voor de volksgezondheid in allerlei opzichten, waaronder vaccineren.
Al deze antwoorden samen vatten dus het antwoord op onze hoofdvraag samen, wat polio nu eigenlijk inhoudt.
Bronvermelding

Voor ons werkstuk hebben wij alleen gebruik gemaakt van het internet. In boeken die we vonden, stond voor ons geen bruikbare informatie. De site’s die ons geholpen hebben aan informatie zijn:

www.infectieziekten.info
www. ggd.net
www.gezondheidsplein.nl
www.ggdfryslan.nl
www.tinussmits.com
www.cnh.nl
www.volkskrant.nl
Onze plaatjes hebben wij gekregen door gebruik te maken van www.google.nl,
vervolgens naar afbeeldingen te gaan en dan trefwoorden in te typen als: polio en vaccinatie.
Inleiding

We hebben het onderwerp ‘polio’ gekozen omdat we de opdracht hadden gekregen een origineel onderwerp te nemen. We hebben lang getwijfeld en uiteindelijk gekozen voor polio om dat we eigenlijk niet wisten wat het inhield en omdat verder niemand dit onderwerp had gekozen. Toen eenmaal het onderwerp vaststond, zijn wij over het onderwerp gaan nadenken. Onze hoofdvraag werd, wat polio nu eigenlijk inhield. We hebben geprobeerd de deelvragen simpel te formuleren, zodat de antwoorden goed en duidelijk uitgelegd konden worden met de toch weinige informatie die we over dit onderwerp hadden gevonden. We kwamen op de volgende deelvragen:
- Wat is polio en hoe ontstaat het?
- Wat is de geschiedenis van polio?
- Wat doe je aan polio?
- Wat zijn de symptonen van polio?
- Zijn er factoren die polio verergeren?
- Wat moet je doen als je denkt dat iemand polio heeft?
Toen we de gevonden informatie aan het doorlezen waren om de vragen te kunnen beantwoorden, kwamen we vaak de begrippen dktp-prik en ggd tegen. We besloten ook op deze onderwerpen in te gaan, en kwamen op de volgende twee vragen:
- Wat is de dktp-prik?
- Wat doet de ggd?

REACTIES

L.

L.

In de inleiding staat dat polio het gevoel aantast. Dat is pertinent niet waar. Polio tast de motorische voorhoorncellen aan in het ruggemerg NIET de sensibele voorhoorncellen. Het gevoel is dus altijd in takt. Is dat bij een patient niet het geval dan is het geen polio.
Voor mensen die polio gehad hebben is dit een zeer belangrijk feit. Enerzijds omdat zij niet incontinent worden. Anderzijds omdat men zeer gevoelig wordt voor koude.
Ik kan het weten. Ik heb als baby polio gehad een zeer ernstige vorm.

15 jaar geleden

P.

P.

kijk uit voor pps, dit is een ziekte die je na polio kunt krijgen, vandaar de naam postpoliosyndroom. Als je op deze link klikt http://nl.m.wikipedia.org/wiki/Postpoliosyndroom vind je de verschijnselen en meer informatie van pps, ik hoop dat je er niet mee te maken krijgt...

10 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.