Internationale samenwerinkingsverbanden

Beoordeling 7.1
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • Klas onbekend | 7948 woorden
  • 8 april 2010
  • 20 keer beoordeeld
Cijfer 7.1
20 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Internationale samenwerkingsverbanden
ASEAN.

Association of southeast Asian nations.
De ASEAN is een organisatie in zuidoost Azië dat bestaat uit tien landen. het doel van deze organisatie is het bevorderen van samenwerking tussen de cultuur van de tien landen, economie en politiek. De ASEAN werd op 8 augustus 1967 opgericht door de Filippijnen, Indonesië, Maleisië, Singapore en Thailand. In 1984 werd Brunei lid. Birma(nu is dat Myanmar), Vietnam, Cambodja en Laos voegden zich ook bij deze organisatie

Leden:

- Indonesië
- Maleisië
- Singapore
- Thailand
- Myanmar
- Filippijnen
- Vietnam
- Cambodja
- Laos
- Brunei

Een belangrijk moment voor deze organisatie was in 2003, toen alle landen op het eiland Bali aan een tweedaagse topconferentie begonnen waar ‘’het Bali concord’’ werd getekend. Dat is een overeenkomst tussen de economie van de landen die voorziet in een economische gemeenschap.

Toetreding Myanmar

Er was veel commotie voor de toelating van Myanmar tot de ASEAN organisatie. De ASEAN landen die er toen bijzaten in 1997 vonden het allemaal goed dat Myanmar zich bij de organisatie wilde aansluiten ongeacht wat voor geschiedenis het land zou hebben, wat voor staatstructuur het zou hebben toch toegelaten mag worden. Maar de Europese Unie en de Verenigde Staten waren er optegen dat het militaristische Myanmar zou toetreden tot de ASEAN.
ASEAN had het voornemen toen het begon als organisatie alle tien de zuidoost Aziatische landen te herenigen. Uiteindelijk is het toch gelukt om Myanmar toe te laten tot de ASEAN. Volgens de Europese unie en de Verenigde staten zou het onverantwoord en onaanvaardbaar zijn als Myanmar toetrad tot de ASEAN. De positie van het militaire regime zou versterkt worden en zou het legitimiteit verschaffen. Uiteindelijk zat de ASEAN tussen twee partijen, het wilde de relatie met het westen niet verslechten maar tegelijkertijd had het, het voornemen om alle zuidoost Aziatische landen weer te herenigen. Vanuit economisch punt was het logisch dat de organisatie Myanmar toeliet omdat Myanmar er economisch beter is da Cambodja en Laos. Het westen verzette zich nog steeds, ze weigerde aan tafel te gaan zitten met Myanmar en ze vroegen een economische boycot aan.

WTO

World Trade Organization.
De Wereldhandelsorganisatie is ook een intergouvermentele organisatie die naleeft op de afspraken over de handel tussen de verschillende landen. de meeste afspraken zijn van belang voor het zakendoen qua internationaal.
Deze organisatie werd opgericht in 1995 en komt voort uit de general agreement on tariffs ans trade oftewel algemene overeenkomst over tarieven en handel. Deze vroegere organisatie werd toen ondertekend door 23 landen, het hoofdkantoor van de Wereldhandelsorganisatie is in Geneve.
De WTO heeft als doel de internationale handel aan te sterken bij d elanden die niet zoveel aan handel doen. De organisatie heeft een bepaalde filosofie en die is dat internationale handel de beste en ook snelste manier is om de wereld welvarender te maken.
De organisatie telt 153 lidstaten en dertig leden die er nog niet echt bijhoren, een rang lager zegmaar. Nadat de Wereldhandelsorganisatie begonnen was in 1995 telde de organisatie 122 lidstaten dat doorgroeide naar 153 lidstaten die dus aan handel doen internationaal. Ook Nederland behoort tot de organisatie en is bij alle onderhandeling betrokken.

NAFTA

North American Free Trade Agreement.
NAFTA is een samenwerkingsverband in de wereld. NAFTA staat voor North American Free Trade Agreement. Dit houdt in dat het handelen free is in Noord Amerika tussen drie landen. Mexico, Verenigde Staten en Canada. Op 1 Januari 1994 startte de organisatie NAFTA. Brian Mulroney (Canada), George H.W. Bush (Verenigde staten) en Carlos Salinas (Mexico) waren de mensen die het plan ondertekenden. Toen begon de samenwerking tussen deze 3 landen.

Bij de samenwerking tussen deze 3 landen werden natuurlijk ook een aantal regels gesteld. Als je een bedrijf had mocht je, je bedrijf in alle landen vestigen. Ook werden de producttarieven verlaagd, stel dat de Verenigde staten cola wil verkopen, en dat willen ze vanuit Canada laten vervoeren kost dat na een jaar nog maar 8% nog een jaar later 6%, na een paar jaar kostte het helemaal niets meer. Sommige producten werden meteen gratis, daar hoefde je niks meer voor te betalen. Sinds 1 Januari 2008 is alles gratis, vanaf toen konden ze alles gratis vervoeren en kostte het geen geld meer. Buiten de NAFTA landen geld dit niet.

NAFTA had tegenstand. De bevolking in de Verenigde staten waren bang dat veel bedrijven zich in Mexico zouden moeten vestigen, en dat de bedrijven daar minder geld zouden vragen. Mexicanen zouden het werk voor minder geld doen. Daardoor zou er dus meer werkloosheid kunnen komen in de Verenigde staten. Mexico was weer bang dat de Verenigde staten de economie in de Verenigde staten over zouden nemen. Zo kwam een bevrijdingsleger uit Chiapas uit Mexico in opstand.

VN

Verenigde Naties
De VN is een afkorting voor Verenigde Naties. Dit is een internationale organisatie. Deze is in 1945 opgericht net na de tweede wereldoorlog. Deze landen werken samen voor internationale recht, mondiale veiligheid, behoud van mensenrechten, ontwikkelingen van de wereldeconomie en het onderzoek naar maatschappelijke en culturele ontwikkelingen. De Verenigde Naties zijn begonnen met 51 landen en bestaan nu uit 192 landen. De VN is goed georganiseerd en hebben verschillende organisaties de zes hoofdorganen zijn: de Algemene Vergadering, de Veiligheidsraad, Het Secretariaat, het Internationaal Gerechtshof, de Economische, de Sociale Raad en de Trustschapsraad. Deze organen zitten bijna allemaal in New York behalve het Internationaal Gerechtshof, die zit in Den Haag.

Ik zal nu even de Algemene Vergadering uitleggen. De Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (AVVN) is een vergadering waar alle 192 lidstaten van de VN bij zijn. In zo’n vergadering heeft ieder land 1 stem. Die vergadering komt jaarlijks terug. Deze begint meestal op de derde dinsdag van september en eindigt half december. De VN vergaderd over veel verschillende dingen. Dit kan gaan over wereldvrede of er wil een nieuw land zich bij de VN voegen. Voor het doorvoeren van een regel moet er gestemd worden. Als er een nieuw land zich bij de VN wil voegen moet er een meerderheid van 2/3 zijn die toestemmen. Anders mag dat land er niet bij. Dit geld ook bij zaken die te maken hebben met vrede en veiligheid. Bij andere kwesties moet er een gewone meerderheid van de stemmen zijn.

Ik zal nu even vertellen wie de secretaris-generaal van de Verenigde Naties is. Op dit moment is dat Ban Ki-moon. Ban is zijn achternaam en zijn voornaam is Ki-moon. Dit is de voorzitter van de Verenigde Naties. Ban Ki-moon komt uit Zuid-Korea. Voor dat hij dit werd was hij minister Buitenlandse zaken en Handel. Hij is de opvolger van Kofi Annan, hij is dat sinds 1 januari 2007 en zijn periode stopt 1 januari 2012. Hij is ook de achtste secretaris-generaal van de Verenigde Naties. Als er een secretaris generaal wordt gekozen dan krijgt deze een contract van 5 jaar die meestal verlengt wordt naar 10 jaar. Ban Ki-moon was dus de achtste uit het rijtje en dit zijn de anderen.

1. 1945 - 1946: Gladwyn Jebb (VK) (Waarnemend)
2. 1946 - 1952: Trygve Lie (Noorwegen)
3. 1953 - 1961: Dag Hammarskjöld (Zweden)
4. 1961 - 1971: U Thant (Birma)
5. 1972 - 1981: Kurt Waldheim (Oostenrijk)
6. 1982 - 1991: Javier Pérez de Cuéllar (Peru)
7. 1992 - 1996: Boutros Boutros-Ghali (Egypte)
8. 1997 - 2006: Kofi Annan (Ghana)

Zoals je ziet staan er hier al acht en daar moet Ban Ki-moon nog achter komen maar de eerste was geen echte secretaris-generaal maar deed dat maar tijdelijk.

EU.

Europese Unie.
De EU staat voor de Europese Unie, de EU bestaat uit 27landen, en 3landen die toegang hebben gevraagd. De 27landen waaruit de EU bestaat zijn: België, Bulgarije, Cyprus, Denemarken, Duitsland, Estland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Hongarije, Ierland, Letland,Litouwen, Luxemburg, Malta, Nederland, Oostenrijk, Polen, Portugal, Roemenie, Slovenië, Slowakije, Spanje, Tsjechië, Verenigd Koninkrijk en Zweden.
De 3 landen die toegang hebben gevraagd zijn: Kroatië, Turkije en Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië.

Nederland is sinds de oprichting van de EU lid. De industriële activiteit in Nederland bestaat voornamelijk uit: voedselproductie, chemische industrie, olieraffinage en productie van elektrische en elektronische toestellen.

1945 - 1959
Door oorlogen tussen buurlanden (bijv. de 2e wereldoorlog) is er een begin gekomen van de samenwerking om een eind te maken aan die oorlogen. De EU is begonnen met de 6 landen: Belgie, Duitsland, Frankrijk, Italië, Luxemburg en Nederland.

1960 - 1969
In de jaren ’60 was een periode van Economische groei, dat kwam mede doordat de EEG-landen geen douanerechten meer heffen bij onderlinge handel. Zij worden het er ook eens om samen voedselproductie te controleren zodat er genoeg te eten is voor iedereen. Snel was er een overproductie in de landbouw.

1970 – 1979
Dit waren de jaren van een groeiende gemeenschap, de eerste uitbreiding was in deze jaren. Op 1januarie 1973 waren de landen: Denemarken, Ierland, en het Verenigd Koninkrijk lid van de EU. De korte maar heftige oorlog van Arabisch Israel van oktober 1973 leidt tot een energiecrisis en economische problemen in Europa.

1980 – 1989
In 1981 komt Griekenland bij de EU, Spanje en Portugal volgen in het jaar 1986, in datzelfde jaar werd de Europese akte ondertekend. Op 9november1989 word de Berlijnse muur verwijderd, de grens tussen Oost en West Duitsland word na 28jaar opengesteld, en al snel wordt het land herenigd.

1990 – 1999
In 1995 krijgt de EU nog 3nieuwe landen erbij, dat zijn: Oostenrijk, Finland en Zweden.
Deze 10jaar noemen we Europa zonder grenzen. In deze jaren is het controleren van passporten bij reizen op elke grens afgeschaft, en het werd ook steeds makkelijker communiceren door internet en mobiele telefoons.

2000 – nu
De Euro is de nieuwe munteenheid voor de meeste Europeanen. Op 11september2001 worden gekaapte vliegtuigen tegen de Gebouwen in New-York en Washington gevlogen. Daardoor begint de EU nauwer samen te werken om criminaliteit te bestrijden.

NAVO.

Noord-Atlantische Verdragsorganisatie
De NAVO is een samenwerkingsverband, bestaande uit 28 verschillende landen. NAVO staat voor Noord-Atlantische Verdragsorganisatie. In het Engels wordt het NATO genoemd en in het Frans OTAN (North Atlantic Treaty Organisation en Organisation du traité de l'Atlantique Nord). De NAVO werd opgericht op 4 april 1949 aanvankelijk door 12 verschillende landen: België, Canada, Denemarken, Frankrijk, IJsland, Italië, Luxemburg, Nederland, Noorwegen, Portugal, het Verenigd Koninkrijk en de VS. In de (inmiddels) 51 jaar dat de NAVO bestaat zijn Turkije, Griekenland, Duitsland, Spanje, Tsjechië, Polen, Hongarije, Estland, Letland, Litouwen, Slowakije, Slovenië, Roemenië, en Kroatië en Albanië tot slot op 3 april 2008. Frankrijk is een tijd lid geweest zonder het militaire gedeelte maar sinds 4 april 2009 zijn de Fransen weer vol actief voor de NAVO.
Een van de eerste afspraken die de NAVO met elkaar gemaakt heeft is het Noord-Atlantisch Verdrag. Dit verdrag houdt in dat als een van de landen van de NAVO aangevallen wordt, het gezien wordt als een aanval tegen heel de NAVO en de NAVO elkaar zal steunen om de aanvaller te bestrijden. Na de koude oorlog (rond 1989) is de NAVO minder actief geworden op militair gebied en is er niet echt veel spraken geweest van dit verdrag.
De NAVO heeft een secretaris generaal, de hoogste functie binnen de NAVO. Op dit moment wordt de rol vervuld door de Deen, Anders Fogh Rasmussen. Tot 2009 stond de Nederlander Jaap de Hoop Scheffer op deze plek.
In het begin deed alleen West-Duitsland mee met de NAVO. In 1990 een tijdje na de val van de Berlijnse muur is ook Noord-Duitsland grondgebied van de NAVO geworden. Op dit moment is het hoofdkwartier van de NAVO te vinden in Brussel. Voordat het gevestigd was in Brussel, kon je het vinden in Londen en Parijs.
De NAVO is in 1994 met een nieuw programma begonnen: Het partnerschap voor de vrede. Het partnerschap voor de vrede is bedoeld om het vertrouwen tussen de NAVO en andere Europese landen (voornamelijk landen uit het Oostblok) groter te maken. Hierdoor zullen meer landen zich bij de NAVO willen voegen. Het partnerschap van de vrede heeft er voor gezorgd dat al twaalf landen waaronder Hongarije en Roemenië zich bij de NAVO hebben gevoegd. Er zijn op dit moment 22 leden die meedoen met het partnerschap van de vrede, waaronder Rusland. Het gaat dus steeds beter met de NAVO en het heeft steeds meer lidstaten. Het zou natuurlijk goed zijn als er steeds meer landen mee zouden doen met de NAVO, ze kunnen elkaar tenslotte niet aanvallen. Ik denk dat de wereld heel erg zou opschieten als ieder land in de wereld lid was van de NAVO, het zou dus betekenen dat landen elkaar niet meer aan zouden kunnen vallen en als ze dat wel doen zouden ze problemen krijgen met de rest van de NAVO.

SAARC.

Zuid-Aziatische Associatie voor Regionale Coöperatie
(South Asian Association for Regional Cooperation)
De SAARC staat voor: Zuid-Aziatische Associatie voor Regionale Coöperatie (in het Engels: South Asian Association for Regional Cooperation).
De SAARC is een internationale organisatie, de SAARC is opgericht op 8december 1985 door: India, Pakistan, Bangladesh, Sri Lanka, Nepal de Maldiven en Bhutan. In April 2007 werd Afghanistan als 8ste lid toegevoegd. De observerende staten zijn: China, Europese Unie, Iran, Japan, Verenigde Staten en Zuid Korea.

Op 2 augustus 1983, was de eerste officiële bijeenkomst van de SAARC, hierin werden de eerste officiële en precieze doelen opgericht. De SAARC is een economisch samenwerkingsverband, en een doel van de SAARC is om de handel met buitenlanden te verbeteren, en het wegnemen van handelsbelemmeringen.
De EU is de belangrijkste handel partner en de grootste exportmarkt van de SAARC.
De ontwikkelingssamenwerking van de EU en de SAARC bevat financiële en technische hulp, en niet te vergeten economische samenwerking.

Een aantal doelen van de SAARC zijn:
1. Bevorderen van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden.
2. Samenwerken op handel, wetenschappelijk en technologisch gebied.
3. Bestrijding van drugshandel en bescherming van het milieu.

Een aantal wederzijdse betrekkingen met de SAARC zijn:
1. India.
2. Pakistan.
3. Bangladesh.
4. Sri Lanka.
5. Nepal.
6. Boetan.

Hoe zijn de verschillende samenwerkingsverbanden ontstaan?

VN
De verenigde naties zijn een internationale organisatie die opgericht is in 1945 na de tweede wereldoorlog. De organisatie telde in het begin 51 leden maar het zijn er nu 192. Het is een intergouvernementele organisatie. Dat houdt in dat er een ook weer een samenwerkingsverband is tussen nationale regeringen van de landen die in de organisatie zitten elke beslissing samen moeten goedkeuren. Ze werken samen op het gebied van internatonale recht, mondiale veiligheid, het behouden van mensenrechten, de ontwikkeling van de wereldeconomie en het onderzoek naar culturele en maatschappelijke ontwikkelingen.

Belangrijkste leden:
- Brazilië
- Canada
- China
- Duitsland
- Frankrijk
- Indonesië
- Italië
- Japan
- Nederland
- Rusland
- Verenigd Koninkrijk
- Verenigde Staten
- Spanje
- Mexico

Er waren allerlei voorbereidingen op de oprichting van de Verenigde Naties, het jaar voordat de organisatie werd opgericht kwamen representanten (vertegenwoordigers) uit Frankrijk, Taiwan, Verenigde Staten, Verenigd Koninkrijk en de Sovjet-Unie(nu Rusland) bij elkaar om erover te praten. Er waren een paar discussiepunten namelijk, wat het doel van de internationale organisatie zou zijn, welke landen er lid mochten worden en waaruit de Verenigde Naties ging bestaan. Ook werd er al een globale gemaakt over het bewaren van vrede in de wereld. Ook hadden ze het over samenwerkingen op het gebied van economie veilig in de wereld, en de maatschappelijke ontwikkeling.
Op 25 april 1945 begon de organisatie, de vijftig laden die zich bij de organisatie zouden voegen tekende twee maanden later de grondwet van de organisatie. In het begin heette de organisatie nog UNO(united nations organization) maar dit werd snel ingekort naar UN(united nations)

NAFTA

De Noord-Amerikaanse vrijhandelsovereenkomst oftewel NAFTA is een vrijhandelsovereenkomst tussen Canada, Verenigde Staten en Mexico. De NAFTA is een uitbreiding van de Amerikaanse en Canadese vrijhandelsovereenkomst. In 1994 begon de NAFTA officieel en ondertekende Brian Mulroney, George Bush and Carlos Salinas het contract van de NAFTA.

De NAFTA kende wel veel tegenstand omdat men in de verenigde staten bang was dat veel bedrijven naar Mexico gingen verhuizen vanwege de lagere lonen. Daardoor was er ene grote kans op werkeloosheid en daar was men bang voor. En in Mexico waren de mensen weer bang dat de Amerikaanse bedrijven de hele economie van Mexico in handen zouden krijgen. Op de dag dat het verdrag getekend zou worden kwam de zuidelijke deelstaat van Mexico Chiapas in opstand tegen deze organisatie. De economieën van de drie landen worden door veel factoren beïnvloedt, de handel tussen de drie landen is door de organisatie wel sterk toegenomen.

ASEAN

Zie uitgebreide uitleg bij ASEAN.

NAVO

De Noord/Atlantische verdragsorganisatie is een organisatie dat na de tweede wereldoorlog is opgericht voor ondersteuning van het noord Atlantische verdrag dat in Washington werd getekend(1949). Het hoofd van de NAVO zit in Brussel.

Europese Unie

De Europese unie is een intergouvermentele organisatie en bestaat uit 27 landen uit Europa. Na de tweede wereldoorlog was er een idee dat Europese integratie de enige manier was om af te rekenen met het nationalisme.
Jean Monnet, Robert Schuman en Konrad Adenauer presenteerde in 1950 het schumanplan. Een jaar later werd de Europese gemeenschap voor kolen en staal opgericht. Dat werd ondertekend door België, Frankrijk, Italië, Luxemburg, Nederland en West-Duitsland.
Het bleek zeer succesvol en er werd een vervolg op gegeven, er kwam het verdrag van Rome. Dat werd getekend door dezelfde zes landen. later werd de naam Europese Gemeenschappen. Dit leidde tot oprichting van een commissie, en een raad van parlement.

De euro werd in 2002 ingevoerd, er werden tien nieuwe landen lid van de Europese Unie namelijk:
- Cyprus
- Estland
- Hongarije
- Letland
- Litouwen
- Malta
- Polen
- Slovenië
- Slowakije
- Tsjechië

In 2007 kwamen Bulgarije en Roemenie er ook nog bij. De Europese Unie telt nu 27 lidstaten, maar om ervoor te zorgen dat de besturing van deze organisatie goed bleef werd het verdrag van Lissabon getekend.

Hoe zijn samenwerkingsverbanden opgebouwd?

Waarom zijn er samenwerkingsverbanden?
Samenwerkingsverbanden zijn er om samen te werken, samenwerkingsverbanden zorgen ervoor dat de verschillende landen die lid zijn van dat samenwerkingsverband samenwerken. Zo kunnen ze bijvoorbeeld nieuwe regels vaststellen, en discuseren over bepaalde onderwerpen. Samenwerkingsverbanden zijn er ook om elkaar te helpen, dit kan door middel van bijv. handel, economie enz.

Als er geen samenwerkingsverbanden zouden zijn, zou dit allemaal veel ongemakkelijker gaan, en zouden er sneller oorlogen ontstaan.

Hoe zijn de samenwerkingsverbanden verdeeld over de wereld?

Overal op de wereld vind je wel samenwerkingsverbanden, in Europa is de EU (Europese Unie) zo is in Zuid-Azie de SAARC (South Asian Association for Regional Cooperation )

Hoe werken de samenwerkingsverbanden samen?

Het woord samenwerkingsverband zegt het al, de landen zullen moeten samenwerken. Dat doen ze door te communiceren op verschillende manieren, er zullen vaak vergaderingen zijn tussen de landen. Dat zal dan gebeuren in een soort 2e kamer zoals wij die kennen.

Wat voor landen kunnen er in een samenwerkingsverband?

Voor elk samenwerkingsverband zijn er verschillende eisen/kenmerken vastgesteld voor lidmaatschap. Voorbeelden kunnen zijn: Dat landen goed moeten functioneren in de wereldhandel. Het kan bijvoorbeeld ook liggen aan de manier van denken van het land, dat ze alleen maar geld van de burgers willen halen, hoe ze het geld willen verdelen enz.

Ik ga nu een paar eisen bespreken van de EU (Europese Unie).
De EU stelt de eisen dat een land voor vrijheid en democratie moet staan.
Als de mensenrechten (een voorbeeld van een mensenrecht is dat mensen de mogelijkheid hebben om hun mening te uiten) en de fundamentele vrijheden eerbiedigt( dat betekend dat elke soort van discriminatie of criminaliteit op nationale grond verboden is), en dat een rechtsstaat is mag het lidmaatschap van de EU aanvragen. De EU zal verder vergaderen of het land toegelaten word, pas als de EU het unaniem eens is, zal er een beslissing worden gemaakt.

Deze aanvraag is het officiële begin, maar meestal ontstaat zoon aanvraag al uit een sterke band met de EU.

Nu word er in de raad van de EU besproken of het land toegelaten wordt, hier kijken ze nog is duidelijk naar de volgende punten:
- Stabiele overheidsinstellingen hebben die de democratie, de rechtsorde, de mensenrechten en het respect voor en de bescherming van minderheden garanderen.
- Een functionerende markteconomie hebben, evenals de mogelijkheid om te gaan met de concurrentiedruk van de marktwerking in de EU.
- Het vermogen hebben om de verplichtingen van het lidmaatschap op zicht te nemen, wat met name inhoudt dat de doelstellingen van een politieke, economische en monetaire unie worden onderschreven.

Als iedereen het erover eens is dat het land aan deze eisen voldoet, zal er nog gekeken worden of het land efficiënt en betrouwbaar blijft functioneren, dat betekend dat het land zich moet blijven ontwikkelen op alle terreinen en het financiële beleid van het land op een duurzame manier kunnen voortzetten.

Waarom worden er landen toegevoegd / afgewezen?

Zoals ik net al zij kunnen landen lid worden van zo'n samenwerkingsverband, maar waarom zouden er landen toegevoegd worden?
Eigenlijk is dat heel makkelijk, want dat is dezelfde reden als ik hiervoor al heb uitgelegd.

Als landen een efficiënte toevoeging hebben aan het samenwerkingsverband en ze voldoen aan de eisen van dat samenwerkingsverband zullen ze worden geaccepteerd als lid van dat samenwerkingsverband.
Die efficiënte toevoeging moet wel voortdurend van belang blijven, en daar word dan vaak over gediscuteerd.

Landen kunnen ook afgewezen worden door een samenwerkingsverband, bijvoorbeeld als ze niet aan de eisen voldoen, of dat de efficiënte toevoeging maar voor een paar maanden/jaren van belang zal zijn.

Waarom zijn er samenwerkingsverbanden?

Hoe en wanneer zijn er samenwerkingsverbanden ontstaan?
Samenwerkingsverbanden zijn er om samen te werken, samenwerkingsverbanden zorgen ervoor dat de verschillende landen die lid zijn van dat samenwerkingsverband samenwerken. Zo kunnen ze bijvoorbeeld nieuwe regels vaststellen, en discussiëren over bepaalde onderwerpen. Samenwerkingsverbanden zijn er ook om elkaar te helpen, dit kan door middel van bijv. handel, economie enz.

Als er geen samenwerkingsverbanden zouden zijn, zou dit allemaal veel ongemakkelijker gaan, en zouden er sneller oorlogen ontstaan.

Een voorbeeld van het ontstaan van een samenwerkingsverband is: een samenwerkingsverband zoals de EU is na de Tweede Wereldoorlog om te samenwerken en de handel, economie en de landen weer op te bouwen.

Hoe zijn de samenwerkingsverbanden gegroeid?

Samenwerkingsverbanden zijn gegroeid doordat er landen zijn toegevoegd, waardoor ze steeds meer kunnen bereiken en beteken voor hun gedeelte. Samenwerkingsverbanden zijn bedoeld om te samenwerken en zo hen gedeelte te verbeteren op verschillende gebieden.

Wat voor effect heeft een toevoeging van een land op een samenwerkingsverband?

Een toevoeging van een land kan veel effecten hebben op een samenwerkingsverband, landen worden niet zomaar toegevoegd. De landen moeten aan verschillende eisen voldoen en het moet natuurlijk ook effect hebben op het samenwerkingsverband anders worden de landen niet toegelaten.
Dus effect is er altijd, een land kan toegevoegd worden doordat het bijvoorbeeld ontzettend veel effect heeft op de zorg van de mensen, (dus dan heeft jet land dat toegevoegd word heel erg goede zorg dat het kan bieden) maar ook doordat het land bijvoorbeeld enorm veel effect heeft op de economie.
En zo zijn er enorm veel verschillende redenen.

Aan welke eisen moet een land voldoen om zich bij een samenwerkingsverband te voegen?

Een samenwerkingsverband is een verband waar verschillende landen met elkaar samen werken. Dit is dus een groep met landen. Op een gegeven moment zijn er landen die ook deel van die groep willen uit maken. Dan moeten die landen aan bepaalde eisen voldoen om bij zo’n groep te komen. Ik ga nu bij verschillende samenwerkingsverbanden uitleggen wat de eisen zijn om bij die groep te horen.

EU:

De toelatingseisen voor de EU zijn in 1993 bepaald in Kopenhagen. Daar zijn criteria bepaald waaraan een land aan moet voldoen om bij de EU te komen. Het zijn 3 criteria geworden en deze zijn:

1. Stabiele instellingen hebben die de democratie, de rechtsstaat, de eerbiediging van de mensenrechten en respect voor minderheden waarborgen
2. Een goed draaiende markteconomie hebben en opgewassen zijn tegen de concurrentie van de EU
3. De verplichtingen van het lidmaatschap op zich nemen, de gemeenschappelijke wet- en regelgeving van de EU overnemen en implementeren, en de verschillende doelstellingen van de Europese Unie ondersteunen.

Bij de eerste criteria bedoelen ze dat het land een democratisch land moet zijn en de mensenrechten niet mogen schenden. Criteria 2 betekent dat ze een goede markteconomie moeten hebben en de concurrentie met de EU aan kan. Dat ze financieel sterk genoeg staan om de concurrentie aan te kunnen. Bij de laatste betekent dat ze niet hun eigen gang moeten gaan. Ze moeten wel een beetje bij de EU passen dus wel een beetje dezelfde ideeën moeten hebben.

NAFTA:

De NAFTA is eigenlijk een samenwerkingsverband die bestaat uit 3 landen. Er komen ook geen landen bij. Dus ik kan eigenlijk wel stellen dat er nooit landen bij deze groep zullen komen. De NAFTA zorgt ook vooral voor de handel in de landen die bij deze groep zit. Dus landen kunnen zich niet echt bij de NAFTA voegen.

VN:

Bij de VN wordt er jaarlijks een Algemene Vergadering gehouden. Daarin worden belangrijke dingen besproken, maar ook andere zaken. Alle lidstaten hebben 1 stem. Als er wordt gestemd over iets heel belangrijks dan moet er 2/3 van de stemmen ermee eens zijn. Bij andere zaken telt gewoon de meerderheid van de stemmen. Het toelaten van een land behoord bij de belangrijke zaken. Dus 2/3 van de landen moeten ermee eens zijn dat er een land bij de VN komt. Dit geld ook als er een land uitgezet wordt, dat moet ook met 2/3 van de stemmen.

AU:

De Afrikaanse Unie bestaat uit alle Afrikaanse landen uitgezonderd Marokko. Dit komt omdat de ADRS ook lid is van AU. Dit komt door een ingewikkeld conflict wat deze twee hebben. Verder zijn alle Afrikaanse landen lid van de AU. Verder zijn er geen andere landen die graag bij de AU willen horen en het is ook pas een “jong” samenwerkingsverband. Het bestaat pas sinds 2002.

WTO:

Bij de WTO moet je aan een hele hoop regels voldoen wil je bij deze groep horen. Ze stellen regels op en landen die bij de WTO zitten moeten zich daaraan houden. Als zij dit niet doen dan kan de WTO ze een grote geld boete geven. De basisregels van de WTO zijn gericht op de handel tussen de aangesloten landen.

Bij de meeste organisaties is het dus belangrijk dat je het eens bent met de basisregels die er zijn. Verder moeten de landen die al bij de organisatie zitten het ermee eens zijn. Zo kan een land zich dus bij organisatie voegen.

Hoe zijn de verschillende samenwerkingsverbanden van invloed op de wereld?

Er zijn veel verschillende samenwerkingsverbanden. Samenwerkingsverbanden waar landen aan mee doen, maar er zijn ook samenwerkingsverbanden in een land. Dat kan ook een samenwerkingsverband zijn, maar voordat je een samenwerkingsverband wilt stichten moet je aan verschillende regels voldoen.
Voorbeelden van samenwerkingsverbanden in het eigen land zijn bedrijven, zoals winkels of bouwbedrijven, die samenwerken. Voor de economie is dit goed omdat producten minder duur hoeven zijn, maar dit heeft niks te maken met invloed op de wereld.

De landen van de EU maken ook allemaal afspraken met elkaar om het deel van de wereld waar zij deel van uitmaken (de 27 landen die lid zijn van de EU). De EU wordt dus gevormd door veel landen waardoor ze dus een grote invloed kunnen uitoefenen op andere delen van de wereld.
De EU is ook een grote hulpverstrekker als het gaat om de interne samenwerking. De EU geeft veel geld aan steun aan de landen in Europa. Daardoor helpen en versterken ze elkaar wat buitengewoon aardig is. De landen van de EU betalen elk jaar een flink bedrag dat weer door de Europese Commissie wordt verdeeld. Arme landen krijgen daardoor wat meer en dat is belangrijk voor hun economie, rijke landen krijgen wat minder. Dat hoort nou een maal zo in een samenwerkingsverband.
Daarnaast heeft de EU 6 miljard euro voor andere landen buiten de EU. De EU en de lidstaten leveren ongeveer de helft van alle officiële internationale ontwikkelingshulp die op wereldschaal wordt verstrekt. Daar kunnen ze deze landen mee ondersteunen voor hulpverlening, of om de economie te ondersteunen, of de gezondheidszorg.

Elk land heeft een minister van buitenlandse zaken. Die ministers hebben in de EU regelmatig een bijeenkomst en daar overleggen ze hoe ze landen buiten de EU kunnen helpen.
Naar mijn mening is de EU een heel erg goed samenwerkingsverband omdat zij er voor zorgt dat de landen die in de EU zitten goed kunnen handelen met elkaar. De munteenheid is erg goed omdat dat er dan geen verwarring is en iedereen kan gewoon met de euro betalen, dus kun je met je dit geld van het ene land naar het andere zonder dat je geld hoeft te wisselen. Dat scheelt een hoop gedoe en het kost ook minder.
Ook is de EU een goed samenwerkingsverband omdat ze andere landen helpen. Als andere landen in nood zitten dan helpt de EU hen.

Een ander samenwerkingsverband is NAFTA. NAFTA staat voor North American Free Trade Agreement (Canada, de USA en Mexico). Dit houd in dat het handelen vrij is in Amerika tussen deze drie landen. Deze landen van de NAFTA hebben een grote invloed op de wereld, dat komt omdat het samenwerkingsverband uit drie grote landen bestaat. Vooral voor hen zelf is het erg handig dat zij in dit samenwerkingsverband zitten omdat zij hierdoor onderling vrij mogen handelen.

Ik denk dat samenwerkingsverbanden tussen landen een positieve invloed op de wereld hebben. Als er geen samenwerkingsverbanden waren, werkten alle landen voor zichzelf en gebeurde er niks samen op de wereld. Denk even aan het klimaat, daar moeten we bijvoorbeeld ook afspraken over maken. Of over de vrije handel in producten en grondstoffen. Elk land heeft zijn eigen grondstoffen maar kan daar op zich weinig mee, nu kunnen ze de grondstoffen van elk land vrij kopen of ruilen tegen andere grondstoffen waardoor landen weer verder kunnen met hun economie.

Werken samenwerkingsverbanden met elkaar samen, en hoe?

Eigenlijk zijn er niet echt samenwerkingsverbanden die met elkaar samenwerken, per continent zijn er wel samenwerkingsverbanden maar je kunt niet echt spreken van samenwerking tussen de organisaties. Dat komt omdat bijvoorbeeld de ASEAN als standpunt de bevordering van de economie heeft en SAARC heeft als standpunt de regionale samenwerking tussen de landen die lid zijn van de SAARC. Het zou best kunnen dat de samenwerkingsverbanden goede banden met elkaar hebben omdat ze toch op hetzelfde continent zitten en de landen vlak bij elkaar liggen.
Het belangrijkste van alle organisaties in de wereld is dat de landen die in een organisatie zitten zich goed voelen en dat banden met de verschillende banden sterker worden waardoor ze goed met elkaar kunnen handelen. Eigenlijk willen de organisaties gewoon het beste voor alle landen zodat de economie vooruit gaat doormiddel van de samenwerking van andere landen. maar het heeft ook wel veel problemen opgeleverd tussen de landen die wel mochten toetreden tot een organisatie en degene die niet mochten toetreden. Dat kwam meer door de geschiedenis die de verschillende landen hebben en dat geen voordeel oplevert als ze zich willen bewijzen in een organisatie dat gewoon goed loopt.

Wat zijn voor de bevolking van een land de voor- en nadelen van een samenwerkingsverband?

Samenwerkingsverbanden tussen landen werken op verschillende onderwerpen en terreinen samen. Ze zijn ontstaan om beter te kunnen samenwerken aan verschillende onderwerpen, waardoor de landen samen sterker staan: sterker samen en ook als land alleen.
Aan een samenwerkingsverband kunnen verschillende landen meedoen. Voordat een land aan een samenwerkingsverband mee kan doen moet het een contract ondertekenen, het land moet aan eisen voldoen. Daardoor moet en kan het land dus ook een extra steentje bijdragen aan het samenwerkingsverband.
Er zijn veel verschillende samenwerkingsverbanden in de wereld. Ik noem nu enkele voorbeelden:

- ASEAN
- EU
- NAFTA
- SAARC
- VN
- OPEX
- WTO

Al deze samenwerkingsverbanden zijn samenwerkingsverbanden met verschillende landen erin. De EU (Europese Unie) is bijvoorbeeld een samenwerkingsverband met 27 landen. Deze landen werken allemaal met elkaar samen en een groot deel ervan heeft dezelfde munteenheid; de euro. Doordat zij met z’n alle één samenwerkingsverband vormen, zijn ze belangrijker geworden in de wereld. Bijvoorbeeld ten opzichte van de USA of China staat de EU veel sterker en de EU kan ook meer eisen van deze andere grote landen.

Dit wil niet zeggen dat alle samenwerkingsverbanden 27 landen hebben. NAFTA is bijvoorbeeld een samenwerkingsverband met 3 landen.

Elk samenwerkingsverband heeft andere afspraken. Als je het contract ondertekent waardoor je tot het samenwerkingsverband toegelaten wordt, dan betekent het dat je, je aan de regels houdt die in het contract staan.

Hoe zou de bevolking van een land het vinden om ineens bij een samenwerkingsverband zoals de EU te horen, zonder dat dit vooraf besproken is. Zouden er nadelen zijn, of juist voordelen?
Ik denk dat er toch best veel voordelen aan vast zitten, als het land waarin je woont lid is van en samenwerkingsverband. Nederland is lid van de Europese Unie, daardoor kunnen wij met meer landen handelen en hoeven we niet steeds aan elkaar belasting te betalen, daar zit dan natuurlijk wel een voorwaarde aan vast dat zij ook met ons mogen handelen zonder dat zij er belasting voor hoeven te betalen. Dus zouden alle landen daar voordeel in kunnen hebben.

Wij als bevolking hebben er een voordeel in omdat de producten die in de winkel staan uit een land komen binnen de EU, binnen het samenwerkingsverband. Voor de Nederlander is het dan goedkoper om de producten hier in Nederland te mogen verkopen en daardoor betalen wij als consument ook minder. Stel dat de Nederlander meer geld moest betalen om het te mogen verkopen dan zouden wij als bevolking ook meer moeten betalen.

Hoe verschillen de gemeenschappen van de verschillende samenwerkingsverbanden?

Organisatie - Oppervlakte - km² - Bevolking - Geld $ (in miljoenen) - Geld p.p. (in US$) - Geld p.p. (in €)
NAFTA
21.588.638 - 430.495.039 - 12.889.900 - 29.942 - 21.919 - 3

EU
3.977.487 - 497.198.740 - 18.164.752 - 36.484 - 26.709 - 27

AU
29.797.500 - 766.848.000 - 1.515.000 - 1.896 - 1.388 - 53

ASEAN
4.400.000 - 553.900.000 - 2.172.000 - 4.044 - 2.960 - 10

Er is geen betere manier om dit hoofdstuk te beginnen dan met de tabel hiernaast. Ik zal eerst even doornemen waaruit de inwoners van deze vier verschillende samenwerkingsverbanden vandaan komen. EU staat voor Europese Unie en daar komen dus landen uit Europa in voor. De NAFTA bestaat uit drie landen uit Amerika: Canada, VS en Mexico. AU staat voor Afrikaanse Unie en daar is ongeveer heel Afrika te vinden. Op het plaatje hier links naast is te zien welke landen allemaal lid zijn van de AU: Alles wat groen is. De ASEAN bestaat uit tien verschillende landen en die zijn allemaal te vinden in Zuidoost Azië. Het verschil in geld is goed te zien in bovenstaande tabel. In Europa is het inkomen per persoon het hoogst met $36.484,- omgerekend is dat €26.709. Na de EU komt de NAFTA met omgerekend €21.919,-. Dit zijn duidelijk de twee organisaties met de rijkste bevolking. Na de NAFTA kom de ASEAN, zij verdienen gemiddeld €2.960,- per persoon. En in de lidstaten van de AU wordt er gemiddeld per persoon €1.388,- minder dan 10% van de EU. Wel moet er voor de laatste twee wel meegerekend worden dat ze alles een stuk goedkoper krijgen. Een paar schoenen kun je daar voor €8,- meekrijgen, toch zijn ze nog steeds een stuk armer dan bij ons. Dat het in Europa rijker is, is ook te zien aan het aantal mensen per , in de lidstaten van de EU leven er per 125 mensen. Veel mensen zijn naar Europa gekomen in de tijd dat Europa het machtigste continent van de wereld was. Inmiddels is Amerika ook rijk en belangrijk, maar omdat het zo laat ontdekt is zijn er minder mensen in Amerika. De NAFTA heeft meer dan vijf keer zoveel grond als de EU maar minder inwoners: 430.495.039, dat is 20 inwoners per . Dat is dus meer dan 6 keer zo weinig als bij de EU. In Azië zijn er veel mensen naar de stad gekomen omdat het daar ‘beter is’. ze hebben veel megasteden en er leven gemiddeld 126 mensen per . Meer dan in Europa. Te concluderen is dat de reden is dat er vroeger vanuit Azië minder mensen naar Europa kwamen om de volgende redenen:
• Azië had vroeger grote boten en gebouwen, ze lagen voor een lange tijd op technologisch gebied ver voor Europa.
• Azië was goed georganiseerd en ze hadden genoeg specerijen om te kunnen handelen met Europa.
• In Afrika lag het anders, de Afrikanen waren minder goed ontwikkeld en maakte geen kans tegen de Europeanen. Afrika is altijd een minder belangrijk werelddeel geweest met ‘minder belangrijke mensen’. Dat terwijl Azië een tijd lang meer middelen heeft gehad om beter behandeld te worden.
Waarom is Azië dan toch een stuk armer dan Europa? Om deze vraag te beantwoorden moet ik conclusies gaan trekken. Ik heb nergens een goede bron kunnen vinden maar heb er wel mijn eigen ideeën over. Azië is een tijd lang goed gegaan. Totdat de Europeanen nog meer op macht belust werden en besloten Azië te veroveren. Veel landen werden kolonies. Op dat moment zijn de Aziaten een beetje achter gebleven. De boeren bleven alles met de hand doen, het rijst werd met de hand verkregen. Terwijl het in europa steeds meer door machines gedaan werd bleef het in Azië bij mensen en dieren. Azië is een beetje blijven steken en kon steeds minder meedoen met de rest van de wereld.
Azië is nu bezig met een inhaalrace, vooral in China is dit goed te zien (China hoort niet bij de ASEAN). Het probleem is dat het te snel gaat, er wordt teveel in een keer gedaan waardoor er veel mensen arm blijven. China wilde bijvoorbeeld de Olympische zomerspelen van 2008 organiseren. Op de plek waar de stadions kwamen werden mensen hun huis uit gezet zonder vergoeding. Ze missen een stukje waardoor er in Azië teveel mensen arm blijven.

Op de foto hiernaast is een beeld te zien van een straat in Hanoi (Vietnam).
Ik wil twee dingen laten zien die opvallen in deze foto. Er zijn 2 miljoen scooters in Hanoi, op deze foto zie je een taxi van buiten de stad maar over het algemeen zie je geen auto’s rijden in Hanoi. De scooters zijn goedkoop en nieuwe technologie. Iedereen in Hanoi heeft er een. Je ziet gezinnen op een scooter langs rijden, vader, moeder en drie kinderen zitten op één scooter. Het tweede punt wat ik wil laten zien zijn de elektriciteitskabels die je rechtsboven kan zien hangen. Overal moest opeens elektriciteit komen. Er hangen daar in iedere straat klitten met twintig verschillende elektriciteitskabels, niet geordend, geen merkteken, gewoon een bos draden.

Heeft de VN effect op de wereld?

De VN is in 1945 opgericht net na de tweede Wereld Oorlog. Toen was het een belangrijke zaak dat dit nooit meer zo zou gebeuren. Dus gingen er 51 landen om de tafel zitten om iets af te spreken. Ze hebben toen een heleboel dingen afgesproken. Een van die afspraken was dat de VN zorgde voor handhaving internationale vrede en veiligheid. Dit betekend dat er wereldvrede moet zijn en dat anders de VN ingrijpt. Alleen wordt dit nog niet altijd helemaal nageleefd. Zoals je nu ziet hebben Israël en Palestina ook ruzie en kan de VN er ook niet altijd wat aan doen. Israël doet veel slechte dingen en de VN heeft al veel spoedzittingen daarover gehad. Israël luistert meestal niet naar de VN en doet zijn eigen ding. Vaak worden ze niet veroordeeld omdat de VS daar meestal tegen is en die een speciale stem hebben die voor meer geld. Dus Israël is al een paar keer aan een veroordeling ontsnapt. De VN zorgt dus een beetje voor de wereldvrede. Dit lukt dus niet altijd.

De VN heeft in 2000 8 millenniumdoelen opgesteld. Deze doelen willen ze in 15 jaar tijd gaan verwezenlijken. Dit is afgesproken door 189 landen van de VN. De doelen zijn gesteld op de grootste problemen in de wereld. De millenniumdoelen zijn:
1. In 2015 is extreme armoede en honger uit de wereld.
2. In 2015 gaan alle jongens en meisjes over de hele wereld naar school.
3. In 2015 hebben vrouwen en mannen allemaal dezelfde rechten.
4. In 2015 is de kindersterfte drastisch omlaag gegaan.
5. In 2015 gaan er minder vrouwen dood door zwangerschap.
6. In 2015 is de verspreiding van de ziektes zoals malaria en aids gestopt.
7. In 2015 leven er meer mensen in een duurzame omgeving.
8. In 2015 is er meer eerlijke handel en worden er schulden gelicht en eerlijke hulp.
Ik zal alle millenniumdoelen even kort uitleggen en vertellen hoe de vooruitgang gaat. Bij millenniumdoel 1 is het de bedoeling dat de extreme armoede halveert. Met extreem armoede bedoelen we mensen die minder dan $1,25 per dag te besteden hebben. In 1990 leefden er 1,8 miljard mensen in extreme armoede. Dat is 41,7% van de wereldbevolking. Een goede manier om dit uit de wereld te helpen is om ervoor te zorgen dat iedereen fatsoenlijk werk krijgt. Nu is dat nog niet het geval. De vooruitgang is redelijk goed. Het ziet ernaar uit dat ze het gaan halen. Dat is natuurlijk een goede zaak. In 2005 vijf waren het geen 1,8 miljard mensen maar 1,4 miljard mensen. Op het moment lijkt het dat ze het gaan halen.

Millenniumdoel 2 is een doel die volgens mij haalbaar is. Dit is vooral ook een doel tegen de kinderarbeid. De meeste kinderen worden thuisgehouden om mee in het huishouden te werken of op het land te werken. De vooruitgang van het basisonderwijs is goed vooruit gegaan. Dit is ook goed te zien. Van 80% in 1990 ging het in 2005 vijf naar 80% over de hele wereld.

Millenniumdoel 3 betekend dat mannen en vrouwen dezelfde rechten hebben. Dit geld op alle vlakken. Dus op onderwijs en in hoge functies. Ook gaan er meer meisjes naar school. Aan dit millennium doel kan nog hard gewerkt worden.

Millenniumdoel 4 betekend dat de kindersterfte met 2/3 moet verkleinen vergeleken met 1990. Die kinderen sterven meestal door iets wat voorkomen had kunnen worden of iets wat ze hadden kunnen genezen. Dit millenniumdoel vordert zich erg goed. Het aantal kinderen dat sterft is al drastisch terug gegaan. Maar het kan natuurlijk altijd beter.

Millenniumdoel 5 betekend dat er minder vrouwen mogen sterven door zwangerschap. Nu overlijden er nog heel veel vrouwen omdat ze niet goed weten wat ze allemaal moeten doen. Daar hebben ze bijvoorbeeld ook geen kraamverzorgers. Ook wordt er soms een illegale abortus gepleegd veel vrouwen overleven dat ook niet.

Met millenniumdoel 6 willen ze ziektes zoals malaria en AIDS de wereld uit helpen.
De VN zegt dat het goed gaat met de vordering. Ze zijn goed op weg met het bestrijden van deze ziektes.

Millenniumdoel 7 heeft met de omgeving te maken. Drinkwater is meestal een belangrijk iets. Meestal hebben ze geen schoon drinkwater of moeten ze heel erg ver lopen. Het is belangrijk dat mensen schoon drinkwater hebben. Anders kunnen ze er ziek van worden. Ook is het belangrijk dat mensen in normale dorpjes wonen. Nu wonnen er ook veel mensen in sloppenwijken en daar kunnen ook snel ziektes worden overgedragen. Ook is het belangrijk dat ze in een leefbare situatie leven.
Met drinkwater gaat het helemaal lukken, ze moesten het aantal zonder drinkwater halveren. Dit gaat bijna zeker lukken. Met de sloppenwijken kan het nog veel beter, maar zijn ze goed op weg.

Bij millenniumdoel 8 is het belangrijk dat rijke landen de armen meer gaan helpen. Dat kunnen ze doen door middel van ontwikkelingshulp of door schulden kwijt te schelden of door het wegnemen van handelsbarrières. Dit zorgt er namelijk voor dat ontwikkelingslanden hun spullen kunnen exporteren. De handelsbarrières zijn bijna allemaal weg dus dat is goed. Met ontwikkelingshulp gaat het slecht want er was een afspraak dat alle rijke VN landen 0,7% van hun jaarlijkse bruto product zouden uitgeven aan ontwikkelingshulp. Er zijn maar vijf landen die zich daar aan houden en dat zijn: Denemarken, Luxemburg, Nederland, Noorwegen en Zweden.

Wat hebben communisme en kapitalisme met samenwerkingsverbanden te maken?

Wat hebben communisme en kapitalisme met samenwerkingsverbanden te maken? Wat hebben ze eigenlijk met elkaar te maken? Wat is het eigenlijk? Het communisme is simpel gezegd het idee dat iedereen gelijk is en dat alles van iedereen is. Het kapitalisme, Van Dale zegt: ka•pi•ta•lis•me het; o maatschappelijk stelsel waarbij de productiemiddelen eigendom zijn van particulieren of vennootschappen die betaalde werknemers in dienst hebben.
Hiermee wordt bedoeld dat wat door jou gemaakt wordt, van jou is en niet van iedereen. Het product is van diegene die het ontwikkeld en er hard voor werkt. Het verband tussen communisme en kapitalisme is dus dat ze het tegengestelde van elkaar zijn. Dan komen we weer terug bij de vraag ‘wat hebben communisme en kapitalisme met samenwerkingsverbanden te maken?’ De samenwerkingsverbanden waar wij het over hebben zijn natuurlijk niet de samenwerkingsverbanden tussen twee buurmannen, maar grote afspraken tussen verschillende gemeenschappen. Die afspraken zijn gemaakt door verschillende regeringen. Er zijn altijd mensen die bij de regering horen die meer naar het communisme neigen dan naar het kapitalisme en andersom. Zo zijn er verschillende ideeën binnen een gemeenschap.
De NAVO bijvoorbeeld, is in eerste instantie opgericht als een militaire samenwerking die zich vooral kon weren tegen de Oostbloklanden. In het Oostblok waren ze heel erg van het communisme. Landen als Hongarije, Polen en Noord-Duitsland waren erg van het communisme, maar werden aangevoerd door de Sovjet-Unie. De Sovjet-Unie was voor het grootste deel wat nu Rusland is met nog een aantal landen erbij. Landen als Oekraïne, Litouwen en Wit-Rusland hoorden op dat moment bij de Sovjet-Unie, later zijn ze onafhankelijk geworden. De Sovjet-Unie hadden een verdrag afgesloten met vele landen uit het Oostblok. Dit was naar wil van de toenmalige dictator van de Sovjet-Unie: Jozef Stalin. Stalin was een felle voorstander van het communisme en om dit voor elkaar te krijgen schuwde hij het niet om het nodige geweld te gebruiken. Stalin is in het totaal 25 jaar aan de macht geweest, van 1928 tot 1953. In die tijd zijn er meer dan 20 miljoen mensen op een onnatuurlijke manier aan hun einde gekomen. Ze stierven door honger en armoede, allemaal omdat Stalin graag naar het communisme wilden. Kleine bedrijfjes moesten verplicht fuseren en de productie werd verdeeld waardoor de winst voor de ondernemers minder werden. Een andere doodsoorzaak waren de ideeën van zijn tegenstanders die uitgeroeid moesten worden.

Terug naar de Sovjet-Unie en zijn samenwerkingsverbanden. Een samenwerkingsverband tussen de Sovjet-Unie en zijn aanhangers was het Warschaupact, oorspronkelijk het verdrag van Warschau. Het verdrag was een soort tegenhanger van de NAVO. Om het even duidelijk te houden: De NAVO werd opgericht als reactie op de samenwerking tussen de landen in het Oostblok. Als reactie hierop werd het Warschaupact ontworpen. Beide houden in dat wanneer een land aangevallen wordt, het gezien wordt als een aanval op alle landen en dat alle landen een gepast antwoord zullen geven. Waar ik het net over heb gehad is natuurlijk een overduidelijk communistisch voorbeeld. Het is ook gebleken dat er nare dingen zijn gebeurd in de pogingen van Stalin om de Sovjet-Unie communistisch te krijgen. Er zijn afschuwelijk veel mensen gestorven en er zijn nog veel meer mensen geweest die emotionele schade hebben opgelopen, wie hun eigen familie hebben verraden, hun geliefden hebben zien sterven en afschuwelijke honger hebben geleden.
Voor de rest zijn er niet echt samenwerkingsverbanden te vinden waar het communisme of het kapitalisme overduidelijk terug te zien zijn. Zoals al eerder gezegd zijn er in de meeste samenwerkingsverbanden mensen die meer neigen naar het communisme en mensen die meer neigen naar het kapitalisme. Mijn mening is dat je het best er ongeveer tussenin kan zitten. Het is goed om mensen gelijk te behandelen maar niet te gelijk. Ik denk dat als dat gebeurt, mensen sneller lui zullen worden en er toch meer mensen benadeeld zullen worden. Naar mijn mening zitten we in Nederland ongeveer op de goede hoogte, er is niemand die geen geld heeft maar het verschil tussen mensen is wel merkbaar. Ik denk dat de meeste mensen zich kunnen vinden in deze samenstelling.

In 1932 werd het 13-jarige jongetje Pavlik Morozov zo beïnvloed door de propaganda dat hij zijn eigen vader -wie in het verzet tegen Stalin zat- aangaf. Zijn vader werd vermoord maar Pavlik werd geëerd, zijn dorp was plotsklaps een van de rijkste dorpen van de Sovjet-Unie. Ieder kind kreeg op school zijn naam en zijn ‘heldendaad’ te horen. Door leraren werd hij het perfecte kind genoemd. De wraakactie van zijn familie zorgde ervoor dat Pavlik nog geen jaar van zijn beloningen kon genieten want op 7 september 1932 brachten zij hem om het leven. Zo jaagden het regime van Stalin niet alleen de ‘misdadiger’ de dood in, ook de ‘held’ vond de dood.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.