Hoofdstuk 1 De geschiedenis van het Engels koningshuis.
De geschiedenis van Engeland kent een groot aantal belangrijke periodes.
De belangrijkste periodes heb ik in volgorde van oud naar nu gezet:
- Prehistorie en oudheid.
- Brittannië en de Romeinen.
- Angelsaksen.
- Vikingen.
- Normandiërs.
- Periode Plantagenet.
- Huis Tudor.
- Stuarts en Burgeroorlog.
- Restauratie en Glorious Revolution.
- Huis Hannover.
- Saksen-Coburg.
De Prehistorie en oudheid:
De prehistorie word ook wel de oertijd genoemd. Er is wel een beetje bekent over de mens maar niet veel. Er zijn ook geen geschreven teksten over deze tijd. Soms zijn er wel teksten maar niet ontcijfert. De prehistorie duurde ongeveer tot 100 jaar voor Christus. In het Zuiden van Engeland zijn wel wapens gevonden (vuistbijlen en messen en nog maar andere dingen.), dat is het oudste bewijs dat er gevonden is, dat er mensen waren. In het noorden zijn de sporen door de verschillende ijstijden verloren gegaan. Na iedere ijstijd kwam de zeespiegel lager te liggen, waardoor de sporen verloren gingen. Door die ijstijden was Engeland toen ook met het vaste land van europa verbonden. Rond 6000 jaar voor Christus werd Engeland van het vaste Europese land los gemaakt, doordat de laatste verbinding onder water liep. Na deze overstroming kwam de eerste boeren vanuit zuidwest Frankrijk, Engeland binnen en een paar eeuwen later zaten ze over het hele eiland verspreid.
Engeland heeft in de Bronstijd een rijke industrie opgebouwd. Er is toen veel gehandeld met landen tot aan zelfs de Middellandse zee. De Bronstijd duurde van 3000 jaar voor Christus tot 800 jaar voor Christus. Er zijn in Engeland ook scheve aarde vazen gevonden van 2500 jaar voor Christus. Deze klei vazen zijn het bewijs van de Klokbeker volk deze tijd duurde van 2700 jaar voor Christus tot 2100 jaar voor Christus.
Vanaf 500 jaar voor Christus werden de Britse bewoners van Zuid-Engeland weggejaagd door Keltische stammen uit Gallië. De laatste waren de Belgae, die 100 jaar voor Christus het Kanaal overstaken en zich vestigden in Zuid-Engeland.
Brittannië en de Romeinen:
Engeland was vanaf 43 jaar na Christus in handen van de Romeinen. Engeland heette tot 43 jaar na Christus Albion. Na de verovering door de Romeinen werd Albion, Britannia genoemd later Brittania. De tijd dat de Romeinen de baas in Engeland speelde duurde tot 407 jaar na Christus.
Ondanks flink terugvechten van de bewoners, werd van 77 tot 84 jaar na Christus, Wales en een gedeelte van Schotland veroverd door de Romeinen. De bevolking die toen in Schotland woonde noemden ze de Picten en Scoten. De Romeinen verloren al snel een deel van het veroverde land in het Noorden van het eiland. Er werden toen grenzen gemaakt om het Romeinse rijk tegen de Picten en Scoten te beschermen. Deze werden door de Romeinen streng bewaakt.
Vanaf 402 jaar na Christus verlieten de Romeinen Britannia en 407 jaar na Christus waren de laatste Romeinen weg uit Britannia. De Picten en Scoten vielen Britannia vanuit het Noorden aan en vanuit het Oosten rukten verschillende volkeren zoals, Germaanse Angelen, Friezen en saksen. Ze rukten langzaam op richting het Westen en veel Britanniërs vluchtten naar Bretagne en Normandië in Frankrijk.
Angelsaksen:
Britannia werd veroverd door de Angelsaksen. De Saksen namen Zuid-Engeland in , de Juten namen het uiterste zuidoosten en langs het Kanaal in en de Angelen namen heel Noord- en Midden-Engeland in. Al deze Angelsaksische volken, Germaanse Angelen, Friezen, Saksen en Jutten richtten hun eigen koninkrijkjes op. Nadat al deze volkeren in Engeland waren, begon de strijd over wie de baas was in Engeland. Een paar belangrijke koninkrijkjes waren Kent, Essex, Sussex, Wessex, East Anglia, Mercia en Northumbria. Eind 6e eeuw behoorde het overwicht toe aan Kent en vanaf het einde van de 6e eeuw tot het einde van 7e eeuw aan Northumbria. In die tijd begon het veranderen van het geloof van de Angelsaksische volken, waarbij paus Gregorius de Grote een belangrijke rol speelde. In 679 jaar na Christus werd het rijk Aethelred van Mercia de baas in het rijk Northumbria. Dit duurde de hele 8e eeuw en ze waren zo sterk dat ze de Kelten in het westen tegen houden. Begin 800 jaar na Christus werd het koninkrijk Wessex steeds sterker en dit duurde tot 839 jaar na Christus.
Vikingen:
Toen het koninkrijk Wessex de baas werd namen ook de aanvallen van de Vikingen uit Scandinavië en de Denen uit Denemarken toe op Engeland. In de periode dat Alfred de Grote over Engeland de baas was 870 jaar na Christus tot 899 jaar na Christus, veroverden de Vikingen geheel Oost-Engeland en het oostelijk deel van Midden Engeland. Alfred de Grote sloot in 886 jaar na Christus een overeenkomst met de Deense Koning Guthrum, waarbij een deel van Engeland werd afgestaan, later werd dit deel bekend als Danelaw.
De Koningen die na 899 jaar na Christus kwamen wisten de macht in Engeland weer langzaam uit te breiden. In de periode van Koning Edgar 959 jaar tot 975 jaar na Christus namen de aanvallen van de Vikingen af en herstelde het oude Engelse Koninkrijk weer volledig. De aanwezige Angelsaksen en Scandinaviërs werden langzaam 1 bevolking. Zo rond de jaren 990 na Christus vielen de Denen op nieuw Engeland aan. 1016 jaar na Christus was Koning Knut de baas over heel Engeland. De Denen waren baas tot 1042 jaar na Christus.
Normandiërs:
Normandië is een westelijk deel van Frankrijk dat in 911 jaar na Christus door Frankrijk is afgestaan aan de Normandiërs. De Normandiërs waren Vikingen die oorspronkelijk uit Scandinavië kwamen. Ze hadden dit deel van Frankrijk gekregen om Frankrijk te beschermen tegen verdere aanvallen van Vikingen. Toen in 1066 jaar na Christus de Koning van Engeland overleed ontstond er een strijd over wie de baas van Engeland was. De strijd ging tussen Harold, zoon van Godwin van Wessex, hertog Willem van Normandië en koning Harald III van Noorwegen. Een wijze raad van drie besliste dat Harold Koning werd en direct werd Engeland door Noorwegen aangevallen, maar het was uiteindelijk Willem van Normandië die in de gevecht bij Hasting 14 oktober 1066 jaar na christus, Harold versloeg. Door deze verovering werd Engeland betrokken bij allerlei oorlogen op het vaste land van Europa. Engeland was hier niet van gediend en er brakken gevechten uit welke door Willem van Normandië werden tegengehouden. Er volgende vele machtswisselingen tussen de zoons van Willem van Normandië. Vanaf 1106 jaar na christus kwamen Engeland en Normandië weer onder 1 koning, Koning Hendrik. 1135 jaar na Christus overleed Hendrik, maar in plaats van zijn dochter Mathilde (getrouwd met Geoffroy Plantagenet), eiste Stefanus van Blois de macht op. Weer volgde een burgeroorlog en Mathilde gaf in 1148 jaar na Christus de strijd op. In 1153 jaar na Christus werd Stefanus echter gedwongen om Mathildes zoon Hendrik Plantagenet tot Koning van Engeland te kronen.
Periode Plantagenet:
Hendrik II werd koning in 1154 jaar na Christus. Hij breidde zijn macht uit naar Ierland, Wales en Schotland. Hendrik II werd door Richard I Leeuwenhart opgevolgd die de het koninkrijk bestuurde tot 1199 jaar na christus. Deze werd opgevolgd door zijn jongste broer Jan Zonder Land. Jan zonder Land verloor Normandië en andere delen van Frankrijk voor altijd aan de Fransen, hij overleed in 1216 jaar na Christus. De opvolger was Henry III die negen jaar oud was, zijn begeleider was Hubert de Burgh. Tijdens deze periode werd het Engelse Koningschap weer in ere hersteld. Vanaf 1272 jaar na Christus kwam zijn oudste zoon aan de macht Edward I. Edward I veranderde Engeland nog verder en hij werd in 1307 jaar na Christus door zijn zoon Edward II opgevolgd. Alles wat was opgebouwd ging onder hem verloren. 1314 jaar na Christus verloor hij ook het gevecht bij Bannockburn en hiermee was de macht van Engeland in Schotland afgelopen. Edward III de oudste zoon van Edward II volgde hem op in 1327 jaar na christus. Onder zijn bewind begon de 100 jarige oorlog met Frankrijk. Ook bereide de macht van het Parlement (politiek) uit en werd de handel en industrie steeds belangrijker voor de Engelse economie.
1348 jaar na Christus brak de pest uit in Engeland, waardoor het land in problemen kwam. Ook was er de 100 jarige oorlog die ten koste ging van de economie, dit leidde tot onrust in Engeland zelf. 1377 jaar na Christus werd Edward III door zijn eigen zoon Jan van Gent als Koning van Engeland weggestuurd. 1377 jaar na Christus nam Richard II de troon van Engeland over, Richard II was de laatste afstammeling afkomstig uit het huis van de Plantagenet. Hij werd op 10 jarige leeftijd Koning van Engeland onder voogdij van een aantal Hertogen, waar onder Jan van gent. 1381 jaar na Christus brak er een boerenopstand uit. In 1389 jaar na christus werd Richard II volledig zelfstandig Koning van Engeland. 1397 jaar na kreeg hij nog meer macht, doordat hij veel macht van het parlement afpakte.
1399 jaar na Christus kwam er een einde aan de macht van de familie Plantagenet. Henry Bolingbroke een zoon van Jan van Gent stuurde Richard II weg en werd als Hendrik IV zelf Koning , wat zelfs door het parlement werd goed gekeurd. Hij was koning van het land tot 1413 jaar na Christus en werd opgevolgd door Hendrik V. Hendrik V voerde net als zijn voorganger steeds oorlog met Frankrijk en in 1415 jaar na Christus heroverde hij Normandië. Hendrik V was Koning tot 1422 jaar na christus en werd opgevolgd door zijn zoon Hendrik VI. Hendrik VI beëindigden in 1453 jaar na Christus de honderdjarige oorlog met Frankrijk. Tijdens de eerste periode dat Hendrik VI Engeland leidde brak de Rozenoorlog uit die duurde van 1455 tot 1485 jaar na christus. Het ging in deze oorlog om de macht over Engeland tussen de families van Lancaster en York.
Hendrik VI van het Huis lancaster verloor de macht in 1461 jaar na Christus aan Eduard IV van het huis York, die met steun van Graaf Warwick het huis Lancaster versloeg. Warwick wilde zelf de macht, toen dit niet lukte sloot hij zich aan bij het Huis Lancaster. In 1470 jaar na Christus heroverde Hendrik VI de macht in Engeland met hulp van Warwick. Eduard IV vluchten naar Holland en met behulp van Karel de Stoute veroverde hij de macht weer over Engeland in 1471 jaar na Christus. Hij was Koning tot 1483 jaar na Christus. Hij had 2 jonge zoons Eduard V en Richard. Eduard V werd Koning echter zijn oom Richard de broer van de overleden Koning Eduard IV, liet de prinsen Eduard V en Richard in Londen opsluiten. Oom Richard liet zich in 1483 jaar na Christus als Richard III tot koning van Engeland kronen. In 1485 jaar na Christus werd Richard III door Henry Tudor verslagen en weggejaagd. Henry Tudor werd als Koning Henry VII gekroond en er kwam een einde aan de Rozenoorlog tussen de Lancasters en Yorks.
Huis Tudor:
Van de familie Tudor kwam 3 Koningen, Henry VII van 1485 jaar tot 1509 jaar van Christus, Henry VIII van 1509 jaar tot 1547 jaar na christus, Eduard VI van 1547 tot 1553 jaar na Christus, Jane Grey voor 9 dagen Koningin in 1553 jaar na Christus, Maria I van 1553 jaar tot 1558 jaar van Christus en als laatste Elizabeth I van 1558 tot 1603 jaar na Christus.
Tijdens de macht van de familie Tudor ging het Engeland economisch heel goed en speelde internationaal een grote rol. Er volgde een breuk met Rome en het protestante geloof nam enorm toe. De machtige kloosters werden hun macht afgepakt, waardoor veel grond werd terug gegeven aan de bevolking, de boeren profiteerden hier weinig van.
Jane Grey werd als koningin van Engeland gekroond, alleen maar om het geloof te doen draaien naar het Katholieke geloof. Ze wilde zich hiervoor niet laten gebruiken en Maria I nam de macht. Maria I nam met behulp van keizer Karel V maatregelen om het Katholieke geloof te herstellen.
Stuarts en Burgeroorlog:
1603 jaar na Christus werd James VI Koning van Schotland gekroond tot Koning van Engeland als Jacobus I. Tijdens zijn periode als Koning ontstonden er grote problemen. In 1625 jaar na christus werd Karel I koning van Engeland tot 1649 jaar na Christus, Door de grote problemen braak er van 1624 jaar tot 1645 jaar na Christus een burger oorlog uit. Een Engelse staatsman Oliver Cromwell over won de Koning en begon een dictatuur, waarbij het land door het leger werd geleid. Deze periode duurde tot 1660 jaar na Christus, daarna herstelde het Huis Stuart en kregen Engeland, Schotland en Ierland weer een eigen parlement.
Restauratie en Glorious Revolution:
Karel II was de zoon van Karel I en hij was officieel in 1649 jaar na Christus tot Koning van Engeland uitgeroepen, echter Cromwell pakte toen met het leger de macht. Toen Cromwell in 1660 jaar na Christus stierf werd Karel II terug geroepen en nam hij de leiding van Engeland weer in handen en wel tot 1685 jaar na Christus. Na het overlijden van Karel II ontstond er een kwestie tussen de Tories en Whigs over wie Karel II moest opvolgen. De Tories steunde de wettelijke erfgenaam, de Katholieke James, de Whigs waren voor buitensluiten van de Katholieken. Jacobus II kwam in 1685 jaar na Christus als Koning aan de macht dit duurde tot 1688 jaar na Christus. Hij bevooroordeelde opvallend de katholieken, wat leidde tot verzet van zowel de Tories als de Whigs. Samen zochten ze steun bij Willem III van Holland die was getrouwd met de dochter van Jacobus II. Op 5 november 1688 jaar na Christus kwam Willem III van Holland aan in Engeland. Jacobus II werd op 11 december 1688 zowel door Engeland als Ierland weggestuurd als Koning en hij vluchtten naar Frankrijk. 11 april 1689 na Christus, werd hij ook in Schotland als Koning weggestuurd. Niet zijn Katholieke zoon Jacobus Stuart, maar zijn Protestante dochter Maria II nam samen met haar man Willem III van Oranje Nassau uit Holland, het koningschap in handen. Deze actie wordt de Glorious Revolution genoemd, ofwel succesvolle overtocht met een succesvolle omwenteling van het geloof. Jacobus II probeerde in 1689 nog 1 keer de macht terug over te nemen, wat mislukte. In 1689 jaar na Christus kwamen er wetten die het parlement sterker maakten. In 1701 jaar na Christus kwam er een Engelse wet die regelde dat alleen protestante nakomelingen de troon zouden erven.
Eerst nam Groot Brittannië die wet over later ook het Verenigd Koninkrijk. In 1702 jaar na Christus werd Willem III door zijn schoonzusje Anna opgevolgd. Tijdens haar periode werd de Act of Union gesloten, Engeland en Schotland werden verenigd tot 1 rijk met 1 parlement. Anna was Koningin tot 1714 jaar na Christus.
Huis Hannover:
In 1714 jaar na Christus werd George I als eerste vanuit het huis Hannover Koning van het verenigd Koninkrijk ( Engeland, Wales, Schotland en Ierland). In 1727 werd ie door zijn zoon opgevolgd en die was koning tot 1760 jaar na Christus. 1760 jaar na Christus nam George III zoon van George II het koningschap over en was hij de derde afstammeling uit het huis Hannover met als groot verschil dat hij in Engeland was geboren. George III was tot 1820 aan de macht als Koning van Groot-Brittannië en Koning van Ierland. 1 januari 1801 gingen de vereniging van deze 2 landen samen en was hij Koning van Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Ierland.
De binnenlandse politiek was tot 1760 in handen van de Whigs daarna kwamen de Tories aan de macht, de machtigste persoon was toen Robert Walpole, hij streefde naar vrede en meer groei van de economie. Het lukte zowel Engeland alleen als Groot-Brittannië niet om buiten de Europese oorlogen te blijven. George III had tijdens zijn Koningschap te maken met vele oorlogen zoals, de Zevenjarige oorlog met Frankrijk, welke Engeland won en daarmee werd Engeland de machtigste Europese land in Noord-Amerika en India. Deze overwinning werd al snel gevolgd door het verlies van de Amerikaanse kolonies tijdens de Amerikaanse Onafhankelijkheidsoorlog ( 1775 – 1783). Na deze oorlog bleven er 13 kolonies over welke we op dit moment nog steeds kennen als de Verenigde Staten. Een periode van twintig jaar ( 1793 – 1815 ) vocht het Verenigd Koninkrijk tegen de Franse Revolutie, daarna tegen de Eerste Franse Republiek en daarna tegen het Frankrijk van keizer Napoleon I van Frankrijk. In 1802 sloot Groot-Brittannië met Frankrijk vrede echter in 180 werd de oorlog hervat. Dit leidde uiteindelijk tot het verslaan van Napoleon in 1815 tijdens het gevecht bij Waterloo.
Na George III kwam George IV uit het huis Hannover aan de macht van 1820 – 1830. Vervolgens werd Willem IV uit het huis Hannover Koning van 1830 – 1837, hij was de laatste mannelijke Koning uit het huis Hannover en ook de laatste die zowel de zeggenschap had over het Verenigd Koninkrijk als over Hannover. Hij liet geen wettige kinderen (niet wettig zijn kinderen die hij kreeg met de vrouw waar hij niet mee was getrouwd ), na en daardoor kwam uit het huis Hannover zijn nicht Victoria aan de macht van 1837 – 1901. Victoria is 63 jaar en 7 maanden Koning geweest. Ze was de koningin die met deze tijd het langst aan de macht is geweest in de geschiedenis van Engeland, men noemde deze tijd ook wel het Victoriaanse tijdperk. Tijdens haar macht was het Britse rijk op zijn grootst en had Victoria de zeggenschap op alle werelddelen. Het Britse rijk had op zijn hoogtepunt 458 miljoen inwoners en was 33 miljoen vierkante kilometer groot, ( dit is 25 procent van het totale land oppervlakte op aarde).
Victoria kreeg 9 kinderen en zij bepaalde met wie haar kinderen trouwde, hierdoor werden bijna alle Koningshuizen in Europa met elkaar verbonden, ze kreeg hierdoor de bijnaam grootmoeder van Europa.
Saksen-Coburg:
Na Victoria kwam Eduard VII als Koning aan de macht van 1901 – 1910, hij was de eerst uit het huis Saksen-Coburg. Hij werd door zijn zoon George V opgevolgd, die koning was van 1910 tot 1936. Engeland werd tijdens deze periode meegesleept in de eerst wereldoorlog 1914 – 1918. Na het beëindigen van deze oorlog zag Ierland de kans om te gaan vechten voor zelfstandigheid. De onafhankelijkheids ( zelfstandig ) oorlog leiden tot een afspraak dat op 6 december 1921, 26 graafschappen in het zuiden van Ierland zelfstandig werden. 13 andere Graafschappen bleven bij het Verenigd Koninkrijk onder de naam Noord- Ierland. Opvallend was dat George V al zijn Duitse titels opgaf en de naam Saksen-Coburg veranderde in Windsor. De zoon Eduard VIII van Georg V was zijn opvolger van 20 januari 1936 tot 11 december 1936. Hij deed vrijwillig afstand van de troon, omdat hij wilde trouwen met de al 2 keer gescheiden Wallis Simpson. Hierdoor kwam George VI de 2e zoon van George V als Koning van Engeland aan de macht. Hij was Koning van 1936 tot 1952.
Onder George VI raakte Engeland veel macht kwijt als in de wereld. 24 uur na zijn aan treden als koning, nam Ierland een nieuwe wet aan waardoor de Koning van Engeland geen macht meer had in Ierland. Drie jaar later was Engeland in oorlog met Duitsland, vervolgens met Italië en daarna met het keizer rijk Japan. De 2e wereld oorlog had grote gevolgen voor het Verenigd koninkrijk. De sterke positie werd over genomen door 2 met elkaar strijdende supermachten, verenigde Staten en sovjet Unie. Bovendien begon het Britse rijk uit elkaar te vallen, de onafhankelijkheid van India en Pakistan in 1947 en de onafhankelijkheid van de Ierse Republiek in 1949.
Vanaf 1952 tot heden is Elizabeth II de koningin van Verenigd Koninkrijk, Canada, Australië, Nieuw-Zeeland, Jamaica, Barbados, de Bahamas, Grenada, Papoea-Nieuw-Guinea, de Salomonseilanden, Tuvalu, Saint Lucia, Saint Vincent en de Grenadines, Antigua en Barbuda, Belize en Saint Kitts en Nevis ( het huidige Britse Rijk ). Zei is de vierde Monarch ( Staatshoofd, regeringsleider ) uit het huis Windsor.
Hoofdstuk 2 Topografie van Engeland:
Engeland behoort tot het verenigd koninkrijk. Het verenigd koninkrijk bestaat uit 4 landen. Engeland, Schotland en Wales vormen samen Groot Brittannië en liggen samen op 1 eiland. Groot Brittannië samen met Noord Ierland noemen we het Verenigd Koninkrijk. Noord-Ierland ligt echter op het eiland Ierland. Het verenigd Koninkrijk is samen met een aantal kleine eilandengroepen gelegen in Noordwest-Europa. Engeland ligt in het noordwesten van het Europese vasteland en vlakbij Frankrijk. De kortste afstand tussen Engeland ( Dover) en het vaste land van Europa, Frankrijk ( Calais), is 35,4 km. Dit gedeelte van de zee noemen we de straat van Dover.
Naast de eilanden Groot Brittannië en Ierland zijn er nog een aantal bekende en minder bekende eilanden dat zijn:
- de Orkney Islands.
- de Shetland Islands in het noorden.
- de Hebriden in het westen.
- de Anglesey en Man in de Ierse Zee.,
- de Wight en de Kanaaleilanden in Het Kanaal.
De Kanaaleilanden en het eiland Man behoren officieel niet tot het Verenigd Koninkrijk maar vallen wel onder de Britse Kroon. Ook de wetgeving van de Europese Unie is over het algemeen niet van toepassing op deze eilanden.
De 4 landen van het Verenigd Koninkrijk hebben de volgende vlaggen:
De totale oppervlakte van het Verenigd Koninkrijk is 244.122 km2. De oppervlakte per land is:
- Engeland is 130.422 km2 en dat is 54% van de totale oppervlakte van het Verenigd Koninkrijk.
- Schotland 78.800 km2 en dat is 32% van de totale oppervlakte van het Verenigd Koninkrijk.
- Wales 20.800 km2 en dat is 8% van de totale oppervlakte van het Verenigd Koninkrijk.
- Noord-Ierland 14.100 km2 en dat is 6% van de totale oppervlakte van het Verenigd Koninkrijk.
Engeland is daarmee ca. 3 keer zo groot als Nederland. Het Verenigd Koninkrijk is daarmee bijna 6 keer zo groot als Nederland.
Engeland is gelegen in het zuidelijke deel van Groot-Brittannië, grenst in het noorden aan Schotland, in het westen aan Wales, in het oosten aan de Noordzee en in het zuiden aan Het Kanaal.
Oost-Engeland wordt door de Noordzee gescheiden van Scandinavië, Nederland, België en Noord-Duitsland. Ierland en Engeland worden gescheiden door de Ierse Zee. De totale kustlijn van Engeland is 1851 km en geen enkele plaats ligt meer dan 121 km verwijderd van de zee.
Engeland is ingedeeld in negen regio’s :
- -Greater Londen.
- North East Engeland.
- North West Engeland.
- Yorkshire and the Humber.
- West Midlands.
- East Midlands.
- East of Engeland.
- South West Engeland.
- South East Engeland.
De hoofdstad van Engeland is London. London heeft 7,5 miljoen inwoners en is daarmee de grootste stad van West Europa.
Hier een lijst van de grootste steden van Engeland:
Londen 7,5 miljoen inwoners, Birmingham 970 duizend inwoners, Liverpool 470 duizend inwoners, Leeds 444 duizend inwoners, Scheffield 440 duizend inwoners, Bristol 420 duizend inwoners, Manchester 395 duizend inwoners, Leicester 330 duizend inwoners, Coventry 303 duizend inwoners, Kingston Upon Hill 301 duizend inwoners, Bradford 293 duizend inwoners, Stoke-on-Trent 260 duizend inwoners, Wolverhampton 250 duizend inwoners, Nottingham 250 duizend inwoners, Plymouth 243 duizend inwoners, Southampton 234 duizend inwoners, Reading 232 duizend inwoners, Derby 229 duizend inwoners, Dubley 194 duizend inwoners, Newcastle Upon Tyne 189 duizend inwoners.
Het landschap van Engeland kent vele verschillende soorten. Vroeger had Engeland veel bossen, daar is niet veel meer van over. Bijna 75 procent van het land van Engeland wordt gebruikt voor landbouw. Engeland kan men verdelen in laagland en hoogland, waarbij het laagland overheerst. Het hoogste gedeelte van Engeland is 1000 meter boven de zeespiegel ( NAP ), dit is het Cumbria gebergte.
In het zuidoosten van Engeland is er veel platteland met veel bomen, bossen en parken. In het zuidwesten worden de gebieden doormiddel van graniet en stenen heidevelden met elkaar verbonden. De kust van Engeland is ook heel verschillend. Zo kan de kust bestaan uit krijtrotsen, kiezelstranden, rotsstranden,witte zandstranden tot oevers begroeid met bomen tot diep in het binnenland.
Engeland heeft veel kleine rivieren, de grootste is de Theems deze is 336 km lang, waarvan 280 km bevaarbaar is. Naast de Theems heeft Engeland nog 55 andere rivieren die bevaarbaar zijn, zoals Ouse, Trent, Humber, Tees, Wear en tyne in het oosten, Avon in het zuiden, Severn, Dee en Mersey in het westen. De vieren hebben over het algemeen voldoende water en zijn daardoor goed te bevaren. Naast deze rivieren heeft Engeland ook aantal meren niet groot maar wel mooi. De grootste is Windermere 15 km2, Ullswater 9km2.
Hoofdstuk 3 klimaat:
De wereld kent 6 soorten klimaten zie deze kaart met een legenda hieronder. Uit deze kaart blijkt dat Engeland een zeeklimaat heeft. Een land heeft een zeeklimaat als het klimaat sterk wordt beïnvloed door de zee en er in de droogste maand 30 mm regen valt.
Doordat er in Engeland veel aanvoer is van lucht vanaf de oceaan, kent Engeland koele zomers en zachte winters. Omdat de temperatuur van de zee minder afkoeld of verwarmt dan land hebben landen als Engeland minder grote temperatuur verschillen tussen de zomer en winter. Vandaar het zeeklimaat in Engeland, men noemt dit ook wel maritiem klimaat. Alleen als er vanaf het vaste land van Europa in de winter veel lucht naar Engeland komt, kunnen de winters koud zijn.
De lucht die vanaf de zee wordt aangevoerd bevat veel vocht en daarom heeft Engeland veel last van mist, in het midden van Engeland waar veel industrie is wel 50 dagen per jaar. Engeland kent bovendien op de meeste plaatsen 200 dagen met regen. Naast de vele neerslag heeft Engeland ook veel last van harde wind, in het noorden gemiddeld 30 dagen per jaar een windkracht 8.
Door de grote hoeveelheid vocht in de lucht kent vooral zuid oost Engeland veel sneeuwval, gemiddeld 15 dagen per jaar.
Hieronder een temperatuur grafiek met de gemiddelde temperatuur per maand in Engeland.
Hoofdstuk 4 De Bevolking:
De bewoners van Engeland stammen af van verschillende bevolkingen zoals we in de geschiedenis zaggen. Het begon ongeveer 1000 jaar voor Christus met Keltische groepen. Keltische groepen zijn Galliers uit midden Europa die richting het westen en oosten trokken. De Kelten woonden in grote delen van Europa zie afbeelding.
Na de Kelten / Galliers kwamen de Romeinen, Vervolgens de Angelsaksen, Friezen, Juten, Vikingen uit Noorwegen en Denemarken en de laatste bevolkingsgroep waren de Normandiërs rond 1066 jaar na Christus. Al deze groepen hebben aan de huidige Engelse taal, cultuur en architectuur iets toe gevoegd..
Na de 2e wereld oorlog was er een groot tekort aan arbeidskrachten in Engeland. Engeland heeft toen veel immigranten, dit zijn bewoners uit andere landen die in Engeland kwamen wonen, uit landen gehaald die deel waren van het Britse rijk. Deze landen noemt men ook wel koloniën. De belangrijkste landen waar de immigranten vandaan kwamen waren India, Pakistan, de Afrikaanse en Caribische koloniën. In het jaar 1995 was 4% van de bevolking dat in het Verenigd Koninkrijk woonden immigrant of nakomeling van een immigrant.
Veel van de Immigranten wonen in steden zoals London en Machester. In Leicester, Birmingham en Bradford wonen vooral Aziatische immigranten en in london veel Afrikaanse en Caribische immigranten. Sinds 1962 tot 1968 zijn de regels voor immigratie steeds strenger geworden, waardoor de immigratie terug liep. Wel zijn vanaf het jaar 1970 in Engeland de vluchtelingen toegenomen, vooral vanuit, Oost-Turkije, Afghanistan, Bosnië, Somalië en Uganda. Momenteel is 6 procent van de Engelse bevolking niet blank. Ook binnen het Verenigd Koninkrijk vond er verschuiving van bevolking plaats, binnen de eigen grenzen noemt men dit Migratie. Veel mensen uit Schotland, Wales en Noord-Ierland trokken naar de grote industriegebieden ven Engeland.
Engeland heeft 50,7 miljoen inwoners en dat is ongeveer 83 procent van de totale bevolking van het Verenigd Koninkrijk. Het Verenigd Koninkrijk telt 60 miljoen inwoners. 9 procent woont in Schotland,
3 procent in Noord-Ierland en 5 procent in Wales. 89 procent van de inwoners van Engeland wonen in de steden en voorsteden. Engeland heeft per vierkante kilometer gemiddeld 241 inwoners. Gaat men per gebied kijken dan wonen er in de West Midlands 3000 mensen per km2, bij de Schotse grens is dit 75 mensen per km2 en in London is dit 13000 mensen per km2.
De Engelsen hebben vanaf het jaar 1500 na Christus hun handel met andere landen over zee ontzettend uitgebreid. Dit gebeurde door een deel van de eigenbevolking te laten vestigen in streken die nog niet bewoond werden, men noemt dit Kolonisatie. Onder kolonisatie wordt ook verstaan het vestigen van vestigingen ( aantal gebouwen met muur erom heen), in bewoonde gebieden om er vervolgens de baas te gaan spelen. Het Britse rijk had zijn grootste oppervlakte van 33 miljoen km2 zo rond het jaar 1921. Het hoogst aantal inwoners van het Britse rijk was 458 miljoen. Door in al deze kolonies Engels te gaan spreken werd dus ook de Engelse taal de meest gesproken taal op de aarde.
Hieronder een wereld kaart met de gebieden waar Engels de officiële taal is.
Het hoogtepunt van het Britse rijk rond het jaar 1921 bestond uit:
Afrika:
|
|
|
Amerika en de Atlantische Oceaan:
Antarctica:
Azië:
|
|
Europa:
Grote Oceaan:
Gebieden die het Britse rijk verloor voor 1921:
Dertien Koloniën, de latere Verenigde Staten
- Delaware
- Maryland
- New Jersey
- Virginia
- Massachusetts
- New York
- New Hampshire
- Rhode Island
- Georgia
- North Carolina
- Roanoke, later deel van North Carolina
- South Carolina
- Connecticut
- Pennsylvania
- Gebied tussen de 13 koloniën en de rivier de Mississippi.
- Middeleeuwse gebieden in Frankrijk.
- Helgoland vanaf 1807, in 1890 afgestaan aan het Duitse Rijk in ruil voor het intrekken van Duitse claims op Zanzibar.
- Er bestond een personele unie met het keurvorstendom, later koninkrijk, Hannover vanaf de troonsbesteiding van koning George I op 1 augustus 1714 tot de dood van Willem IV op 20 juni 1837.
- Florida, afgegeven aan Spanje, werd later deel van de Verenigde Staten.
- Delen van Oregon (betwist door VS, Spanje en Rusland, later aan Verenigde Staten gegeven)
- Hawaï vanaf 25 februari 1843 tot 28 november 1843; geannexeerd door de VS op 7 juli 1898.
- Ionische Eilanden vanaf 1809, afgestaan aan Griekenland 1864.
- Minorca vanaf 1708, afgestaan aan Spanje in 1802 (Vrede van Amiens).
- De Miskitokust was een Brits protectoraat van 1655 tot 1850.
- Suriname, afgestaan aan Nederland in 1674 (Vrede van Breda).
Hieronder staat een overzicht van welke landen waar kolonies hadden zo rond de 2e wereld oorlog.
Hoofdstuk 5 De Economie:
De Engelse economie had in de geschiedenis en grote groei door de kolonies. Rond het jaar 1900 kwam er concurrentie vanuit de verenigde Staten en verschillende Europese landen. De macht van de Engelse economie nam af en dit gebeurde ook na de 1e wereldoorlog, vanwege de oude en slechte staat van de industrie. Daarnaast verloor Engeland ook veel kolonies. Het herstel na de 2e wereld oorlog was trager dan in andere landen. Tot 1971 groeide de economie met gemiddeld 2 tot 3 procent pas in de jaren 1980 tot 1986 steeg de groei naar 3,8 procent.
Na de 2e wereldoorlog werden de steenkoolmijnen, de ijzer- en staalindustrie, de spoorwegen, de gezondheidszorg en sommige transport ondernemingen staatseigendom ( eigendom van het land zelf). 8 procent van de beroepsbevolking ( totaal van de mensen van een land, die kunnen werken), werkte eind jaren zeventig in deze bedrijven. Ze produceerden 10 procent van alles wat met de economie te maken had en namen ook 14 procent van alle investeringen op zich.
De jaren zeventig wordt door de olie crisis, er was weinig olie, beïnvloed en had een hoge werkeloosheid tot gevolg. Na 1980 is dit veel minder geworden toen de regering van Margaret Thatcher veel staatsbedrijven weer eigendom maakte van privé investeerders.
Van de beroepsbevolking werkt momenteel 25 procent in de industrie, 74 procent in de dienstverlening en 1 procent in de landbouw. In het zuiden van Engeland is momenteel de werkeloosheid het laagst en in de oude industriegebieden is die het hoogst. wel is het aantal werkende vrouwen sinds 1965 met 10 procent toegenomen, wel vaak geen banen voor volledige werk weken.
Begin jaren 1900 stond Engeland nog aan de top en rond het jaar 2000 stond Engeland op de 5e plaats. Gaat men kijken wat de Engelse bevolking gemiddeld aan vermogen heeft dan komt Engeland niet voor in de top 20. Wil Engeland in de 21 eeuw een belangrijke economische rol spelen, dan is het van beland de industrie modern te maken en zorgen dat ze goede techniek ontwikkelen. Sinds het jaar 1996 ligt de Engelse economie boven het Europese gemiddelde.
Van het Engelse grond oppervlak is 77 procent in gebruik voor de landbouw. Deze landbouw zorgt voor 70 procent van het benodigde voedsel. Engeland kocht meer voeding in dan het had verkocht. Het oppervlak van de totale landbouw grond is 186.000 km2. 64 procent van deze 186.000 km2 wordt bebouwt de rest is weideland voor dieren.
Engeland had in het jaar 2002 ongeveer 303 duizend landbouwbedrijven die meer dan 1 hectare grond hadden. Gemiddeld hadden ze per bedrijf 56,6 hectare grond. De helft van deze bedrijven heeft minder grond, dan wat volgens de Europese Unie nodig is voor een professioneel landbouwbedrijf. 75 procent van de boeren werkt de gehele week in de landbouw. In totaal werkte er 550 duizend mensen in de landbouw.
Naast de landbouw heeft ook het vee een belangrijke bijdrage in de economie van Engeland. Vooral de schapen zijn belangrijk om hun vlees en wol. De veehouderij heeft met het uitbreken van de gekken koeienziekte BSE en mond en klauwzeer een harde klap gehad. Miljoenen dieren moesten worden afgemaakt. Door deze ziektes en de landbouwcrisis in het jaar 2000, was het inkomen van de boer toen het laagst sinds 25 jaar. De sector hersteld zich langzaam van deze klappen. De biologische sector groeide in het jaar 1995 tot 1999 met 720 procent.
Engeland heeft 1,4 miljoen hectare aan bosgebied bestemd voor de economie. Van deze 1,4 miljoen hectare wordt 45 procent oor de regering onderhouden. Het bosgebied wordt jaarlijks met 10 procent uitgebreid, waarvan de regering 25 procent doet en de rest door particulieren. Van al het hout wat de Engelsen nodig hebben wordt 85 procent gekocht in het buitenland.
Engeland heeft ook veel vis en 66 procent van de vis die gegeten wordt door Engelsen zelf gevangen. Vanaf het jaar 1995 tot het jaar 2002 is het aantal schepen van Engeland dat vist verminderd met 1000 er waren in het jaar 2002 nog 7000 schepen. Er werd in jaar 2002 686 duizend ton vis gevangen welke een waarde had van 565 miljoen pond. De belangrijkste Engelse vissershavens zijn: Kingston upon Hull, Great Grimsby, Aberdeen, Fraserburgh in de Grampian Region, Peterhead, Lowestoft en Great Yarmouth.
Engeland heeft ook een aantal belangrijke producten die ze uit eigen bodem halen, we noemen dit delfstoffen. De belangrijkste zijn, aardolie, steenkool en aardgas. De laatste jaren zijn er een aantal steenkool mijnen die weinig opleverden gesloten. De meeste steenkool wordt gebruikt door de elektriciteit centrales. Engeland en de andere landen van het Verenigd Koninkrijk zijn in het jaar 1971 begonnen met het delven van aardolie. Het verenigd Koninkrijk voorziet zichzelf sinds het jaar 1980 in haar behoefte en heeft in het jaar 2002 zelfs 4,8 miljard ton aan reserve. Sinds het jaar 1962 levert de Noordzee ook gas op voor Engeland. Het gas wordt verkocht aan het buitenland en de gasreserves zijn zo groot dat ze voldoende hebben tot het jaar 2015 voor binnenlands gebruik. Naast deze drie belangrijke delfstoffen wordt er in Engeland ook nog ijzererts, zand, grind, kalksteen, zout, leisteen en porseleinaarde uit de grond gehaald.
Wat de industrie betreft heeft Engeland op veel gebieden hun leidende rol verloren. Engeland is nog steeds een grote producent van wollen goederen, computers, telecommunicatie, glas, ijzer en staal. The British Steel Corp. Is in begin jaar 1988 in privé handen gekomen. Daarna is de industrie van dit bedrijf modern gemaakt en nieuwe technieken ingevoerd en hierdoor staat dit bedrijf nu in de wereld op 6e plaats als het gaat om staal produceren. Bovendien maakt dit bedrijf 85 procent van alle staal die in Engeland wordt gemaakt.
Engeland is een toon aangevend land op het gebied van de Bio-industrie. Er zijn zo’, 550 bedrijven in Engeland met ongeveer samen 40.000 werknemers die zich bezig houden met Chemische, agrarische, farmaceutische en milieutechnologische producten.
De industrie die zich bezig houdt met het maken van, computers, telecommunicatie, kantoorapparatuur, radio en televisie biedt aan 400.000 mensen werk. Deze industrie groeide in het jaar 1990 tot 2000 zeer hard. De Engelse computer industrie is de grootste van Europa. De productie van elektrische apparatuur voor de medische en optische instrumenten verminderde juist in dezelfde periode. De productie van wetenschappelijke instrument bood juist aan 80.000 duizend mensen werk en had een omzet van 9 miljard pond in het jaar 2002.
In de machine- en metaalindustrie werken 300.000 mensen. Engelse bedrijven zijn vooral bekend door de mechanische machinebouw, en maken vooral brandstofmotoren, pompen, compressoren, tractoren, bouw- en grondverzetmachines en textielmachines. Dit soort producten wordt vooral gekocht door nationale en internationale bedrijven in de constructie- , vliegtuig- , automobiel- en metaalwarenindustrie. Het grootste staalbedrijf is samen gegaan met Nederlandse Hoogovens en heet nu Corus. Corus bied aan 25.000 mensen werk en maakt 11,7 miljoen ton staal per jaar.
Met deze hoeveelheid komen ze op de zesde plaats in de wereld en op de 2e plaats in europa.
De papier- en kartonindustrie heeft 15.000 werknemers verdeeld over 55 bedrijven. Ze maken samen 6,2 miljoen ton papier en karton welke een waarde samen hebben van 3,5 miljard pond.
Deze bedrijven maken over het algemeen drukwerk, kartonnen dozen, kranten, toiletpapier en pakpapier.
Engeland is ook een sterk in de auto industrie. In 2002 werden er 1,8 miljoen auto’s gemaakt en daarmee kwam Engeland op de vierde plaats in Europa. Ford, Toyota, Honda, Nissan en General Motors zijn de grootste auto merken in deze Engelse industrie.
Engeland heeft ook een grote voedingsindustrie voor brood en ontbijtproducten. Daarnaast behoren de Engelsen tot de grootste melkdrinkers ter wereld, gemiddeld 2 liter per inwoner per week. Er worden in Engeland ongeveer 400 soorten kaas gemaakt en deze industrie maakt 70 procent van de kaas die de Engelsen zelf kopen en eten.
Ook de bierindustrie, wijnindustrie, en sterke drankindustrie heeft in Engeland veel bedrijven. Er wordt ongeveer 56 miljoen hectoliter bier gemaakt per jaar, 4 miljoen hectoliter per jaar aan whisky. Engeland heeft de grootste cider producent van de wereld.
De kleding en schoenen industrie heeft ook een zeer belangrijke rol in de economie van Engeland, er werken 200.000 mensen bij deze bedrijven. In 2003 werden maar liefst 338 miljoen paar schoenen verkocht met een waarde van 5 miljard Pond.
Een andere belangrijke industrie is de handel die Engeland met andere landen voert. Engeland verkoopt veel luchtvaartproducten, Motorvoertuigen, Elektrische apparaten, Chemische producten,
Petroleum producten, Tabak en Machines. Vooral de verkoop van ruwe grondstoffen ( grondstoffen die nog niet af zijn ), als ook de verkoop van diensten nam flink toe. De belangrijkste landen waar Engeland handel mee doet zijn, Nederland, Ierland, Frankrijk, Duitsland en de Verenigde Staten.
Engeland heeft ook veel buitenlandse banken ongeveer 500. Engeland, vooral in London, heeft de grootste verzekeringsmarkt van de wereld. Het bankieren groeide in 2002 tot totaal 320 miljard Pound. De effectenbeurs van London heet na New York en Tokio de meeste noteringen. De centrale bank ( Bank of England ), is al in 1694 opgericht.
De scheepvaart is een economisch onderdeel die terrein verliest ten opzichte van andere landen. Er zijn ongeveer 300 kleine en grote zeehavens. Vervoerden ze in het jaar 1977 nog 8 procent van alle vracht over de wereld in het jaar 1988 was dat nog 1,7 procent.
Engeland heeft 21 luchthavens, een spoornetwerk van 32.000 kilometer en een wegennet van 391.701 kilometer.
Engeland behoort wel bij de Europese Unie maar heeft als betalingsmiddel de Pound Sterling. Voor 1 euro krijg je momenteel 0,814572 Pound Sterling welke men aanduid met het teken £.
Hoofdstuk 6 De Godsdienst:
De Engelse godsdienst is momenteel als volgt onder te verdelen:
- 72 procent behoort tot de staatskerk (Anglicaans ).
- 8 procent Rooms katholiek.
- 2,5 procent Islamitisch.
- 400.000 Sikhs.
- 350.000 Hindoes.
- 300.000 Joden.
- 25.000 Boeddhisten.
Anglicaanse kerk houd in vrije kerk die niet onder Rome valt. Al in de jaren 597 tot 604 na Christus was er al een eigen kerk in Engeland die de gedachte van Rome ( Paus ) volgde. Deze eigen kerk werd in het jaar 1534 na Christus de officiële kerk van Engeland. De oorzaak van dit alles was Koning Hendrik VIII zijn huwelijk met Catharina van Aragon ongedaan wilde laten maken door de Paus, zodat hij kon hertrouwen met Anna Boleyn. De Paus weigerde en zo kwam de Act of Supremacy tot stand. Deze Act of Supremacy hield in dat de Koning het hoofd werd van de staatskerk. Tot op de dag van vandaag moet degene die Koning of Koningin wordt beloven de staats kerk te beschermen. Als gevolg van deze maatregel werden alle bezittingen van Rome in Engeland afgenomen en verdeeld onder de Engelsen.
De Anglicaanse Kerk wordt geleid door 2 aartsbisschoppen en 43 bisschoppen. De kerk heeft 18.000 geestelijken 9 pastoors, Kapelaans ). De aartsbisschoppen komen uit York en Canterbury en de aartsbisschop uit Canterbury heeft het recht om in de Westminster abbey de Koning of Koningin te kronen. Engeland is verdeeld in 42 bisdommen waarvan er 29 onder Canterbury en 19 onder York vallen. Het nauwe verband tussen de Engelse kerk en de politiek valt op doordat de aartsbisschoppen en bisschoppen zitting hebben in de Engelse eerste kamer en de wetten door het parlement moeten worden goedgekeurd. De Engelse kerk houd sterk vast aan traditie, maar sinds het jaar 1994 mogen ook vrouwen priester worden.
De Anglicaanse Kerk kan in vier richtingen onderscheiden worden:
High Church Party of hoogkerkelijken: onder leiding van de aartsbisschop van Canterbury. Zij houden sterk vast aan het nauwe verband tussen kerk en staat en leggen een zwaar accent op de ritus van de oude liturgie.
Low Church, ‘evangelicals’, of laagkerkelijken: zij benadrukken in de leer het protestantse, met name het calvinistische. Verder sterke nadruk op persoonlijke vroomheid, zending, bijbelverspreiding en christelijke barmhartigheid.
Broad Church of ‘modernists’: vooral intellectuele stroming die is ontstaan rond 1830. Kenmerkt zich door streven naar vernieuwing en modernisering van de theologie en is sociaal zeer actief.
Moderates of ‘No Party Men’: gematigde aanhangers die buiten de concurrerende partijen willen staan en naar vrede tussen bovenstaande groepen streven.
Tot de Anglican Communion behoren de Church of England en verschillende andere anglicaanse kerkgemeenschappen. Tot de Anglican Communion horen o.a. de Kerk in Wales en Ierland, de Epicopale Kerk in Schotland, de Protestantse Episcopale Kerk in de Verenigde Staten en verder vele anglicaanse kerken in de rest van de wereld. In totaal zijn ca. 30 miljoen christenen bij de Anglicaanse Kerkgemeenschap aangesloten.
De inmenging van de staat heeft ook geleid tot vrije kerken waarbij de staat niks te zeggen heeft. De belangrijkste ervan zijn de Methodistische Kerk, de United Reformed Church en de Baptistenkerken.
Hoofdstuk 7 De Natuur:
De Engelse natuur is vrij saai, het heeft weinig soorten en vooral veel van de voortkomende dieren zijn vanuit andere landen Engeland ingevoerd. 7 tot 5 duizend jaar geleden bestond Engeland voornamelijk uit bedekte wouden met berken en dennen. In het jaar 1904 was Engeland nog maar voor 4 procent met bos bedekt. Door goed beheer van die paar bossen en nieuwe aanplanting is dit momenteel 10 procent weer.
De dieren die nu tot Engeland behoren zijn dassen, vossen, slaapmuizen egels en vleermuizen. Veel dieren die nu nog in Engeland voorkomen of kwam zijn vanuit andere landen afkomstig. Grote dieren zoals de ree, damhert en edelhert zijn afkomstig uit andere landen. De ree was 200 jaar gelden uitgestorven en vervolgens weer opnieuw ingevoerd en is nu het meest voorkomende hert in Engeland. Andere voortkomende grote diersoorten en afkomstig uit andere landen zijn onder andere, sikahert, muntjaks, Chinese waterhert, wilde geiten, half wilde pony’s, wilde zwijnen en Bennett wallaby’s. Tot de kleinere soorten die vanuit andere landen komen zijn de boommarter, de grijze eekhoorn ( heeft de eigen rode eekhoorn bijna verdrongen), konijn.
Tot de eigen diersoorten behoren onder andere de rode eekhoorn, bruine en grijze haas, muizen, woelmuizen, spitsmuizen, hermelijn, wezels, waterratten, otters en de mink. Voor de kust leven dan nog de bruinvissen, dolfijnen en zeehonden.
Engeland kent een 130 soorten vogels waarvan er een groot aantal met uitsterven wordt bedreigd vanwege de veranderende natuur. Om dit te voorkomen zijn er meestal kleine vogelgebieden gemaakt om deze vogels te beschermen. Voorkomende vogelsoorten zijn onder andere, de merel, jan-van-genten, meeuwen, Noordse stormvogels, aalscholvers, de kruisbek, woudzanger, nachtegaal, de roek, de kneuter, de gors, de kerkuil, de fazant en sinds 1955 de Turkse tortelduif. Roofvogels zoals, de buizerd, steenarend en rode wouw worden met uitsterven bedreigd, vanwege de afnemende prooidieren.
De enige giftige slang in Engeland is de adder, naast deze slang komen ook nog voort de ringslang en de gladde slang. De gladde slang wordt met uitsterven bedreigd. Ook de Zandhagedis, de rugstreeppad en de gewone pad worden met uitsterven bedreigd. Engeland heeft vele vissoorten voor de kust en in de rivieren en beken komen veel forellen en zalmen voor.
Engeland heeft een 3000 keversoorten waarvan de meest voortkomende zijn de meikever en het vliegend hert. Ook vlinders heeft Engeland verschillende soorten zoals de dagpauwoog, dikkopje, blauwtje, parelmoervlinder en page.
Om veel dieren van uitstreven te redden zijn er vele beschermende gebieden in Engeland. De belangrijkste beschermende Engelse parken zijn:
naam oppervlakte:
The Peak District Engeland 1438 km2
Lake District Engeland 2292 km2
North York Moors Engeland 1432 km2
Yorkshire Dales Engeland 1769 km2
Exmoor Engeland 693 km2
Northumberland Engeland 1049 km2
Dartmoor Engeland 954 km2
The Broads Engeland 303 km2
Naast de nationale parken zijn er nog ca. honderd staatsnatuurreservaten, en verder wild-, waterwild- en bosreservaten en een vrij groot aantal particuliere reservaten.
Slot:
Voor ik mijn werkstuk over Engeland ging maken wist ik weinig over dit land. Ik ging boeken in de bibliotheek halen. Ik las de boeken en wist toen al dat Engeland een land was waar veel over te vertellen was. Goede boeken waren er niet echt te vinden. Met behulp van internet en vooral de website Wikipedia kwam ik aan veel informatie over Engeland. Duidelijk is wel dat Engeland een land is die door alle kolonies, 1 van de grootste grond oppervlakten heeft gehad in het verleden en momenteel nog. De Engelse taal daarom ook een belangrijke taal is in de wereld.
Engeland behoort wel tot de Europese Unie, maar heeft een eigen muntsoort. Ze rijden in Engeland links van de weg . Engeland heeft ook een eigen kerk heeft die niet onder Rome (de Paus ) valt en ook dit geloof is over de hele wereld uitgespreid ( Anglicaanse Kerk).
Ondanks dat Engeland niet tot het vast land van Europa behoort, hebben ze toch aan heel veel oorlogen deelgenomen. De geschiedenis van het Engels Koningshuis uitgebreid is en van invloed is op de wereld geschiedenis ( neem alleen al de 13 kolonies van de huidige Verenigde Staten ).
Voor mij is nu duidelijk waarom Engeland 1 van de belangrijkste landen is in de Wereld.
Literatuurlijst:
Boek London voor kinderen geschreven door Jindra Capek.
Boek Ontdek London geschreven door Simon Adams.
Boek London alles wat je altijd al wide weten geschreven door Klay Lamprell.
Boek London de geschiedenis van de hoofdstad van Engeland geschreven door Christine Hatt.
Boek Groot-Brittannië geschreven door Richard Tames.
http://engelandsite.wordpress.com/de-geschiedenis-van-engeland/
http://www.landenweb.net/engeland/geschiedenis/
http://nl.wikipedia.org/wiki/Lijst_van_Britse_koningen
REACTIES
1 seconde geleden