Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Euthanasie

Beoordeling 6.7
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • Klas onbekend | 2112 woorden
  • 27 juni 2001
  • 38 keer beoordeeld
Cijfer 6.7
38 keer beoordeeld

I. Inleiding + begripsverheldering Een man van 88 jaar kreeg moeilijkheden bij het slikken van vast voedsel. Hij had al een lange ziektegeschiedenis, waarbij reuma en kortademigheid zijn laatste jaren bepaalden. Toen hij zich met tegenzin liet opnemen werd een slokdarmcarcinoom vastgesteld zonder effectieve behandelingsmogelijkheden. Daarom weigerde hij een sonde (= slang voor voedselpassage) te laten inbrengen. Gezien de fatale prognose vond hij dat dit zijn zinloos leven zou verlengen, hij koos voor een natuurlijke afloop. In de daaropvolgende weken vermagerde en verzwakte hij aanzienlijk. Ongeveer een maand na het stellen van de prognose kon zelfs water zijn slokdarm niet meer passeren. Hij besprak met zijn echtgenote en de huisarts zijn overlijden door middel van een injectie, om hem van zijn lijden te verlossen. Er werden principe afspraken gemaakt. Toch had een natuurlijke dood zijn voorkeur. Op de dag van overlijden ontstonden ernstige uitdrogingsverschijnselen, zoals koorts en heftige spierpijnen. Elke draaibeweging werd voor de man een echte marteling en toen vroeg hij om verlost te worden. Na het toedienen van een injectie overleed hij binnen enkele minuten, waardoor het lijden met enkele uren werd verkort. In de hierboven beschreven geschiedenis is er sprake van ernstig lijden in de stervensfase, waarbij tenslotte de opzettelijk veroorzaakte dood een einde maakt aan een onmenselijke toestand. Ondanks de huiselijke omstandigheden en de goede verzorging door de familie, werd het lijden hard en ondraaglijk, maar de dood op zichzelf was zacht. Zachte of goede dood is de vertaling van de van het Grieks afgeleide term euthanasie: ‘eu’ (goed) en ‘thatanos’ (dood). Een zachte dood is als definitie onvoldoende. Zo spreekt men van passieve en actieve, directe en indirecte, vrijwillige en onvrijwillige euthanasie. Passieve euthanasie is het stopzetten of nalaten van medische handelingen die enkel gericht zijn op verlengen van het leven. Actieve euthanasie is het vrijwillig beëindigen van het leven in de terminale fase door een medische handeling. Dit verschijnsel wordt ook directe euthanasie genoemd. Daartegenover staat dan de indirecte euthanasie, het verhogen van de dosis pijnstillende middelen in functie van de toenemende pijn, zodat de dood versnelt kan worden. De dood is dan het ongewild gevolg van de pijnbestrijding. Verder moet een onderscheid gemaakt worden tussen vrijwillige euthanasie, op verzoek van de zieke, en onvrijwillige euthanasie, op initiatief van een derde, arts, familielid of verpleegkundige. II. Euthanasie in onze huidige samenleving In dit hoofdstuk wil ik even nagaan hoe de toestand vandaag is in België op juridisch vlak betreffende euthanasie. Eerst kijk ik wat het strafrecht zegt en vervolgens als daarvoor wetten in de maak zijn.
a. Belgische wetgeving Het begrip ‘euthanasie’ komt niet voor in het Belgisch strafwetboek. We vinden er wel een aantal voorschriften in verband met het recht op leven in terug. Euthanasie wordt in de wet gelijkgesteld met moord. Daarin onderscheiden we moord (= doodslag met voorbedachten rade), doodslag (= doden met het oogmerk van te doden) en opzettelijke moord (=doden met het oogmerk een bepaalde persoon aan te randen, ook al was dit afhankelijk van enige omstandigheid of van enige voorwaarde). Ook de medische activiteit ontsnapt niet aan het strafrecht. Heel wat medische handelingen kunnen beschouwd worden als vrijwillige slagen en verwondingen, die wel in het strafrecht voorkomen. Bij euthanasie kan men spreken over zelfmoord als het slachtoffer de daad zelf stelt en van hulp bij zelfdoding als een derde hem daartoe de nodige middelen verschaft. Zelfmoord kan niet worden bestraft, logisch zou zijn dat ook hulp bij zelfdoding niet wordt bestraft. Toch treedt de wet in dit geval straffend op. Men steunt daarbij op volgende artikelen: · Het niet bijstaan van een persoon in gevaar zal bestraft worden met een gevangenisstraf van 8 dagen tot 6 maanden en een boete van 50 tot 100 frank. · Naar de geneesheren toe; zal bestraft worden op dezelfde manier, hij die weigert, alhoewel het zonder gevaar voor zichzelf zou kunnen, aan een persoon in nood de hulp te verlenen waartoe hij wettelijk verplicht is. Alhoewel euthanasie en hulp bij zelfdoding strafbaar zijn zorgt de drijfveer van medelijden voor verzachtende omstandigheden waardoor de straf mildert. De gevallen van euthanasie en hulp bij zelfdoding die voor de rechtbank gebracht worden of aangeklaagd worden zijn zeer zeldzaam. Dit komt door onder andere het medisch beroepsgeheim en over het feit dat de uitdrukkelijke vraag van de zieke zelf komt. Wanneer er een aanklacht volgt wordt de betrokkene heel dikwijls vrijgesproken. Getuige hiervan is een zaak in 1961 waar een vrouw aangeklaagd werd omdat ze haar zeven dagen jonge baby die misvormd was een dodelijke injectie toediende. De vrouw werd volledig vrijgesproken. Opmerking: Het toepassen van euthanasie is slechts toegelaten in twee plaatsen, in de Amerikaanse staat Oregon en in het noordelijk gedeelte van Australië. b. Wetgevende initiatieven Hieronder volgen enkele wetsvoorstellen gedurende het laatste decennium. Geen enkele daarvan is ooit het voorwerp geweest van een debat. - 1985: wetsvoorstel betreffende het recht van een ongeneeslijke patiënt op een waardige dood - 1986: wetsvoorstel in verband met het zelfbeschikkingsrecht en een wetsvoorstel betreffende het recht op therapeutische waardigheid van de ongeneeslijke patiënt - 1988: wetsvoorstel om de regering aan te zetten een grondig onderzoek in te stellen in verband met de euthanasiepraktijk in België, om de bevolking in te lichten, om de oorzaken ervan te bestuderen, en de concrete maatregelen voor te stellen om er aan te verhelpen, om de absolute eerbied voor het menselijk leven te verzekeren - 1993: wetsvoorstel die ervoor zorgt dat artsen en betrokkenen niet kunnen gestraft worden bij handelingen die rechtstreeks of onrechtstreeks leiden tot de dood III. Euthanasie en geloof Bij mensen met een christelijke geloofsopvatting zijn er twee belangrijke overwegingen, welke een rol spelen bij de probleemstelling met betrekking tot euthanasie. · Mag de mens zelf zijn lijden bepalen of moet hij het lijden van Christus navolgen? · Mag de mens het leven in eigen hand nemen of neemt alleen de Heer zoals Hij de mens het leven gegeven heeft? Na een sociologisch onderzoek naar de opvattingen en gedragingen rond de euthanasieproblematiek zijn er aan de hand van brievenanalyses verschillende religieuze codes en gedragstypen ontstaan. a. De streng orthodoxe code God is absoluut soeverein en heerser van de schepping. Alles wat daarin goed is komt van God en wat slecht is komt van de mens. Mensen mogen niet in de schepping grijpen want dat is godslastering, die gestraft wordt met de absolute ondergang. Het lijden is er om mensen op de proef te stellen en te louteren, alleen zo kan de mens de opstanding der doden waardig worden. Men komt tot volgende gedragsregels: Euthanasie is een aantasting van Gods beslissing over dood. Door euthanasie ontneemt men de laatste kans om nog te boeten voor de zonden. Degenen die euthanasie toepassen wacht de absolute ondergang. b. De transcendent - religieuze code God is het doel van het leven. Ziekte en pijn zijn te verdragen als men gelooft. Angst voor de dood verdwijnt bij overgave aan het geloof. Alles in het leven krijgt zin door dat geloof. Aldus komt men tot volgende gedragsregels: Lijden en dood moet gezien worden in het licht van de bestemming van de mens, namelijk God. De dood is het bereiken van die bestemming. God bepaalt het tijdstip zodat euthanasie niet voor de hand ligt.
c. De humaan - christelijke code God is een liefdevolle God. Het belangrijkste gebod is daarom menselijkheid. Leven en lijden worden daarom draaglijk en zinvol door de onderlinge liefde, naar het voorbeeld van Christus, die vooral gezien wordt in zijn menselijkheid. Zo komen we tot volgende gedragsregels: Uitgangspunt is de betrokkenheid bij de patiënt. Vanuit die betrokkenheid komt men niet gauw tot euthanasie, die echter niet wordt uitgesloten wanneer alleen zo die betrokkenheid gerealiseerd zou kunnen worden. d. De code van de religieuze mondigheid Dit is de laatste van de vier opgestelde codes en gedragsregels. De mens is vrij en verantwoordelijk om te doen wat hij wil. Hij beslist op grond van eigen inzichten en in het licht van de huidige ontwikkelingen. Hij verzet zich dus tegen een al te traditioneel en bevoogdend beleid van de religie. Hier komen we tot volgende gedragsregels: Inzake euthanasie moet de christen zelf tot een oordeel komen op grond van afwegingen van argumenten. Men komt er toe elk geval afzonderlijk te bekijken en geen algemene regels te stellen. IV. Enkele stellingen a. Euthanasie moet gelegaliseerd worden Ernstig zieke mensen die uiteindelijk op een uiterst pijnlijke wijze moeten sterven, willen en kunnen soms hun zinloos lijden niet langer verdragen. In onze huidige samenleving is dit een groot maatschappelijk probleem geworden, onder meer in verband met de vergrijzing van de bevolking, de uitbreiding van de inrichtingen voor bejaarden en chronisch zieken, waar sommige mensen geïsoleerd raken en de zin van het leven verliezen. Een wettelijke regeling zou zowel voor onder andere zulke patiënten, die de wens hebben een milde dood te sterven een goede stervensbegeleiding moeten kunnen garanderen en de onzekerheid van degenen die deze hulp verlenen zou ook opgeheven moeten worden. Ook heeft de maatschappelijke discussie zich in een aantal politieke kringen voortgezet en verdiept en sinds het einde van de jaren zeventig is euthanasie dan ook een politieke kwestie. Dan zijn er niet te vergeten de organisaties van artsen en verpleegkundigen. Zij wijzen op de praktijk rondom het verlenen van euthanasie en de onzekerheid van hun positie onder de huidige wetgevingen en jurisprudentie. b. Ieder mens heeft het recht om over zijn eigen leven te beschikken De medische vooruitgang bracht met zich mee dat het levenseinde zonder hoop op beterschap, en het lijden, verlengd kan worden. Waarom zouden medici bepalen wanneer het tijdstip van sterven gekomen is? Kunnen we beschikken over ons eigen leven? Vast staat, dat steeds meer mensen zich bewust worden van het zelfbeschikkingsrecht. Iedereen vindt dat één van de belangrijkste punten, namelijk vrijwilligheid voorop moet staan. Maar hoe weten we of die vrijwilligheid geen schijn is? Het zou kunnen dat mensen uit schuldbesef om euthanasie vragen, bovendien kan de omgeving de persoon in kwestie onder druk zetten. Toch is de kans hiervoor klein, zeker als wettelijk goed vastgelegd wordt welke zorgvuldigheidseisen in acht genomen worden. Die goede zorgvuldigheidseisen zorgen ervoor dat de arts die uiteindelijk euthanasie zal toepassen er degelijk achterkomen dat aandrang is uitgeoefend en dat van vrijwilligheid geen sprake is. Euthanasie moet juridisch en moreel toelaatbaar zijn wanneer sprake is van ondraaglijk lijden en van een concrete doodsverwachting. Niet toelaatbaar is bijvoorbeeld bij oude mensen euthanasie toepassen die helemaal vereenzamen en volledig de zin in het leven verliezen. Dit kan ervoor zorgen dat hulpverlening op plaatsen waar het niet zou moeten veel te groot wordt. Ik kan me wel voorstellen, dat iemand geholpen wordt door een ander uit liefde voor die persoon. Daarom vind ik het zeer goed dat hulpverlening strafbaar is maar dat doorgaans geen strafoplegging volgt. c. Zou euthanasie ethisch aanvaardbaar moeten zijn Er is nog veel onduidelijkheid over de vragen wat vanuit een ethisch standpunt geoorloofd is en wat juridisch aanvaardbaar wordt geacht. Er moet worden nagegaan wat ethische plicht tot eerbiediging van het leven inhoudt, onder andere of zelfdoding in bepaalde gevallen daarmee niet in strijd is. Men moet ook nagaan of de redenen van strafuitsluiting vanuit de ethiek ondersteund kunnen worden. Het belangrijkste probleem dat bij een ethische beschouwing over euthanasie aan de orde komt, is de ethische norm van eerbied voor het menselijk leven. De eis tot eerbiediging van het menselijk leven wordt in alle culturen en de daarmee verbonden ethische opvattingen teruggevonden, maar de inhoud zou na vertaling in concrete normen toch wat verschillen laten zien. In religieuze levensbeschouwingen zoals het christendom en het jodendom wordt eerbiediging van het menselijk leven versterkt door de overtuiging, dat het leven en de zeggenschap daarover slechts aan de Schepper van het leven toekomt. Dit houdt niet in, dat elk leven tot in de meest absurde aftakeling moet worden ‘afgeleefd’ en evenmin dat feitelijk doden perse ethisch als gekwalificeerd moet worden. Ook in de christelijke cultuur en wordt aanvaard, dat er situaties kunnen voorkomen waarin een dodende handeling ethisch verantwoord kan zijn. Zelfdoding werd veroordeel, maar zich laten doden wordt als een ethisch hoogstaande en heroïsche daad beschouwt.
Menswaardig sterven, ethische waardering: Mijn mening is dat een ethische waardering van het doden van zichzelf of van een ander slechts tot stand kan komen als je weet hoe de probleemsituatie in elkaar zit en als je de menselijke waarden zorgvuldig afweegt. Als de waardering van de duur van het leven in conflict komt met de waardering voor de kwaliteit van dat leven op een manier die niet op te lossen is, dan lijkt mij het ethisch aanvaardbaar om te overwegen en te beslissen euthanasie toe te passen. Het is volgens mij ook aanvaardbaar, dat als de patiënt om hulp vraagt bij uitvoering van euthanasie, dat die andere hem dan ook helpt.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.