Welke partijen doen mee:
In Mali probeert de regering het land bij elkaar te houden. Het regeringsleger strijd tegen de rebellen in Noord-Mali. Uit het noorden van Mali trekken veel jonge Toearegs naar Libië om te werken in het leger. Nadat ze ontslag hebben genomen uit het leger komen ze terug in Noord- Mali. Ze groeperen en gaan dan kleine/grote gewapende groepen opzetten (in de meeste gevallen). Het hoofddoel van de Toeareg rebbelen is: onafhankelijkheid en betere leefomstandigheden in het gebied waar zij leven. Er zijn ook islamitische rebellen die meestrijden. Zij strijden vooral voor de invoering van de Sharia*. Niet alleen in Mali doen er partijen mee. Maar ook internationaal doen er organisaties/landen mee. Algerije was er bijvoorbeeld als hulp bij vredesonderhandelingen. Maar Algerije heeft als buurland ook last van de onrust. Bijvoorbeeld in 1991 en 2002 want toen was er in Algerije ook een burgeroorlog gaande, met oorzaken door Mali. Maar je hebt ook organisatie zoals: Synergies Afrique* en de nationale vrouwenbeweging die allebei werkte voor vredesinitiatieven*. In de koloniale* tijd heerste Frankrijk over een groot deel van Noord- en West-Afrika (dus ook over Mali). Frankrijk voelt zich daardoor verantwoordelijk voor Mali en stuurde een leger om te helpen. Maar Frankrijk is ook politiek bij het conflict betrokken, het gaat soms ook redelijk gespannen op tussen Mali en Frankrijk, omdat Mali eerder een Franse militaire basis weigerde en ze weigerde ook een akkoord te tekenen over de terugkeer van Malinezen* uit Frankrijk. De Afrikaanse non-gouvernementele organisaties (NGO), is een organisatie die mensen uit het noorden en zuiden van Mali bij elkaar brengt om zo vrede te bevorderen*. De Malinese Gemeenten lijken daarop want, die organiseren bijvoorbeeld bijeenkomsten om op die manier ook vrede te bevorderen maar dan lokaal.
Geschiedenis:
Het begon in 1960 toen Mali onafhankelijk werd van Frankrijk. Omdat Mali onafhankelijk werd moest het land zijn eigen (democratische) president kiezen: Modibo Keïta. Voordat Modibo Keïta zijn hervormingsplannen kon invoeren werd hij afgezet door een staatsgreep* in 1968, door Moussa Traoré. Traoré’s regeringsperiode werd vooral gekenmerkt door veel bloedvergiet*. Dit komt vooral omdat hij de strijd aanging met de Toeareg. Later is er met de hulp van de Algerijnse overheid twee keer tot een vredesakkoord gekomen. Maar ook met het vredesakkoord van 1992 werd er geen vrede gesloten, en bleven de gevechten doorgaan. Er werden vooral veel burgers vermoord door zowel het leger als de opstandelingen. Hier is een eind aan gekomen dankzij de Afrikaanse NGO, Synergies Afrique en de nationale vrouwenbeweging. Maar om dit te ondersteunen, trok de president de troepen die zich misdroegen terug uit Noord-Mali. Er werden lokaal vredesakkoorden getekend, en soms staakten de opstandelingen vrijwillig met strijden. Er werd ook hulp ingeroepen van de UNDP (United National Development Programme). Dankzij de hulp van de UNDP gave ook de overige Toearegs zich over(mei 1995). De strijd werd echt beëindigd op 27 maart 1996, doormiddel van een ceremoniële verbranding van meer dan 3000 wapen. Deze verbranding wordt de ‘Flamme de la paix’ genoemd. Het lijkt dat dit conflict opgelost is, maar het gaat na een tijdje weer fout. Want er waren een aantal oud-Toeareg strijders die zich in 2006 verenigd hadden in opstand, omdat ze ontevreden waren over hoe het ging in Noord-Mali. Maar in juli 2006 sluiten ook zij een vredesakkoord met de overheid. Maar hierdoor ontstaat een groep strijders die het niet eens is met dat vredesakkoord, en ze komen in opstand, kort daarna wordt het met de hulp van de Algerijnse regering tot vrede gebracht. Het blijft maar telkens fout gaan, en in januari 2009 wordt het leger van Mali ingezet om verschillende Toeareg strijders te dwingen tot vrede. Op 17 januari 2011 komt het volk van Libië in opstand tegen hun dictator, er waren bij hen veel Toearegs in dienst die voor hen werkten in het leger. Maar toen hebben veel Toearegs hier gebruik van gemaakt, en zijn toen terug naar Mali gegaan. Ze hadden ook wapens meegenomen die ze hadden gekregen in het leger, en sloten zich aan bij de MNLA (Movement National pour la Liberation de l’Azawad). Deze groep streed tegen het Malinese leger, om zo meer bestaansrechten en macht te krijgen. Niet alleen de Toearegs waren boos maar ook de normale burger omdat:
- lange tijd hun autonomie beperkt werd door Frankrijk.
- maatregelen zorgden voor een afname in welvaart.
- droogtes zorgen voor veel armoede.
- De ligging van Mali zorgde er voor dat Mali de doorvoerroute van de drugs werd.
De problemen van drugshandel zorgde mede voor de ontevredenheid over de regering. De onrust die hierbij ontstond bij de overheid bood
Al Qaeda* en de Toeareg de mogelijkheid op het noorden van Mali in handen te nemen. Zij hebben in april 2012 onafhankelijkheid uitgeroepen in het gebied van de Azawad. Dat is ruim de helft van het land en er liggen twee belangrijke steden in het gebied: Timbuktu en Gao. Maar in juni 2012 ontstaat er een conflict tussen de islamisten en de MNLA. De MNLA wordt na een tijd verslagen door de islamisten, die breiden hun grondgebied langzaam uit. Maar toen ze de hoofdstad van Mali wouden veroveren greep Frankrijk in. Ook de MNLA helpt mee de islamisten te verdrijven, dit is nog steeds gaande.
Frankrijk:
In januari 2013 kreeg Frankrijk een verzoek om militairen naar het conflict gebied te sturen. Frankrijk kon dit niet weigeren omdat Mali een oud-kolonie van hun was, en ze voelen zich verantwoordelijk voor Mali. Frankrijk stuurde luchteenheden voor bombardementen in Noord-Mali. Kort daarna stuurde Frankrijk ook een grondleger. Het leger van Frankrijk moet niet alleen meevechten tegen de rebellen maar ook, Malinese troepen trainen. Op 16 januari vonden de eerste gevechten tussen de Franse en de rebellen plaats.
Nederlandse bijdrage in Mali:
Nederland is sinds april 2014 in Mali. De Nederlandse missie naar Mali bestaat uit grotendeels militairen. De militairen zullen vooral informatie verzamelen, verwerken en analyseren voor de VN-missie (VN=Verenigde Naties). Het doel van de VN is de veiligheid en stabiliteit in Mali te herstellen. Dit gebeurt met de United Nations Multidimensional Integrated Stabilization Mission in Mali (minusma). Er worden ook 4 Nederlandse gevechtshelikopters ingezet om inlichtingen te verzamelen en Nederlands personeel (vooral militairen) te beschermen. Er worden ook een aantal politiefunctionarissen* en deskundigen naar Mali gestuurd. Zij gaan daar politieagenten opleiden en de veiligheid verbeteren. De missie heeft ook risico’s, zo hebben de jihadisten* bijvoorbeeld aangegeven dat ze de Nederlanders als doel beschouwen. Er is dus ook een grote kans dat de Nederlanders daardoor geweld moeten gebruiken, maar dat willen ze vermijden. Nederland doet mee omdat Mali een belangrijk doorvoerland* is voor drugs-, wapens- en mensenhandel. Want als dat niet tegengehouden word is dat niet heel goed voor de toekomst van Nederland. De missie naar Mali wordt vooral gezien als goedmakertje, omdat Nederland eerst niet mee deed met de EU-trainingmissie in Mali. Want de VVD was toen niet voor. De Nederlandse militairen zijn minimaal tot eind 2015 in Mali maar het kan ook nog langer duren.
Overeenkomend conflict:
Het werkstuk gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden