Inleiding
In Vitro Fertilisatie; wat is dat precies?
Onze presentatie gaat over In Vitro Fertilisatie, (IVF), ook wel ‘reageerbuisbevruchting’ genoemd. Niet iedereen weet echter wat een reageerbuisbevruchting nu eigenlijk is; hoe dit bevruchtingsproces in zijn werk gaat.
Als we de term In Vitro Fertilisatie vertalen wordt het al een stukje duidelijker. ‘Fertilisatie’ betekent ‘bevruchting’ en ‘In Vitro’ betekent “in glas, buiten het lichaam’.
Hoofdstuk 1
De geschiedenis van IVF
(voorafgaande experimenten en de betrokken wetenschapppers)
De eerste onderzoeker, die een levende menselijke zygote heeft geobserveerd, was Allen C.S. in 1930, dit gebeurde na het uitspoelen tijdens operaties van de baarmoeders van patiënten.. De kennis omtrent het tijdstip van ovulatie bij de mens was al sinds 1923 bekend. De embryologie was als wetenschap nog maar in een begin stadium.
Het was Gregory Pincus in 1935 gelukt bij een konijn IVF en verdere ontwikkelingen tot en met de geboorte te realiseren.
In 1944 hadden John Rock en Miriam Menkin in zes jaar tijd 138 levende menselijke folliculaire oöcyten geïnsemineerd in reageerbuizen. Het was hun gelukt om drie keer bevruchting en klieving tot stand te brengen in een horloge- glas- kweek. Deze eerste klievingstadia bij de mens (twee en driecellig) waren nooit eerder bij de mens beschreven. John Roch heeft bij zijn experimenten veel steun gehad van Gregory Pincus Rock en Menkin waren medici die verbonden waren aan gynaecologische klinieken. In juni 1947 hield Rock een lezing over zijn experimenten voor de Amerikaanse gynaecologische society.
In 1948 werd in Genève de “Declaration” opgesteld door toedoen van de World Medical Association, waarvan veel vooraanstaande Amerikaanse medici lid waren.
Tot aan 1953 lijken er niet veel nieuwe ontwikkelingen te zijn, totdat de gynaecoloog Landrum Shettles een embryo tot aan een tweecellig stadium in een reageerbuis kweekte.
In 1957 hield Shettles een inleiding voor de “Obstetrical Society” van New York, dit was naar aanleiding van een nieuwe kweek die ze hadden gemaakt tot in het morula-stadium(72 uur), hij ging ook in discussie met de inmiddels gepensioneerde Rock.
In 1958 lukte het de Engelsen McLaren en Biggers bij muizen IVF tot stand te brengen.
In 1952 ontdekte C.R. Austin het verschijnsel van de capacitatie van spermatozoa. De kennis hiervan is essentieel gebleken voor de reproduceerbaarheid van IVF en lag ten grondslag aan de latere successen van Edwards. Diens eigen vroegere studies in de jaren 60 betroffen de rijping van de oöcyten van zoogdieren en mensen in een reageerbuis. In 1965 deed Edwards proeven samen met het echtpaar Jones tijdens een verblijf in Baltimore, waarbij ze probeerden met menselijke gameten conceptie tot stand brengen in de baarmoeder van een konijn en een aap, dit was echter zonder succes.
In 1967 werd in Engeland de Abortion Act aangenomen, dit had enkele gevolgen:
• Vele ongewenste kinderen komen niet meer ter wereld, waar door de mogelijkheden voor het adopteren van een kind uit eigen land (of ander blank kind) kleiner worden. Omdat adoptie als vervulling van de kinderwens steeds minder haalbaar word kiezen steeds meer mensen voor IVF
• De liberalisatie van abortus ging gepaard met de trend om te spreken van “relatieve beschermingswaardigheid” van het menselijke embryo
• Als de embryo’s die ontstonden via IVF misvormd waren konden ze makkelijk geaborteerd worden.
Tussen 1973 en 1977 werd er door Edwards en Steptoe bij 77 vrouwen IVF uitgevoerd met als resultaat 1 zwangerschap die moest worden afgebroken en 2 zwangerschappen die eindigden in een miskraam.
Daarna ging het beter, de eerste IVF baby, Louise Brown werd in 1978 geboren. Eerst was de indicatie vooral onvruchtbaarheid van de vrouw door afgesloten eileiders, maar later werd de methode ook bij andere vormen van onvruchtbaarheid toegepast. In 1988 werd IVF zo vaak toegepast dat 1 op de 100 kinderen als resultaat van IVF werd geboren.
Hoofdstuk 2
Wanneer komt u voor een IVF- behandeling in aanmerking?
Er zijn verschillende oorzaken waardoor een man en een vrouw samen geen kinderen kunnen krijgen. Het kan gebeuren dat de eileiders van de vrouw niet goed functioneren. Dit kan bijvoorbeeld het gevolg zijn van een operatie in de buik of van een ontsteking waardoor de eileiders zijn afgesloten. Ook kan endometriose ( baarmoederslijmvlies buiten de baarmoeder) de eileiders afsluiten.
Een niet te herstellen sterilisatie of een zeldzame, aangeboren afwijking waarbij een deel van de eileiders ontbreekt, kan ook oorzaak van ongewenste kinderloosheid zijn.
Vrouwen met deze problemen komen vaak in aanmerking voor een IVF- behandeling. Dat Geldt ook voor paren waarbij de zwangerschap na verloop van een aantal jaren om onverklaarbare redenen uitblijft.
Ook als het vruchtbaarheidsprobleem bij de man ligt, kan voor IVF gekozen worden. Wel moet het sperma voor IVF aan bepaalde voorwaarden voldoen. Voldoet het sperma niet aan de minimale eisen, dan kan de IVF in combinatie met intra cytoplasmatische sperma injectie (ICSI) overwogen worden.
Wat is ICSI?
Om IVF te kunnen doen zijn er minimale kwaliteit- eisen aan de zaadcellen gesteld. Hoeveel eicellen er ook zijn en hoe mooi ze ook zijn, er moeten wel zaadcellen aanwezig zijn die tot bevruchten in staat zijn.
Indien – bij herhaling – géén bevruchting optreedt tijdens een IVF- behandeling, of indien het zaadmonster van uw partner te slecht is (onder de minimum kwaliteiteisen komt,) kan sinds 1995 een nieuwe techniek worden gebruikt om alsnog tot bevruchting te komen.
We bedoeld de zogenaamde ICSI (intra – cytoplasmatische sperma injectie). Met deze methode wordt één zaadcel door een hele dunne naald in een eicel gebracht. De stimulatie van de eierstokken vindt op dezelfde wijze plaats als bij IVF en de embryo’s – na deze methode verkregen – worden op dezelfde manier ls bij IVF teruggeplaatst. Waarna het afwachten is of een embryo zich innestelt en de eventuele zwangerschap zich goed ontwikkeld.
ICSI kan worden toegepast met zaadcellen verkregen uit de bijbal (via techniek genaamd MESA) of uit de zaadval (TESE). Momenteel met ICSI in Nederland alleen worden uitgevoerd met geëjaculeerd zaad, dat is uitgestoten zaad. In Duitsland en België is ICSI met MESA of TESE wel toegestaan en in Nederland wordt het alleen in bepaalde klinieken in een onderzoekssetting uitgevoerd.
Hoofdstuk 3
Verschillende onderzoeken.
Voordat IVF ter sprake komt of wordt toegepast, zal uw gynaecoloog eerst een aantal onderzoeken uitvoeren om te zien of er nog andere factoren zijn die een zwangerschap in de weg staan. Zo worden bloed, sperma, eileiders en baarmoeder nauwkeurig onderzocht. Men bekijkt de conditie van het baarmoederhalsslijmvlies na geslachtsgemeenschap en de temperatuurcurven van een of meer menstruatiecycli.
Voordat iemand een IVF- behandeling wil ondergaan gaan er zeker 1 of 2 jaar voorbij voordat de behandeling gebeurd. Dat is omdat het nog altijd een grotere kans is om zelf bevrucht te raken dan met een IVF- behandeling, en vaak is het kind dan ook gezonder als het geboren wordt.
Hoofdstuk 4
Het IVF- behandelingsschema.
Het rijpen van de eicellen wordt gestimuleerd.
In de natuurlijke situatie rijpt er per cyclus maar één eicel. Door een behandeling met hormoonpreparaten, bijvoorbeeld Puregon, probeert met meerdere eicellen tegelijkertijd te laten rijpen. Dit preparaat is ontwikkeld door middel van biotechnologie en daardoor zeer zuiver. Meer rijpe eicellen betekend straks een grotere kans op bevruchting en uiteindelijk zwangerschap. In het begin van de menstruatiecyclus start u met de hormoonkuur, toegediend in de vorm van onderhuidse injecties. De hormoonkuur duurt tien tot veertien dagen.
Controles zijn belangrijk.
ook tijdens de hormoonkuur moet u met de regelmaat van de klok naar het ziekenhuis voor echoscopie en soms bloed- en urine- onderzoek. Het is niet verstandig een controle over te slaan. Aan de hand van de bevindingen tijdens de controles stelt de arts de juiste dosering van het hormoonpreparaat vast. Die hoeveelheid luistert nauw en kan van dag tot dag verschillen.
De eisprong komt in zicht.
Als uit het onderzoek blijkt dat de eicellen bijna rijp zijn, krijgt u een ander hormoonpreparaat voorgeschreven.
Dit medicijn (bijvoorbeeld Pregnyl) brengt het rijpingsproces in een stroomversnelling. De eicellen worden 34 tot 36 uur na toediening van dit hormoonpreparaat uit het lichaam gehaald. Dit noemen we de punctie. De punctie moet plaatsvinden voordat de eisprong spontaan optreedt.
Het opzuigen van de eicellen.
De punctie is op zich een kleine ingreep en vindt plaats met behulp van transvaginale echoscopie.
Voor de punctie is een plaatselijke verdoving al voldoende. U bent dus helemaal bij, ook wanneer u, zoals soms gebeurt, een sufmakend medicijn krijgt. Een echoscopische punctie werkt als volgt: op de echoscoop wordt een buigzame slang met een holle naald gemonteerd. De arts bekijkt met de echoscoop, via de schede, de eierstokken. De follikels waarin de eicellen zitten, worden aangeprikt en leeggezogen en de eivellen worden opgevangen in een buisje. De ingreep duurt een klein half uur, kort erna kan de vrouw al naar huis. Het kan wel voorkomen dat de vrouw buikpijn heeft en last heeft van vloeien.
In het laboratorium.
In het IVF- laboratorium worden de eicellen uit het vocht van de follikel geïsoleerd. Vervolgens worden ze in een schaaltje met vloeistof geplaatst waarin voedingsstoffen aanwezig zijn.
De Inhoud van het schaaltje of kweekbakje is min of meer een nabootsing van de situatie in de eileiders. De temperatuur is hetzelfde als in het menselijk lichaam. Op deze manier zijn alle voorwaarden aanwezig voor een zo natuurlijk mogelijke bevruchting. In sommige gevallen is het laboratorium niet gevestigd in het ziekenhuis waar vrouwen wel door een gynaecoloog behandeld worden, maar in een ander ziekenhuis. We spreken dan over een centrum voor Transport IVF. Het echtpaar, of uzelf alleen brengt zorgvuldig het verpakte eicellen dan zelf naar het laboratorium.
In het IVF- laboratorium wordt ook het sperma bekeken. Niet alleen de kwaliteit van de eicellen, maar ook die van de zaadvellen is heel belangrijk. Hoe ouder het zaadmonster, hoe slechter de kwaliteit. Vandaar dat het sperma zo vers mogelijk aangeleverd moet worden. De meest bewegelijke zaadcellen worden uitgekozen en samengebracht met de eicellen in een speciaal kweekbakje.
Na 48 uur kan men zien of de eicellen bevrucht zijn. Enkele bevruchte eicellen 2 à 3 die zich goed hebben ontwikkeld, worden na drie tot vijf dagen in het lichaam teruggeplaatst. Meestal is er dan ook een gesprek met de behandelend arts. Als er geen bevruchting is opgetreden en deze poging dus mislukt is, wordt dat ook meteen besproken met de ‘patiënt’.
Terugplaatsing van embryo’s.
Zoals gezegd komen vaak meerdere embryo’s in aanmerking voor terugplaatsing. Dat is gunstig, want ook nadat de embryo’s zijn teruggeplaatst, neemt de natuur het heft in handen en beslist welk embryo zich verder ontwikkelt tot een kind. Hoe meer embryo’s, hoe groter de kans op een zwangerschap. In overleg met degene waarbij IVF wordt toegepast, wordt besloten hoeveel embryo’s er in de baarmoederholte worden teruggeplaatst. ( dat zijn er meestal 2 of 3). Het is mogelijk dat er meer embryo’s zijn dan er worden teruggeplaatst. Voordat de IVF- behandeling start, is er besproken wat er eventueel met deze resterende embryo’s moet gebeuren. Meestal behoort invriezen tot de mogelijkheden
Drie tot vijf dagen na de punctie plaatst de gynaecoloog de embryo’s terug in de baarmoeder. Dat gebeurt poliklinisch en is pijnloos. Verdoving is zelfs overbodig. Een dun slangetje wordt via de schede in de baarmoeder gebracht. Hierin zit een kleine hoeveelheid vloeistof met de embryo’s. De embryo’s worden zo in de baarmoeder gebracht in de hoop dat ze zich innestelen.
Als de embryo’s in het lichaam zijn teruggeplaatst houdt dat dus nog niet in, dat diegene zwanger is. Het duurt twee weken voordat het resultaat van de behandeling bekend is. Hiermee breekt meteen de moeilijkste periode van de IVF- behandeling aan.
Hoofdstuk 5
Wel of niet zwanger?
Het is niet gemakkelijk om deze periode gewoon verder te leven alsof er niets is gebeurd. Gevoelens van angst, hoop en twijfel wisselen elkaar in snel tempo af. Tijdens deze periode waarin de vrouw worstelt met allerlei vragen en emoties, kan zij overigens altijd terugvallen op de deskundige raad en steun van het IVF- team.
Het is zinvol om daarnaast vooral door te gaan met de dagelijkse bezigheden, zoals het werk of andere activiteiten. Niet alleen om de aandacht af te leiden, maar ook om ervoor te zorgen dat er niet te veel wordt gefixeerd op de nog onzekere zwangerschap. De mensen waarbij een IVF- behandeling is ondergaan, is het verstandig slechts een kleine groep in te lichten over de behandeling, anders wordt diegene voortduren bestookt met op zich goed bedoelde maar vaak lastige vragen.
Na twee weken geen menstruatie? Een goed teken!
Als de behandelde binnen twee weken na de terugplaatsing van de embryo’s niet heeft gemenstrueerd, dan kan diegene zelf urine testen of bij de arts uw urine en/ of bloed laten onderzoeken. Als de urinetest positief is, doet de gynaecoloog meestal enkele weken daarna een echografie om te zien of de zwangerschap zich voorspoedig ontwikkelt en of er sprake is van een meerlingzwangerschap. Wijst de echografie uit dat het embryo (eventueel embryo’s) uitgegroeid is tot een foetus, waarbij de hartslag dan ook duidelijk waarneembaar is, dan mag zij zich voorzichtig gaan verheugen op een zwangerschap.
Er treedt wel een menstruatie op.
Als de behandelde persoon wel menstrueert is de behandeling jammer genoeg mislukt. Dit moet vanzelfsprekend verwerkt worden. Want onbewust wordt er toch altijd wel een beetje op gerekend dat het goed gaat. Dan kan er gekeken worden wat er verder gaat gebeuren. De behandeling kan na een rust periode herhaald worden. Ook is het mogelijk een van te voren ingevroren embryo te laten terugplaatsen. Er moet dan wel rekening worden gehouden met, wanneer een embryo eenmaal is ontdooid, soms niet meer geschikt is.
In het algemeen is er tussen twee IVF- behandelingen altijd 1 maand (cyclus) rust. Omdat er net een zeer emotionele tijd achter de rug is, kan het geen kwaad een poosje te wachten met een beslissing.
Hoofdstuk 6
Hoeveel kans is er op een zwangerschap?
Als het lukt om twee embryo’s terug te plaatsen is de kans op een zwangerschap ongeveer 20%. Dit percentage is vergelijkbaak met de natuurlijke zwangerschapskans. De kwaliteit van de ei- en zaadcellen, maar ook die van het embryo, zijn van invloed op het resultaat.
In elke fase van de behandeling kan er iets misgaan waar de behandelde en het IVF- team niets aan kunnen doen. Soms reageren de eierstokken te snel op de medicijnen (hormonen) en is er al een eisprong voordat de punctie uitgevoerd wordt. Ook bestaat de kans dat geen van de eicellen bevrucht wordt. Soms gaat de innesteling fout. Niemand heeft in de hand hoe het lichaam reageert, behalve de natuur zelf.
Andere toepassingen van IVF:
1) Eiceldonatie
In sommige klinieken behoort eiceldonatie tot de mogelijkheden. Bij eiceldonatie staat een donor haar eicellen af aan een paar dat graag kinderen wil, maar waarvan de vrouw geen geschikte eicellen heeft. In het laboratorium brengt men één of meerdere afgestane eicellen samen met de zaadvellen van de partner. Lukt de bevruchting, dan wordt het embryo of worden de embryo’s teruggeplaatst in de baarmoeder van de vrouw van het paar.
Wie komen in aanmerking voor eiceldonatie?
De grootste groep wordt gevormd door vrouwen die geen eicellen (meer) hebben. De reden daarvan kan zijn: een operatie waarbij beide eierstokken zijn weggenomen, slecht functionerende eierstokken, bestraling van de onderbuik of chemotherapie, vervroegde overgang. Een andere groep bestaat uit vrouwen die draagster zijn van een ernstige erfelijke ziekte.
Vrouwen die zelf geen eicellen hebben, missen ook e hormoonproductie in de eierstokken die nodig is voor het handhaven van de zwangerschap. Daarom krijgt de vrouw bij wie de bevruchte eicellen worden teruggeplaatst hormonale medicijnen toegediend.
2) Draagmoederschap
Sinds kort is het in Nederland, onder strikte voorwaarden, toegestaan om IVF toe te passen voor draagmoederschap. Dit kan bijvoorbeeld van belang zijn bij vrouwen die geen op een slecht functionerende eierstokken beschikken. Of bij vrouwen bij wie wegens onderliggende ziekte een zwangerschap niet mogelijk is.
Hoofdstuk 7
Complicaties van de behandeling.
Incidenteel kunnen er lichte bijverschijnselen optreden tijdens het medicijnengebruik voor een ovulatie-inductie- behandeling. Deze bijverschijnselen, zoals bijvoorbeeld huidreacties op de plaats van de injectie, zijn echter van korte duur.
Als er teveel eicellen rijpen dan kunnen er twee ernstige complicaties ontstaan:
- een grotere kans op een meerlingzwangerschap
- het optreden van het zogenaamde hyperstimulatiesyndroom
Een goede controle tijdens de behandeling is daarom erg belangrijk.
Mocht men constateren dat er teveel eicellen rijpen waardoor de kans op een meerlingzwangerschap te groot wordt, dan kan men de behandeling staken zodat er geen eisprong plaatsvindt.
Bij het hyperstimulatiesyndroom worden de eierstokken teveel gestimuleerd. De symptomen van dit syndroom zijn buikpijn, misselijkheid en soms ademhalingsproblemen.
Eventueel kan opname in het ziekenhuis noodzakelijk zijn. Het hyperstimulatiesyndroom komt zeer zelden voor.
REACTIES
1 seconde geleden
E.
E.
Er staat niet echt een fout in het verslag, maar het is echter niet volledig genoeg.
Er staat: krijg je geen menstruatie? een goed teken! Dan staat er dat als je wel een menstruatie hebt, je jammer genoeg niet zwanger bent. Dit is echter een onvolledige uitleg. Bij een prille zwangerschap kan je ook nog bloed verliezen, wat heel erg lijkt op je maandstonden. Dit is echter het innestelingsbloed. Dit komt bij erg veel vrouwen voor en is volgens mij toch belangrijk om in het verslag op te nemen. Bloed verliezen staat niet gelijk aan een mislukte poging.
groetjes Ellen
17 jaar geleden
Antwoorden