Inleiding
Wij hebben gekozen om het werkstuk te maken over meteorieten en kometen, want het zijn mooie dingen en ze zijn vooral mooi om te zien. Wij wouden daar wel meer over weten en kwamen dus op het idee om het maar hier over te doen. Over meteorieten alleen konden we niet zoveel informatie vinden dus hebben we het onderwerp kometen er ook bijgedaan. Onze onderzoeksvragen zijn: 1 Wat zijn meteorieten en kometen nou precies? 2 Wat gebeurt er als er een meteoriet inslaat? 3 Zijn er bekende kometen die om de aarde heendraaien of ingeslagen zijn? Op hoofdvraag 1 zijn we dus gaan uitleggen wat ze zijn, hoe ze eruit zien en wat de staarten zijn. Op hoofdvraag 2 vertellen we hoe ze ontstaan en wat ze aanrichten, en op hoofdvraag 3 hebben we het voorbeeld van de komeet van Hally gebruikt. Dat is de bekendste komeet en we hadden er al vaag wat over gelezen en gehoord. En we hebben ook wat informatie opgezocht over diegene die de komeet heeft ontdekt.
1 Meteorieten en Kometen
1.1 Kometen
Vroeger waren veel mensen bang voor kometen. De sterrenhemel werd gezien als goed en ordelijk ('kosmos'), in tegenstelling tot de 'chaos' op aarde: de bewegingen van zon, maan en planeten waren goed en perfect. Maar kometen hielden zich niet aan deze regel. Die doken plotseling op aan de hemel en vertoonden soms een lange staart. In een tijd waarin veel mensen geloofden in astrologie, kon zo'n komeet alleen maar een grote ramp voorspellen. Het Engelse woord 'disaster' voor ramp, betekent zelfs letterlijk slechte (dis) ster (aster). Kometen kunnen aan de hemel een grote omvang krijgen, maar ze zijn eigenlijk maar klein. De kern van een komeet is meestal niet groter dan 10 à 20 kilometer en bestaat uit een mengsel van steen en ijs. Ze noemen de kern van de komeet dan ook wel een 'vuile sneeuwbal'. Kometen bewegen in langgerekte banen rond de zon. Komen ze in de buurt van de zon, dan begint het ijs te verdampen en spuiten gas en stof vanaf het oppervlak de ruimte in. Een komeet heeft een massieve kern. De wazige bol die wij zien is de coma, een wolk van gas en stof rond de kern. In de buurt van de Zon ‘blaast’ de zonnewind een deel van de coma naar achteren, zodat er een staart ontstaat. Die staart kan een lengte bereiken van vele miljoenen kilometers.
Veel kometen bewegen in zulke langgerekte banen dat wij ze nooit meer zullen terugzien, maar andere doen er veel korter over. Er zijn veel 'kortperiodieke' kometen bekend die maar enkele jaren tot tientallen jaren nodig hebben om rond de zon te draaien. Veel van deze kometen zijn al zo vaak langs de zon gekomen, dat de meeste vluchtige stoffen zijn verdampt en er geen grote staarten meer gevormd worden.
1.2 Meteorieten
Voordat we beginnen over dit onderwerp, moeten we eerst 2 dingen onderscheiden, namelijk meteoor en meteoriet. Meteoor is de wetenschappelijke benaming voor het verschijnsel "vallende ster", het enkele seconden durende lichtverschijnsel wat je op een heldere nacht regelmatig langs de hemel kunt zien schieten. Meteoriet is de wetenschappelijke benaming voor de brokjes steen of ijzer uit de ruimte, welke soms op het aardoppervlak inslaan. De term meteoriet behoort dus bij datgene wat we soms op aarde terugvinden, en niet bij dat wat we aan de hemel zien.
Er zijn verschillende soorten meteorieten, namelijk: IJzeren: Deze bestaat voornamelijk uit ijzer en nikkel. Steenijzeren: Dit is een mengeling van ijzer- en steenmateriaal. Chondrieten: De meeste meteorieten vallen hieronder. De samenstelling is vergelijkbaar met de korst en mantel van de aardse planeten: Mercurius, Venus, aarde en Mars. Koolstofhoudende Chondrieten: Zie Achondrieten, alleen deze bevatten ook koolstof. Achondrieten: Deze lijken op het aardse basalt, de meteorieten van de Maan en Mars zijn Achondrieten.
Meteorieten komen van buiten de aarde. Het zijn kleine brokstukjes van planetoiden (in het Engels: "asteroids") die net als de planeten in banen rond onze zon draaien. De meeste planetoiden bewegen in licht elliptische banen gelegen tussen die van de planeten Mars en Jupiter en komen nooit dicht in de buurt van de aarde. Er zijn echter ook twee klassen planetoiden, de Apollo en Aten planetoiden, die sterk elliptische banen hebben, en daardoor wel dicht in de buurt van de aarde kunnen komen. Een botsing met een grote planetoide heel zeldzaam. Met kleine brokstukjes planetoide, brokken van enkele centimeters tot enkele meters, waarvan er veel meer zijn dan van de grotere planetoiden, gebeurt dat echter veel vaker: zelfs dagelijks. Het resultaat van zo’n botsing kan een meteoriet zijn.
Wij kunnen de meteoroïden dan zien als zij door de dampkring vallen. De valsnelheid varieert van 15 tot 70 km/sec. Als gevolg van de wrijving met de lucht wordt een deel van de snelheid omgezet in warmte. De meteoroïde gloeit op en we zien dit als een lichtverschijnsel dat een meteoor of een "vallende ster" genoemd wordt. Door het opwekken van wrijvingswarmte kan de meteoroïde geheel verdampen en verdwijnen bij zijn val door de atmosfeer. Bij een onvolledige verdamping kunnen de resten van meteoroïden ook neervallen op de aarde. Resten van neergevallen meteoroïden worden meteorieten genoemd. De grootte van de meteorieten die neervallen kan variëren van stofgrootte tot lichamen met een diameter van enkele kilometers. Meteorieten geven informatie over de samenstelling van de planeten, en dus ook van de Aarde, in ons zonnestelsel.
1.3 Verschillen Er zijn vrij weinig verschillen tussen deze meteorieten en kometen. Ten eerste zijn meteorieten kleiner dan kometen. Ook hebben meteorieten een vaste korst, kometen bestaan uit een samenklontering van bevroren gassen en ijs met stof. Het derde belangrijke verschil is dat meteorieten veel talrijker zijn en zich vaak in groepjes bewegen, kometen niet.
(Kometenbaan; de baan van een komeet om de zon. Ook is de baan van de staart van de komeet hier goed te zien.)
2 Inslagen op aarde
2.1 Kraters
Als een meteoriet, een komeet of een asteroïde het oppervlak van een planeet, b.v. de aarde, raakt ontstaat (afhankelijk van de grootte en de snelheid van het lichaam) een inslag krater. De energie die vrijkomt bij een inslag is enorm. Berekeningen hebben aangetoond dat bij de inslag van een meteoriet met een diameter van 30 m. en een snelheid van 15 km/s. energie vrijkomt die vergelijkbaar is met de explosie van ± 4 miljoen ton TNT. Er zou dan een inslag krater kunnen ontstaan met een diameter van ± 1 km. en een diepte van ± 200m!
Het werkstuk gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
D.
D.
Thxx hier Kom Ik Verder Mee!
9 jaar geleden
Antwoorden