Eindexamens 2025

Wij helpen je er doorheen ›

Leukemie

Beoordeling 6
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 4e klas havo | 1999 woorden
  • 25 september 2003
  • 55 keer beoordeeld
Cijfer 6
55 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
ADVERTENTIE
Inspiratie nodig voor je profielwerkstuk?

Ben jij op zoek naar een onderwerp voor je profielwerkstuk, maar weet je niet waar te beginnen? Bij de Universiteit Twente vind je volop inspiratie. Van organen op chips tot fast fashion tot het programmeren van een robot – er is altijd wel een onderwerp dat bij jouw interesses past.

Lees meer!
Inleiding:

Ik heb van Mnr. Veenema de opdracht gekregen een verslag te maken over een bepaalde ziekte. Ik heb gekozen voor leukemie. Ik heb deze keuze gemaakt omdat mijn opa ook aan deze ziekte heeft geleden en er uiteindelijk is overleden. Mede daarom is mijn interesse in deze ziekte erg groot.

Inhoudsopgave:

Pagina 1: Inleiding en Inhoudsopgave
Pagina 2: Ontstaan en verspreiding
Pagina 3: Erfelijkheid
Pagina 4: Hoe herken je leukemie
Pagina 5,6: Hoe wordt leukemie behandeld
Pagina 7: Bijwerkingen
Pagina 8: Verschillende soorten leukemie
Pagina 9: Nawoord en Bronnenlijst

Ontstaan en verspreiding:

Bloedcellen delen zich in het beenmerg, groeien langzaam en leren hun taak goed voordat ze in het bloed komen.
Deze cellen die nog moeten leren en nog niet klaar zijn voor hun taak worden blasten of onrijpe cellen genoemd.
Als nu deze onrijpe cellen zich niet langzaam en netjes delen maar heel erg snel en vreemd, dan zijn er erg snel heel veel cellen en zij hebben niet de tijd gehad om hun taak goed te leren. Spoedig zijn die vreemde cellen met zoveel dat ze de andere, de goede bloedcellen, gaan verdringen. Ze verspreiden zich in het hele beenmerg en als er zoveel zijn dat er niet meer bij kunnen, dringen ze zich in je bloed zonder dat ze iets geleerd hebben. Met het bloed komen ze in je hele lichaam. Daar staan ze dan een beetje te “niksen” en storen de goede cellen in hun werk. Deze rare cellen, die niets doen en andere van hun werk houden, zijn leukemiecellen. Wanneer je van de onrijpe cellen veel te veel hebt, dat heb je leukemie. Wij noemen ze dan indringers.
De indringers doen zelf niets ergs maar ze staan overal in de weg. Stel je eens voor dat er op een dag een wit konijntje bij je thuis naar binnen huppelt. Één konijntje doet niets in je huis en stoort jou helemaal niet. De volgende dag komen twee witte konijntjes je huis binnen, de dag erna vier, de dag daarna acht totdat er zoveel zijn dat je er telkens over valt. Dan word het moeilijk. De konijntjes doen niets ergs in je huis, maar je kunt niets meer doen, omdat al die konijntjes je overal in de weg zitten. Zo gaat het ook met al die onrijpe cellen in je lichaam.

ERFELIJKHEID:

Dat is nu de belangrijkste vraag. Waarom gaan die onrijpe cellen zich zo heel snel en vreemd vermeerderen. In vele landen proberen de dokters daar achter te komen, maar nog steeds weet niemand het.
We weten wel waardoor het zeker niet komt en dat is ook er belangrijk.
Leukemie is geen erfelijke ziekte; kinderen van leukemie patiënten hebben dus niet meer kans om ook leukemie te krijgen.
Je kan iemand niet aansteken als je leukemie hebt. Je kan het niet aan iemand anders geven zoals bij griep of als je verkouden bent.
Soms vragen je ouders zich af of ze je wel altijd voldoende en goed te eten hebben gegeven, of dat ze wel op tijd met je naar de dokter zijn gegaan en nog vele andere dingen. Zulke vragen hebben niets met leukemie te maken.
In ieder geval is het voor iedereen belangrijk dat je er niets aan kan doen als je leukemie hebt. Niemand heeft iets vergeten of niet gedaan en niemand had het kunnen verhinderen.

HOE HERKEN JE LEUKEMIE:

Waaraan merk je eigenlijk dat je ziek bent? Je voelt je niet prettig of alles doet zeer. Dat komt omdat ergens in je lichaam iets niet goed is. Dat merken ook andere organen die niets hebben. Als je ziek bent en je wordt maar niet beter, ga je naar de dokter. De dokter wil precies weten wat je voelt; daarom vraagt hij jou en je ouders wat de klachten zijn.

De klachten die door leukemie veroorzaakt worden kunnen heel erg van elkaar verschillen.
(Je kunt last hebben van een of vaak meerdere klachten hieronder)
o Je bent altijd moe
o Je hebt heftige koortsaanvallen, bent ineens verkouden of hebt ontstekingen
o Je krijgt heel vlug blauwe plekken
o Je botten doen zeer
o Spontane bloedingen
Maar onthoudt dat zulke klachten ook door andere ziekten veroorzaakt kunnen worden. Veel kinderen kunnen ineens koorts hebben, verkouden zijn of blauwe plekken hebben; dat wil niet zeggen dat je leukemie hebben.
Als jij alle klachten aan de dokter hebt verteld, dan gaat de dokter je onderzoeken. Naast deze klachten kunnen er ook nog andere kenmerken zijn die op een ziekte wijzen (symptomen genaamd)
Symptomen voor leukemie zijn bijvoorbeeld: koorts, witte huid en bleke lippen, veel blauwe plekken, veel kleine blauwe stippen, opgezette lymfeklieren (wegversperringen, een grote lever of een grote milt).
Dit kunnen echter ook allemaal symptomen zijn die op een andere ziekte wijzen en niets met leukemie te maken hebben. Daarom is het voor dokters ook zo moeilijk om leukemie te herkennen. Om geen vergissingen te maken, onderzoekt de dokter je nog verder in het ziekenhuis. Hij onderzoekt je bloed. Hij laat een bloedbeeld maken om te kijken of je misschien te veel of te weinig van je verschillende bloedcellen hebt. En omdat de onrijpe cellen in je beenmerg groeien, laat hij ook je beenmerg onderzoeken.
Daarvoor moet hij een heel klein beetje beenmerg uit het binnenste, het zachte, gedeelte van je bot halen. Dit doet hij met een kleine naald en dit noemt de dokter puncteren. Hij telt de verschillende bloedcellen en kijkt hoeveel onrijpe cellen erin zitten.
HOE WORDT LEUKEMIE BEHANDELD:

Ongeveer 25 jaar geleden konden de artsen niet veel doen. Bijna alle mensen die leukemie kregen, gingen dood. In de afgelopen 25 jaar hebben artsen en onderzoekers een heleboel medicijnen uitgevonden die tegen leukemie helpen.
De onrijpe cellen delen zich elke keer weer in een snel tempo en verhinderen de goede bloedcellen hun werk te doen. Daarom moeten eerst alle indringers vernietigd worden. Dan kunnen de gezonde bloedcellen zich weer gewoon delen en hun werk doen. Een deling is heel moeilijk voor een cel. Een cel die zich net aan het delen is, is zeer kwetsbaar. Als een delende cel door iets gestoord wordt, dan weet hij niet meer hoe hij zich moet delen en gaat dood. De meeste medicijnen die tegen de leukemie helpen, storen meestal de bloedcellen bij het delen. Zulke medicijnen noemen de dokters cytostatica.
Behalve de indringers worden natuurlijk ook de gezonde cellen gestoord bij het delen. Maar de gezonde cellen delen zich veel langzamer dan de indringers. Tijdens de deling zijn de gezonde cellen net zo kwetsbaar voor cytostatica de indringers. De gezonde cellen kunnen niet goed werken en daardoor kun je je ziek voelen als je cytostatica krijgt.
Ook kan je gebruik maken van bestraling. Bepaalde stralen zorgen dat de deling misgaat. Dan gaan de cellen ook dood, net als bij cytostatica. Dit geldt natuurlijk vooral voor de indringers, want die delen zich het snelst.
Je kunt ook een beenmergtransplantatie ondergaan. Om het beenmerg weer gezond te maken, moeten we het opnieuw opbouwen. Daarvoor zijn drie manieren.
1. We kunnen goede, nieuwe stukken gebruiken om het beenmerg opnieuw op te bouwen. Dit heet autologe beenmergtransplantatie. Hierbij wordt je eigen beenmerg weggehaald, je beenmerg wordt behandeld en weer in het lichaam teruggebracht.
2. Een tweede manier is om stukjes beenmerg uit een ander persoon te halen, maar dan wel uit een persoon die er precies hetzelfde uitziet. Dit heet syngene of isogene beenmergtransplantatie. Dit gebeurt meestal bij eeneiige tweelingen.
3. Een derde manier is om stukjes beenmerg uit een persoon te halen die er bijna hetzelfde uitziet. Dit heet allogene beenmergtransplantatie. Hierbij word meestal een broer of zus als donor gebruikt, van wie de witte bloedcellen haast hetzelfde zijn aan die van jou.
De derde manier wordt meestal gebruikt, omdat maar heel weinig mensen een eeneiige tweeling zijn. Bij de donor wordt door een groot aantal beenmergpuncties (prikken met een lange dunne naald) 1 à 2 liter beenmerg vermengd met bloed, afgenomen. Uit dit beenmerg worden in het laboratorium de witte bloedcellen gehaald en deze witte bloedcellen worden via een infuus bij je in het bloed gebracht. Via het bloed komen de cellen vanzelf weer in het beenmerg terecht.
Als je voor behandeling van leukemie wordt opgenomen in het ziekenhuis krijg je ook veel medicijnen te slikken. Voordat de beenmerg transplantatie wordt gedaan, word je behandeld met cytostatica. Ik heb eerder in het verslag gemeld wat dit was.

Een ander soort medicijn dat je krijgt zorgt ervoor dat de “beschermers van je lichaam” je nieuwe beenmerg niet direct aanvallen. Deze medicijnen noemen de dokters immunosuppressiva. Nog een soort medicijn is antibiotica. Dit medicijn is een aparte groep “beschermers van je lichaam” die de ontstekingen aanvalt en bestrijdt.
Het lichaam moet een heleboel medicijnen verwerken die er met z’n allen voor zorgen dat je weer beter wordt. Van sommige medicijnen weten we dat ze bijwerkingen hebben zoals misselijkheid, ontstekingen, huiduitslag en nog een paar vervelende dingen. Maar dat gaat allemaal redelijk snel weer over.
De kans dat je geneest van leukemie varieert van 15 tot 50% en is afhankelijk van het type leukemie en de behandeling. Meestal hebben jongeren en kinderen een grotere kans op genezing dan ouderen.
Bijwerkingen:
Als je medicijnen tegen leukemie gebruikt kun je last krijgen van een aantal bijwerkingen die ik hieronder zal noemen en uitleggen.
1. Ontstekingen
Als de politie te weinig personeel heeft, kunnen ze de inbrekers niet pakken. Zo werkt het ook in je lichaam.
Wanneer je te weinig witte bloedcellen hebt, kan je lichaam zich niet goed tegen ziekten weren en krijg je vlug ontstekingen: aan je vinger, in je mond, in je longen of waar dan ook. Eén ontsteking kan zich gemakkelijk uitbreiden. Daarom word je aantal witte bloedcellen telkens weer gecontroleerd. Op geregelde tijden krijg je medicijnen tegen ontstekingen. Kleine wondjes aan je vinger of in je mond worden met een bepaalde medicijn behandeld zodat ze niet gaan ontsteken.
Ook is het erg belangrijk dat je goed slaapt. Door slaap komt je lichaam weer op krachten. Ook moet je niet iemand bezoeken die ziek is en die je kan aansteken. Mocht je toch een ontsteking krijgen, dan moet je die direct in het ziekenhuis laten behandelen, zodat de ontsteking niet erger wordt.
2. Misselijkheid en overgeven
Door de medicijnen kan je je misselijk voelen en overgeven. Maar dat duurt niet lang. Als je de medicijnen vaker krijgt, dan wordt de misselijkheid steeds minder. Ook zijn er pilletjes of druppels die tegen misselijkheid helpen. Ook kan je last krijgen van diarree.
3. Haaruitval
Door sommige medicijnen kan je haar uitvallen. Daar schrik je natuurlijk van. Maar je haren groeien weer aan als je stopt met de medicijnen.
VERSCHILLENDE SOORTEN LEUKEMIE;

Leukemie kan je erg snel ziek maken en de soort leukemie heet acute leukemie. Leukemie kan ook langzaam beginnen; dan heet het chronische leukemie. Chronische leukemie komt zelden voor bij kinderen. Als kinderen leukemie krijgen, is het bijna altijd acute leukemie.
Bij leukemie kan de dokter door de microscoop de verschillende soorten van onrijpe cellen uit elkaar houden. Nu zijn het dus indringers, want je hebt er te veel van deze onrijpe cellen. Meestal zijn de indringers de bloedcellen die eigenlijk bedoeld waren om tot lymfocyten (degene die kijken of er geen vreemde cellen in het lichaam zijn) op te groeien. Deze vorm van leukemie heet Acute Lymfoblastische Leukemie of kortweg ALL. De indringers kunnen ook bloedcellen zijn die tot granulocyten (degene die indringers tegenhouden) hadden moeten opgroeien, ze heten dan myeloblasten. Zulke myeloblasten veroorzaken een Acute Myeloblastische Leukemie of kortweg AML.
Alle andere vormen – behalve dus ALL of AML – komen zelden voor bij kinderen.
De behandeling verschilt voor iedere vorm van leukemie. Daarom moet de dokter eerst weten welke vorm van leukemie je hebt. En daarvoor moet je helemaal onderzocht worden.

Nawoord:

Ik vond het een leuk verslag om te maken. Dat komt vooral omdat dit een onderwerp is waar ik erg veel interesse voor heb, door mijn eigen ervaring met een leukemiepatiënt. Ik ben zelf ook veel meer over de ziekte te weten te komen.

Bronnenlijst:

Ik heb alleen gebruikt gemaakt van het internet.
Hierbij heb ik vooral gebruik gemaakt van de zoekmachines.

REACTIES

M.

M.

ik heb hier echt veel aan gehad ik moet voor biologie een werkstuk maken over een bloedziekte. Bedankt!!!

14 jaar geleden

K.

K.

dit is echt een handige site er staat alles op (echt alles)

14 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.