Inleiding
Dit werkstuk gaat over de Papoea’s. De Papoea’s wonen op het westelijke deel van het eiland Nieuw-Guinea. Dit eiland ligt ten noorden van Australië maar is officieel een deel van Indonesië. Nieuw-Guinea is, na Groenland, het op één na grootste eiland ter wereld. De linker helft, het westelijk deel, heet sinds vorig jaar Papoea. Daarvoor heette het Irian Jaya. Er woont slechts 0,01% van de wereldbevolking, maar 15% van de in de wereld bekende talen wordt daar gesproken. In het land worden ongeveer 800 dialecten van talen gesproken. Hun munteenheid is de kina, deze staat gelijk aan ongeveer 0,01 eurocent. In Papoea wonen ongeveer 200 verschillende stammen, waarvan enkele geen contact met de buitenwereld heeft. De naam “Papoea” is in de 16e eeuw aan het volk gegeven, net als de naam Nieuw-Guinea. Die naam komt oorspronkelijk van het Spaanse “Nuova Guinea”. De Papoea’s geloven heel erg in Geesten, ze hebben voor de geesten ook allerlei rituelen bedacht zodat ze niet boos worden, en proberen met hun godsdienst de Geesten te vriend te houden. De man is in het gezin belangrijker dan de vrouw en de zonen worden ook veel meer gewaardeerd. Zij regelen daarom ook het meeste. De Papoea’s worden nog steeds erg onderdrukt door de Indonesiërs.
We hebben voor de Papoea’s gekozen omdat het eigenlijk best een bekende cultuur is, maar we wisten er niet veel vanaf. We hopen door het maken van dit werkstuk een beter indruk te krijgen van de cultuur. Nu vinden we alles een beetje raar wat je kunt zien op de foto’s (zie afbeelding 1); dingen door hun neus en hun hele lichaam beschilderd. De meeste mensen hebben een stereotiep beeld van de Papoea’s. Na het maken van dit werkstuk zullen we beter begrijpen waarom ze dit doen. En zullen we niet meer zo’n gek beeld hebben over de Papoea’s.
We behandelen in dit werkstuk de hoofdvraag: ‘Hoe en waar leven de Papoea’s, hoe ziet hun cultuur eruit, wat is de geschiedenis van het volk en hoe zal hun toekomst eruit zien?’ De hoofdvraag hebben we opgedeeld in 5 deelvragen waarover we in de volgende alinea’s meer zullen vertellen.
Na de inleiding volgt in hoofdstuk 1 de beantwoording van de volgende deelvraag: ‘Waar leven de Papoea’s?’. We vertellen waar ze leven, we beschrijven het landschap en het klimaat en we geven nog een aantal geografische feiten. De hypothese bij dit hoofdstuk is: ‘De Papoea’s leven in Nieuw-Guinea’.
In hoofdstuk 2 behandelen we de deelvraag: ‘Wat is de geschiedenis van de Papoea’s?’ We zullen vertellen wanneer en door wie de Papoea’s zijn ontdekt. De hypothese is: ‘De Papoea’s zijn ongeveer 700 jaar geleden ontdekt door Europeanen.’
In hoofdstuk 3 volgt het antwoord op de deelvraag: ‘Wat is de bestaanswijze van de Papoea’s?’ We laten zien wat de Papoea’s doen om te kunnen leven en wat typische mannen- en vrouwentaken zijn. De hypothese is: ‘De Papoea’s leven vooral van de visvangst.’
In hoofdstuk 4 behandelen we de deelvraag: ‘Hoe zit de cultuur van de Papoea’s in elkaar en hoe wordt er samengeleefd.’ Onderwerpen zoals religie, kleding, symbolen, enz. zullen hier aan bod komen. Onze hypothese is: ‘De Papoea’s leven in grote stammen en ze geloven in meerdere goden.’
In hoofdstuk 5 volgt de beantwoording van de deelvraag: ‘Hoe zal de toekomst van de Papoea’s eruit zien?’ Natuurlijk is het erg moeilijk om iets over de toekomst te vertellen. Maar naar aanleiding van zaken waarmee de Papoea’s nu te maken hebben, zullen we enkele ‘voorspellingen’ kunnen doen over hun toekomst. Onze hypothese is: ‘De Papoea’s zullen in de toekomst verwesteren.’
In hoofdstuk 6 volt de conclusie. Hier worden alle deelvragen beantwoord en er wordt nog eens teruggekeken naar onze hypotheses. Vervolgens vind je het antwoord op de hoofdvraag. En ten slotte geven we een mening over het bestudeerde volk.
Na de conclusie in hoofdstuk 6 volgt er een begrippenlijst. In de tekst zullen enkele begrippen schuinsgedrukt staan. Deze ‘moeilijke’ begrippen zullen worden toegelicht in de begrippenlijst.
Ten slotte vind je nog een paar formulieren voor de algemene informatie. Hierin vind je de hoofd- en deelvragen terug, het plan van aanpak, het logboek, literatuurlijst en een mening over de samenwerking.
Veel leesplezier!
Hoofdstuk 1
Dit hoofdstuk gaat over het leefgebied van de Papoea’s. We vertellen waar ze leven, we beschrijven het landschap en het klimaat en we geven nog een aantal geografische feiten. Onze hypothese bij dit hoofdstuk is: ‘de Papoea’s leven in Nieuw-Guinea’.
De Papoea’s leven in Papoea-Nieuw-Guinea. Papoea-Nieuw-Guinea is een land in Oceanië dat het oostelijke deel van het eiland Nieuw-Guinea beslaat (zie afbeelding 2). Het grenst aan Indonesië en ligt ten noorden van Australië. De hoofdstad van Papoea-Nieuw-Guinea is Port Moresby.
Landschap
Het landschap van Papoea-Nieuw-Guinea is zeer verschillend. Het grootste gedeelte van het land is bedekt met regenwoud, omdat het er zo vochtig is. Er zijn ook een aantal uitgestrekte mangroven (zie afbeelding 3). In het westen is een groot gebied met vlak grasland. In het binnenland komen moerassige vlakten voor en ook enkele grote bergketens zoals het Centraalgebergte en de Owen Stanley Range. Het hoogste punt is de Mount Wilhem met een hoogte van 4694 meter. Op de toppen van de bergen valt geregeld sneeuw. Verder zijn er nog enkele kleine vlaktes langs de kust.
Klimaat
Papoea-Nieuw-Guinea heeft een tropisch klimaat. Langs de kust ligt de temperatuur meestal rond de 27 graden Celsius en landinwaarts ligt de gemiddelde temperatuur rond de 20 graden Celsius. De Papoea’s kennen geen lente, zomer, winter en herfst. Zij spreken van een droog seizoen (van december t/m maart) en een nat seizoen (van mei t/m oktober). Per jaar valt er drie meter aan regen. Dat is maar liefst vier keer zoveel als in ons land. Toch regent het in Papoea-Nieuw-Guinea minder vaak dan bij ons. Als het er regent, dan regent het heel hard en lang achter elkaar. In één nacht kan er dan net zoveel regen vallen als er in Nederland in een half jaar valt.
Geografische feiten
- Oppervlakte: land 462.840 km²
water 1.980 km²
- Lengte landgrenzen: 820 km
- Lengte kustlijn: 5.152 km
- Hoogste punt: Mount Wilhem 4.694 m
- Laagste punt: Grote Oceaan 0 m
- Delfstoffen: aardolie, aardgas, koper, goud en zilver
- Landgebruik: bossen 92%
landbouw 1%
- Inwoners: 5.420.280
- Bevolking: Melanesisch, Papua, Negrito, Micronesisch en Polynesisch
- Talen: Melanesisch, Engels, Motu
- Religie: Rooms Katholiek 22%
Luthers 16%
Presbyteriaans e.a. 8%
Anglicaans 5%
Evangelische Alliantie 4%
Adventisten 1%
andere Protestanten 10%
inheemse geloven 34%
- Alfabetisering: 64.6%
- BNP per hoofd van de bevolking: $2200
- levensverwachting: 64.56 jaar
- munteenheid: kina (PGK)
Hoofdstuk 2
In dit hoofdstuk bespreken we de geschiedenis van de Papoea’s. We vertellen hoe en door wie het eiland van de Papoea’s is ontdekt en waar de naam ‘Nieuw-Guinea’ vandaan komt. Ten slotte laten we de ontwikkeling op het eiland zien. Onze hypothese bij dit hoofdstuk is: ‘De Papoea’s zijn ongeveer 700 jaar geleden ontdekt door Europeanen’.
Vanuit Europa voeren eeuwen geleden handelsschepen naar Azië op zoek naar specerijen als peper, nootmuskaat en kaneel. In 1527 kwam de Portugese Jorge de Meneses aan bij een eiland. Hij gaf de bewoners hun huidige naam: ‘ilhas dos Papoea’s’, ‘eiland van de kroesharigen’.
In de tweede helft van de zestiende eeuw voer er een Spaans schip langs. De kapitein van dat schip vond dat er zoveel gelijkenis met het West-Afrikaanse land Guinee was, dat hij het eiland Nuova Guinea, ‘Nieuw Guinea’, noemde.
Duyfken
Pas tientallen jaren later voer er weer een Europees schip langs, een schip uit Nederland (zie afb. 4). In 1606 stuurde de V.O.C., de Verenigde Oostindische Compagnie, het schip de Duyfken met kapitein Willem Janszoon, eropuit om de grenzen van het tot dan toe bekende land te zoeken. Voordat het schip uiteindelijk op de Australische kust landde, deed het de zuidkust van Nieuw - Guinea aan. De Hollanders raakten in een hevig gevecht gewikkeld met de Papoea’s. Negen bemanningsleden van het schip vonden daarbij de dood.
Streep
Toen in de negentiende eeuw de Britten buitenposten inrichtten in het oosten van Nieuw - Guinea, besloot Nederland het westelijk deel in 1829 tot haar bezit te verklaren. Er werd een kaarsrechte streep getrokken als grens, die nu nog steeds bestaat. Nederland veroverde het grootste deel van de eilanden en samen werd dat Nederlands - Indië.
Onafhankelijkheid
Tijdens de Tweede Wereldoorlog ontbrandde een onafhankelijkheidsstrijd in Nederlands - Indië. Dat leidde ertoe dat de Nederlandse kolonie in 1949 een onafhankelijke staat werd onder de naam Indonesië. Maar Nederland hield wel haar deel van Nieuw - Guinea in bezit. De Indonesische regering was daar woedend om. In 1961 zwichtte Nederland voor de druk van Indonesië, en vooral van de Verenigde Staten, om het eiland toch af te staan. De Papoea’s zelf waren tegen de overname. Als voorwaarde bedacht Nederland dat de Papoea bevolking in een volksstemming mocht beslissen over haar eigen toekomst.
Selectie
De Indonesiërs wisten de uitslag te beïnvloeden door duizend Papoea’s zorgvuldig te selecteren die de keuze mochten maken. Zij kozen in 1969 voor aansluiting bij Indonesië.
Nederlands Nieuw - Guinea kreeg een nieuwe naam Irian Jaya, ‘stralend land’.
Irian Jaya werd door Indonesië vooral gezien als winstbron en als opvangmogelijkheid voor mensen uit overbevolkte eilanden.
Transmigratie
Die verhuizing van het ene eiland naar het andere noemen we transmigratie. Vooral Java is erg dichtbevolkt. Daarom probeert de regering van Indonesië de Javanen ook over de andere eilanden te verdelen. Inmiddels leven er al meer transmigranten dan Papoea’s op Papoea Nieuw Guinea.
De mensen die transmigreren, zijn vooral boeren met weinig of geen land en zwervers. De eerste anderhalf jaar na hun verhuizing worden ze ondersteund door de overheid. In hun nieuwe woonplaats krijgen ze een stuk grond, een huis, geld om eten en drinken te kunnen kopen, zaden en kunstmest. Voorwaarde is wel dat je getrouwd bent, jonger dan 40 jaar en boer.
Kappen
Er zijn nu zoveel nieuwe bewoners bijgekomen, dat de Papoea’s bang zijn dat ze straks niets meer te vertellen hebben. Ze vinden het niet helemaal eerlijk dat de grond die eigenlijk van hen is zomaar wordt weggegeven aan de transmigranten. De transmigratie veroorzaakt nog een probleem. Om ruimte te maken voor de nieuwkomers worden grote delen van het tropische oerwoud (zie afbeelding 5) omgehakt. Het landschap wordt hierdoor ernstig aangetast.
Autonomie
Vanaf het begin van de Indonesische overheersing hebben de Papoea’s gestreden voor meer rechten. Ze waren daarbij wel verdeeld: radicale Papoea’s wilden echte onafhankelijkheid en verenigden zich in de Organisatie Vrij Papoea. De Indonesische regering is daar steeds hard tegen opgetreden. Maar onder die druk is de regering vorig jaar een beetje gezwicht: ze heeft van Papoea een ‘autonome’ provincie gemaakt met wat meer vrijheid. Ze heeft daarbij de belofte gedaan dat het grootste deel van de opbrengst van de delfstoffen in Papoea zelf zal blijven.
Baliemvallei
De Baliemvallei is het meest bezochte gebied van Papoea. De stammen die in de vallei wonen werden pas in 1938 ontdekt. De christenen en de moderniteit hebben de puurheid van deze culturen zwaar aangetast, toch zijn er vele tradities die alle externe invloeden hebben weten te overleven. De Baliemvallei werd pas in 1938 ontdekt door een Amerikaanse onderzoeker. Dit betekende dat de stammen die in de vallei leefden al die tijd in afzondering van de rest van de wereld hadden geleefd. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was een verdere studie van de vallei door de Japanse bezetting van Papoea niet mogelijk. In 1945 kwam de vallei in het nieuws doordat er een vliegtuig daar neerstortte en de passagiers konden worden gered. De eerste missionarissen arriveerden in 1954. In 1956 vestigden de Nederlanders een post in Wamena waardoor de levenswijze van de lokale stammen zou worden beïnvloed. Na 1963 hebben de Indonesiërs van Wamena een moderne nederzetting gemaakt met scholen, politie, soldaten en winkels. Ondanks alles zijn de lokale stammen in staat geweest hun traditionele gebruiken en waarden te handhaven.
Hoofdstuk 3
In dit hoofdstuk laten we de bestaanswijze van de Papoea’s zien. We vertellen waarvan de Papoea’s leven en wat typische mannentaken en vrouwentaken zijn. Onze hypothese bij dit hoofdstuk over de bestaanswijze is: ‘De Papoea’s leven vooral van de visvangst.’
Vanwege het klimaat leven de bergpapoea’s op een heel andere manier dan de kustpapoea’s. Bij de bergpapoea’s is het hoofdvoedsel zoete aardappelen of cassave. De kustpapoea’s leven van sago en vis.
Sedentaire landbouwers
De Papoea’s jagen veel, maar ze leven vooral van de landbouw. Papoea’s zijn sedentaire landbouwers; ze hakken steeds weer stukken regenwoud om, verbranden de stammen en takken die ze niet gebruiken en maken daarna de grond klaar voor de gewassen. Dit wordt shifting cultivation of brandbouw genoemd. Ze hebben bijvoorbeeld akkers met zoete aardappelen die volledig door de vrouwen worden bewerkt en beheerd. Het uitzoeken en voorbereiden van de grond is het werk van de mannen, evenals de jacht. Na een jaar of twee geven ze de grond terug aan de natuur en zoeken ze een ander stuk. Na soms wel twintig jaar komen ze weer bij hetzelfde stuk rond uit. Daar groeien dan ondertussen weer grote bomen en dicht struikgewas.
Sago
De sago is afkomstig van de sagopalm (zie afbeelding 6). Uit het binnenste van die boom wordt sagomeel gemaakt. Met de sagoklopper wordt de mergvezel voor vezel fijn gemaakt. De losgemaakte vezels worden met water overgoten en uitgewrongen. Het dikke melkachtige sap, dat dan ontstaat, wordt gezeefd en gedroogd.
De gedroogde sago wordt bewaard in grote blokken die wel twintig kilo wegen. Eén boom brengt ongeveer acht sagoblokken op. Als de Papoea’s de sago als maaltijd klaar willen maken, breken ze een stuk van een dergelijk blok af. Ze verwarmen dit dan in een pan of wikkelen het in bladeren om in het vuur te leggen.
Behalve voor de sago wordt de sagopalm voor verschillende andere dingen gebruikt. De bladeren gebruiken de Papoea’s om kleding te maken, als versiering, om touw van te maken en voor dakbedekking. De nerven worden gebruikt voor vlechtwerk, zoals voor tassen en netten.
Een lekkernij voor de Papoea’s zijn paalwormen of sagolarven. Torren leggen eitjes in de schors van rottende sagobomen. Daar komen later deze larven uit.
Visvangst
De Papoea’s eten ook graag vis. De visvangst is een typisch vrouwenkarwei. Ze vissen met behulp van geknoopte netten en manden (zie afbeelding 7). Soms helpt het hele dorp mee. Dit gebeurt bijvoorbeeld wanneer er water van de rivier afgedamd moet worden. Het meertje dat dan ontstaat, wordt leeg gehoosd. Op het laatst blijven alleen de vissen over. Je kunt ze dan zo oppakken.
Mannentaken
De vaders maken figuren van hout om te verkopen: schilden, schalen en stokken. De traditionele taak van de mannen is de jacht in het bos. Met pijl, boog en speren vangen ze bosduiven, vogels en wilde varkens. Daarvan maken de vrouwen later heerlijke maaltijden. Ook is het de taak voor de mannen om grond uit te zoeken en voor te bereiden voor de landbouw. Verder zorgen de mannen voor de jongens.
Vrouwentaken
De moeders bewerken en beheren de grond. Ook moeten ze de grond oogsten. De vrouwen moeten tamme varkens fokken voor het houden van vlees. Verder moeten de vrouwen voor de kinderen zorgen.
Tegenwoordig
Veel Papoea’s werken tegenwoordig bij Freeport of in de stad Timika. In de vloedbossen aan de rand van de stad is de aarde goed en vruchtbaar. Veel families leven er zowel van sago als van cassave (zie afbeelding 8). De moeders hebben geleerd om kippen te houden en tuintjes aan te leggen. Ze steken een stukje van een cassavetak in de grond en drie maanden later zijn er knollen aan gegroeid.
Varken
Het varken heeft traditioneel een belangrijke betekenis voor de Papoea’s. De van oorsprong wilde varkens lijken op de wilde zwijnen in onze natuurparken, maar dan magerder (zie afbeelding 9). Een van de vrouwentaken is het fokken van tamme varkens. Ze worden onder andere voor het vlees gehouden. Hoe meer varkens een man of een dorp heeft, hoe meer er kunnen worden weggegeven en hoe grotere feesten men kan geven. Vroeger, voordat de Papoea’s met geld in aanraking kwamen, was het varken het betaalmiddel.
Hoofdstuk 4
Hoofdstuk 4 gaat over de cultuur en de samenleving van de Papoea’s. Onze hypothese bij dit hoofdstuk is: ‘De Papoea’s leven in grote stammen en ze geloven in meerdere goden.’
Papoea beschikt over een zeer groot aantal Papoeastammen die het binnenland van de provincie wonen. Een deel van deze stammen is pas laat in de twintigste eeuw ontdekt door de westerse mens. Helaas hebben de mensen en de opgelegde modernisering al hun sporen in deze oude culturen achtergelaten, gelukkig is er ook nog veel gehandhaafd.
Papoea’s
Er zijn ruim 230 soorten Papoea stammen die in het binnenland leven. Doordat zij verspreid over het land leefden en weinig contact met elkaar hadden zijn er zo ongeveer 200 talen en 800 dialecten ontstaan. Een aantal bekende stammen zijn de Baliem-, Dani-, Yali- en Agatstammen (zie afbeelding 10). Vele stammen woonden diep in het binnenland bijvoorbeeld aan de voet van een berg of midden in de jungle. Sommige stammen waren in het verleden kannibalen. De Danistammen van de Baliemvallei zijn de bekendste stammen van het binnenland en zijn pas in 1938 ontdekt, er zijn echter ook Papoea stammen die pas sinds een korte periode in contact zijn gekomen met de buitenwereld. Zo zijn de Korowaistammen die hun huizen zes tot vijfentwintig meter hoog in de bomen bouwen pas 25 jaar geleden ontdekt. Nadat Papoea deel werd van Indonesië in 1963 heeft de regering geprobeerd de Papoea over te halen een moderner leven te leiden. Maar de centrale regering is er niet in geslaagd het traditionele leven van de Papoea te veranderen.
Samenleving
De mannen van de verschillende stammen zijn polygaam. Een man mag zoveel vrouwen hebben als hij zich kan veroorloven. De bruid moet worden gekocht en dat gebeurt door middel van ruilhandel. De familie van de bruid krijgt ongeveer vier à vijf varkens voor het weggeven van de dochter. De sociale status van een man wordt ook bepaald door het aantal varkens en vrouwen dat hij bezit. Met varkens worden ook de grote feesten betaald, dus hoe meer je er hebt hoe beter het feest. Bij ons krijg je vaak status door je bezit; bij de Papoea door wat je kunt weggeven aan anderen. De mannen slapen apart van de vrouwen en kinderen. Nadat een vrouw een kind heeft gekregen mag ze twee tot vijf jaar lang geen seks hebben zodat het kind alleen haar melk en goede zorg krijgt. Door deze zorg ligt de gemiddelde levensverwachting rond de zestig jaar. Anderzijds wordt de polygamie door het celibaat van de vrouwen versterkt en vinden er veel scheidingen plaats. Een jaar geen seks hebben zal in westerse ogen mogelijk al als een zware opgave worden gezien, bij het overlijden van een naaste verwant wordt het voor de vrouw er niet al te vrolijker op. Het is namelijk de gewoonte voor een vrouw om dan een of twee vingerkootjes te amputeren. Het lichamelijke overschot van een overledene wordt traditioneel gecremeerd, soms wordt het lichaam echter bewaard en gedroogd.
Religie
De christenen zijn erin geslaagd om de Papoea’s te bekeren tot het christendom. De traditionele, animistische religie blijft echter ondanks pogingen van de missie dit tegen te gaan een zeer grote rol spelen. De verering van verschillende soorten geesten waaronder die van voorouders staat centraal in de traditionele religie. Er zijn vele soorten geesten, goedwillende en kwaadwillende geesten die je door het uitvoeren van de juiste rituelen kunt beïnvloeden. Met deze rituelen kun je bijvoorbeeld ook een goede oogst bevorderen of het weer beïnvloeden. De medicijnman beschikt vaak over de beste kennis over deze rituelen. De Papoea’s die in geesten geloven vieren het Bisj-feest. Als dit feest gevierd word komen de geesten terug naar de dorpen waar zij ooit gewoond hebben. Voor het feest begint, slepen de Papoea’s boomstammen naar hun dorp. Die boomstammen worden ook wel bisj-palen genoemd. Uit die bisj-palen hakken ze beelden, die beelden stellen hun voorouders voor. Als de bisj-palen rechtop gezet zijn begint het bisj-feest. Dit feest kan enkele dagen duren. De Papoea’s dansen op hun zelfgemaakte muziek.
Aan het einde van het feest worden de bisj-palen tussen de sagopalmen in het bos gelegd in de hoop dat de kracht van de voorouders overgaat in de bomen.
Ook kleine kinderen worden vanaf vroegs af aan al geleerd hun voorouders te vereren. De kinderen moeten elke dag voordat ze naar school gaan op een twee meter hoge rots klimmen omdat hun voorouders daar nu zouden wonen.
Daarop moeten zij bladeren leggen voor hun voorouders, die bladeren zouden voor verkoeling zorgen. Maar als er bijvoorbeeld te weinig vis was gevangen kregen de schoolkinderen de schuld, die zouden dan te weinig bladeren op de rots gelegd hebben. De Papoea’s gedragen zich nogal vreemd tegenover onze cultuur. Ze versieren hun eigen lichaam met botjes en tanden van dieren. Die steken ze bijvoorbeeld door hun neus of geslachtsdelen. Dat heeft allemaal met het geloof te maken. Ook verven ze strepen op hun lichamen.
Symbolen
Het teken van hun kampong, de krokodil, komt overal op terug. Vaak herken je ook de kroonduif (zie afbeelding 11), symbool van vrijheid en van Papoea Nieuw - Guinea, hun land, of een van hun hondjes op een voorwerp. De kroonduif is zo groot als een kip en ontleend zijn naam aan een sierlijke verenkam op zijn hoofd.
Het varken heeft traditioneel een belangrijke betekenis voor de Papoea. Ze worden niet alleen voor het vlees gehouden, maar ook als statussymbool gefokt. Hoe meer varkens een man of een dorp heeft, hoe meer er kunnen worden weggegeven en hoe grotere feesten men kan geven. Vroeger, voordat de Papoea’s met geld in aanraking kwamen, was het varken het betaalmiddel. De bruidsschat die een jongen aan de familie van de bruid moest betalen bestond ook uit varkens.
De varkens hebben wel een tweeslachtige rol. Behalve status zijn ze ook bedreiging, namelijk voor de tuin en akker van de Papoea. Heggen om het land tegen varkens te beschermen zijn dan ook heel belangrijk.
Kleding
Vroeger bestond de kleding van de mannen uit niet veel meer dan een peniskoker (zie afbeelding*), soms meer dan een meter lang, vaak fraai bewerkt en met een kwastje van paradijsvogelveren aan de top. De koker beschermde de geslachtsdelen bij het lopen door doorngewassen in het oerwoud.
De vrouwen droegen meestal alleen een rokje van grasvezels.
Zang en dans, maskers en sieraden
De kunst van de Papoea’s is sterk verbonden met de vooroudercultus. De belangrijkste uitingsvorm is de rituele ceremonie (zie afbeelding*), die voor publiek wordt uitgevoerd en wordt begeleid door zang en dans. Maar voor deze voorstelling zijn wel materialen en voorwerpen nodig: muziekinstrumenten, kostuums, maskers, pruiken en make-up. Alle voorwerpen hebben, evenals de dansen en het gezang, naast het schouwspel dat ze bieden, een diepere, verborgen betekenis. Zij geven de geesten een concrete vorm. De artiesten volgen een traditie die van allerlei codes is voorzien, door een heroïsche voorouder is opgesteld en van generatie op generatie wordt overgedragen. Afwijken van de codes zou een schending van de ‘traditie’ betekenen. Sommige liefhebbers maken zich bezorgd over de continue verarming van de kunstvormen van de Papoea’s, die te maken heeft met de teloorgang van de rituelen. Toch zijn ze volop in vernieuwing. De artiesten hebben geleerd om westerse technieken over te nemen. Zij halen hun inspiratie uit de oude verhalen, maar maken hierbij gebruik van moderne materialen.
Plantaardige klei en gebeeldhouwde boomvarens
De Papoea’s hebben veel gebruikgemaakt van zachte vulkaansteen en koraal voor het vervaardigen van altaren en ze hebben tempels en beelden van steen en jade nagelaten. In Papoea Nieuw–Guinea gebruikten de kunstenaars veel vergankelijker materialen zoals hardhout, veren, plantaardige klei, leem en stammen van boomvarens. Ook maakten ze houtsnijwerk en gravures van bamboe. Zij verfden hun werk met natuurlijke kleurstoffen. De kolonisatie heeft ingrijpende gevolgen gehad. De missionarissen vernietigden kunstwerken en objecten die met religieuze riten meegenomen en zo over de wereld verspreid. Maar dit zorgde er ongetwijfeld ook voor dat er veel bewaard is gebleven.
Hoofdstuk 5
In dit hoofdstuk zullen we gaan kijken hoe hun toekomst eruit zal zien. We vertellen over de situatie die zich nu afspeelt in Papoea Nieuw-Guinea. En naar aanleiding van die situatie zullen we hun toekomst ‘voorspellen’. Onze hypothese bij dit hoofdstuk is: ‘De Papoea’s zullen in de toekomst verwesteren.’
Staatloos
De 500 vluchtelingen, die sinds 1963 de grens overstaken, leven in Papoea Nieuw-Guinea als staatloos. Zij moeten ieder jaar een nieuwe verblijfsvergunning halen. Dan moeten zij papieren tekenen, waarin staat dat zij zich niet met binnen- of buitenlandse politiek mogen bezighouden. Dat zij dus ook niet mogen ijveren voor de onafhankelijkheid van hun moederland. Een ‘verboden’ uitspraak in Papoea Nieuw-Guinea: ‘In plaats dat Papoea Nieuw-Guinea onze verzetsstrijders steunt, vervolgt men hen. Tot nu toe hebben wij geen enkele steun gekregen van ‘onze broeders’, die toch op hetzelfde eiland wonen en tot hetzelfde ras behoren.’
De grensovereenkomst, die in 1973 tussen Papoea Nieuw-Guinea — onder druk van Australië en Indonesië - gesloten werd, wordt onmenselijk genoemd. Daarin staat dat Nieuw-Guinea alle vluchtelingen die vanaf dat ogenblik nog de grens overkomen, terug zal sturen. En dat betekent voor hen een vrijwel zekere vernietiging.
In de tang
De Papoea’s mogen zich niet uitspreken over wat zij bijna zien gebeuren. Zij mogen zich niet met politiek bemoeien zonder gevaar te lopen nu al het land uitgezet te worden. Zij mogen op geen enkele manier de Organisatie Vrij Papoea in de bossen aan de grens steunen. Elke Papoea zit aan alle kanten in de tang.
Scholieren
Van de 100.000 scholieren zijn er in Nieuw-Guinea nog maar 30.000 Papoea's, die natuurlijk geen Papoea's genoemd worden, want Papoea is een scheldwoord. ‘Gemengde’ huwelijken - Papoea's-Indonesiërs — zijn aan de orde van de dag. En zelfs waar ‘de wilden’ wonen, de 200.000 in het stenen tijdperk levende Papoea's, worden al moskeeën gebouwd voor de ‘vreemdelingen’. Vanuit officieel Indonesisch standpunt gezien is dit een zeer normale ontwikkeling. Er is helemaal geen tragedie, er is geen volkerenmoord, er is geen sprake van terreur en onderdrukking. De geleide democratie is in Nieuw-Guinea niet anders dan op Java of Surnatra. Het standpunt van Jakarta (hoofdstad van Indonesië) is dat Nieuw-Guinea een provincie van Indonesië is. De kern van het tweede vijfjarenplan, dat zojuist is ingegaan, is gericht op Eenheid en Nation Building. In die hopeloze hoeveelheid volkeren, talen, toekomstvisioenen en verlangens moet eenheid gebracht worden. Alle elementen die dat streven in gevaar brengen, moeten verwijderd worden. Dat waren de communisten en dat zijn nu de nationalistische Papoea's en Molukkers.
Geen inzicht
In de Straat van Sele zijn oliebronnen die 23.000 barrel olie per dag leveren tegen, een beweerde concessieprijs van ruim 10 dollar per barrel. De koperberg bij Mamika, in het zuiden, zou goed zijn voor 32.000 ton koper per maand. Volgens ingewijden zijn er op dit ogenblik 65 houtconcessies uitgegeven en hebben Japanners praktisch hel alleen-visrecht. De Papoea’s krijgen geen inzicht over wat er uit Nieuw-Guinea gehaald wordt en over wat er ingestopt wordt. Het bestuur van Nieuw-Guinea moet per jaar 15 miljoen dollar betalen en ontvangt slechts 5 miljoen voor de ontwikkeling. De Indonesiërs zeggen dat Nieuw-Guinea nu eenmaal een provincie is van Indonesië en dat de bodemschatten en rijkdommen aan het hele rijk ten goede moeten komen. Jakarta heeft de taak het te verdelen en dat wordt gewetensvol gedaan.
Volop leven
De kwaliteit van het leven in Nieuw-Guinea is de laatste jaren sterk vooruitgegaan. In 1966 was het in Papoea Nieuw-Guinea verschrikkelijk. Er was niets te koop, er was geen geld, de winkels waren leeg, enz. Nu is er volop leven, er wordt behoorlijk – 65 dollar per hoofd per jaar – verdiend, de verbindingen zijn verbeterd en er is veel meer handel en industrie. Ze zijn op de goede weg, vanuit het standpunt van Jakarta bezien. Maar wat de Papoea’s betreft, die zullen uitsterven. De Papoea’s voelen zich geen Papoea meer, maar Indonesiër. De kinderen moeten naar de Indonesische padvinderij gestuurd worden, die is de grootste ter wereld. Dan komt alles in orde en zijn er over een paar jaar geen problemen meer, behalve dan dat de Papoea’s uitgestorven zijn.
Hoofdstuk 6
In dit hoofdstuk volgt de conclusie. Hier worden de deelvragen beantwoord en er wordt gekeken of de hypotheses klopten. Vervolgens vind je het antwoord op de hoofdvraag. En ten slotte geven wij onze eigen mening over het onderwerp.
Deelvraag 1
Waar leven de Papoea’s?
We kunnen concluderen dat de Papoea’s leven in Papoea-Nieuw-Guinea. . Het grootste gedeelte van het land is bedekt met regenwoud en het heeft een vochtig klimaat.
Onze hypothese bij deze deelvraag was: ‘De Papoea’s leven in Nieuw-Guinea.’ Onze hypothese was dus juist.
Deelvraag 2
Wat is de geschiedenis van de Papoea’s?
We kunnen concluderen dat het eiland Indonesië pas in 16e eeuw ontdekt werd door de Spaanse en Portugese zeevaarders. Ze vonden de kust er veel lijken op de kust van het Afrikaanse land Guinea daarom wordt noemde ze het vreemde land Nieuw-Guinea. Veel landen vochten om kolonies in Nieuw-Guinea en dat was nadelig voor de Papoea’s. Omdat in 1948 Nederland Indië verloor werd het land onafhankelijk en heette Indonesië. Sinds 1963 hoort ook west Nieuw-Guinea bij dat land. De Papoea’s zijn dus officieel Indonesiërs geworden. De Indonesiërs gingen aan de kust wonen en de Papoea’s werden achter gesteld. Daarom trokken ze het binnenland in om daar verder te leven.
Onze hypothese bij deze deelvraag was: ‘De Papoea’s zijn ongeveer 700 jaar geleden ontdekt door Europeanen’. De Papoea’s zijn niet 700 jaar geleden ontdekt, maar 479 jaar geleden. De Papoea’s zijn wel door de Europeanen ontdekt.
Deelvraag 3
Hoe is de bestaanswijze van de Papoea’s?
We kunnen concluderen dat de Papoea’s veel jagen, maar vooral leven van de landbouw. Papoea’s zijn sedentaire landbouwers. Shifting cultivation of brandbouw is erg belangrijk voor hen. De officiële mannentaken zijn de jacht in het bos, grond uitzoeken en voorbereiden. De vrouwen bewerken en beheren de grond, ook moeten ze de grond oogsten, ze moeten tamme varkens fokken voor het vlees en voor de kinderen zorgen. Veel Papoea’s werken tegenwoordig bij Freeport of in de stad Timika. Veel families leven er zowel van sago als van cassave en ze eten graag vis.
Onze hypothese bij deze deelvraag was: ‘De Papoea’s leven vooral van de visvangst.’ Het belangrijkste bestaansmiddel voor de Papoea’s is de landbouw, dus niet de visvangst.
Deelvraag 4
Hoe zit de cultuur van de Papoea’s in elkaar en hoe wordt er samengeleefd?
We kunnen concluderen dat er ruim 230 soorten Papoea stammen en ongeveer 200 talen en 800 dialecten zijn. De mannen zijn polygaam en de bruid moet worden gekocht. Bij het overlijden van iemand is het de gewoonte voor een vrouw om dan een of twee vingerkootjes te amputeren. Het lichamelijke overschot van een overledene wordt traditioneel gecremeerd. De Papoea’s zijn christelijk, maar hun animistische religie blijft een belangrijke rol spelen. De verering van verschillende soorten geesten staat centraal in de traditionele religie. De Papoea’s versieren hun eigen lichaam met botjes en tanden van dieren. Dat heeft allemaal met het geloof te maken. Ook verven ze strepen op hun lichamen. Het teken van hun kampong, de krokodil, komt overal op terug. Vaak herken je ook de kroonduif of een van hun honden op een voorwerp. Het varken heeft traditioneel een belangrijke betekenis voor de Papoea. Vroeger bestond de kleding van de mannen uit niet veel meer dan een peniskoker.
Onze hypothese bij deze deelvraag was: ‘De Papoea’s leven in grote stammen en ze geloven in meerdere goden.’ De stammen van de Papoea’s zijn niet enorm groot. Er zijn namelijk 230 verschillende stammen. De Papoea’s zijn christelijk, dus ze geloven in één god, maar ze geloven wel in meerdere geesten.
Deelvraag 5
Hoe zal de toekomst van de Papoea’s eruit zien?
We kunnen concluderen dat de kwaliteit van het leven in Irian Jaya is de laatste jaren sterk vooruitgegaan. Nu is er volop leven, er wordt behoorlijk verdiend, de verbindingen zijn verbeterd en er is veel meer handel en industrie. Ze zijn op de goede weg, vanuit het standpunt van Djakarta bezien. Maar wat de Papoea’s betreft, die zullen uitsterven. De Papoea’s voelen zich geen Papoea meer, maar Indonesiër.
Onze hypothese bij deze deelvraag was: ‘De Papoea’s zullen in de toekomst verwesteren.’ Het is inderdaad zo dat de Papoea’s zullen verwesteren. Dat zie je aan de vooruitgangen die de laatste jaren plaatsvonden. Ze zijn van helemaal niets naar volop leven gegaan.
Hoofdvraag
‘Hoe en waar leven de Papoea’s, hoe ziet hun cultuur eruit, wat is de geschiedenis van het volk en hoe zal hun toekomst eruit zien?’
We kunnen concluderen dat de Papoea’s leven in Papoea Nieuw-Guinea, een landschap dat bedekt is met regenwoud en een vochtig klimaat heeft. De Papoea’s jagen veel, maar ze leven vooral van de landbouw. Er zijn ruim 230 soorten Papoea stammen en ongeveer 200 talen en 800 dialecten. De mannen zijn polygaam. De Papoea’s zijn christelijk, maar hun animistische religie blijft een belangrijke rol spelen. De verering van verschillende soorten geesten staat centraal in de traditionele religie. De cultuur van de Papoea’s zal in de toekomst steeds verder verwesteren en uiteindelijk uitsterven. Maar de kwaliteit van het leven zal sterk vooruitgaan.
Mening over het bestudeerde volk
We vinden het erg treurig dat de Papoea’s nog steeds onderdrukt worden door de Indonesiërs. Zelf willen zij ook altijd vrijheid. Waarom gunnen zij het anderen dan niet? We vinden ook dat de organisaties er goed aan doen dat ze de Papoea’s zoveel steunen. We hopen dat het helpt zodat de Papoea’s eindelijk de rechten krijgen die ze horen te krijgen. De tradities die ze hebben om hun voorvaderen te eren vinden wij erg leuk. We vinden het niet logisch dat de man meer zou moeten zijn en de zoon meer gewaardeerd moet worden.
Begrippen
Alfabetisering percentage mensen dat kan lezen en schrijven.
Autonomie is eigenlijk "alles alleen doen", van niemand afhankelijk zijn.
Baliemvallei is een vallei in het centrale berggebied van de Indonesische provincie Oost-Papoea (Papua Timur), een onderdeel van het voormalige Nederlands Nieuw-Guinea. De vallei heeft inmiddels bijna 120.000 inwoners. De enige grote plaats in de vallei is Wamena.
BNP afkorting voor Bruto Nationaal Product, het totale inkomen van de mensen die in een land wonen.
Cassave of maniok is de eetbare wortelknol van de plant ‘Manihot esculenta’, een verhoutende, overblijvende heester.
Celibaat is de term voor de ongehuwde staat, voornamelijk van rooms-katholieke geestelijken.
Freeport een Amerikaans mijnbouwbedrijf dat koper, zilver en goud delft op het gebied van Nieuw-Guinea.
Mangrove gebieden waarin mangroves (bomen of struiken die gedeeltelijk onder water en gedeeltelijk boven water leven) voorkomen.
Oceanië de collectieve naam voor een groot aantal eilanden in de Grote Oceaan.
Organisatie Vrij Papoea is een organisatie die onder de naam Organisasi Perjuangan Papua Merdeka (OPPM), Strijdorganisatie voor een vrij Papoea, is opgericht op 19 april 1965 in Andai bij Manokwari, West-Papua.
Polygaam één man trouwt met meerdere vrouwen tegelijk.
Sedentaire landbouwers verbouwen van een stuk grond gedurende langere tijd. Pas als de opbrengst gaat dalen wordt het drop verplaatst naar een nieuw stuk grond.
Shifting cultivation of brandbouw een stuk grond (meestal bos) platbranden om er voedsel te verbouwen.
Transmigratie is het verhuizen van een bevolkingsgroep als geheel.
REACTIES
1 seconde geleden
J.
J.
erg handig.
goeie informatie.
waar is de bronvermelding?
13 jaar geleden
AntwoordenL.
L.
hihi leuk
9 jaar geleden
Antwoorden