Inhoudsopgave
Voorwoord
Hoofdstuk 1. Algemeen
Hoofdstuk 2. Midden Oosten
Hoofdstuk 3. Israël
Hoofdstuk 4. Turkije
Hoofdstuk 5. Egypte
Nawoord
Bronvermelding
Voorwoord
Dit werkstuk gaat over ,,Politieke conflicten als gevolg van waterproblemen uit het Midden Oosten”
Ik heb dit onderwerp gekozen omdat het me interessant lijkt en ik wil me wel eens verdiepen in het waterprobleem in het Midden Oosten.
Ik ben in Turkije, Egpyte en Israël geweest, vandaar de belangstelling voor het Midden Oosten.
Hoofdstuk 1. Algemeen
,,De oorlogen in de volgende eeuw gaan over water'', zei Ismail Serageldin een aantal jaar geleden. I. Serageldin is van de ,,World Commission on Water for the 21th Century en het Global Water Partnership” en hij is zeker niet de eerste die dat zegt. Veel politici, vooral uit het Midden-Oosten, hebben dat soort uitspraken gedaan. In de media is de bewering dat de toenemende waterschaarste tot wateroorlogen leidt, een standaardzin geworden. Is dit waar?
Ja, als een onmisbare natuurlijke hulpbron als water schaarser wordt en als landen voor een stijgende waterbehoefte zijn aangewezen op waterbronnen die ze met andere landen moeten delen, nemen de kansen op waterconflicten toe. Er zijn op de wereld 261 stroomgebieden die zich over meer landen uitstrekken. Ze beslaan de helft van het aardoppervlak en herbergen 40 procent van de wereldbevolking. In theorie kunnen dus veel gebieden en mensen bij internationale waterconflicten betrokken raken.
Dat water steeds meer een bron van conflicten is, is duidelijk. Maar nemen daardoor de kansen op wateroorlogen toe, zoals politici, wetenschappers en media beweren? Het probleem is dat zij de term 'wateroorlog' wel erg gemakkelijk in de mond nemen en niet omschrijven wat ze daaronder verstaan. Daarom mijn uitleg: een wateroorlog is een gewapend conflict tussen staten waarbij het water zelf de belangrijkste inzet is.
Een heleboel waterconflicten vallen hier niet onder, zoals binnenlandse waterconflicten, waterconflicten tussen landen die niet met wapens worden uitgevochten, gewapende conflicten waarin water wel een rol speelt maar die eigenlijk over iets anders gaan, conflicten waarbij water als wapen wordt gebruikt of waarbij waterwerken worden aangevallen om een ander doel te bereiken en conflicten die wel over water gaan maar betrekking hebben op grensrivieren, scheepvaart of visserijrechten.
Het beschikbare water moet vooral in veel ontwikkelingslanden tussen steeds meer mensen worden verdeeld, wat onder meer de kans op conflicten vergroot. Veel landen hebben slechts beperkte toegang tot zogenaamde ,,endogene” of interne bronnen waaruit kan worden geput. Een interne bron is al het water dat op het land of de regio zelf valt min de hoeveelheid die weer verdampt. Deze landen zijn vaak aangewezen op externe bronnen: al het water dat via rivieren en dergelijke het gebied van buiten af binnenstroomt.
Deze waterpolitiek kan invloed hebben op de hoeveelheid en de kwaliteit van het water dat voor een stroomafwaarts gelegen gebied beschikbaar is. Doordat stroomopwaarts water aan rivieren wordt onttrokken is stroomafwaarts minder water beschikbaar. En dan de gevolgen: zo bevatten meren daardoor steeds minder water, daalt het grondwater soms tientallen meters doordat teveel water wordt opgepompt en stroomt in droge periodes door bepaalde rivieren bijna alleen afvalwater.
Hoofdstuk 2. Midden Oosten
Ondanks de aanwezigheid van grote rivieren kampt een groot deel van het Midden-Oosten met droogte. Drinkwater was en is niet overal aanwezig. Steden konden vroeger alleen daar worden gebouwd waar voldoende drinkwater aanwezig was, of waar het relatief gemakkelijk heen te brengen was. Alleen steden met een eigen, betrouwbare watervoorziening konden vroeger een lang beleg doorstaan. Bij de aanleg van steden was watervoorziening een van de belangrijkste aspecten waar rekening mee werd gehouden. Steden met eigen waterbronnen of op bereikbare diepte aanwezig drinkbaar grondwater waren het best af. Waar dit niet voldoende aanwezig was werden vaak zeer grote cisternes (ondergrondse, gemetselde waterreservoirs) onder de huizen aangelegd om regenwater in op te vangen. Op veel plaatsen werden aquaducten aangelegd om over vaak zeer grote afstand water van bergstromen naar de stad te leiden.
In het Midden-Oosten wordt water efficiënter benut dan in veel andere delen van de wereld, maar de bodem van de watervoorraden begint in zicht te komen. In het Midden-Oosten wordt een veel hoger percentage van het aanwezige water al gebruikt dan elders in de wereld. Watertekorten zullen zich het eerst in het Midden-Oosten manifesteren.
Nu bestaan er spanningen tussen Turkije, Syrië en Irak over de verdeling van water uit de Eufraat en de Tigris. Israël, Jordanië en de Palestijnen hebben onenigheid over het water uit de Jordaan. De Nijl vormt een voortdurende bron van spanning tussen Egypte, Soedan en Ethiopië.
Verdeling per sector
Land m³ % % %
Per hoofd Huishouden Landbouw Industrie
Egypte 809 6 86 8
Israël 280 16 79 5
Jordanië 155 22 75 3
Turkije 481 16 72 11
Syrië 894 4 94 2
België 917 11 4 85
Bron: http://waternet.rug.ac.be/vla/
Hoofdstuk 3. Israël
Momenteel beleeft Israël een situatie van een watertekort na een aantal droge winters en hete zomers. Een van de belangrijkste natuurlijke waterreservoirs, het Meer van Galilea, zal dit jaar zijn laagste stand sinds ooit hebben. Niet alleen zal er minder water afgetapt kunnen worden, ook het risico van vervuiling neemt toe waardoor nog meer water onbruikbaar is. Bovendien wordt het meer voor een belangrijk deel gevoed door water afkomstig van de door Israël bezette Syrische Golanhoogte; de inzet van vredesonderhandelingen met Syrië is voor Israël daarom heel hoog.
Een andere belangrijke watervoorraad ligt onder de Westelijke Jordaanoever, sinds 1967 door Israël bezet. Joodse kolonisten maken er eigenlijk onbeperkt gebruik van grondwater om hun landbouw te irrigeren en hun zwembaden te vullen. De groene gazons van hun nederzettingen staan in schril contrast met de situatie van de Palestijnse bevolking in de omliggende dorpen, waar hun waterconsumptie nog steeds is onderworpen aan Israëlische controle.
Voor het uitbreiden en moderniseren van waterputten en andere infrastructuur is toestemming vereist van het militaire gezag (en vergunningen hiervoor worden bijna nooit uitgeschreven). In de praktijk betekent dit dat de landbouw zich als belangrijkste Palestijnse economische sector sinds de bezetting niet verder heeft kunnen ontwikkelen.
In periodes van extreme waterschaarste wordt soms wekenlang de watertoevoer naar Palestijnse dorpen en steden door de Israëlische watermaatschappij ,,Mekorot” onderbroken, ten gunste van de kolonisten. Het lopende vredesproces tussen Israël en de Palestijnen heeft aan deze situatie nog weinig verandering gebracht. Meer nog, water is één van de onderwerpen waarover een akkoord, omwille van de gevoelige en strategische aard, steeds is uitgesteld in de onderhandelingen over een definitieve regeling van het Israëlisch-Palestijnse conflict.
Israëlische watervoorraad verbruik voor 1990 (bron: : Zarour, (1993) (Internet))
Bron Miljoen kubieke meter
Israël 745
Golan Hoogten 280
Westelijke Jordaanoever 415
Libanon, Syrië, Jordanië 215
Totaal 1,655
Hoofdstuk 4. Turkije
Turkije beschikt over meer water dan het hele Midden-Oosten bij elkaar. In het oostelijk hooggebergte van het land ontspringen de Tigris en de Eufraat, de levensaders van de eeuwenoude culturen van het Tweestromenland. Beide rivieren monden uit in de Perzische Golf. De Eufraat (2700 kilometer lang) loopt vanuit Turkije door Syrië en Irak, de Tigris (1800 kilometer lang) stroomt vanuit Turkije door Irak waar hij de laatste honderd kilometer samen met de Eufraat de Shatt Al'Arab vormt tot in de Perzische Golf. Cruciaal voor deze reuzenstromen van het vroegere Mesopotamië is dus het Turkse hooggebergte. Niet voor niets wordt het Groot-Anatolië Project (GAP) in het zuidoosten van Turkije het economische hart van de Turkse toekomst genoemd. Niet voor niets kijken Syrië en Irak jaloers én bangelijk naar hun noorderbuur.
De Turkse regering begon vanaf 1984 in Anatolië -in een gebied zo groot als Oostenrijk- met de bouw van 22 stuwdammen, negentien elektriciteitscentrales en een netwerk van tunnels en irrigatiekanalen. Het pronkstuk van het project is de Ataturk Dam op de Eufraat, een van de grootste dammen ter wereld: 1664 meter lang, 166 meter hoog en goed voor vijftig miljard kubieke meter water. Het totale GAP belooft tegen zijn voltooiing in 2010 anderhalf miljoen hectare geïrrigeerd land en 27 miljard megawatturen elektriciteit. Waar nu nog voornamelijk graangewassen groeien, komen in de toekomst velden met katoen, suikerbieten, tabak en sojabonen om het hele (Arabische) 'Groene Sikkel'-gebied te bevoorraden. Het project betekent eveneens dat Turkije, in geval van een politiek conflict, Syrië en Irak maandenlang kan droogleggen door de schotbalken van het GAP neer te laten.
Het megaproject in Anatolië veroordeelt Syrië en Irak tot het bedelen om drink- en irrigatiewater van de Eufraat en de Tigris. De Eufraat in Syrië is voor 98% Turks water, de Tigris in Irak is voor de helft Turks. Al jarenlang veroorzaakt de waterafhankelijkheid van Damascus en Bagdad zware oprispingen in hun verhouding met Turkije. Het dispuut centreert zich vooral rond de Eufraat. Toen in januari 1990 Turkije de Eufraat een tijd lang omboog om het reservoir van de Ataturk Dam te laten vollopen, verzuurden de relaties tussen de drie landen helemaal. Op Syrisch grondgebied werd de Eufraat voor een maand een riviertje van niks. In Syrië werden zeven van de tien turbines van de belangrijke elektriciteitscentrale in Tabaqah noodgedwongen stilgelegd.
In tweede instantie werd ook Irak getroffen. Niet alleen kwam er nog minder Eufraatwater Irak binnen, door het hogere zoutgehalte daalde de opbrengst van de landbouw. Eerst dreigde een militair conflict tussen Syrië en Irak wegens de voorzorgsmaatregelen van Damascus maar in 1998 sloegen de buurlanden de handen in elkaar tegen Turkije. Dat was niet vanzelfsprekend: Syrië had niet alleen zélf al bijna oorlog gevoerd met Irak over de Eufraat, maar het had in het afgelopen decennium ook Iraks vijanden -eerst Iran en later de Golftroepen- gesteund. Maar door het nieuwe akkoord zouden Irak en Syrië samen maatschappijen boycotten die het GAP ondersteunden en daarnaast het bondgenootschap tussen Turkije en Israël tegenwerken.
Die Turks-Israëlische alliantie werd gesmeed toen in beide landen wateringenieurs aan de macht waren. Yitzhak Rabin leidde Israël dat 'dorstte naar water', Suleyman Demirel een land dat 'water zat had'. Zonder overdrijving kon Rabin zijn Turkse ambtsgenoot voorspellen: 'Al lossen wij elk probleem in het Midden-Oosten op, uiteindelijk beslist het water hier over oorlog en vrede.' In de regio vormt de wateralliantie tussen Turkije en Israël een machtig blok. Terwijl Turkije vandaag onderzoekt om via tankers of pijplijnen Israël met water te bevoorraden, kopen Israëli's in de streek van het GAP grote stukken toekomstige landbouwgrond op. Dat alles tot nijd van de Arabische buren die de woorden van de Turkse premier bij de opening van de Ataturk Dam in 1992 nog niet vergeten zijn: 'Zeggen wij de Arabieren wat zij wel of niet met hun olie mogen doen? Neen. Laat ze zich dan ook niet met ons water bemoeien.'
Het stromen van de Eufraat en de Tigris naar zijn zuiderburen beschouwt Turkije als een 'gift'. Meer dan een kwart van de landsgrenzen van Turkije bestaat uit water. Dat leidde tot nogal wat waterverdragen met buurstaten. De Turkse regering erkende moeiteloos rivieren die het deelde met de voormalige Sovjetunie en Griekenland als 'internationale wateren'. Heel wat moeilijker ligt het met de 'grensoverschrijdende' Tigris en Eufraat. Ankara oordeelt dat een rationeel en rechtvaardig gebruik van de twee stromen slechts mogelijk is na studie van de behoeften van elke belanghebbende staat. Voor Syrië en Irak is dit een niet te dulden positie. Syrië noemt de Tigris en de Eufraat 'internationale rivieren' en vindt dat de rechten op het gebruik ervan dateren uit 'de oudheid'. Het is in dit opzicht bijzonder stekelig dat Turkije (samen met China en Burundi) de VN-conventie van mei 1997 over het gebruik van internationale wateren niet ondertekende. In die conventie verklaren de ondertekenaars dat ze de op dezelfde rivieren betrokken buurlanden geen schade zullen toebrengen. Door de weigering van Turkije om de conventie te tekenen, trok de Wereldbank zijn voorziene budgetten terug.
De Syrische onderzoeker Abdel Aziz Al-Mansour maakte onlangs duidelijk dat de Turken de zaak uit eigenbelang op de lange baan willen schuiven. Hij noemt de spanning tussen de Turkse waterovervloed en de Syrische en Iraakse watereisen gevaarlijk. Al-Mansour ziet maar twee oplossingen: een toenemende economische samenwerking met de Turken of een Syrisch-Iraakse toenadering om samen 'een Arabische positie' tegenover Turkije in te nemen. Dat laatste is zoveel als een diplomatieke vuist om te spreken over militaire samenwerking tegen Israël, over strategische relaties met Iran én over steun aan de Koerdische Arbeiderspartij (PKK) die sinds 1984 een guerrillaoorlog voert tegen de Turkse staat.
Hoofdstuk 5. Egypte
In 1952 was in Egypte Gamal Abdel Nasser aan de macht gekomen. Nasser zocht zowel economische als militaire steun bij de Sovjet Unie (SU) èn bij de Verenigde Staten (VS). De vriendschap tussen Nasser en de SU leidde tot een stilstand van de financiële hulp van de VS voor de bouw van de Assoeandam. In 1956 besloot Nasser het Suezkanaal te nationaliseren en dit vormde een hele grote bedreiging voor de olieaanvoer voor het Westen De opbrengst van de tolheffing voor de doorvaart van schepen wilde Nasser gebruiken voor de bouw van de Assoeandam. Met deze dam zou Egypte een sterke energiebron hebben en middelen om het Nijlwater te controleren. Frankrijk en Engeland probeerden met geweld het conflict in hun voordeel te regelen en Israël, dat zich ook bedreigd voelde door het nationalisme, sloot zich er bij aan. Na een tijd staakten Frankrijk en Engeland de strijd en in 1957 maakte Nasser een nieuw statuut waarin het neutrale karakter van het Suezkanaal weer hersteld werd. Alleen Israël werd de doorvaart ontzegd omdat ze nog steeds op voet van oorlog met elkaar stonden
Gamal Abdel Nasser stierf op 28 september 1970 aan een hartaanval. Dit was drie maanden voor de voltooiing van zijn levenswerk; de nieuwe Assoeandam.
De verdeling van het water van de Nijl vormt tot op de dag van vandaag een bron van spanning tussen Egypte, Soedan en Ethiopië.
Nawoord
Dit was een zeer leerzame opdracht. Ik heb bij het zoeken naar informatie heel veel stukken gelezen over onderwerpen waar ik nog niets van wist.
Ik ben er ook achter gekomen dat het jaar 2003 het Internationaal Drinkwater Jaar is en dat water ook wel Blauw Goud genoemd wordt.
In Nederland is het de normaalste zaak om de kraan open te draaien om te drinken, te douchen, het gazon te sproeien, de auto te wassen etc..
Ik weet nu dat het Blauwe Goud in heel veel landen schaars is en dat er in deze eeuw oorlogen kunnen ontstaan om het bezit en de verdeling van water.
Bronvermelding
Eigen informatie
Site: http://water.pagina.nl
Site: http://www.worldwaterforum.org
Site : http://waterbeheer.pagina.nl
Site : http://www.owio.wau.nl/introomgeving/watercrisis.htm
Diverse sites via http://www.google.nl
Plaatjes:
http://www.quick.org.uk/graphics/water.gif
http://www.interserve.org/nl/mid_east2.jpg
REACTIES
1 seconde geleden
P.
P.
Het hele eerste hoofdstuk is overgeschreven uit de NRC, google maar een zin.
14 jaar geleden
Antwoorden