Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Veen

Beoordeling 5.7
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 3e klas vwo | 460 woorden
  • 9 september 2008
  • 12 keer beoordeeld
Cijfer 5.7
12 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Veen

Veen moet in stilstaand water staan, zo komt er geen zuurstof bij en gaan de planten maar een stukje kapot. Als ze helemaal kapot gaan heb je geen veen meer. Veen kun je indelen in laagveen en hoogveen. Het bestaat uit plantenresten.
Laagveen: Resten van waterplanten of planten die leven van grondwater dat moeilijk weg kan.
Hoogveen: Als veenlagen zo dik geworden zijn dat de laagveenplanten met hun wortels niet meer bij het grondwater kunnen. Er gaan planten groeien die van regenwater leven. Een voorbeeld daarvan is veenmos.

Je hebt verschillende soorten laagveen:

• Bodemveen -> ontstaat uit waterplanten
• Rietveen
• Zeggeveen
• Broekveen -> ontstaat uit bomen

Turf = gedroogd veen

Turf

Vroeger werden grote veengebieden afgegraven. Zodra het veen was verdwenen, trokken de mensen verder een nieuw hoogveengebied in. De bovenste veenlaag kun je niet gebruiken als brandstof, dat heet de bolster. Eerst wordt deze laag er afgeschept, daarna kom je bij de bruikbare veenlaag. Die wordt in blokken afgestoken. Het veen wordt in even grote blokken gestoken en afgevoerd naar een opslagplaats om te laten drogen. Het verschil tussen het natte en gedroogde veen is erg groot. Als je in het natte veen knijpt, loopt het water langs je vingers. Het gedroogde veen is net karton.

Van moeras naar laagveen

Als je laagveen afgraaft, ontstaat er een waterplas. Boeren groeven vroeger sloten. Het water liep van het land de sloten in en van daar naar de rivier. Zo werd de bovenste veenlaag droger en kon gebruikt worden als akkerland. Het veen begon te zakken doordat het droger werk, dat noemt men inklinking. Enkele eeuwen na de eerste ontginning, lagen de veengebieden wel twee tot drie meter lager dan voor de ontginning. Doordat het land zoveel lager was komen te liggen, moesten de mensen het met dijken beschermen tegen overstromingen. Doordat laagland vaak nat is, waren de kavels niet meer geschikt voor akkerbouw, maar wel voor veeteelt.

Landschap laagveen

Het laagveengebied bestaat vooral uit langgerekte kavels met veel sloten. Langs het water liggen de dorpen. In een lange rij staan de boerderijen langs de sloten. Je noemt dit streekdorpen. Omdat het water soms erg hoog stond, zien we in het laagveengebied woonterpen. Woonterpen zijn zelfgemaakte heuvels waarop boerderijen en schuren zijn gebouwd.


Landschap hoogveen

Er werden zijkanalen gegraven zodat je dieper met de boot het veengebied in kon komen. Deze zijkanalen kwamen direct uit in het hoofdkanaal en daardoor moesten er veel bruggen worden gebouwd. Vanuit het hoofdkanaal werd er één kanaal achter de weg gelegd, waar dan alle zijkanalen weer op uit kwamen. Zo had je veel minder bruggen nodig. Goede landbouwgrond noemen we dalgrond. De dorpen, kanaaldorpen genaamd, zijn langgerekt. Vaak loopt er aan beide kanten van het kanaal een weg. Omdat op sommige plaatsen de zijkanalen niet meer gebruikt worden, zijn ze gedempt.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.