Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Hooke en Van Leeuwenhoek

Beoordeling 5.9
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 4e klas vwo | 2310 woorden
  • 21 januari 2005
  • 46 keer beoordeeld
Cijfer 5.9
46 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Wie zijn Hooke en van Leeuwenhoek? Robert Hooke Betrekkelijk weinig is men te weten gekomen over het leven was Robert Hooke. Robert Hooke is geboren op 18 juli 1635 in Freshwater, Wight in Londen. Hij leefde tot 3 maart 1703. Hij heeft gestudeerd aan Oxford in Westminster. Hij werd in 1665 professor in de geometrie op het Gresham college, waar hij bleef tot zijn dood. In de school Oxford in Westminster kreeg Hooke een opleiding in oude talen. Hij ontmoette daar degene die de Royal Society later zou oprichten. In 1658 werd Hooke assistent van Robert Boyle voor wie hij de luchtpomp van ver Otto Guericke verbeterde. In 1662 werd hij curator (iemand die voogdij uitvoert) voor de experimenten van de pas opgerichte Royal Society. In 1665 werd hij aangesteld als Professor in de meetkunde aan Gresham college. In datzelfde jaar suggereerde hij in zijn Micrographia (zijn boek) een golftheorie van het licht. De theorie waar Hooke het meest om bekent staat is de wet naar zijn eigen naam, ‘de wet van Hooke’. De wet van Hooke verscheen in 1678 in zijn ‘Potentia Restitutiva’. Die wet geeft het verband aan tussen de kracht op een lichaam en de vervorming op dat lichaam. Hooke stierf op 3 maart 1703. Antonie van Leeuwenhoek Antonie van Leeuwenhoek werd op 24 Oktober 1632 geboren in Delft in een arbeidersfamilie, zijn vader was een mandenmaker en zijn moeder kwam uit een brouwersfamilie. Antonie adopteerde de achternaam Leeuwenhoek omdat ze in zijn jeugd in Delft een hoekhuis hadden bij “de Leeuwenpoort”. Zijn jeugd was rustig en weinig opmerkzaam. Hij ging naar school in Warmond alwaar zijn moeder hem in 1648 naar Amsterdam stuurde om textielhandel/boekhouder leerling te worden, om dan in 1654 weer naar Delft terug te keren om daar in textiel te handelen. (Verder werkte hij als ambtenaar, wijnkeurder, opzichter en hij is ook nog behartiger geweest van de nalatenschap van zijn vriend, de bekende schilder Vermeer, die gestorven en bankroet was). Rond die tijd begint hij zelf zijn lenzen te slijpen en polijsten. Zo kon hij de textielkwaliteiten beter beoordelen. Ook begon hij simpele microscopen te bouwen en leren daarmee te observeren. Zijn microscopen konden echter tot 500x maximaal vergroten, met duidelijker en helderder beeld, wat niemand op dat moment ooit was gelukt. Door deze verbetering kon hij een paar van de belangrijkste ontdekkingen in de geschiedenis van de Biologie doen. Van zijn vele ontdekkingen deed hij verslag in brieven, 350 daarvan waren gericht aan de Royal Society of Londen. Dat later is samengevat in de uitgave “alle sijne natuurlijke werken”. De Royal Society was zo geschokt door deze ontdekking dat ze dit niet wilde geloven. Ze zeiden dat hij dronken was geweest, en hij moest dit (succesvol) bewijzen d.m.v. een dominee, meerdere juristen en meerdere dokters. Zelfs de grote Christiaan Huijgens (grootste Nederlandse geleerde) was regelmatig sceptisch over zijn bevindingen. Door de publicatie en vertaling van zijn werk werd hij wereldberoemd, en vanwege zijn vooruitstrevende werk werd hij gevraagd om in 1680 tot de Royal Society of Londen toe te treden. Hij wordt de vader van de cel en microbiologie genoemd. Antonie van Leeuwenhoek heeft geprobeerd het ontstaan en de structuren van levende materie te doorgronden; hij probeerde steeds weer aan te tonen dat levende structuren altijd opgebouwd zijn uit uiterst kleine, fijne elementen, ook al zijn die met het blote oog niet zichtbaar. Hij weersprak en weerlegde de toen heersende opvatting onder wetenschappers dat bepaalde organismen uit levenloos stof zouden bestaan. Het nut en de waarde van zijn bevindingen komen nu pas aan het licht, deze man was een ware wetenschapper, en zijn tijd ver vooruit. Antonie van Leeuwenhoek stierf op 26 augustus 1723 te Delft, op de voor die tijd hoge leeftijd van 91 jaar.
De tijd waarin Hooke en van Leeuwenhoek leefden De gebeurtenissen Robert Hooke en Antonie van Leeuwenhoek werden allebei geboren in de jaren '30 van de 17e eeuw. Deze eeuw wordt ook wel de Gouden Eeuw genoemd voor Nederland. Dit komt mede door de opkomst en bloeitijd van de VOC (Verenigd Oost-Indische Compagnie). Ook was er de opkomst van de moderne wetenschap. Een paar andere belangrijke gebeurtenissen van deze eeuw waren: De vier Engelse Oorlogen, de Tachtigjarige Oorlog en de start van het Kolonisatieproces. De belangrijkste personen uit deze eeuw waren: Lodewijk XIV (de Zonnekoning), Johan van Oldenbarnevelt, Het Huis van Oranje, Oliver Cromwell, René Descartes, Pierre de Fermat, Gottfried Wilhelm Leibnitz, Rembrandt van Rijn en Johan de Witt. Het jaar dat Antonie van Leeuwenhoek werd geboren was 1632. In dit jaar hebben er veel belangrijke gebeurtenissen plaatsgevonden. Zo komen de zuidelijk Staten Generaal voor het laatst onder Spaanse gezag bijeen, Hendrik Casimir volgt zijn vader (Ernst Casimir van Nassau, dat jaar overleden) op als stadhouder van Friesland, Groningen en Drenthe ondanks pogingen van Frederik Hendrik om stadhouder van alle Zeven gewesten te worden. Ook zijn er in dit jaar weer andere belangrijke personen geboren naast Antonie van Leeuwenhoek, zoals John Locke (Engelse filosoof), Johannes Vermeer (schilder), Christopher Wren (Britse filosoof en architect) en Jean-Baptiste Lully (Frans/Italiaans componist). Het jaar dat Robert Hooke werd geboren was 1635, drie jaar na Antonie. In dit jaar verklaart Frankrijk aan Spanje de oorlog. Spaanse troepen van Geldern nemen bij verrassing de Schenckenschans op in eiland in de Rijn boven Lobith in. Ook Kleef valt in handen van de Spaans-Keizerlijke troepen. Dit zijn nog gevolgen van de Tachtigjarige Oorlog. Op 8 februari van dat jaar sluiten Frederik Hendrik (zoon van Willem van Oranje en Louise de Couligny) en Kardinaal Richelieu (Armand Jean du Plessis) een verdrag dat de Zuidelijke Nederlanden worden verdeeld onder de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden (de naam van de republiek die ontstond tijdens de Tachtigjarige Oorlog op het grondgebied van wat nu ongeveer Nederland is) en Frankrijk. Robert Hooke is in 1703 overleden. Antonie van Leeuwenhoek is in 1723 overleden. De 17e eeuw (in Nederland) samengevat Regenten In de zeventiende eeuw was er geen koning in Nederland. Ons land was een republiek. Er waren provincies, die een eigen bestuur hadden: de staten. Soms overlegden die met elkaar in een vergadering die we de Staten-Generaal noemden. Dan ging het vaak over zaken die met het buitenland te maken hadden, of het betalen van het gezamenlijke leger. De Republiek der Nederlanden was in de zeventiende eeuw één van de rijkste landen van de wereld. De rijkdom kwam vooral door de handel. De goederen waar de kooplieden mee handelden kwamen overal vandaan. Zo haalden ze graan uit de landen rond de Oostzee, wol uit Engeland, hout uit Noorwegen, wijn uit Frankrijk en huiden uit Rusland. De Nederlandse schepen voeren niet alleen door Europa maar ook naar de Indische eilanden voor specerijen, koffie, thee, cacao en suiker. De kooplieden in bijvoorbeeld Amsterdam, zorgden er voor dat er grote voorraden lagen in hun pakhuizen. Uit heel Europa kwamen kooplieden naar Amsterdam om hun bestellingen te doen. Grachtenpanden Met het vele geld wat de kooplieden verdienden, lieten ze prachtige huizen bouwen. Bijvoorbeeld in Amsterdam zijn nog veel van deze zeventiende-eeuwse grachtenpanden te bewonderen. Niet alleen aan de buitenkant was de rijkdom van de koopman te zien. Ook aan de binnenkant. De kooplieden kochten dure meubels en schilderijen om hun huizen te verfraaien. Rijkdom en armoede Naast alle rijkdom waren er ook veel arme mensen in de zeventiende eeuw. Ze moesten hard werken voor weinig geld. Soms waren ze zo arm dat ze moesten bedelen. In Amsterdam werden bedelaars opgepakt en naar het rasp- en spinhuis gestuurd. Dit was een soort gevangenis. De bedoeling was dat de bedelaars daar ´opgevoed´ zouden worden. De mannen moesten daar hout raspen, de vrouwen moesten er spinnen. Een paar punten op een rij - In de zeventiende eeuw ging het goed met ons land. We noemen die eeuw ook wel de Gouden Eeuw. - Kooplieden in bijvoorbeeld Amsterdam verdienden schatten met geld met de handel. - Naast handel drijven hielden veel kooplieden zich ook bezig met het besturen van steden. Regenten worden ze genoemd. - Regenten waren lid van de vroedschap en de magistraat. Een vroedschap is een soort gemeenteraad, de magistraat is te vergelijken met de burgemeesters en wethouders van nu. - In de zeventiende eeuw was ons land een republiek. - De kooplieden haalden met hun schepen goederen uit de hele wereld. - Met het geld dat de kooplieden verdienden, lieten ze prachtige huizen bouwen. - Naast alle rijkdom waren er ook arme mensen in de zeventiende eeuw. Ze moesten hard werken voor weinig geld. Wat hebben Hooke en van Leeuwenhoek ontdekt? Robert Hooke Robert Hooke was een Brits sterrenkundige, natuurkundige en architect. Hij is voornamelijk bekend door zijn ‘wet van Hooke’. Deze wet geeft het verband aan tussen de kracht op het lichaam en de vervorming van dat lichaam. Hooke was een begenadigd uitvinder en bracht ons zowel de spiraalveer als de fotografische iris. Hij introduceerde de term 'cel' in de biologie na zijn microscopische waarnemingen van kurkweefsel. Hij bracht zijn werk uit in het boek De Potentia Restituvia. In 1665 sleep de Engelsman Robert Hooke een 30-voudig vergrotende lens, waarmee hij de cellen in een stuk kurk ontdekte, en maakte de eerste microscoop met meerdere lenzen. Dit principe wordt nog steeds aangetroffen in huidige microscopen.
Antonie van Leeuwenhoek Op 17 september 1683 beschrijft Antonie van Leeuwenhoek de eerste waarnemingen van bacteriën in tandplak in een brief aan het Engelse gezelschap van geleerden, de Royal Society. De microscoop bestaat dan al een tijd, maar niet eerder heeft iemand er zulke kleine 'beestjes' (animacules) mee waargenomen. Er bestonden al microscopen die 3 tot 9 keer jonden vergroten (de Jansen-microscoop). Na Jansen’s uitvinding verspreidt de kennis over de microscoop zich snel. Binnen korte tijd telt Europa veel microscoopmakers en leren wetenschappers zoals Galileo ermee werken. Maar het wetenschappelijk nut van microscopen is gering, want de kwaliteit van de lenzen is slecht. Belangrijke ontdekkingen worden nauwelijks gedaan. In de tweede helft van de zeventiende eeuw gebeurt er iets opmerkelijks. Met eenvoudige microscopen met één lens doet de Nederlander Antonie van Leeuwenhoek de ene ontdekking na de andere. Zijn geheim zit in de manier waarop hij de lenzen maakt. Ze zijn van hoge kwaliteit en kunnen voorwerpen tot wel 275 keer vergroten. Bacteriën met een diameter tot 0,002 millimeter kan hij daarmee observeren. Van Leeuwenhoek houdt zijn methode om lenzen te maken geheim. Onderzoek aan de paar bewaard gebleven microscopen heeft duidelijk gemaakt dat hij ze slijpt. De beste lenzen maakt hij door een glazen bol te blazen. Daarbij ontstaat aan de bodem een kleine druppel. Als het omringende glas zorgvuldig wordt weggebroken, blijft een lens over. Hij is dus de eerste man ter wereld die bacteriën, eencellige diertjes, bloedcellen en spermacellen waarneemt. Zijn microscoop werd gebruikt en verbeterd door Cristiaan Huygens voor zijn eigen onderzoeken in de microscopie. Wat hebben Hooke en van Leeuwenhoek met elkaar te maken? Bacteriën bestaan al heel lang. Ze zitten overal, in de bodem, lucht en water, maar ook in je huid, in je mond, in warmwaterbronnen en ga zo maar door. Ze zijn pas laat ontdekt, in de 17e eeuw. Hooke en Van Leeuwenhoek zijn beiden erg belangrijk geweest in de biologie. Ze hebben allebei wat te maken met de microscoop en bacteriën. De één heeft de microscoop verbeterd en is de grondlegger van de bacteriologie. De ander is hierop doorgegaan en heeft belangrijke woorden de biologie in gebracht. Hij keek bijvoorbeeld hoe iets was opgebouwd. De Nederlandse gebroeders Janssen hebben de microscoop uitgevonden die 10x vergrootte. Van Leeuwenhoek heeft deze verbeterd tot 275x vergroot, en kon zo zien wat er allemaal voor kleine diertjes leefde die je met het blote oog niet kon zien. Dit waren de bacteriën. Hij is de grondlegger van de bacteriologie. Veel mensen hebben hiermee verder gewerkt en beseften bijvoorbeeld hoe het kwam dat eten bederft. Ook heeft Van Leeuwenhoek aangetoond dat de theorie van de spontane generatie niet klopt. Hij zag met de microscoop bijvoorbeeld dat de larven van een korvenworm en een vlo niet uit zand kwam, maar dat die uit eitjes kwamen. Robert Hooke heeft met één van de eerste microscopen gewerkt om dingen te onderzoeken. Hij heeft belangrijke woorden de biologie in gebracht. Hij bekeek met één van de eerste microscopen hoe honingraatstructuur was opgebouwd. Hij zag dat het materiaal opgebouwd was uit kamertjes en hij noemde dit cellulae. Hij keek bijvoorbeeld ook in water en zag hier de kleine diertjes die daarin leefden. Het komt er dus op neer dat Van Leeuwenhoek de microscopie heeft uitgevonden en de bacteriën heeft ontdekt en Hooke kon hiermee verder en kon zo ‘zijn’ onderdelen van de biologie goed aantonen. Hij kon zo verder met de bacteriën en onderzoeken hoe alle kleinere dingen in elkaar zaten. Welke gevolgen heeft dit onderzoek gehad op de huidige leefwijze? Een microscoop (van oud Grieks, micros en skopein, 'klein zien') is een instrument voor het bestuderen van objecten die te klein zijn om goed met het blote oog te zien. Microscopische technieken zijn tegenwoordig niet meer weg te denken uit de wereld van wetenschap en techniek. Zij worden veel gebruikt voor medisch, biologisch en forensisch onderzoek en bij onderzoek van materialen. In de medici bijvoorbeeld kunnen ze de oorzaak van een ziekten onderzoeken. Hierdoor weten de dokters wat voor medicijnen ze moeten voorschrijven en redden op deze manier vele levens. Dus zonder de microscoop zouden de oorzaak en genezing van vele ziekten tot op de dag van vandaag onmogelijk geweest zijn. Ook bij forensisch onderzoek is de microscoop van groot belang. Bijvoorbeeld als iemand is vermoord. Onder de nagels van het slachtoffer zit DNA van de dader. Door dit DNA te onderzoeken met behulp van de microscoop kunnen ze de dader oppakken. Zo voorkomen ze dat de dader misschien nog een keer toe zal slaan. Het belangrijke werk van Antonie van Leeuwenhoek ertoe geleid dat ziekenhuizen en instituten zich naar hem vernoemen. De ontdekkingen die Hooke en van Leeuwenhoek hebben gedaan, hebben dus veel invloed gehad op ons. Ze hebben veel levens gered, en doen dat nu nog steeds.

REACTIES

A.

A.

Wat heb je hiervoor gekregen? Wat voor cijfer bedoel ik!

12 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.