1.1 Inleiding
Nederland, een land wat bestaat uit verschillende soorten landschappen. Al deze landschappen hebben hun eigen kenmerken, historie en ontstaanswijze. De ontwikkeling van deze landschappen is al miljoenen jaren geleden begonnen, maar deze zijn niet alleen ontstaan door de natuur; de mens heeft ook een aardig handje meegeholpen. Dit is vooral te danken aan het feit dat Nederlanders al honderden jaren bezig zijn met een continue strijd tegen het water. Over hoe al deze landschappen eruitzien en ontstaan zijn gaat dit onderzoek.
2.1 Deelvragen
Ik heb gekozen voor vier gemeenschappelijke deelvragen, deze behandel ik per landschap.
Zandlandschappen:
In Nederland onderscheiden we twee soorten zandlandschappen; het stuwwallenlandschap en het dekzandlandschap
Hoe is het landschap ontstaan?
Stuwwallenlandschap:
Tijdens de één na laatste ijstijd heeft het ijs alleen maar de helft van Nederland bedekt, ongeveer tot aan de lijn Haarlem-Utrecht-Nijmegen. Vanaf hier staken alleen nog maar verschillende ijstongen uit, die via de rivieren naar beneden liepen. Het ijs drukte zo de wanden van de rivieren omhoog en zo ontstonden de stuwwallen. Deze werden soms wel 200m hoog.
Dekzandlandschap:
Dit is verre weg het grootste deel van de zandlandschappen, dit is in de laatste ijstijd ontstaan. Toen heeft het ijs Nederland niet bereikt, maar het werd hier wel zeer koud. Het gevolg was dat er bijna niets meer groeide op de bodem. Hierdoor kreeg de wind vrijspel en kon zo grote delen van Nederland met het fijne zand van de bodem bedekken.
Welke menselijke factoren hebben invloed gehad?
Stuwwallenlandschap:
De mens heeft bij de ontwikkeling hiervan geen enkele rol gespeeld, later is men het wel voor verschillende doeleinden gaan gebruiken. Men heeft er later wel voor gezorgd, dat er bomen en hei gingen groeien.
Dekzandlandschap:
Net zo als bij de stuwwallen heeft de mens met geen enkele factoren invloed gehad op de vorming van dit landschap.
Wat is de tegenwoordige gebruikswaarde van het landschap?
Stuwwallenlandschap:
Op stuwwallen vindt men tegenwoordig vooral hei en bossen, deze worden vooral gebruikt voor de recreatie. Het landschap is niet geschikt voor akkerbouw. Dit komt doordat het water diep weg kan zakken in het zand, hierdoor is het dus moeilijk om er gewassen op te verbouwen.
Dekzandlandschap:
Dekzand is vrij vruchtbaar. Dit komt doordat de structuur van het zand fijner is. Hierdoor wordt het water minder makkelijk doorgelaten en blijft het dus langer vastzitten aan de oppervlakte. Door deze eigenschap van het dekzand wordt deze geregeld gebruikt voor akkerbouw. Ook heeft men op sommige stukken er grasland van gemaakt. Dekzandlandschappen zijn natuurlijk ook voor bebouwing gebruikt.
Waar liggen deze landschappen in Nederland?
Stuwwallenlandschap:
Stuwwallen zijn dus vooral ontstaan waar ijstongen via rivieren verder zijn gekropen. Stuwwallen vind je dus o.a. in Drenthe (Hondsrug), in Overijssel (Lemelerberg en Sallandse Heuvelrug) en in Utrecht
(Utrechtse Heuvelrug).
Dekzandlandschap:
Dit type landschap vindt je eigenlijk over heel Nederland wel. Dit komt doordat het zand over heel het land is verspreid. Er zijn dus geen specifieke plaatsen waar dit voorkomt.
Hoogveenlandschap:
Hoe is het landschap ontstaan?
Het hoogveenlandschap is ontstaan doordat het water hier niet goed weg kon zakken. Hierdoor ontstond er een soort drassig gebied, waarin planten gingen groeien. Deze planten gingen na verloop van tijd dood; de plantenlaag werd dan als het ware samengeperst, door dit verschijnsel ontstond er een laag veen. De hoogveenlandschappen liggen boven NAP (dus in Hoog Nederland), vandaar ook dat deze hoogveenlandschappen worden genoemd.
Welke menselijke factoren hebben invloed gehad?
Men heeft bij het ontstaan van het veen geen invloed gehad, maar later heeft men de goede stukken veen afgegraven, om als turf te gebruiken. Doordat men op de meeste plaatsen het veen helemaal heeft weg gegraven en alleen wat resten heeft achtergelaten is de onderliggende zandlaag bovengekomen. Dit zand heeft zich met de resten veen gemengd en hierdoor ontstond een zeer vruchtbare grond.
Wat is de tegenwoordige gebruikswaarde van het landschap?
Men gebruikt de hoogveenlandschappen tegenwoordig voor landbouw, vanwege het bovengenoemde verschijnsel. Deze gronden zijn zo zeer vruchtbaar, door de mengeling van de twee verschillende grondsoorten wordt, ook wel dalgrond genoemd. En om de kanalen die gegraven zijn om het water weg te laten lopen en om het veen te vervoeren liggen nu meestal plaatsen (kanaaldorpen).
Waar ligt dit landschap in Nederland?
Je vind de meeste hoogveenlandschappen in Noord-Nederland en dan met name in Friesland, Groningen, Drente en in een klein deel van Overijssel. Deze zijn meestal te vinden met hoogveenkoloniën en met kanaaldorpen.
Laagveenlandschap:
Hoe is het landschap ontstaan?
Laagveenlandschappen zijn ontstaan op plaatsen waar het water hoog stond en in gebieden die onderwater lagen. Doordat hier net zo als bij het hoogveen planten op gingen groeien en deze een dicht plantenweefsel begonnen te vormen, ontstond er een moerasbos. Doordat de planten na verloop van tijd dood gingen en deze op elkaar geperst werden is er een laag veen ontstaan.
Welke menselijke factoren hebben invloed gehad?
Bij het ontstaan van het veen heeft men (net zoals bij het hoogveen) geen invloed gehad op het ontstaan. Later heeft men het veen weggehaald om dit als turf te gebruiken. Bij het winnen van het veen groef men het veen uit, maar doordat het veen onder NAP lag, stroomde het gat gelijk vol met water. Er zijn hierdoor lange rechte kanalen ontstaan met daarnaast stukken land. Bij zware stormen sloegen deze stukken land vaak weg; hierdoor ontstonden dan plassen. Ook heeft men het voor de landbouw gereed gemaakt, dit hebben ze gedaan door sloten te graven en vervolgens met behulp van windmolens het water weg te malen. Zo kon met hierop een grasland kweken. Huizen kon men hier moeilijk op bouwen, omdat de grond te slap was; dit kon alleen langs de dijken.
Wat is de tegenwoordige gebruikswaarde van het landschap?
Men heeft het landschap dus voor turfwinning en landbouw gebruikt. Het land kan niet gebruikt worden voor akkerbouw, omdat het veen nog steeds inklinkt. Maar men gebruikt het nog wel voor de veeteelt als grasland.
Waar ligt dit landschap in Nederland?
Je vind verre weg de meeste laagveenlandschappen in Zuid-Holland en Noord-Holland, maar je kunt ze ook in gedeeltes van Friesland, Groningen en een klein deel van Drente vinden.
Zeekleilandschap:
Hoe is het landschap ontstaan?
Het is ontstaan, doordat het twee keer per dag eb is, dan staat het wad droog en als het vloed is (twee keer per dag), stroomt het wad onder. Het zeewater laat elke keer een kleilaagje achter. Hierdoor wordt het wad steeds een stukje hoger. Dan stroomt het bij normale vloed niet meer onder. Op den duur gaan er dan ook planten groeien. Maar bij hoge vloed stroomt het wel weer onder. Zo’n stuk land wordt een kwelder genoemd.
Welke menselijke factoren hebben invloed gehad?
Men heeft om zich te beschermen verschillende maatregelen genomen, Eerst heeft men (zo’n 3000 jaar geleden) geprobeerd om er te wonen doormiddel van het bouwen van terpen. Dit houdt in dat men op kunstmatige heuvels ging wonen ter bescherming tegen het water. Maar later is men de stukken met zeedijken gaan omringen, hierdoor ontstonden polders.
Wat is de tegenwoordige gebruikswaarde van het landschap?
Een zeekleilandschap heeft een zeer vruchtbare bovenlaag, dit komt doordat de zee 2500 jaar geleden daar jonge zeeklei heeft achtergelaten. Deze is zeer vruchtbaar en daarom heeft men deze grond een zeer lange tijd gebruikt voor akkerbouw. Dit gebeurt nu nog steeds veel in het noorden, maar men heeft de stukken land ook met rust gelaten. Hierdoor zijn zeer fraaie natuurgebieden ontstaan.
Waar ligt dit landschap in Nederland?
Zoals de naam al zegt vind je deze gebieden vooral langs de kust. Soms komen ze wel eens een stukje verder het land op , zoals rond de voormalige Zuiderzee. Maar ook veel in het noorden van het land en in Zeeland.
Rivierkleilandschap:
Hoe is het landschap ontstaan?
Toen na de laatste ijstijd de temperatuur was gestegen, werd de afvoer via de rivieren regelmatiger. De verwilderde rivieren veranderden in smallere rivieren.
Deze hadden dus ook smallere beddingen. Bij hoge waterstand traden ze buiten hun oevers. Bij deze overstromingen werd klei en zand afgezet. Zand werd als eerste afgezet en kwam daardoor vlak naast de rivier terecht en daardoor ontstonden zanderige oeverwallen.
Verder van de rivier af werd klei afgezet in kommen, doordat daar de stroming minder sterk is. De komgronden liggen lager, omdat klei meer water kan bevatten en op den duur gaat het dan inklinken. De komgronden zijn ook natter dan de oeverwallen, omdat deze ook lager liggen.
Welke menselijke factoren hebben invloed gehad?
In de Middeleeuwen heeft men geprobeerd om het water tegen te houden doormiddel van zelfgemaakte dijken. Deze braken alleen nog al eens door en hierdoor ontstonden er een soort kuilen op de plekken waar het water doorgebroken was. Gelukkig heeft men nu vele betere methodes gevonden om zich tegen het water te beschermen. Nu heeft men een zomerdijk en een winterdijk in gebruik. Dit houdt in dat er een klein laagje vlak naast de rivier staat en hierna een stuk land met daarachter een grote dijk, winterdijk genaamd. Maar tegenwoordig laat men de rivier ook zijn gang gaan, hierdoor kan de rivier gewoon buiten zijn oevers treden.
Wat is de tegenwoordige gebruikswaarde van het landschap?
Men gebruikt de uiterwaarden op veel plaatsen als grasland, boeren laten hier vee op grazen of gebruiken het om een camping voor in de zomer aan te leggen. Maar tegenwoordig laat men de rivier ook buiten zijn oevers treden en zo ontstaat er in de uiterwaarden een levendig natuurgebied. Achter de winterdijk heeft men vooral in gebruik voor bebouwing.
Waar ligt dit landschap in Nederland?
Rivierlandschappen liggen langs rivieren, in Nederland vind je daarom de meeste rivierlandschappen langs en rondom de IJssel, de Rijn, de Waal en langs de Maas.
Lösslandschap:
Hoe is het landschap ontstaan?
Löss is ontstaan doordat tijdens de laatste ijstijd de wind, net zoals bij het dekzand, het zand over Nederland heeft geblazen. Alleen löss is niet zomaar zand, löss is heel erg fijn zand. Dit zand kon in Nederland alleen maar terecht komen waar het heuvelachtig was. Dit zand werd dus in de luwte van de heuvels neergelegd en deze vind je alleen maar in de provincie Limburg.
Welke menselijke factoren hebben invloed gehad?
Mensen hebben geen invloed gehad op het ontstaan van löss. Men is het wel gereed gaan maken voor akkerbouw, omdat löss het regenwater goed vasthoudt en daardoor zeer vruchtbaar is. Maar bij nader inzien bleek dit niet zo’n goed idee, löss is namelijk zeer erosiegevoelig. Om erosie te voorkomen heeft men daarom de hellingen beplant.
Wat is de tegenwoordige gebruikswaarde van het landschap?
Men gebruikt de grond dus niet voor akkerbouw, maar het is wel het meest buitenlandse stukje van Nederland. Daarom is het een belangrijk recreatiegebied. Je vindt er daarom veel campings en andere recreatiemogelijkheden.
Waar ligt dit landschap in Nederland?
Löss is alleen maar te vinden in het meest zuidelijke puntje van Limburg, waar het gebied erg heuvelachtig is.
2.2 Hoofdvraag
Hoe zijn de zes belangrijkste Nederlandse landschappen ingericht en hoe is dat te verklaren?
Zandlandschappen:
Deze bestaan grotendeels uit zand. We maken onderscheid in stuwwallenlandschappen en dekzandlandschappen. De stuwwallenlandschappen zijn meestal heuvelachtig en zijn ontstaan doordat het ijs het zand wegduwde in de voor na laatste ijstijd. Het dekzand is over het land verspreid in de laatste ijstijd. In stuwwallenlandschappen vinden we vooral veel bos en hei, de grond is niet zeer vruchtbaar. Dekzand is veel vruchtbaarder, daarom wordt dit ook gebruikt voor akkerbouw en grasland.
Hoogveenlandschap:
Dit landschapstype ligt boven NAP en is ontstaan doordat planten lagen zich opstapelden en zo veen vormden. Tegenwoordig gebruikt men de landschappen voor akkerbouw, omdat de grond zeer vruchtbaar is, doordat het veen zich met het onderliggende zand heeft gemengd. Je ziet er nog steeds veel kanalen in lopen met hierlangs bebouwingen. Dit komt doordat men het water bij het droogmaken van het veen af moest voeren.
Laagveenlandschap:
Dit landschap is op de zelfde manier ontstaan als het hoogveenlandschap alleen ligt het veel lager. Je ziet er veel kleine kanaaltjes met daarnaast stukken land. Deze stukken land zijn zeer vruchtbaar door de veenlaag en het wordt dus vooral gebruikt voor de akkerbouw. In dit landschap vind je ook veel plassen, deze zijn ontstaan doordat de wind soms de stukken land tussen de kanaaltjes wegsloeg.
Zeekleilandschap:
Dit is ontstaan door eb en vloed. De zee maakte een soort zandwalletjes voor de kust en hierachter begon na een tijd het land droog te vallen. Hierdoor ontstonden er kwelders. Op deze plekken gingen planten groeien en vormden zo een planten laag. Deze laag is samen met de jonge zeeklei zeer vruchtbaar. Men is deze stukken grond voor akkerbouw gaan gebruiken. Ook heeft men de stukken op sommige plekken met rust gelaten, hierdoor zijn mooie stukken natuur ontstaan.
Rivierkleilandschap:
Na de ijstijden werd de watertoevoer van de rivieren steeds minder, hierdoor werden de rivieren smaller. Maar als de rivieren toch buiten hun oevers traden, lieten deze zand en klei achter. Het zand kwam dicht bij de rivier te liggen en de klei verderop. Nu heeft men dijken gebouwd tegen het water, een zomer en een winterdijk. Tussen deze twee dijken ligt een uiterwaarde, deze wordt meestal als grasland gebruikt. Maar deze gebieden worden ook voor recreatie gebied gebruikt in de vorm van campingterreinen en natuurgebieden.
Lösslandschap:
Löss is hier gekomen in de laatste ijstijd, net zoals het dekzand. Alleen löss is veel fijner en is daarom veel verder gekomen. Het is terecht gekomen in de luwte van de heuvels in Zuid-Limburg. Hier wordt het vooral gebruikt als recreatiegebied, men heeft hier bomen en planten tegen de heuvels geplant om erosie te voorkomen en verschillende recreatiemogelijkheden aangelegd.
3.0 Bijlagen
Bronvermelding
v De Geo Lesboek 3 havo/mavo
v De Geo Basisboek
v De Geo Studiemap 3 havo/vwo
v Website de Geo (http://www.degeo.nl) hierop staan diverse links over het onderwerp
v Overige website verkregen via zoekmachines (http://google.nl en http://www.altavista.nl)
http://193.172.33.97/reflector/html/magazine/R28/R286/R286281a.htm
REACTIES
1 seconde geleden