Eindexamens 2025

Wij helpen je er doorheen ›

Klimaatsverandering

Beoordeling 4.8
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • Klas onbekend | 3916 woorden
  • 30 april 2010
  • 18 keer beoordeeld
Cijfer 4.8
18 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
ADVERTENTIE
Inspiratie nodig voor je profielwerkstuk?

Ben jij op zoek naar een onderwerp voor je profielwerkstuk, maar weet je niet waar te beginnen? Bij de Universiteit Twente vind je volop inspiratie. Van organen op chips tot fast fashion tot het programmeren van een robot – er is altijd wel een onderwerp dat bij jouw interesses past.

Lees meer!
De klimaatsverandering;
Onderwepen:

1. Het kwartair

2. Het broeikaseffect

3. Het versterkt broeikaseffect

4. An inconvenient truth:
• Al Gore
• Oorzaken v/h versterkt broeikaseffect
• Gevolgen v/h versterkt broeikaseffect
• Oplossingen voor het versterkt broikaseffect

5. Nederland en het versterkt broeikaseffect

6. Internationaal overleg

7. Climatgate


1. Het kwartair:

Het geologisch tijdperk Kwartair is in de geologische tijdschaal de jongste periode en in de stratigrafische colom het bovenste systeem. Het Kwartair beslaat de tijdspanne van 2,588 Ma tot heden en is de jongste, bovenste of laatste onderverdeling van de era Cenozoïcum. Het volgt op het Neogeen en is onderverdeeld in twee tijdvakken of series: het Pleistoceen en het Holoceen. Het Kwartair werd in 1760 als de "Vierde onderverdeling" geïntroduceerd door Arduino. De term Kwartair ('Quaternaire') wordt voor het eerst in 1829 gebruikt door Desnoyers en tenslotte in 1833 gedefinieerd als "La période dont les terrains sont caractérisés par les espèces animales et végétales semblables aux êtres actuellement vivants dans les mêmes lieux." ("De periode waarvan de afzettingen gekenmerkt worden door dier- en plantensoorten die lijken op de tegenwoordig in vergelijkbare omgeving levende soorten").
Gedurende het Kwartair is er sprake van een groot aantal ijstijden of glacialen, koude periodes waarin met name op het noordelijk halfrond vaak grote landijskappen ontstonden. De glacialen werden afgewisseld met interglacialen (relatief warme perioden tussen twee ijstijden) waarin het landijs zich weer terugtrok. Deze cyclische klimaatsveranderingen werden veroorzaakt door de Milanković-cycli. Het Holoceen, dat alleen de laatste 11.000 jaar beslaat, vormt in feite het laatste en nog niet beëindige interglaciaal waarin de Aarde zich nu bevindt. De ontwikkeling van opbouw en afbraak van ijskappen heeft zich niet of althans in veel mindere mate voorgedaan op Antarctica waarvan de ijskap sinds het Oligoceen met korte onderbrekingen vrijwel permanent aanwezig was. Tijdens het Kwartair was deze ijskap met zekerheid gedurende de laatste acht glaciaal/interglaciaal cycli permanent aanwezig. Met dertien cycli waarvan dat kan worden aangetoond wordt rekening gehouden (dat is tot en met M.I.S. 26). Van de Groenlandse ijskap is bekend dat deze in ieder geval tijdens het vorige interglaciaal, het Eemien (dat enkele graden warmer was dan onze tijd), aanwezig is geweest.
Het Kwartair kenmerkt zich verder door het uitsterven van vele plant- en diersoorten, door versnelde evolutie van bepaalde groepen zoogdieren en door grote migratiebewegingen van vele organismen, alle als gevolg van de grote klimaatwisselingen. Het Kwartair was ook de periode waarin de moderne mens verscheen, evolueerde en zich over de Aarde verspreidde.


2. Broeikaseffect
Het broeikaseffect is een natuurlijk proces dat er voor moet zorgen dat de aarde warm blijft, het is te vergelijken met een broeikas die wordt gebruikt voor tuinbouw, waarbij de buitenkant van de kas zo is samengesteld dat de zonnestralen in de kas worden vastgehouden om de planten te verwarmen.

Bij de aarde zijn het stoffen in de dampkring die er voor zorgen dat de warmte wordt vastgehouden, deze stoffen worden broeikasgassen genoemd. Een paar voorbeelden van broeikasgassen zijn bijvoorbeeld koolstofdioxide (CO2), stikstofdioxide (N2O) en ozon (O3).

Het broeikaseffect werkt dus als volgt. Een zonnestraal valt de dampkring binnen en 'botst' met het aardoppervlak. De warmte van de straal wordt grotendeels door het oppervlak geabsorbeerd waardoor op een zomerdag het terras bijvoorbeeld heel warm kan zijn. Een klein deel van de straal wordt echter teruggekaatst, deze straal gaat door de dampkring terug naar de ruimte. Onderweg door de dampkring komt de straal echter de broeikasgassen tegen die ook weer een deel van de warmte absorberen, hierdoor wordt de aarde met een soort dekentje verwarmt, waardoor organismen (mensen, dieren en planten) kunnen leven.


3. Het versterkt broeikaseffect
Zoals je inmiddels weet wordt het broeikaseffect veroorzaakt door broeikasgassen, deze gassen zijn in staat om de warmte in de atmosfeer te houden. Hoe meer broeikasgassen er zijn, hoe meer warmte er ook kan worden vastgehouden. De afgelopen decennia zijn er steeds meer broeikasgassen in de atmosfeer gekomen, bijvoorbeeld door de uitstoot van koolstofdioxide (CO2). Niet alleen de stijging van de hoeveelheid broeikasgassen is een oorzaak van dit versterkte broeikaseffect, ook het kappen van grote stukken (regen)woud is indirect oorzaak. Het is zo dat bomen de eigenschap hebben om koolstofdioxide (CO2) om te zetten in zuurstof (O2), waardoor de hoeveelheid broeikasgas afneemt. Door het kappen van bossen neemt de hoeveelheid CO2 die wordt omgezet naar O2 af. Sinds 1750 is de hoeveelheid koolstofdioxide in de atmosfeer met maar liefst 30% toegenomen.

Het versterkte broeikaseffect ontstaat dus door een toename van broeikasgassen. Deze toename wordt grotendeels veroorzaakt door industrialisatie. Door de toename van bijvoorbeeld uitlaatgassen van fabrieken en auto's worden er de laatste tijd steeds meer broeikasgassen uitgestoten.

4. An inconvenient truth;

An inconvenient Truth is een documentairefilm over de opwarming van de aarde en de gevolgen daarvan. Al Gore voormalig vice -president vertelt over de gevaren van een versterkt broeikaseffect maar motiveert ook mensen om er iets aan te gaan doen.

In de film zie je de gevolgen van de opwarming die je nu al kan zien, maar ook degene die je over een aantal jaren tegenkomt. Bijvoorbeeld de gesmolten ijskappen is een effect van het broeikaseffect wat nu al zichtbaar is. Door het gesmolten ijs zijn er nu al ijsberen verdronken. Ze hadden geen ijsblok om op uit te rusten. Ik vond dat erg om te horen!

Er zijn ook al ecosystemen aan het veranderen. Een voorbeeld in Nederland was de geboorte van vogels en rupsen. Normaal gesproken was het altijd gelijk en konden de jonge vogels gevoed worden met de rupsen. Door de klimaatverandering valt dit nu niet meer samen en zitten de jonge vogels zonder voedsel. Dit voorbeeld gaat nog maar over een ecosysteem er zijn er nog velen.

Door de hoge koolstofdioxide uitstoot wordt de temperatuur steeds hoger. De verwachting is dat als we zo doorgaan de temperatuur alleen nog maar blijft stijgen.
Gevolgen die we over een aantal jaren zien is bijvoorbeeld de wateroverlast. Doordat de ijskappen smelten gaat de zeespiegel meters stijgen en stromen hele grote delen van de wereld onder. Daarbij komt dat de neerslag verandert, het wordt veel heviger.

Deze film heeft heel veel indruk op mij gemaakt. Je wordt enorm met je neus op de feiten gedrukt. Ik hoop dat heel veel mensen deze film zien en wat milieubewuster gaan denken.

Opties die wij zelf kunnen doen om al deze vreselijke gevolgen te kunnen voorkomen zijn bijvoorbeeld; groene stroom aanschaffen, veel bomen planten, op een politieke partij stemmen die deze problemen wil oplossen, in een milieuvriendelijke auto rijden en aan zoveel mogelijk mensen duidelijk maken hoe erg de situatie is en hoe je zelf kan bijdrage aan een verbetering ervan.

• Al Gore:

Albert Arnold "Al" Gore Jr. (Washington D.C., 31 maart 1948) is een Amerikaanse politicus en milieuactivist van de Democratische Partij, voormalig vicepresident van de Verenigde Staten, en in 2007 onderscheiden met de Nobelprijs voor de Vrede.
Van 1993 tot 2001 was hij de 45ste Vicepresident van de Verenigde Staten onder president Bill Clinton. Gore was de presidentskandidaat van de Democratische Partij voor de verkiezingen van 2000, maar werd in de verkiezingen na diverse hertellingen en gerechtelijke procedures verslagen door de Republikeinse kandidaat George W. Bush. Op Bush hadden weliswaar minder kiesgerechtigde Amerikanen gestemd dan op Gore, maar hij wist niettemin het (doorslaggevende) grootste aantal kiesmannen achter zich te verzamelen.
Eerder was Gore lid van het Huis van Afgevaardigden voor Tennessee van 1977 tot 1985, waarna hij van 1985 tot aan zijn benoeming als vicepresident in 1993 Senator voor Tennessee was.
Op 12 oktober 2007 werd in Oslo bekend gemaakt dat aan Al Gore en het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) van de Verenigde Naties de Nobelprijs voor de Vrede 2007 was toegekend "voor het vergroten en verspreiden van de kennis over de door de mens veroorzaakte klimaatverandering en voor het bevorderen van maatregelen om deze tegen te gaan."

• Oorzaken v/h versterkt broeikaseffect:
Het klimaat verandert ingrijpend, doordat de aarde te sterk opwarmt. Dat noemen we het versterkte broeikaseffect. De oorzaak: ons stijgend energiegebruik.

Broeikasgassen zorgen ervoor dat het lekker warm blijft op aarde. Als een deken liggen ze om de aardbol heen en houden de zonnewarmte vast. Zonder die gassen in de atmosfeer zou het hier -18°C zijn! Maar sinds het begin van de Industriële Revolutie (rond 1800) pompen mensen steeds meer broeikasgassen in de atmosfeer. Dat versterkt het broeikaseffect, zodat het op aarde té warm wordt.

Fossielen verbranden
Wat heeft het broeikaseffect nu met de Industriële Revolutie te maken? Na de uitvinding van de stoommachine zijn we begonnen op grote schaal olie,z kolen en gas te verbranden om energie op te wekken. Op die ‘fossiele brandstoffen’ draaien onze fabrieken, rijden onze auto’s en stoken onze energiecentrales.

CO2 in de atmosfeer
Als fossiele brandstoffen worden verbrand, ontstaat CO2. Dit is meteen het belangrijkste broeikasgas, omdat we er zo ontzettend veel van in de atmosfeer jagen. Daarom gaat het in de discussies over klimaatverandering ook bijna altijd over CO2. Als we de uitstoot van dít broeikasgas drastisch kunnen beperken, is het klimaat al half gered.

Verantwoordelijk
Er zijn ook andere broeikasgassen die een rol spelen in de opwarming van de aarde. Maar in verhouding stijgt de concentratie CO2 in de atmosfeer veel sneller. Vooral rijke industrielanden zijn verantwoordelijk voor die stijging. Niet alleen in eigen land, maar ook door de toenemende CO2-uitstoot in landen als China en India. Zij produceren immers vooral voor de westerse markt.

Ontbossing
Ons energieverbruik is wel de belangrijkste oorzaak van klimaatverandering, maar niet de enige. Een goede nummer twee is de wereldwijde ontbossing. Bomen, struiken en planten nemen CO2 op om te groeien.
Maar als ze verbranden, afsterven of worden gekapt komt de opgenomen CO2 weer vrij. Ontbossing is verantwoordelijk voor eenvijfde van de wereldwijde CO2-uitstoot.

• Gevolgen v/h versterkt broeikaseffect:

Als het broeikaseffect sterker wordt, zal de temperatuur op aarde stijgen. De afgelopen honderd jaar is het op aarde 0,6 graad warmer geworden. Dat lijkt weinig maar zelfs een kleine stijging van de gemiddelde temperatuur wereldwijd, kan problemen opleveren voor mensen, dieren en planten. Het water in de zeeën zal bijvoorbeeld stijgen waardoor land onder water komt te staan. In sommige gebieden kan het zo heet en zo droog worden, dat er geen voedsel meer groeit en geen drinkwater meer is.
Onderzoekers verwachten dat de gemiddelde temperatuur op aarde de komende honderd jaar verder zal stijgen. Ze weten niet precies hoeveel, maar ze denken tussen 1,4 en 5,8 graden Celsius. Veranderingen in het klimaat kunnen over de hele wereld grote problemen opleveren voor mens, dier en plant. Om deze veranderingen tegen te gaan is actie mogelijk.

Gezondheid
Een klimaatverandering kan van invloed zijn op de gezondheid van de mensen. Op plaatsen waar het nu al heet is, kan het dan zo heet worden dat mensen er ziek van worden. Ook kunnen tropische ziekten zoals malaria dan voorkomen in gebieden waar dat nu niet het geval is.

Voedsel
Het opwarmen van de aarde kan koude gebieden geschikter maken om voedsel te verbouwen. Maar op andere plaatsen kan het zo droog worden dat de oogsten mislukken en de mensen daar niet genoeg te eten hebben.

Natuur
Als het klimaat warmer wordt zal de natuur ook veranderen waardoor diersoorten uit kunnen sterven. Als gevolg van droogte kunnen meer bosbranden ontstaan en kunnen de woestijnen groter worden.

Zeewater
Gletsjers en poolijs kunnen smelten, hierdoor kan het zeewaterpeil stijgen, wetenschappers houden rekening met een stijging tot negentig centimeter. Het hoge water kan stukken van de kust afslaan, waardoor de kust kwetsbaarder wordt voor overstromingen.
Hierdoor kan zout zeewater op plekken komen waar het schade aan planten en dieren kan veroorzaken. Het binnendringen van zout water kan ook problemen geven voor het drinkwater in kustgebieden. Het zeewaterpeil stijgt waarschijnlijk ook omdat het water door de temperatuurstijging warmer wordt. Mogelijk sterft het koraal af omdat het zeewater te warm wordt.

5. Nederland en het versterkt broeikaseffect;

De gevolgen van de klimaatverandering zijn veelzijdig. Vast staat dat de komende decennia klimaatverandering een grote invloed zal hebben op de Nederlandse ruimtelijke ordening, landbouw en natuur.

Stijgende zeespiegel, bredere rivieren
De Nederlandse overheid houdt zich al geruime tijd bezig met de stijgende zeespiegel. Momenteel vinden er tal van projecten plaats die onder het beleid van "Nederland leeft met water" vallen. Een belangrijk project is het beschermen van het kustgebied. Een snelle aanpak van zwakke schakels in de kustverdediging is noodzakelijk. Als gevolg van de klimaatverandering wordt deze eeuw een zeespiegelstijging tussen 19 en 59 centimeter verwacht. Ook neemt de winderigheid vanuit het westen met tien procent toe. Nieuwe kennis over golfhoogte en golfperioden heeft bovendien duidelijk gemaakt dat de Nederlandse kust aan grotere krachten zal worden blootgesteld dan tot nu toe altijd werd aangenomen. In Nederland gebeurt dit voornamelijk met zand, oftwel zachte kustverdediging. Hardere middelen zoals beton worden pas ingezet als het echt niet anders kan.
Rivieren zullen door het veranderende klimaat meer ruimte nodig hebben. De overheid heeft daarom onderzoek gedaan naar de instelling van mogelijke noodoverloopgebieden. Als grote rivieren, zoals de Maas, de Rijn, de Waal of de IJssel dreigen te overstromen, zou overtollig water in deze noodoverloopgebieden kunnen worden afgevoerd. Sommige gebieden, zoals het Rijnstrangengebied (Gelderland), zijn al gereserveerd als noodoverloopgebied. Plannen voor noodoverloopgebieden in de Ooijpolder (Gelderland) en de Beersche Overlaat (Noord Brabant) stuiten op veel verzet en zijn daarom afgewezen. Alle betrokken partijen moeten akkoord gaan voordat een gebied wordt gereserveerd als noodoverloopgebied. Er wordt daarom rekening gehouden met de belangen van bedrijven, bewoners, belangenorganisaties en overheden op lokaal en regionaal niveau.
Daarnaast is de ministerraad in februari 2008 akkoord gegaan met de financiering van de waterprojecten ' Flood Control 2015' en ' Building with Nature '. Het eerste project is erop gericht om alle waterkeringen in Nederland met sensoren en elektronica permanent te kunnen bewaken zodat elke ongewenste dijkverandering direct wordt gesignaleerd. Het project ' Building with Nature ' richt zich op de ontwikkeling van nieuwe kennis die nodig is voor een duurzame inrichting van kust-, delta- en riviergebieden. De ontwerpen gaan uit van het ecosysteem en maken gebruik van natuurlijke processen.

Een natter klimaat
Nederlandse riolen hebben steeds meer moeite met het natter wordende klimaat. Regenwater wordt voor het grootste deel afgevoerd via de riolering. Als het echter te hard regent, kunnen riolen de hoeveelheid niet meer verwerken en wordt een deel van de rioolinhoud overgestort naar sloten. Dit is vooral vervelend in landbouwgebieden, omdat het vee veelal uit diezelfde sloten drinkt. Door het lozen van ongezuiverd rioleringswater bestaat er gevaar dat de dieren ziektes en infecties oplopen.

Overstroming van het IJsselmeer?
Door de toegenomen neerslag zullen de rivieren steeds meer water naar Nederland aanvoeren. Met name de IJsseldelta, het noordwestelijke gebied van Kampen en Zwolle kunnen bedreigd worden door een hoge waterstand. Om overstroming te voorkomen zal er twee keer zoveel water naar de Waddenzee worden geloosd.
Extra spuigaten in de Afsluitdijk zijn noodzakelijk. In de Afsluitdijk worden hiertoe extra spuikokers gebouwd. Zo kan de huidige spuicapaciteit worden verdubbeld van 5,5 miljoen liter water per seconde tot maximaal 11 miljoen liter. Het project is in de loop van 2008 gestart en gaat honderden miljoenen euro's kosten. De verwachting is dat de extra spuicapaciteit in 2013 gerealiseerd zal zijn.

Exotische plaagdieren en algen
Door klimaatverandering neemt het aantal exotische insectenplagen toe. In Nederland zijn vele nieuwe soorten in opkomst. Het bekendste voorbeeld daarvan is de eikenprocessierups, die begin jaren '90 in Brabant opdook. Inmiddels is de rups ook boven de grote rivieren een plaag aan het worden. Ook andere exotische soorten zijn in opkomst, zoals de paardenkastanjemineermot en de zwarte dennencicade. Door de opwarming van het klimaat kunnen de insecten goed overwinteren. Er zijn bovendien geen natuurlijke vijanden, zodat de soorten zich snel uitbreiden.
Ook het waterleven ondervindt de gevolgen van klimaatverandering. De komende eeuw zal de hoeveelheid schadelijke algen voor de Nederlandse kust ongekend sterk groeien als gevolg van de opwarming van het klimaat. Er zijn acht 'plaagalgen' onderzocht, die ongezond zijn voor mens en dier. Vier soorten kunnen door de klimaatverandering een groeispurt doormaken. Een toename van de algen betekent meer vissterfte, omdat de algen gifstoffen afscheiden die zich vastzetten op kieuwen.

6. Internationaal overleg;

Het klimaat trekt zich niets aan van landsgrenzen en het probleem moet dan ook wereldwijd worden aangepakt. Er zijn 2 richtingen waarin men maatregelen wil nemen:
1. mitigatie (vermindering van netto emissies van broeikasgassen)
2. adaptatie (autonome en geplande aanpassing aan een veranderend klimaat)
Kyoto-protocol
In het Japanse Kyoto is in 1997 overeengekomen dat de industrielanden hun uitstoot in de periode 2008 – 2012 met gemiddeld 5,2 procent moeten verminderen ten opzichte van 1990. Het gaat om de broeikasgassen kooldioxide (CO2), methaan (CH4), lachgas (N2O) en een aantal fluorverbindingen (HFK's, PFK's en SF6). Deze verschillende gassen hebben niet allemaal een even sterk broeikaseffect. Daarom wordt de bijdrage van elk gas omgerekend naar dezelfde hoeveelheid CO2 met een vergelijkbaar broeikaseffect (de CO2-equivalenten). Op die manier wordt landen de keus gelaten hoeveel ze van elk gas willen reduceren.
Verder is gekozen voor een periode van vijf jaar in plaats van een doelstelling voor een doeljaar. Dit geeft landen meer flexibiliteit in het halen van hun doelstellingen. Hoeveel moet worden gereduceerd (de reductiepercentages) verschilt van land tot land. Japan moet bijvoorbeeld zes procent terug in zijn uitstoot en de (voormalige vijftien) landen van de Europese Unie acht procent (alle percentages zijn ten opzichte van de uitstoot in 1990). Door gebruik te maken van de mogelijkheid om als groep een gezamenlijke doelstelling te realiseren, heeft de EU vervolgens emissiereducties voor elke lidstaat vastgelegd. Deze percentages lopen ver uiteen: Luxemburg moet zijn uitstoot met 28% verminderen terwijl Portugal zijn uitstoot met 27% mag laten stijgen. Nederland moet 6% minder uitstoten, België 7,5%. De ontwikkelingslanden hebben onder het Kyoto Protocol (vooralsnog) geen reductieverplichtingen.
In 2004 tekende pas de de laatste deelnemer het protocol. De Verenigde Staten doet niet mee. En in de nieuwste rapporten concludeert het IPCC dat de gestelde emissiereducties in het Kyoto-protocol niet ver genoeg gaan om temperatuurstijging en andere klimaateffecten voldoende tegen te gaan.
Als wetenschappelijke basis voor de klimaatverdragen worden de rapporten van het IPCC gebruikt. Voorlopig gaat het IPCC uit van 18 tot 59 centimeter zeespiegelstijging in de 21e eeuw.
Klimaatpakket Europa
De Europese regeringsleiders hebben in maart 2007 afgesproken dat de uitstoot van het broeikasgas CO2 in 2020 met 20 procent moet zijn verminderd.

De volgende drie doelstellingen voor 2020 zijn overeengekomen:
1. 20% vermindering van de uitstoot van broeikasgassen (dit kan oplopen tot 30% wanneer er een internationaal klimaatakkoord wordt gesloten)
2. 20% minder energieverbruik
3. 20% van het totale energiegebruik moet afkomstig zijn uit hernieuwbare energie, zoals wind- en zonne-energie
Bovendien moet in 2020 10% van de totale behoefte aan brandstoffen in de vervoerssector gedekt worden door biobrandstof. Het doel van deze afspraken is de gemiddelde, wereldwijde temperatuurstijging te beperken tot minder dan 2°C: het niveau van vóór de opkomst van de industrie. Lees een reactie van Frans Berkhout (VU-IVM) op EC-klimaatpakket.
Bali Action Plan - CoP13
De 180 VN-landen in Bali werden het in december 2007 eens over de 'Bali Road Map', formeel omgedoopt tot 'Bali Action Plan'. Dit plan geeft aan waarover in de komende 2 jaar afspraken moeten worden gemaakt, om in de periode na 2012 (afloop Kyoto-protocol) wereldwijd de nodige maatregelen te treffen om de uitstoot van broeikasgassen terug te dringen.
G8 juli 2009
De grootste industrielanden, verenigd in de G8, hebben zich er op 8 juli 2009 toe verbonden tegen 2050 de opwarming van de aarde tot 2°C te beperken en hun uitstoot van broeikasgassen met 80% te verminderen. Deze akkoorden zijn een belangrijkste stap naar een wereldwijde consensus over de verdeling van de lasten van de uitstootvermindering.
Kopenhagen Klimaattop - CoP15
Van 7 tot 18 december 2009 vindt in de Deense hoofdstad Kopenhagen de grote VN klimaattop plaats. Tijdens deze 15e United Nations Conference of Parties (CoP15) moeten de wereldleiders beslissen over de uiteindelijke inhoud van het nieuwe internationale klimaatverdrag, dat het Kyoto-protocol moet gaan vervangen. Het nieuwe verdrag treedt in 2012 in werking en bevat concrete doelen voor 2020. Deze klimaattop is de laatste in een lange reeks die in 1995 begon met CoP1 in Berlijn met als hoogtepunt CoP3 waar het Kyoto Akkoord werd gesloten. Ter voorbereiding op de top in Kopenhagen vonden recentelijk nog CoP13 op Bali en CoP14 in het Poolse Poznan plaats.
Het nieuwe klimaatverdrag moet de atmosferische concentratie broeikasgassen fors beperken om daarmee, volgens het IPCC, een 50 procent kans te behouden op een temperatuurstijging tot maximaal 2 graden. In dat scenario zal echter nog steeds aanzienlijke schade optreden

7. Climatgate ;

Climategate is een incident in november 2009, waarbij materiaal openbaar werd gemaakt waaruit volgens klimaatsceptici zou blijken dat wetenschappers van de Climatic Research Unit (CRU) van de Universiteit van East Anglia wetenschappelijke gegevens over de opwarming van de Aarde hebben veranderd of achtergehouden. Het werd voor het eerst gepubliceerd op 19 november op The Air Vent, een weblog dat sceptisch is over de menselijke rol in de verandering van het klimaat. Diverse onderzoeken, gegevens en modellen van CRU zijn gebruikt bij het samenstellen van het vierde IPCC-rapport uit 2007.

Inhoud van het materiaal
De inhoud bestaat uit een duizendtal e-mails verstuurd door een kleine groep klimaatwetenschappers en zo'n drieduizend documenten waaronder stukken programmacode. Het materiaal is afkomstig uit de jaren 1996-2009. Volgens de New York Times ging het in de e-mails onder andere om discussies over wetenschappelijke gegevens en over hoe de argumenten van sceptici over klimaatverandering te bestrijden. Verder bevatte het materiaal onder meer eerste versies van wetenschappelijke publicaties. Gesproken werd over hoe klimaatsceptische wetenschappers op een zijspoor te plaatsen. Voorkomen moest worden dat zij hun artikelen in belangrijke vakbladen konden publiceren. In één e-mail schrijft het hoofd van de CRU, professor Phil Jones, met professor Michael E. Mann, een belangrijke persoon in de klimaatdiscussie, over het toepassen van een 'truc' ('to hide the decline'). Het ging om een statistische methode om het uiteenlopen van een temperatuurreconstructie en de waargenomen temperatuur in de twintigste eeuw te verbergen. In een andere e-mail van Jones staat dat hij liever niet zou willen dat bepaalde gegevens publiek worden: hij zou die liever verwijderen dan ze openbaar maken (hetgeen in het Verenigd Koninkrijk een misdaad zou zijn ). CRU heeft erkend dat zij originele gegevens hebben gewist.
Climatic Research Unit
Het Hubert Lamb Building op de Universiteit van East Anglia, waar de Climatic Research Unit is gevestigd
De Climatic Research Unit is een prominent Brits onderzoekscentrum gespecialiseerd in het klimaat. Het centrum is een onderdeel van de Universiteit van East Anglia in Norwich (Engeland). CRU is een van de instituten op wier onderzoek het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) van de Verenigde Naties zijn rapporten baseert. De IPCC rapporten, verder ook gebaseerd op het werk van duizenden andere wetenschappers, tonen aan dat het klimaat warmer wordt door menselijke activiteit.
Na de publicatie van de e-mails en andere documenten in november 2009, stelde de CRU in een verklaring dat de e-mails uit hun context waren gehaald en slechts een eerlijke uitwisseling van ideeën laten zien. Het onderzoekscentrum zette de server onmiddellijk op non-actief, stelde een intern onderzoek in en schakelde de politie in. Professor Phil Jones van de CRU bevestigde dat de e-mails authentiek zijn. Volgens hem werden ze niet voor niets half november gepubliceerd, kort voor de klimaattop in Kopenhagen. Het vermeende doel van de publicatie op dit tijdstip was om de klimaatwetenschap in diskrediet te brengen. Eind november liet de East Anglia University weten alle gegevens zo snel mogelijk openbaar te zullen maken. Begin december legde Phil Jones zijn werk tijdelijk neer om een onderzoek mogelijk te maken.

Hadley Centre
Een andere bron waarop het IPCC zijn rapporten baseert, zijn de gegevens van Hadley Centre for Climate Prediction and Research, onderdeel van Met Office in Engeland. Het centrum werkt nauw samen met de CRU. Na de publicaties van de e-mails kondigden zij aan de temperatuurgegevens van de afgelopen 160 jaar opnieuw te gaan onderzoeken. Dit onderzoek zal naar verwachting drie jaar duren. De Britse regering probeert het onderzoek tegen te houden, omdat dit nieuwe onderzoek door klimaatsceptici zou gekaapt worden

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.