Inleiding
In deze tijd wordt er veel gesproken over doping. Er zijn heel wat gevallen van doping bekend in de topsport. Denk maar aan het wielrennen met de gevallen van EPO uit de Tour de France van 1998 en het recente geval van een te hoog hematocriet gehalte van Pantani in de Giro de Italia. Verder had je een jaar geleden in het zwemmen de Chinese vrouwen met hun "schildpaddensoep" (dihydrote-testosteron). In het voetbal had je Diego Maradona met cocaïne. Maar wat is nou precies doping? Waar komt het vandaan? Wat doet het en wat voor gevolgen heeft het?
Wat is doping en waar komt het vandaan?
Het is moeilijk een definitie te geven van doping, een eenvoudige
omschrijving: "doping is het toedienen van stimulerende middelen, om een hogere prestatie te krijgen."
Er is een dopinglijst, hierop staan alle stoffen die tot stimulerende middelen worden gerekend. Deze is niet in elk land en bij alle sporten hetzelfde. Het vreemde is dat van veel van deze stoffen niet eens bewezen is dat de sportprestatie verbeteren.
Bij deze lijst moet je erg oppassen, want in onschuldige middeltjes zoals neusdruppels en hoestsiroop kunnen ook al stoffen zitten die als doping worden gezien. Een ander voorbeeld is de cafeïne in koffie en redbull.
Je mag ongeveer 4 à 5 kopjes koffie en niet eens 1 blikje redbull drinken om onder de tegenstaande hoeveelheid cafeïne te blijven.
Het woord doping is afkomstig uit Engeland. Men denkt dat de Kaffers, een volk in Zuidoost Afrika, een plaatselijke vorm van een sterke drank, die "dop" heette, gebruikte als een stimulerend middel. Tijdens de Boerenoorlog is dit woord overgenomen in de Engelse taal.
De oudste verhalen over doping komen uit Griekenland. Als je erg moe was werd er vrouwenmelk gedronken rechtstreeks uit de borst van een jonge moeder.
Bij oude Olympische Spelen werden er wel eens paddestoelen geslikt om de prestatie te verbeteren.
De Azteken uit het oude Mexico haalden uit cactussen strychnineachtige stoffen, waarmee ze in staat waren om 3 dagen achterelkaar te lopen.
Deze stof wordt nu nog gezien als een krachtbrengende stof en staat dan ook op bijna alle lijsten van de voor sporters verboden middelen.
Het eerste geval waarin het gebruik van middelen bij een wedstrijd kon worden aangetoond was dat van Amsterdamse Kanaalzwemmers in 1865. Zij hadden cafeïne bevattende middelen. Hierna begon een lange strijd tegen het gebruik van doping.
Als je denkt dat er alleen middelen worden gebruikt om prestatie van sporters te verbeteren heeft het mis. Mensen, die bijvoorbeeld een belangrijk optreden hebben, gebruiken soms ook bètablokker. Dit zijn middelen waarvan je rustig wordt, je faalangst gaat weg, deze wordt in de sport niet veel meer gebruikt, je reactiesnelheid gaat namelijk door deze stof achteruit. Ook bij dierensporten wordt doping gebruikt, denk maar
aan paardensporten, windhondenrennen en tegenwoordig ook bij
postduivenwedstrijden.
Verschillende soorten doping
Het Internationaal Olympisch Comité (IOC) heeft de dopinglijst in drie categorieën ingedeeld en die categorieën weer in hoofdgroepen. De totale lijst met bijlagen bevat enkele honderden verboden stoffen en methoden, hier houden we het echter op een kort overzicht.
1. Verboden groepen van stoffen
A. Stimulantia
Stimulantia zijn stoffen die een directe, stimulerende werking hebben op het zenuwstelsel. Ze worden gebruikt om hetzelfde effect te krijgen dat adrenaline, een stof die het lichaam zelf aanmaakt, veroorzaakt.
Stimulantia zorgen ervoor dat men beter geconcentreerd is, het gevoel van vermoeidheid afneemt, minder pijn voelt en dus zwaardere inspanningen kan leveren.
Het meest bekende voorbeeld van stimulantia is zijn amfetaminen, die vooral door duursporters worden gebruikt. Ook stoffen als cocaïne, efedrine en cafeïne worden tot de stimulantia gerekend. Het gebruik van stimulantia is niet geheel zonder risico. Door het gebruik kan het lichaam minder makkelijk afkoelen en is het mogelijk dat het hart of andere organen niet meer goed
functioneren. Verschillende sporters zijn hieraan overleden. Andere bijwerkingen zijn rusteloosheid, hoofdpijn, duizeligheid, hallucinaties, hartkloppingen en stijging van de bloeddruk.
B. Narcotische analgetica
Narcotische analgetica zijn eigenlijk pijnstillers. Ze werken op het centraal zenuwstelsel, hebben een versuffend effect en onderdrukken pijngevoel. Door het gebruik van narcotische analgetica hopen sporters minder pijn te voelen. Daarnaast onderdrukken narcotische analgetica hoest.
Veel narcotische analgetica zoals morfine kunnen verslavend zijn. Ook codeïne, een stof die tegen hoesten wordt gebruikt viel jarenlang onder deze groep, maar is tegenwoordig toegestaan. Het gebruik van narcotische analgetica kan problemen met de gezondheid veroorzaken. Door de pijnstillende werking voelt de sporter niet dat hij geblesseerd is, hij sport verder met het risico ernstige schade aan zijn eigen lichaam te
veroorzaken. Andere bijwerkingen zijn misselijkheid,
ademhalingonderdrukking, stoornissen bij het urineren en slaperigheid.
C. Anabole middelen
De anabole middelen zijn eigenlijk ook weer onder te verdelen in twee groepen. Ten eerste de androgene anabole steroïden. Androgene anabole steroïden zijn afgeleid van het natuurlijke, mannelijke hormoon testosteron.
Anabool betekent weefselopbouwend en androgeen betekent vermannelijkend.
Door de inname van testosteron wordt vooral de vorming van eiwit in de geslachtorganen, de huid het skelet en de skeletspieren bevordert.
Sporters proberen door anabolengebruik te combineren met een nauwkeurige trainingsopbouw en juiste voeding hun spiermassa en spierkracht te vergroten. Androgene anabole steroïden worden het meest gebruikt door krachtsporters.
De tweede groep anabole middelen zijn de bèta- 2 agonisten. Dit zijn stimulerende middelen die tevens een anabole werking kunnen hebben. Een voorbeeld van bèta- 2 agonisten is clenbuterol, wat door gebruik kan leiden tot een afname van het vetpercentage en een toename van spiermassa. Ook bij anabole middelen kunnen ernstige bijwerkingen optreden. Ze hebben invloed op
de groei en kunnen bij vrouwen vermannelijking en menstruatiestoornissen veroorzaken en bij mannen prostaatvergroting en remming van de vorming van zaadcellen.
D. Diuretica
Diuretica, ofwel plaspillen, werken direct op de nieren om de
hoeveelheid urine te vergroten en het afvoeren van die urine te versnellen. Sporters gebruiken diuretica om hun lichaamsgewicht te verminderen. Bij sporten als judo, gewichtheffen, boksen en worstelen is het belangrijk om in een zo licht mogelijke gewichtsklasse uit te komen, en net op de grens te zitten
tussen het goede en het te zware gewicht voor die klasse. Diuretica worden ook gebruikt als maskeringmiddel. Door het gebruik van diuretica wordt de urine sneller uitgedreven, waardoor de concentratie van geneesmiddelen in de urine wordt verlaagd en verboden stoffen dus moeilijker zijn aan te tonen.
Tot de bijwerkingen behoren uitdroging, vermoeidheid en kramp.
Het werkstuk gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
M.
M.
ey,
wat een mooi werktstuk echt waar
20 jaar geleden
Antwoorden