Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Uitrusting van olietankers

Beoordeling 7.2
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 4e klas mbo | 1529 woorden
  • 3 maart 2012
  • 3 keer beoordeeld
Cijfer 7.2
3 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

De gevaren & risico's van het vervoeren van olieproducten

De gevaren van het vervoer van olie producten zijn:

  1. Gevaar voor brand en explosie
  2. gevaar voor bedwelming en vergiftiging
  3. gevaar voor milieu verontreiniging
  4. gevaar voor reactiviteit bij chemicaliën- en gastankers (reactiviteit kan met andere lading, met water, met zichzelf of met scheepsconstructie zijn)
  5. gevaar voor hoge druk (gastankers)
  6. gevaar voor lage temperatuur (gastankers)

Indeling van de lading en de overige locaties op een olietanker.

De lading kan men onderscheiden in verschillende groepen.

Zoals:

  1. aardolie producten: ruwe olie (crude) afgewerkte producten (gasolie, benzine) halfproducten (feedstocks)
  2. chemicaliën: een bewerkte vorm van aardolie producten
  3. vloeibare gassen: L.P.G. en L.N.G.
  4. dierlijke en plantaardige producten: tallow+ schapenvet; olijfolie, wijn
  5. water

De indeling van een olietanker is verdeeld in:

  1. Kofferdam
  2. Void space                                                                                                           
  3. Pompkamer
  4. Ladingpompkamer
  5. Lege tank
  6. Brandstoftank of andere gelijkwaardige ruimtes
  7. Ladingtank
  8. Stuurmachinekamer
  9. Voorpiek
  10. Voorste machinekamer

Het schip is dubbelwandig uitgevoerd over de gehele lengte van de ladingtanks.

Er bevinden zich twee dieselbrandstoftanks in de voorste machinekamer aan SB en BB en twee aan SB en BB in de achterste machinekamer. De tanks voor de hydraulische olie, de drinkwatertank en de zwarte watertank bevinden zich in de achterste machinekamer en de twee vuile olietanks zijn weer verdeeld over de MK.

Beschrijf het laad- en lossysteem met deedwellpomp lay-out.

Het deepwellpomp is ontworpen om pijpleidingen te beschermen tegen overspanningen veroorzaakt door het starten en stoppen van diepe put pompen.

De deepwellpomp is een hydraulisch bediende pomp met membraan klep die wordt gecontroleerd door een magneetventiel. Deze pomp heeft afzonderlijk instelbare flow control kleppen die reguleren de opening en de sluit kleppen. Er bevind zicht ook een eindschakelaar op de klep die fungeert als een elektrische vergrendeling van de klep en de pompmotor.
De werking van het ventiel wordt volledig automatisch gecontroleerde
door het magneetventiel.

De werking deepwellpomp

Als de pomp gestaard wordt, wordt de solenoid bekrachtigd en waardoor de afsluiter langzaam sluiten. Door het sluiten van de afsluiter zal er lucht ontnomen worden waardoor de pomp kan beginnen met aanzuigen van zand en water uit de pomp. OP de afbelding hieronder is te werking cycli te zien de pomp zuigt aan met behulp van de heen en weergaande membram en verpompt het weer naar de vereiste bestemming. Als men de pomp in stand-by stand zet als de spoel zich ontladen de pomp blijft wel draaien en opent de regelklep wardoor de aanzuigdruk wegvalt.

 Beschrijving van het laad- en lossysteem met pompkamer lay-out.

De pompkamer is een gevaarlijk gebied. In de pompkamer zitten diverse leidingen, pompen en afsluiters. Er worden divers voorschriften aan de pompkamer gesteld.

De voorschriften luiden als volg:

  1. De pompkamer moet geventileerd kunnen worden.
  2. De pompkamer moet aangesloten zijn op het lenssysteem en voorzien zijn van een bilgealarm (hoorbaar op de brug en in de controlekamer).
  3. Er moet een voorziening aanwezig zijn om bewusteloze personen met een reddinglijn op te hijsen.
  4. In de buurt van de pompkamer moet een ademluchttoestel opgeborgen zijn .
  5. De manometer van de pompen moeten buiten de pompkamer kunnen worden afgelezen.

Laad en losleidingen lopen door de pompkamer en door de ladingpompkamer.  

De ladingpompen die zich in de pompkamer bevinden zijn meestaal centrifugaalpompen, deze worden gebruikt omdat ze als voordeel hebben dat ze relatief klein zijn en gelijkmatige vloeistof opbrengst geven. De centrifugaalpompen zijn niet sterk genoeg om de gehele tank leeg te pompen, voor het laatste restje gebruikt men een strippomp.

In de pompkamer tussen de achterste ladingtanks en de achtermachinekamer zijn de beide ladingpompen opgesteld. Deze worden aangedreven vanaf de voorzijde van de twee buitenste hoofmotoren via een in burgmann magnetische koppeling. De schoot die tussen de machine kamer en de pompkamer is een geheel (waterdicht). Dit garandeert een lekvrije en gasdichte door voering. De twee lading pompen die het vloeistof verpompen zijn vanaf 2 locaties te bedienen vanaf de brug en vanaf het dek. De opbrengst van en pomp wordt geregeld met het toerental (hoger/lager) van de aandrijfmotoren. Voor het laden zijn op het voor en achterschip zowel aan SB als aan BB aansluiting aanwezig. Op het voor-, midden-, en achterschip zijn de bunkeraansluitingen aanwezig zowel aan SB als aan BB. Alle afsluiter in het laad- en lossysteem zijn vlinderkleppen en zijn meestaal hydraulisch bedienbaar en regelbaar vanaf de brug. Het is ook belangrijk dat de olie op gewenste temperatuur reikt anders wordt de viscositeit te hoog waardoor het bijna niet te verpompen kan worden. De verwarmingselementen bestaan uit pijpelementen die zich onderin de in ladingtanks bevinden . Olie tankers maken gebruik van een expansietank gevuld met stikstof die onder druk staat.

De dampretuorleiding is voor zien van 3 stuks P/V ontluchters. De tanks zijn voor zien van een nazuigleidin (strippingsysteem). De ladingtanks kunnen met een extreme installatie worden gereinigd en geventileerd. Ballasten van de ladingtanks met buitenboordwater is niet toegestaan.

Na het laden worden afsluiter en ventilatoren in de pompkamer gesloten/gestopt.   

Beschrijf de specifieke brandbestrijdingsmiddelen aan dek.

Schepen die op zee varen vereisen een hoger veiligheidsniveau vanwege de speciale omstandigheden op zee. In de meeste gevallen kunnen mensen bij een uitslaande brand niet snel wegkomen en directe hulp van buitenaf kan ook niet snel ter plekke zijn.

Een olie tanker is erg brandgevoelig, en daar door moet er een goed brandblussysteem aan boord aanwezig zijn. Als een olie tanker in brand vlieg bestaat er een grote kans op explosie die met 90% mensen leven met zich opblaast. Voor welke brandbeveiliging uiteindelijk wordt gekozen is sterk afhankelijk van het type schip, de lading, de te beveiligen ruimte en de risico’s.  Het belangrijkste is dat de blustechnisch zó aangepakt wordt dat de bemanning, passagiers en de vitale technische functies van het schip op geen enkele manier in gevaar komen. Om het ontstaan van brand en explosie te voorkomen zijn er aan boord van olie tankers verschillende blussystemen geïnstalleerd, zoals het meest bekende de CO2 systeem. CO2 is een blusgas dat van bijna eeuwig wordt toegepast in brandbeveiliging. Een brand wordt door CO2 effectief bestreden, doordat het vloeibare CO2 tijdens het uitstromen expandeert, zodat er naast een zuurstofverdringende effect ook een koelend effect ontstaat.

Het werkstuk gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Eindexamens

Alles wat je moet weten over de eindexamens

Een olie tanker is erg brandgevoelig, en daar door moet er een goed brandblussysteem aan boord aanwezig zijn. Als een olie tanker in brand vlieg bestaat er een grote kans op explosie die met 90% mensen leven met zich opblaast. Voor welke brandbeveiliging uiteindelijk wordt gekozen is sterk afhankelijk van het type schip, de lading, de te beveiligen ruimte en de risico’s.  Het belangrijkste is dat de blustechnisch zó aangepakt wordt dat de bemanning, passagiers en de vitale technische functies van het schip op geen enkele manier in gevaar komen. Om het ontstaan van brand en explosie te voorkomen zijn er aan boord van olie tankers verschillende blussystemen geïnstalleerd, zoals het meest bekende de CO2 systeem. CO2 is een blusgas dat van bijna eeuwig wordt toegepast in brandbeveiliging. Een brand wordt door CO2 effectief bestreden, doordat het vloeibare CO2 tijdens het uitstromen expandeert, zodat er naast een zuurstofverdringende effect ook een koelend effect ontstaat.

CO2-blusgasinstallaties worden onder meer toegepast in:

  • Machine- en pompkamers, drukpersen, productieruimten, spuitcabines en Ruimten voor opslag

Dit zijn de systemen die aan boord van olie tankers gebruikt worden.

Het maritieme brandblussysteem van CO2 is een installatie dat gebruikt wordt voor bescherming tegen brand in internationale scheepscirkels. CO2 wordt hoofdzakelijk gebruikt omdat het ook aan het vereiste eisen van nationale milieubescherming voldoet.

Om brand tegen te gaan aan dek zijn er deze middelen ter beschikking gesteld.

  • Brandblussers, brandslangen, overlevingspakken, reddingsvlotten, ademluchttoestellen, vluchtwegsets, verbandkisten, brandweer uitrusting

De ontstekingsbronnen kunnen zijn:

  • Open vuur (sigaretten, lassen)
  • Zelfontbranding (broei)
  • Mechanische vonk (staal op staal)
  • Elektrische vonk (kortsluiting)

    Beschrijf de over/onderdruk veiligheidskleppen

Overdrukkleppen

Overdrukkleppen ook wel ventiel genoemd zijn kleppen die openen automatisch als er een te grote druk zich in de pijpleiding of tank bevindt. Het doel van deze klep is om de pijpleiding en de tank te ontlast die onder druk blijft op het gewenste niveau.

Terugslagkleppen: Deze kleppen zijn ontworpen om one-way te werken. Deze klep laat het vloeistof maar een kant op. Deze klep sluit zichzelf als het niet gebruikt wordt.

Werking overdrukkleppen

Op het afbelding hiernaast zit u een opluchting drukventiel met hoge snelheid (het nieuwste model). De doorgang van het gewricht (zie afbelding weg van het zwarte-pijl) van hoge snelheid klep is verbonden met de ladingtank, wanneer de ladingtank wordt geladen zal de perslucht zich vormen, het overdrukventiel schijf zal dan automatisch omhoog springen en zal fiblireren met een flitsende snelheid, terwijl de perslucht aan de werkdruk komt bij een olietanker is dat 14,0 kPa en bij een chemicaliëntanker is dat 20,0 kPa als de werkdruk is bereikt zal de klep zichzelf ontluchten (zie afbelding zwarte pijl). Tegelijkertijd zal de inwendige druk van de klep op het vacuumventiel schijf aanzuigen, zodat de sluiting ervan beter zal zijn.

De onderdrukklep ook wel vacuüm ventiel genoemd wordt gebruik bij het lossen van vloeibare lading bij tankers.

In een tank zal er zich een onderdruk vormen tijdens het lossen waardoor de klep automatisch open wordt gezogen bij een negatieve onderdruk van (-3.5Kpa). de lucht word dan van het atmosfeer gezogen en in de tanks en ruimen toegelaten.

Deze klep dient na een bepaalde arbeidstijd te worden schoongemaakt omdat het dubbele werking verricht wardoor het grotere kans op stof en vervuiling krijgt.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.