Einstein

Beoordeling 6.9
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • groep 8 | 1380 woorden
  • 16 november 2003
  • 392 keer beoordeeld
Cijfer 6.9
392 keer beoordeeld

Persoon
Taal
Nederlands
Vak
Voorwoord:

Ik heb Albert Einstein gekozen omdat het een beroemde natuurkundige was en ik meer over zijn leven en over de relativiteitstheorie wilde weten.

Inhoud:

Hoofdstuk 1. De eerste levensjaren van Albert Einstein.
Hoofdstuk 2. Hoe Albert het deed op school.
Hoofdstuk 3. Albert zijn baantjes.
Hoofdstuk 4. Albert zijn gezin.
Hoofdstuk 5. Albert zijn theorieën.
Hoofdstuk 6. Einstein zijn andere werk.

Bronvermelding.

Albert Einstein van Fiona Macdonald, ISBN 9065655050.
Einstein van Theo Jansen ISBN 9005009659.

Hoofdstuk 1. De eerste levensjaren van Albert Einstein.

Op vrijdag 14 maart 1879 werd Albert Einstein geboren in de Zuid Duitse stad Ulm. Zijn vader heette Hermann Einstein en zijn moeder Pauline Koch. Albert was een stil kind en zat veel naar muziek te luisteren en boeken te lezen.
Later werd zijn zusje Maja geboren, waarmee Albert veel optrok.

Hoofdstuk 2. Hoe Albert het deed op school.

Albert hield niet van school, hij had niet veel vriendjes. Hij vond het niet echt nodig om erg goed op te letten omdat hij toch goede cijfers haalde. Op school vond hij rekenen het leukste Toen hij tien jaar was begon Albert na schooltijd wiskunde te studeren.
In 1894 vertrok Albert zijn familie naar Italië maar Albert bleef in München om zijn studie af te ronden. Hij miste zijn ouders en zijn zus, in 1895 ging hij ook naar Italië. Hij had zijn studie niet afgemaakt, hierdoor werden zijn ouders boos, dus beloofde hij ze dat hij het toelatingsexamen voor de technische hogeschool in Zürich zou afleggen.
In 1896 kreeg Albert een diploma waarmee hij zich zonder het toelatingsexamen te doen zich voor de technische hogeschool kon inschrijven. Hij had voor natuurkunde en wiskunde de hoogst haalbare cijfers.
Op de technische hogeschool verdiepte hij zich alleen in de dingen waar hij zelf in geïnteresseerd was. In 1900 haalde hij met uitstekende cijfers zijn diploma.

Hoofdstuk 3. Albert zijn baantjes.

Albert zijn eerste baantje was leraar, hier had hij niet echt op gehoopt maar hij vond het wel leuk. Later werd hij geholpen door een oude vriend en kreeg hij een baantje bij een patentbureau in Bern, waar hij als technisch expert werkte. Albert hield van zijn werk omdat het met wetenschap had te maken en omdat hij veel vrije tijd had om zijn eigen ideeën verder uit te werken, ook werd het goed betaald: zijn beginsalaris was 3500 Zwitserse frank. Op het werk werd hij erg gewaardeerd: in 1906 werd hij door de directeur als een van de meest gerespecteerde werknemers van het bureau beschreven.
Zodra Einsteins werk bekend raakte werden hem allerlei baantjes aangeboden. In 1909 werd hij professor aan de universiteit van Zürich. Hij was pas 34 jaar toen hij het hoogtepunt van zijn (wetenschappelijke) carrière bereikte.

Hoofdstuk 4. Albert zijn gezin.

In 1896 leerde Albert Mileva Maric kennen aan de technische hogeschool in Zürich. Zij deed iets dat ongewoon was voor vrouwen, het was namelijk ongewoon voor vrouwen om op de universiteit te studeren. In 1901 besloten ze te trouwen, maar dit gebeurde pas in 1903. In 1904 werd Hans Albert geboren en in 1910 Eduard.
In 1914 verhuisde het gezin naar Berlijn. Korte tijd later ging Mileva met de kinderen terug naar Zürich. In 1919 scheiden ze. Mogelijk was Mileva een inspiratiebron voor Albert, en heeft zij zo een belangrijke bijdrage geleverd aan het verkrijgen van de Nobelprijs.
Datzelfde jaar trouwde hij met zijn nicht Elsa Lowenthal.

Hoofdstuk 5. Albert zijn theorieën.

In 1905 publiceerde Albert twee essays (een soort opstel) waarin hij zijn speciale relativiteitstheorie uitlegde.

Paragraaf 1. Newton.
Voor Einstein was er een andere belangrijke wetenschapper: Isaac Newton. Hij ontdekte de wetten van de zwaartekracht, de wet van de zwaartekracht bepaald dat ieder lichaam in de ruimte ieder ander lichaam aantrekt met een kracht die van de massa afhankelijk is. Afstand en tijd waren niet te verklaren met de wetten van Newton. Newton geloofde tot aan zijn dood dat dit wel mogelijk was, maar dan had je volgens hem wel linialen nodig die lang genoeg waren en heel precieze klokken. Hij noemde dit de absolute ruimte en tijd.
Paragraaf 2. Ruimte en tijd.
Volgens Einstein bestaat absolute ruimte (plaats) niet. Bijvoorbeeld: iemand zit in een rijdende trein met een broodje waarvan hij twee happen neemt, voor hem voelt het aan alsof hij dit op dezelfde plek doet. Maar neem nou iemand die dit van buiten de trein ziet gebeuren, die ziet dit op verschillende plaatsen.
Volgens Einstein bestaat absolute tijd ook niet. Bijvoorbeeld: neem nu een andere trage trein met een bewaker achter en natuurlijk de machinist voor met daartussen de passagiers. Deze trein komt net uit een station gereden de machinist en de bewaker worden precies op hetzelfde moment neergeschoten de passagiers horen op precies hetzelfde moment twee schoten. Maar een conducteur die de trein ziet passeren hoort de schoten op twee verschillende momenten.
Paragraaf 3. De snelheid van het licht.
Morley en Michelson bedachten in 1887 een experiment om de snelheid van het licht te meten. In die tijd dachten de meeste wetenschappers dat er ether (een soort gas) in de ruimte zat, en dat het licht door de ether heen ging. Door de draaiing van de aarde zou de ether meedraaien, en daarmee zou het licht sneller gaan met de draairichting van de aarde mee. Het experiment dat Morley en Michelson bedachten ging zo: ze plaatsten spiegels in de draairichting van de aarde en in de tegenovergestelde richting en lieten daar lichtbundels op weerkaatsen, deze proef zou aantonen of er ether in de ruimte zit.
Het experiment mislukte, de snelheid van het licht bleef hetzelfde. Men dacht dat de klokken van Morley en Michelson defect waren, of dat de wetten van de natuurkunde fout waren.
Paragraaf 4. Einsteins conclusie.
In juni 1905 verklaarde Einstein de resultaten van het eerder genoemde experiment. Hij ontwikkelde twee theorieën:
1. Er zit geen ether in de ruimte.
2. De tijd hangt af van de snelheid, de lichtsnelheid is constant.
Voorbeeld.
Stel dat een astronaut met de snelheid van het licht kan reizen, die bedraagt 300000 kilometer per seconde. Hij neemt afscheid van een vriend die even oud is als de astronaut zelf. Jaren later komt hij weer terug op aarde en wat blijkt dan: dat de astronaut veel jonger is dan zijn vriend. Dus hoe sneller iets gaat hoe trager de tijd.
Dit is de algemene relativiteitstheorie. Deze theorie werd populair, er werden zelfs versjes over gemaakt, bijvoorbeeld:
Een vrolijke dame uit Maastricht
reisde sneller dan het licht.
Ze ging vandaag van start
vloog relatief hard
en lande gisteren bij haar nicht.
Hoofdstuk 6. Einstein zijn andere werk.

Paragraaf 1. Einstein voor de vrede.
Toen de eerste wereldoorlog aan de gang was werd Einstein misselijk van dat zinloze bloedvergieten, daarom ondertekende hij in 1915 “het Manifest voor Europeanen” dit had tot doel om de Europeanen te verenigen, en de vrede te handhaven. In 1922 werd Einstein lid van het Comité voor Intellectuele Samenwerking binnen de Volkenbond.
In 1930 ondertekende hij nog een ander manifest, namelijk “de Internationale Vrouwenliga voor Vrede en Vrijheid” dit manifest eiste internationale ontwapening.

Paragraaf 2. Einstein voor de joden.
Na de Eerste Wereldoorlog wilden de zionistische joden hun eigen land of staat, en omdat Einstein zelf ook een jood was zamelde hij geld in om de zionisten te helpen. Dit deed hij samen met Chaim Weitzmann, die later de eerste president van Israël (de joodse staat) zou worden. Toen de tweede wereldoorlog begon kreeg Einstein het moeilijk, er werd zelfs een anti-Einsteincomité gehouden, en er werd een boek geschreven met de naam “honderd auteurs tegen Einstein” dit kwam omdat Einstein ook een jood is.
Na de Tweede Wereldoorlog werd Einstein gevraagd om de tweede president van Israël te worden, dit deed hij niet.

Paragraaf 3. Einstein in Amerika.
In 1932 kreeg Einstein een (nieuwe) baan als professor aan de universiteit van Princeton in de V.S., ook zijn familie kwam mee. Toen Einstein in de V.S. aankwam werd hij gewaarschuwd dat hij zich niet meer met politiek moest bezig houden. In 1936 werd Einstein Amerikaans staatsburger. Ook vond Einstein dat Duitsland wel met geweld moest worden bestreden. Hij schreef de president van Amerika dat het mogelijk was om kernwapens te maken.
Na de oorlog probeerde hij te zorgen dat alle kernwapens werden vernietigd, ook wilde hij dat er een wereldregering zou komen om alle oorlogen te vermijden (deze is er ook gekomen, namelijk de verenigde naties).
Op 18 april 1955 overleed Einstein. De politieke en wetenschappelijke bijdrage van Einstein aan de wereld is groot geweest.

REACTIES

A.

A.

wat een slecht nederlands

13 jaar geleden

E.

E.

Je bent zelf slecht Nederlands

4 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.