Litouwen

Beoordeling 4.9
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 1e klas havo/vwo | 1943 woorden
  • 24 november 2004
  • 62 keer beoordeeld
Cijfer 4.9
62 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
De ligging en grootte van het gebied. Litouwen (Litouws: Lietuva; officieel: Lietuvos Respublika) is een republiek in Noordoost-Europa en de zuidelijkste van de drie Baltische republieken. Litouwen heeft een oppervlakte van 65.200 km2 en is daarmee de grootste Baltische staat en ongeveer net zo groot als Nederland en België samen. Litouwen grenst in het noorden aan Letland, in het zuidoosten aan Wit-Rusland (of Belarus), en in het zuidwesten aan Polen en de Russische enclave Kaliningrad. De kust langs de Baltische Zee is ongeveer 100 km lang, waarvan ongeveer de helft langs de Kuršiu Nerija loopt. Dit is een soort zandbank van 98 km lang en tot 66 meter hoog, maar nergens breder dan 4 kilometer. Het is Litouwens meest opmerkelijke stukje land. Achter de Kuršiu Nerija liggen een aantal lagunes. Litouwen is verder een vrij vlak land met twee hoogvlaktes die gemiddeld 150 meter hoog zijn. Een van die hoogvlaktes ligt aan de oostkant langs de grens met Wit- Rusland. Deze vlakte is verdeeld in de Medininku hoogvlakte in het zuidoosten waar ook het hoogste punt van Litouwen te vinden is, de Juozapines met 291 meter; en verder de Švencioniu hoogvlakte in het noordoosten. In het noordwesten ligt de Žemaitija hoogvlakte met een maximale hoogte van 234 meter. Ongeveer 25% van Litouwen is bebost en 3% is bedekt met moerassen. Litouwen telt ongeveer 3000 meren die in totaal 2% van de oppervlakte beslaan en voor het merendeel in het noordoosten van het land liggen. De Kaunas Zee is het grootste binnenwater, maar is kunstmatig aangelegd. Het grootste natuurlijke meer is Drukšiai. Litouwen heeft 750 rivieren die langer zijn dan 10 kilometer. De belangrijkste rivier is de Nemunas, 973 km lang waarvan 425 kilometer door Litouwen stroomt. De cultuur. Het Litouws is een Indo-Europese taal met wortels in het Sanskriet. De enige Europese taal die wat overeenkomt met het Litouws is het Lets, hoewel de twee talen zich sinds de 7e eeuw afzonderlijk ontwikkeld hebben. Het Litouws heeft het meest van zijn ouderwetse karakter behouden, en is daarmee zeer interessant voor taalgeleerden. Het Litouwse alfabet telt 32 letters en het nationale woordenboek bestaat uit 400.000 woorden. Het Litouws werd pas in de zestiende eeuw een officiële schrijftaal en werd voor officiële documenten pas gebruikt sinds 1918, in de tijd van de Litouwse Republiek. In het middeleeuwse Groot Hertogdom Litouwen waren de officiële talen Slavisch en Latijns. Het Pools werd de officiële taal in de tijd van het Pools-Litouwse koninkrijk. In de 19e eeuw werd het Russisch van 1836 tot 1903 de officiële taal en werden publicaties in het Litouws zelfs verboden. Ten tijde van de Sovjetoverheersing was het leren van Russisch verplicht, en op vele instituten werd alleen Russisch gesproken en geschreven. De status van officiële taal werd pas weer in 1989 hersteld. Er zijn verschillende Litouwse dialecten waarvan het dialect van Aukštaitija de standaardnorm vormt. Litouwen is ook een land waar regelmatig landelijke dans wedstrijden worden gehouden. Volks dansen op feesten is een traditie. Er worden ook buiten feesten volksdansen worden gehouden.
De natuurlijke kenmerken van het gebied. Litouwen heeft een gematigd klimaat dat iets beïnvloed wordt door de Warme Golfstroom. De oostelijke regio's hebben al meer een landklimaat waar het 's winters wat kouder is dan in de rest van het land en 's zomers wat warmer. De winters duren vrij lang. In de Dzukija regio vriest het eind september al, en in de hoofdstad Vilnius twee of drie weken later. In november begint het meestal te sneeuwen en al snel daarna ligt er in grote delen van het land tot en met maart een dikke pak sneeuw. De gemiddelde minimumtemperatuur in januari is -5°C. Soms komt het voor dat de temperatuur daalt tot -40°C. De lente duurt meestal maar kort. Vaak is de maand april een overgangsmaand met onvoorspelbaar weer met afwisselend koude en redelijk warme dagen. De zomer duurt over het algemeen van half mei tot eind augustus. In juli, de warmste maand, is het gemiddeld ongeveer 17°C. De maximumtemperaturen kunnen oplopen tot 35°C. Gemiddeld valt er 717 mm neerslag per jaar aan de kust en 490 mm in het oosten van het land. Het gezicht van de Litouwse bossen is in de loop der eeuwen sterk veranderd. De enige oerbossen zijn nog te vinden op zandgronden, vooral in de regio Dzukija. Op dit moment bestaat het Litouwse bos voor 40% uit dennenbomen van zowel inheemse en uitheemse soorten. Berken en sparren zijn ook veel voorkomende soorten en verder espen, elzen, essen, olmen en linden. De bodem van de dennenbossen is dicht begroeid met korstmossen, waarvan er 400 soorten in Litouwen te vinden zijn. Bosbessen en paddenstoelen groeien volop in de Litouwse bossen en het plukken daarvan is een soort nationale hobby. In Litouwen komen ongeveer 2000 soorten wilde bloemen voor. Er leven op dit moment 63 landzoogdieren in Litouwen waaronder grote dieren zoals edelherten, elanden en wilde zwijnen. Verder vleeseters zoals wolven, vossen, boommarters, bunzingen, wasberen, lynxen en wilde katten. Ook knaagdieren als veldmuizen, eekhoorns, bruine haas en de zeldzame blauwe haas. In de vele rivieren leven otters, en in de kustwateren zeehonden en bruinvissen. Ongeveer 300 soorten vogels heeft Litouwen. De ooievaar, de nationale vogel, komt veel voor en bijna elke boerderij heeft wel een ooievaarsnest. Ook de zwarte ooievaar komt nog regelmatig voor. Aan de kust leven grote Groepen aalscholvers en blauwe reigers. Verder zwanen, meeuwen, kieviten, dodaars, roerdompen. Vier natuurreservaten zijn broedplaatsen voor kraanvogels, korhoenders en pluvieren. In de bossen vinden we vele spechten, mezen en lijsters. Roofvogels zijn valken, kiekendieven, haviken, buizerds en uilen. In de Litouwse rivieren zit heel veel vis. Zo'n 25 soorten karpers vormen ca. 25% van de zoetwatervissen naast zalm, forel, zeelt, brasem, aal, snoek en snoekbaars. Het klimaat is niet erg geschikt voor reptielen en er leven dan ook maar enkele soorten in Litouwen; hagedissen, ringslangen, adders, moerasschildpadden en hazelwormen. Amfibieën als kikkers en padden komen wel veel voor. Verder honderden soorten vlinders. De landbouw. Begin jaren negentig werd de landbouwsector flink onder handen genomen. Privé-land werd weer toegestaan en de grote staatsbedrijven werden opgedeeld in kleine, gemiddeld 8,8 ha grote bedrijven. Bijna de helft van de totale oppervlakte van het land is in gebruik als akkerland (49,1%); verbouwd worden o.m. granen, vlas, aardappelen, suikerbieten en groenten. De landbouwsector zorgde in 1998 voor 10% van het bnp. De landbouwproductie daalde met 50%! Mede dankzij de opkomende economie kan de landbouw een belangrijk onderdeel zijn voor het land. Sinds het land onafhankelijk is geworden van Rusland probeert het land via import en export van landbouw met andere landen het bestaan te verbeteren. Ongeveer 15% tot 25% van de bevolking is werkzaam in de landbouw, bosbouw en visserij. Dat is relatief hoog vergeleken met de West-Europese landen. De oorspronkelijke plantengroei is net zoals bij de andere Baltische landen gemengd woud. De bodemgroep van Litouwen is grotendeels toendrabodems. Dat is een lastige bodem om op te verbouwen. De economie. Litouwen behoort met de andere Baltische republieken en tot het Baltische economische gebied. Van vroeger zijn land- en bosbouw het belangrijkste inkomen, maar na de Tweede Wereldoorlog is de industrie sterk opgekomen en heeft er daardoor een sterke verhuizing van het platteland naar de stad plaatsgehad (in 1937 woonde 23% van de bevolking in de steden; in 1994 was dit 71%. Onmiddellijk na de onafhankelijkheid in 1991 had Litouwen al snel de naam het economisch zwakste land te zijn van de drie Baltische staten. Zo bedroeg de inflatie in 1996 35%, de werkloosheid 8,3% en bedroeg het gemiddelde inkomen in 1996 per maand $155. Ook de bankcrisis in 1995 deed de zaak geen goed. De laatste jaren gaat het echter steeds beter met de economie. Zo investeerde het buitenland in 1997 in Litouwen zes maal zoveel geld als in Letland en Estland samen. De inflatie viel in 1998 terug naar 2,4%. Door de economische onrust in Rusland in augustus 1998 stopte de economische groei weer die vaak economisch slecht waren is. De houtopbrengst is ca. 2,5 miljoen m3 per jaar. Als delfstoffen bezit Litouwen diverse gesteenten (gips, kalk, dolomiet) die geschikt zijn voor het maken van cement, glas en keramiek van hoge kwaliteit. Verder wordt er nog turf, ijzeroer, fosforiet en mineraalwater gewonnen. De export leverde in 1999 $3,3 miljard op. De belangrijkste exportproducten zijn machines, mineralen, textiel en kleding, chemicaliën en voeding. De belangrijkste exportlanden zijn Rusland, Duitsland, Letland, Denemarken, en Wit- Rusland. In 1999 is er voor $4,5 miljard aan goederen geïmporteerd. De belangrijkste importproducten zijn gas, olie, kolen, machines en chemicaliën. De belangrijkste importpartners zijn Rusland, Duitsland, Denemarken, Wit-Rusland en Letland. De belangrijke industriële sectoren zijn de chemische industrie, machine-industrie, metaalindustrie, elektronica, bosbouwproducten, bouwmaterialen, voedselindustrie en textielindustrie. De machine-industrie, die onder andere schepen, turbines en werkbanken produceert, is voornamelijk aaneengesloten in en rond de grote steden. Zo heeft de havenstad Klaipeda enkele scheepswerven waar vissersschepen gebouwd en gerepareerd worden. Van de chemische industrie is vooral de kunstmestproductie van belangstelling. De lichte en de levensmiddelenindustrie bevinden zich behalve in de grote steden ook in talrijke kleinere steden; geproduceerd worden o.m. textiel (linnen, wol), hout, papier, leerwaren, conserven en suiker. De spoorwegen vormen het voornaamste vervoermiddel; het spoorwegnet omvat (1990) 2007 km. De smalsporen die Litouwen nog lang heeft gehad zijn bijna allemaal buiten gebruik, hoewel ze op kaarten nog vaak te zien zijn. Het toerisme in Litouwen kan zich gaan ontwikkelen tot een belangrijke economische factor, mits er voldoende geïnvesteerd wordt in de infrastructuur en als hotels, restaurants en dergelijke op een West-Europees niveau gebracht worden. Het milieu De lucht verontreinigingen in Litouwen is gemiddeld ten opzichte van de West-Europese landen. Litouwen heeft veel minder milieu verontreinigingen want het grootste gedeelte van de verontreiniging ligt in het midden van Europa. Verontreinigen door de natuur zijn ook in het centrum van europa veel erger dan in Litouwen. De koolzuurgas productie is daarin tegen wel heel erg groot namelijk meer dan 15%, het gemiddelde van koolzuurgas productie is 7,5 tot 10%. Verder is er heel erg weinig informatie bekend over het milieu van Litouwen omdat er nog nauwelijks gegevens van zijn. De bevolkingsomvang, bevolkingsgroei en bevolkingsspreiding. Litouwen heeft 3.8 miljoen inwoners. De bevolkingsdichtheid is 55 mensen per vierkante kilometer, ongeveer 9 keer zo weinig als in Nederland. Grotendeels van de bevolking van Litouwen is 15 tot 64 jaar (67,7%) op de tweede plaats komt de jeugd met 18,8% en als laatste de bejaarden (boven de 64jaar. De bevolking in Litouwen is de laatste jaren aan het minderen. Dat gaat niet met een snel tempo. Het is maar een daling van 0,3% per jaar. Het geboorte cijfer per 1000 inwoners is 10 en het sterftecijfer is 13. Behalve de Litouwers hebben zich in dit gebied vele andere volkeren gevestigd, zoals de Polen, de Duitsers, de Russen en de Tartaren. Ook veel Joodse vluchtelingen uit andere landen vestigden zich hier. Litouwen verloor tussen 1940 en 1958 ca. 1 miljoen inwoners door geweld, deportatie en emigratie. Pas in 1968 bereikte het inwoneraantal in Litouwen pas weer het aantal inwoners van voor de oorlog, voornamelijk door immigratie van Russen, Witrussen en Oekraïners. Tegenwoordig leven er meer Litouwers in het buitenland dan in Litouwen zelf. Ongeveer 3 miljoen Litouwers wonen in Oost-Europa en de voormalige Sovjet-Unie. Meer dan een miljoen mensen van Litouwse afkomst leven in de VS, Canada, Brazilië, Argentinië, Uruguay, Groot-Brittannië en Australië. In de burgerschapswet van 1991 werd bepaald dat iedereen die vóór 3 november 1989 in Litouwen leefde, automatisch de Litouwse nationaliteit kreeg. Mensen die zich na die datum in Litouwen komen wonen kunnen pas na 10 jaar de Litouwse nationaliteit aanvragen. Op dit moment leeft ongeveer 70% van de bevolking in de steden. In 1939 was dat maar 32%! Litouwen heeft vijf steden met meer dan 100.000 inwoners: Vilnius met ca. 600.000 inwoners, Kaunas met ca. 450.000 inwoners, Klaipeda met ca. 250.000 inwoners, Siauliai met ca. 150.000 inwoners en Panevezys met ca. 135.000 inwoners. De bevolkingsgroei is al enige jaren negatief: in 2000 -0,29%. De Litouwse bevolking wordt gemiddeld 69,09 jaar oud. Het platteland is dunbevolkt: bijna 70% van de bevolking woont in de steden. Tartaren, Zigeuners en Duitser vormen tezamen nog een minderheid van 0,1%.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.