Zuid-Afrika

Inleiding

Dit werkstuk gaat over de armoede in Zuid-Afrika. Ondanks dat de armoede langzaam afneemt blijft hij aanwezig en hoewel er veel aangedaan wordt kan het niet altijd bij alle inwoners verholpen worden.

De vraag van mijn werkstuk is: waarom is er zoveel armoede in Zuid-Afrika?

In mijn werkstuk ga ik deze vraag met de volgende onderzoeksvragen beantwoorden:
● Waar ligt het gebied?
● Om welk verschijnsel gaat het?
● Hoe is dat verschijnsel in het gebied?
● Waarom is dat in het algemeen zo?
● Klopt de regel voor het door jouw onderzochte gebied?

Hoofdstuk 1

Waar ligt het gebied?

Ligging in de wereld

Zuid-Afrika ligt ten zuiden van de evenaar en wordt voor een klein stuk geraakt door de steenbokskeerkring. De afstand van Nederland tot Zuid-Afrika ligt rond de 9.300 kilometer spiegelbreed. Het land grenst aan 2 wateren: de Indische oceaan en de Atlantische oceaan. Ook grenst het aan de volgende landen: Namibië, Botswana, Zimbabwe, Mozambique en Swaziland.

Ligging in klimaatgebied
In Zuid-Afrika heerst een subtropisch klimaat, maar het kan op sommige plekken kouder zijn door verschillende hoogtes.
In de maand januari ligt de temperatuur in Zuid-Afrika rond de 20-25 graden celsius en valt er gemiddeld 25 tot 100 mm neerslag. In de maand juli ligt de temperatuur rond de 15 graden celsius en valt er minder dan 25 mm neerslag. In Zuid-Afrika vind je vooral de BS, BW, Cf en Cs klimaten.

Binnenlands
Landschap
Zuid-Afrika heeft een oppervlakte van ongeveer 1.220.000 vierkante kilometer. Zuid-Afrika is voor een groot deel vlak hoogland. De gemiddelde hoogte is ongeveer 1000-1800 meter.
Aan de oostkant vind je de Drakensberg, daar lopen de bergen over in vlakke, lagere kust.
In het westen daalt het Hoge Veld af naar de Kalahariwoestijn. De Namibwoestijn ligt in de buurt van het westelijk kustgebied.
In het zuiden vind je de Roggeveldberge en de Stormberg deze berggebieden vormen de begrenzing van het zuiden.

Flora
In Zuid-Afrika vind je grassteppe, droge en vochtige savanne en mediterrane vegetatie, maar ook is een groot deel van Zuid-Afrika woestijn. Bossen vind je alleen nog maar aan de zuidkust, op de oostelijke kanten van de Drankensberg en in het noordoosten van het land.

Bodemgebruik
De bodem in Zuid-Afrika wordt voor een groot deel gebruikt voor extensieve veeteelt. In het gebied rond Kaapstad wordt het gebied gebruikt voor mediterrane landbouw en er is wijnbouw te vinden. Richting Durban vindt je suikerriet en oliepalmen. Langs de gehele kust vind je soms enkele citrusbomen. Meer land inwaarts liggen katoen en tabak plantages. Sommige gebieden zijn erg ongeschikt voor welke bodemgebruik dan ook, omdat ze aan het verwoestijnen zijn.

Mijnbouw en industrie
In Zuid-Afrika vind je de volgende grondstoffen: koper, mangaan, diamant, goud, uranium, steenkool, fosfaat, chroom en een ijzererts. De meeste grondstoffen worden gewonnen in het zuidoosten van Zuid-Afrika. De industriegebieden vind je vooral rond Kaapstad, Johannesburg en Durban.

Bevolkingsspreiding
Het inwoners aantal van Zuid-Afrika ligt rond de 43.000.000 inwoners. Er wonen ongeveer 36 inwoners per vierkante kilometer. Het westen van Zuid-Afrika is door een gebrek aan mineralen en slechte grond voor de landbouw vrijwel onbevolkt. De verstedelijking is heel hoog. In 1994 steeg het aantal mensen dat in de stad ging wonen met 50%. Het grootste deel van de blanke bevolking woont in de steden. De grootste steden in Zuid-Afrika zijn Kaapstad, Johannesburg, Durban en Pretoria. De zwarte mensen wonen in townships. Dit zijn speciale woonwijken voor de zwarte bevolking die vaak helemaal overbevolkt zijn, waar weinig huisvesting mogelijk is en voorzieningen als wc's en stromend water ontbreken.

Hoofdstuk 2

Om welk verschijnsel gaat het?

Het verschijnsel in dit hoofdstuk is armoede. Armoede is een verschijnsel waarbij een land te weinig inkomsten heeft of deze inkomsten slecht gebruikt, waardoor de bevolking niet genoeg geld heeft om in alle basisbehoeften te voorzien.
Meestal wordt armoede veroorzaakt door een slechte economie. Dit wordt op zijn buurt weer veroorzaakt door slechte grond, waardoor weinig landbouw producten verbouwd kunnen worden, te weinig delfstoffen, geen goede ligging voor de handel, veel werkloosheid waardoor niet alle arbeid verricht kan worden en noem maar op. Deze problemen vind je vooral in arme landen zoals Zuid-Afrika.
Zuid-Afrika is arm geworden doordat het na haar verlossing van onderdrukking van Groot-Brittannië en ook van Nederland het moeilijk kreeg om op eigen benen te staan.
Meestal proberen de rijkere landen, zoals Nederland en Groot-Brittannië, arme landen te helpen om op te bouwen met ontwikkelingshulp. Er wordt dan geld uitgeleend dat met een lage rente terugbetaald moet worden. Met dit geld kan het land nieuwe bedrijven oprichten of nieuwe machines kopen om de welvaart omhoog te laten gaan.
Voor de bevolking is dit ook erg positief, want er komen meer banen en meer geld om in hun behoeften te voorzien. Ook zal het beter gaan in de ziekenzorg waardoor de bevolkingsgroei wat zal stijgen. In Zuid-Afrika gaat het wel beter in de ziekenzorg, maar het AIDS probleem, waar geen medicatie voor is, is daar nog steeds een grote last. De bevolking in Zuid-Afrika groeit per jaar gemiddeld met 2,6%.
Armoede heeft ook effect op het onderwijs. Doordat er weinig geld is voor goede scholen in Zuid-Afrika kunnen de kinderen niet goed opgeleid worden. Hierdoor kunnen zij later niet over een goede baan beschikken die hun genoeg geld geeft om te kunnen voorzien in de basisbehoeften. Dit geldt vooral voor de zwarte bevolking. De blanke bevolking heeft meestal genoeg geld om zichzelf een goede opleiding te veroorloven. Zij krijgen dan ook de betere banen en zitten zonder problemen.

Hoofdstuk 3

Hoe is dat verschijnsel in het gebied?

In Zuid-Afrika is in de loop der jaren veel veranderd in het opzicht van armoede. Zoals al eerder gezegd, is er na de onderdrukking van Nederland en Groot-Brittannië pas echte armoede ontstaan. Het land Zuid-Afrika kon moeilijk op eigen benen staan. Het duurde jaren en het kostte veel ontwikkelingshulp tot Zuid-Afrika is zoals het nu is. Toch is dat nog steeds niet erg positief.
Zuid-Afrika is hard bezig aan een goede opbouw van het land. De regering kiest voor een exporteconomie. In principe is dat heel verstandig. Zuid-Afrika is een land vol rijkdommen (delfstoffen/grondstoffen), maar om Zuid-Afrika op deze manier op te bouwen kost tijd. Dit betekent voor de mensen die het slecht hebben dat er de komende jaren niet zulke goede vooruitzichten zijn, want de werkloosheid neemt nog steeds toe. Het zal op termijn wel afnemen, maar op dit moment is dat nog niet zo. In de basisvoorzieningen proberen de inwoners wel te voldoen. Er komen steeds meer (goede) stenen huizen en de riolering wordt ook steeds beter. In de gezondheidszorg gaat het ook beter. Maar er blijven groepen die er slecht van afkomen. Deze groepen proberen aan inkomen te komen door middel van straathandel. Dit is een groot teken van armoede. Mensen die niet aan een echte baan kunnen komen, verkopen zelfgemaakte dingen of dingen van slechte kwaliteit op straat om zo aan geld te komen. Ook zie je bij supermarkten of winkelcentra kinderen karweitjes als, zeggen waar je kan parkeren of je auto bewaken, doen. Soms ontvangen ze hier kleine bedragen voor.
Ook zie je veel armoede onder de oudere mensen. In Zuid-Afrika bestaat er een soort AOW. Dit moeten ze zelf ophalen bij een speciaal kantoor of gebouw. Daar staan ze eerst lang in een rij te wachten om vervolgens een heel klein beetje geld te ontvangen. Dit geldt alleen als er ook echt geld is. Het kan voorkomen dat er gewoon geen geld is en dan krijgen de ouderen niks.
Ook voor de blanken, die het altijd één stapje beter hadden dan de zwarte mensen, wordt de armoede langzaam een probleem. Ook zij worden de dupe van werkloosheid en ook zij kunnen niet altijd in hun behoeften voorzien. Doordat het wel steeds beter gaat in Zuid-Afrika komen er steeds meer toeristen. Deze zorgen ook weer voor een beter inkomen in Zuid-Afrika. De jaarlijkse hoeveelheid toeristen groeit per jaar met zo'n 20 tot 25 % Een goed teken dus.

Hoofdstuk 4

Waarom is dat in het algemeen zo?

Deze vraag valt in 2 opzichten te beantwoorden.
Waarom is dat in het algemeen zo (in Zuid-Afrika)
Waarom is dat in het algemeen zo (mondiaal)

In Zuid-Afrika
Doordat de regering in Zuid-Afrika kiest voor een exporteconomie, wat inhoud dat ze geld willen krijgen door de export, leven veel inwoners in armoede. Dit komt doordat de ontwikkeling van de exporteconomie langzaam op gang komt. Door de jaren heen is het wel steeds beter gegaan in Zuid-Afrika. Dingen als wonen en ziekenzorg zijn met sprongen vooruit gegaan. Er is specifiek voor de exporteconomie gekozen, omdat Zuid-Afrika veel grond en delfstoffen bezit. Veel hiervan worden dan ook geëxporteerd en een klein deel blijft in Zuid-Afrika zelf. Van de landbouw moet Zuid-Afrika het niet hebben, omdat veel grond woestijn is en dus onbruikbaar voor verbouwing van gewassen. De industrie staat ook een beetje bij, maar veel moet hier ook niet van verwacht worden. Als je kijkt naar de sterkte van de economie in Zuid-Afrika is die matig. Zuid-Afrika is een land met middelinkomens (onder de mensen die werk hebben dan) en lage schulden. Over het algemeen gaat het dus steeds beter in Zuid-Afrika.

Mondiaal
Dit verschilt erg per gebied in de wereld. Maar de meest logische opties zijn de volgende:
Veel armoede ontstaat doordat landen te weinig delf of grondstoffen hebben, doordat de gronden niet geschikt zijn voor landbouw, of doordat er verkeerde beslissingen worden genomen door het bestuur in een land.
Ook oorlogen kunnen zorgen voor grote armoede. Landen moeten dan weer opbouwen uit het niets. Dit kost veel geld en tijd. Hierdoor blijft er minder geld over voor de bevolking.
Ook kan het zijn dat het land een kolonie is geweest en na zijn onafhankelijkheid nauwelijks of niet op eigen benen kon staan. Dit heeft als gevolg dat een land veel geld nodig heeft om op te bouwen. Dit geld wordt geleend van andere landen. Hierdoor ontstaan soms grote schulden die niet of nauwelijks afbetaald kunnen worden.

Ook mechanisatie en automatisering zijn armoede veroorzakers. Doordat veel werk overgenomen wordt door machines en computers raken veel banen verloren waardoor grote werkloosheid ontstaat. Mensen krijgen dan bijna geen inkomen (soms bestaat er iets als de WW).
Als laatst is de overbevolking nog een rede. Een land kan door overbevolking niet genoeg banen hebben voor iedereen. Hierdoor krijgt niet iedereen een inkomen en kan dus niet iedereen aan een inkomen komen.

Hoofdstuk 5

Klopt de regel voor het door jouw onderzochte gebied?

Na al de voorgaande vragen te hebben beantwoord, ben ik tot de conclusie gekomen dat de algemene regel ook geldt voor Zuid-Afrika.

De armoede in Zuid-Afrika wordt veroorzaakt door:
● De onafhankelijkheid van Nederland en Groot-Brittannië (Zuid-Afrika kon niet goed op eigen benen staan)
● De keuze voor een exporteconomie (dit kost tijd en het duurt dus even tot het een positief effect heeft)
● De verwoestijning waardoor veel grond in Zuid-Afrika onbruikbaar is voor de landbouw. Dit is een bron van inkomsten minder.

Dit wordt weer goed gemaakt door:
● De aanwezigheid van grond en delfstoffen en de vooruitgang van de exporteconomie.
● Het toerisme dat op gang komt doordat Zuid-Afrika steeds welvarender wordt.

* De exporteconomie is op dit moment zowel positief als negatief, omdat het al vrij ver ontwikkeld is en het dus al positief uitpakt, maar het kan nog positiever en dat duurt dus nog een tijdje.

Zuid-Afrika is hard bezig aan de opbouw van het land en in de afgelopen jaren heeft dat erg positief uitgepakt. Meer mensen hebben een huis, de werkloosheid is gedaald, er is een soort AOW voor ouderen en de ziekenzorg is erg verbeterd. Dit geldt zowel voor de blanke als voor de zwarte bevolking van Zuid-Afrika.
Over een paar jaar zal Zuid-Afrika nog welvarender zijn en zou het er nog beter aan toegaan. Dan zullen bijna alle inwoners in goede huizen wonen en bijna alle inwoners een goede baan hebben. Dus hoewel we Zuid-Afrika nu nog een vrij arm land kunnen noemen, kunnen we ook zien dat ze het in de toekomst beter zullen hebben.