Oosterscheldekering

Beoordeling 6.9
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 2e klas vwo | 2765 woorden
  • 24 juni 2005
  • 84 keer beoordeeld
Cijfer 6.9
84 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
INHOUD Inleiding
Ligging
Geschiedenis
Bouw
Bedrijven
Schepen
Werking
Keringdicht
Bronnen
Slotwoord INLEIDING New York heeft een Vrijheidsbeeld, Parijs een Eiffeltoren en Nederland de Oosterscheldekering. Niet zonder reden geldt de dam als het achtste
wereldwonder. Nederland heeft wereldwijde faam overgehouden aan de
bouw van de Deltawerken. Nu nog steeds worden Nederlanders vaak geraadpleegd bij maritieme projecten. Maar hoe is het allemaal zo ver gekomen? Hoe is dat gigantisch bouwwerk tot stand gekomen en wat zette de Nederlanders aan tot het verrichten van zo’n enorme klus, die bovendien 8,2 miljard Gulden kostte. LIGGING De Oosterschelde kering licht tussen de eilanden Schouwen-Duiveland en Noord-Beveland, Zeeland

Het eiland Neeltje Jans is een opgespoten werkeiland van zand. Afbeelding: Kaartje Schouwe-Duivenland GESCHIEDENIS In 1953 is er in gigantische watersnoodramp in het Zuidwesten van Nederland geweest. 1835 mensen kwamen om het leven door 900 dijkdoorbraken. Iedereen besefte dat onze oude dijken niet langer bestand waren tegen het zeewater. In 1956 besloot Nederland tot de aanleg van de Deltawerken. Een van de grootste van die werken is wel de Oosterscheldekering. De bouw hiervan was in 1967 aan de beurt. Ze willen het Zeegat de Oosterschelde volledig dicht maken zodat er geen zeewater meer in kan komen. Er worden van allerlei voorbereidingen getroffen: er worden werkeilanden opgespoten en een kabelbaan neergezet om de basaltblokken op hun plaats te krijgen. Maar steeds meer word de andere kant van de zaak ook bekeken: Milieubewegingen en mossel- en oestervissers pleiten voor een open verbinding. Dat wil zeggen dat er wel Water in de Oosterschelde kan komen. De Nederlanders kiezen partij: de helft is voor de milieuactivisten en vissers de helft wil geen enkels risico en vind dat het zeegat moet worden gedicht. De Tweede Kamer hakt in november 1976 de knoop door: er moet een open verbinding komen. Waarom geen dam? Het landschap dat men rond de Oosterschelde aantreft vindt men nergens anders ter wereld. Er leven heel veel verschillende diersoorten. Er leven meer dan 70 vissoorten, 140 soorten waterplanten en algen, 350 soorten bodemdieren en tussen de 500 en 600 soorten op het land. Verder is de Oosterschelde een belangrijk gebied voor vogels die op zoek zijn naar eten, willen broeden of een plek zoeken om te overwinteren. Als de Oosterschelde afgesloten was, en het niet langer een zoutwatermilieu is, zullen veel van deze soorten verdwijnen. Samen met de mossel -en oesterteelt. Dit zou ook op economisch gebied een ramp zijn voor visserplaatsjes als Yerseke en Bruinisse. Hoe dan wel? De open verbinding zou uit pijlers bestaan waartussen schuiven werden gehangen. Deze schuiven konden in geval van nood de Oosterschelde afsluiten. Hierdoor werd het hele project wel een stuk duurder. Daarom volgden er heftige discussies in de Tweede Kamer. In 1979 ging het parlement akkoord. Er zouden ook twee hulpdammen gebouwd moeten worden, de Philipsdam en de Oesterdam. Hiermee werd de oppervlakte van de Oosterschelde beperkt en de getijdenwerking versterkt. Verder zou er een getijde vrije scheepsroute tussen Antwerpen en de Rijn ontstaan. BOUW De bodem van de Oosterschelde was te slap om de dam op te bouwen. Daarom werd de slechte bodem weggebaggerd en vervangen door nieuw zand. Maar de bodem van nieuw zand was nog niet stevig genoeg. Daarom werd een speciaal vaartuig gebouwd: de Mytilus. De ‘Mytilus’ was een schip met daarop enorme naalden. Deze naalden prikten in de bodem van de Oosterschelde. Daar begonnen ze te trillen. Zo werden alle zandkorrels en kleideeltjes dicht tegen elkaar gedrukt en werd de bodem steviger. Om de bodem nog sterker te maken, maakte het schip 'Cardium' de bodem keurig plat. Daarna legde het schip speciale matten op de bodem van de Oosterschelde. Op deze matten zouden de pijlers komen te staan. Het schip 'Sephia' maakte de gaten tussen de matten netjes dicht. Er kwamen steeds meer bouwvakkers werken op de bouwterreinen van de Oosterscheldekering. Daarom werd er vanaf Schouwen-Duiveland een tijdelijke, stalen brug naar het werkeiland Neeltje Jans gebouwd. Op het werkeiland Neeltje Jans werden de pijlers voor de kering gemaakt. Iedere pijler heeft een voet van 25 meter breed en 50 meter lang. De hoogte van de pijlers varieert van 30 meter tot 39 meter. Het onderste gedeelte van de pijlers is hol van binnen. Tussen 1979 en 1983 werden 66 pijlers gemaakt. Toen alle pijlers klaar waren, werd een dijk van het werkeiland Neeltje Jans doorgestoken. Daardoor kwamen de pijlers onder water te staan. Vervolgens werden de pijlers opgehaald door het schip 'Ostrea'. De 'Ostrea' was een enorm groot schip, dat de pijler op kon tillen. Als de pijler eenmaal goed vast zat, voer de 'Ostrea' naar de monding van de Oosterschelde. De 'Ostrea' en het schip 'Macoma' voeren samen naar de monding van de Oosterschelde. Voordat de 'Ostrea' de pijler op zijn plek kon zetten, stofzuigde de 'Macoma' de mat op de bodem nog eens schoon. Er mocht namelijk geen zand tussen de mat en de pijler zitten. Anders zou het zand onder de pijler weg kunnen spoelen en zou de pijler verzakken. Er werd keihard gewerkt om de pijlers de plaatsen. Ook 's nachts. Met de regering was namelijk afgesproken, dat de Oosterscheldekering in 1985 klaar zou zijn. In 1983 wordt de eerste pijler geplaatst. Dat was live te zien op TV. Nog geen jaar later waren alle pijlers geplaatst. Tussen de pijlers werden dorpels gelegd. Deze dorpels kwamen tussen inkepingen van de pijlers te liggen. Als ze daar liggen, worden ze vastgemaakt aan de pijlers en gevuld met zand. Rond de dorpels worden ook stenen gestort. Zo zitten ze goed vast. Als de schuiven van de stormvloedkering neergelaten zijn, rusten ze op deze dorpels. Het plaatsen van de dorpels was een van de moeilijkste en gevaarlijkste klussen van de bouw van de stormvloedkering. Met behulp van cement werden de gaten tussen de onderkant van de pijlers en de mat op de bodem gedicht. De holle voet van de pijlers werd volgestort met zand. Met het speciale schip 'Libra' werden stenen gestort rond de pijlers. Zware stenen en asfaltzakken werden door het schip 'Trias' tegen de pijlers gezet. Met zijn lange arm zette hij de stenen precies op de goede plek. Zo konden de pijlers en de dorpels geen kant meer op. Op iedere pijler werden twee hamerstukken geplaatst. Door deze hamerstukken werd de kering een heel stuk hoger. Tussen de hamerstukken kwamen de schuiven te hangen. Zo hangen ze hoog boven het water. Met een enorm groot schip, de 'Taklift IV', werden de verkeerskokers tussen de pijlers gehangen. De kokers zijn hol vanbinnen. In de kokers zitten de hydraulische pompen, die de schuiven op en neer moeten bewegen. Over de verkeerskokers werd een verkeersweg aangelegd. De schuiven zijn gemaakt in Zwijndrecht. Van daar werden ze met pontons vervoerd naar de Oosterschelde. Met 'Taklift IV' werden ze tussen de pijlers geplaatst. Boven op de hamerstukken werden de cilinders geplaatst. Ook voor deze klus werd 'Taklift IV' ingezet. Als de cilinders op hun plaats staan, worden de schuiven eraan vastgemaakt. Met behulp van de hydraulische pompen in de verkeerskokers kunnen de schuiven door de cilinders op en neer bewogen worden. Iedere schuif wordt door 2 cilinders bewogen. Op 4 oktober 1986 opent Koningin Beatrix de stormvloedkering. Een jaar later dan afgesproken... En eigenlijk is de kering dan nog niet helemaal af. Er moeten nog een aantal dingetjes afgewerkt worden. Maar dat mag de pret niet drukken. Zeeland is veilig! De Oosterscheldekering is over de hele wereld bekend. Bij het begin van de bouw had eigenlijk niemand verwacht dat het zou lukken. Daarom wordt de kering ook wel 'het achtste wereldwonder' genoemd. De Oosterscheldekering heeft 8,2 miljard Nederlandse guldens (bijna 4 miljard Euro) gekost. Daarmee is het het duurste bouwwerk, dat ooit in Nederland gebouwd is. BEDRIJVEN Het bouwen van de gigantische Oosterscheldekering kan een aannemer natuurlijk niet in zijn eentje. Niet alleen vanwege de enorme grootte maar ook omdat er de garantie moet worden geleverd dat zo’n overstroming niet nog een keer gebeurt. Daarom heeft Rijkswaterstaat een ‘raamcontract’ gemaakt. Een ‘raamcontract’ houdt in dat er een afspraak tussen verschillende bedrijven, in dit geval ook met verschillende functies, word gesloten. Er werd zelfs met al deze bouwbedrijven, betonstorters, baggermaatschappijen en noem maar op een tijdelijk bedrijf opgericht genaamd: Oosterschelde Stormvloedkering Bouwcombinatie V.O.F. (DOSbouw) Bestaand uit deze bedrijven: • Ballast-Nedam Groep NV • Bos Kalis Westminster Group NV • Baggermaatschappij Breejenhout BV • Hollandse Aanneming Maatschappij BV • Hollandse Beton Maatschappij BV • Van Oord-Utrecht BV • Stevin Baggeren BV • Stevin Beton en Waterbouw BV • Adriaan Volker Baggermaatschappij BV • Adriaan Volker Beton en Waterbouw BV • Aannemerscombinatie Zinkwerken BV
Dit tijdelijke bedrijf werd opgericht op 1 september 1976 en opgeheven op 30 oktober 1986, na ruim tien jaar werk. Ook liet Rijkswaterstaat schepen bouwen (waaronder van Jan Heymans, Johan V.) Ook moesten natuurlijk de materialen worden geleverd: de inkoop van bouwmaterialen werd buiten het contract om direct met leveranciers geregeld. Bijvoorbeeld in Duitsland. Voor het maken van bijvoorbeeld de schuiven (maar ook ander afsluitmiddelen) werd ook zo’n ‘raamcontract’ gemaakt. De samenwerkende bedrijven noemden zichzelf: Combinatie van Constructiebedrijven Oosterschelde, of 'Ostem'. SCHEPEN De schepen die voor de bouw van de Oosterscheldekering werden gebruikt waren revolutionair. Nergens ter wereld waren deze technische wonderen te vinden. Ze konden van alles: heel precies bepalen waar ze zich bevonden, tien ton zware pijlers van de grond heffen en loodzware brede matten tot op de centimeter precies op hun plaats leggen. Hier een overzicht van de belangrijkste en duurste schepen die zijn gebruikt. Mytilus (betekent mossel) Taak: Dit schip moest er voor zorgen dat de ondergrond voor de Oosterscheldekering vaster werd. Daarvoor moeten de zand en klei-deeltjes dichter op elkaar zitten. Daarmee was dit schip 24 uur per dag zoet en het hele proces vond onderwater plaats! Werking: op het schip staan hefportalen met daaraan heflieren. Aan die heflieren zitten trilnaalden van zo’n twee meter die in de grond boren. Zonder het werk van dit schip zou de Oosterscheldekering minder stevig staan. Cardium (betekend kokkel) Taak: De Cardium was het duurste schip dat erbij zit (de uiteindelijke kosten waren 80% meer dan gedacht). Het schip had als taak matten te leggen op de plekken waar de Oosterscheldekering kwam. Deze matten waren 36cm dik 42m breed en 200m lang. Werking: de matten liepen om een enorme cilinder, die aan de Cardium bevestigd werd. De matten werden met 10 meter per uur op de zeebodem neergelegd. Op de plaatsen waar de pijlers gezet zouden worden, kwam er nog eens een extra mat bij. Dit om de matten te beschermen tegen slijtage, die zou kunnen ontstaan door het op -en neer bewegen van de schuiven. De Ostrea (betekent oester) Taak: De Ostrea was het meest indrukwekkende schip van de Deltavloot. Ze had als taak de pijlers vanuit hun dok naar de juiste plek in te brengen. Werking: Met de open kant van de ‘U’ draaide het schip om een pijler heen. Door de vier schroeven kon het schip gemakkelijk sturen. Op beide zijden van het schip stonden twee portalen van 50 meter hoog. De pijlers werden hier aan bevestigd. Ze waren wel ruim 1,5 keer zo zwaar als de Ostrea kon houden. Hoe ze dan werden vervoerd? Ze schoven over de zeeboden en door de druk naar boven die het water geeft hoefde het schip minder kracht te leveren. Macoma (betekend Nonnetje*) Taak: Deze ponton, vernoemd naar een schelpdier, lag precies voor de plek waar een pijler geplaatst zou worden. Nadat de Ostrea een pijler had opgepikt, meerde deze tegen de Macoma af, zodat ze maar stabiliteit had. De Macoma had ook nog een tweede functie. Een enorme stofzuiger moest ervoor zorgen dat er geen zand kwam tussen de pijler en de ondergrond. Omdat de eb- en vloedbeweging dagelijks grote hoeveelheden zand verplaatsen, was dit een uiterst moeilijke taak. Werking: alles was mogelijk omdat de ponton een koppelmechanisme van 600 ton koppelkracht had. * Het Nonnetje is een schelpdier

Wijker Rib (betekent vis) Taak: Dit schip is niet speciaal voor de bouw van de Oosterscheldekering gemaakt. Oorspronkelijk was het namelijk een Steenstorter. Bij de bouw van de Oosterscheldekering had de Wijker Rib verschillende taken. Ze begeleidde onder andere het kleine inspectievoertuig Portunus. Dit voertuig had de omvang van een klein bestelbusje en kon met rupsbanden over de zeebodem rijden. Via een navelstreng werden de observaties van de Portunus aan het moederschip doorgegeven. In de Wijker Rib werden die gegevens vervolgens gecontroleerd, bewerkt en er werd gekeken of ze van belang waren. Werking: Zie boven. Andere schepen
Er zijn nog veel meer schepen actief geweest bij het bouwen van de kering. Meestal moesten deze schepen andere helpen, de bodem verkennen of klussen afwerken. Voorbeeld: De Jan Heijmans (zie foto) was verder verantwoordelijk voor het vullen van de gaten tussen de matten. WERKING De Oosterscheldekering is een stormvloedkering. Dat wil zeggen, dat de schuiven meestal open zijn. Het zeewater kan met eb en vloed gewoon in en uit de Oosterschelde stromen. Alleen bij zware storm wordt de kering gesloten. Zo worden de Zeeuwse eilanden, die aan de Oosterschelde liggen beschermd tegen stormvloeden. Bij de bouw van de Oosterscheldekering dacht men, dat de kering één of twee keer per jaar gesloten zou moeten worden. In werkelijkheid gebeurt dat veel minder vaak. Ongeveer eens in de 5 jaar. De schuiven van de Oosterscheldekering worden bediend vauit het Topshuis, dat naast de kering op het werkeiland Neeltje Jans staat. Als er een stormwaarschuwing is, worden de schuiven met een druk op de knop gesloten. De hydraulische pompen in de verkeerskokers beginnen olie te pompen, waardoor de cilinders langzaam zakken. Omdat de schuiven aan de cilinders vastzitten, zakken zij ook. De grootste schuif doet er 82 minuten over om te sluiten. Als de storm is gaan liggen, worden de schuiven op dezelfde manier weer geopend. De kering in de Oosterschelde is er gekomen, omdat verschillende groepen mensen streden voor het milieu in de zeearm. Door de kering blijft er zout water de Oosterschelde instromen en zijn eb en vloed gebleven. Toch blijkt de laatste jaren steeds meer, dat de Oosterschelde toch schade heeft opgelopen door de kering. Verschillende stromingen zijn van richting veranderd. Daardoor verdwijnen zandplaten en hebben watervogels minder voedsel. Een probleem waar nog geen oplossing voor is gevonden. KERINGDICHT De Oosterscheldekering is tot nu toe met stormachtig weer 23 keer dicht geweest (sinds 4 oktober 1986). Bij een waterhoogte van +3 meter NAP wordt de kering vanzelf gesloten. Het sluiten van de kering gaat niet volledig automatisch omdat men te bang is dat het problemen oplevert. Tot nu toe is het nog maar één keer voorgekomen dat de kering meerdere keren vlak achter elkaar moest sluiten dat was op 27 en 28 februari 1990. Wetenschappers zeggen dat de kering in de toekomst naar verhouding veel vaker dicht zal moeten. Hiervoor zijn de volgende verklaringen: De zeespiegel gaat de komende eeuw 10-60 cm stijgen als het broeikaseffect naar verwachting verloopt. Maar niet alleen het broeikaseffect zorgt ervoor dat we om langere termijn de kering vaker zal moeten worden gesloten ook het verzet tegen het water zelf. Door al het gemaal en gepomp (waardoor veel water naar zee wordt geleid) neemt de zeespiegel alleen maar toe en het neemt ook nog eens land weg. Het effect valt wel te raden: de zee komt nog hoger te liggen in verhouding tot het land. Niet alleen de Oosterscheldekering maar ook de Measlandkering zullen hier op ten duur vaker dicht door moeten. Willen we ze wel vaker openhouden, en daarmee het natuurgebied de Oosterschelde beschermen moeten de dijken rond de Oosterschelde verbreedt worden. Daar staat wel tegenover dat het veel ruimte kost, ten koste van natuur, bewoning en recreatie. Een belangrijke bron van inkomen. Zo zie je maar, de Deltawerken hebben een heleboel problemen opgelost maar tegelijkertijd dingen veroorzaakt waar we in de toekomst nog een flink tegenaan kunnen lopen. Foto: De Oosterscheldekering, 8 februari 2004
NAP: nieuw Amsterdams peil BRONNEN Hier staan de internetsites waarvan we informatie voor ons werkstuk hebben gehaald. www.deltawerken.com
Een heel mooie site met heel veel (gemakkelijk te lezen) informatie. Niet alleen over de Oosterscheldekering maar over alle Deltawerken. www.onwijsnat53.nl
Heel informatieve site over de Deltawerken en de Waternoodramp
www.keesfloor.nl/artikelen/zenit/os/ Hier wordt beschreven hoe het in de toekomst moet vanwege het dreigende broeikaseffect en het dalen van Nederland. www.refdag.nl/website/artikel.php?id=48074
Geschiedenis van de Oosterscheldekering

www.google.nl
De afbeeldingen in het werkstuk komen van bovenstaande sites of van google.nl SLOTWOORD Wij vonden het maken van dit werkstuk over de Oosterscheldekering erg leuk. De kering is een heel interessant onderwerp en naarmate je er meer over leest besef je wat een gigantisch werk het moet zijn geweest dit project om te zetten en uit te voeren. We werden overspoeld door een vloedgolf aan informatie maar we moesten ons beperken tot slechts een paar van de vele deelonderwerpen die je aan de Oosterscheldekering kunt besteden. Een leuke afwisseling op de (natuurlijk ook heel leuke) aardrijkskundelessen.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.