Griekenland in de EU

De Inleiding

Wij hebben voor ons werkstuk het land Griekenland gekozen. Dit hebben we gedaan, omdat we het allebei een aantrekkelijk land vinden. Dit komt door zijn klimaat, de ligging, en de bevolking. We zijn hier achteraf tevreden over, omdat we het een geslaagd werkstuk vinden. Wel hadden we in het begin wat moeite om te beginnen, maar uiteindelijk ging het toch wel goed. We vonden het een leuke uitdaging om een werkstuk te maken met veel grafieken. Dit hebben we namelijk nooit echt eerder moeten doen. We vonden het leuker en makkelijker om te doen. Het nam alleen wel wat meer tijd in beslag dan we verwacht hadden. Het werkstuk was dus ook niet klaar op de dag dat we het gepland hadden.
Voor ons werkstuk hebben we natuurlijk ook hoofd- en deelvragen edacht. Onze hoofdvraag is: Heeft Griekenland een gunstige geografische ligging? Als deelvragen hebben we deze vragen bedacht: - Hoe is de ligging en het landschap van Griekenland?
- Hoe is de bevolking van Griekenland?
- Hoe is de relatie tussen Griekenland en andere EU-landen?

Hoe is de bevolking van Griekenland?

Griekenland bestaat uit ongeveer 10.5 miljoen inwoners. Dat komt neer op een bevolkingsdichtheid van 79.6 mensen per km². Ruim 8,4 miljoen mensen zijn ouder dan 15 jaar. De omvang van de bevolking is de laatste jaren stabiel gebleven, terwijl de vergrijzing toeneemt. Tegenwoordig woont meer dan de helft van de bevolking in en rond Athene en Thessaloniki, een gevolg van de trek naar de stad die in de jaren 50 op gang is gekomen. In de jaren 80 is de verstedelijking tot stilstand gekomen. Door de verstedelijking is er veel luchtvervuiling. Vooral door de uitstoot van de zwavelproductie rondom Athene. We hebben deze gegevens vergeleken met andere EU-landen, en hier onder ziet u de grafiek ervan. Griekenland heeft de hoogste zwaveluitstoot per inwoner.

Verschillende volken
Griekenland bestaat uit verschillende nationaliteiten. Allereerst hebben we natuurlijk de echte Grieken, daarnaast wonen er bij de Bulgaars- Griekse grens de Pomaken. Het aantal Griekse pomaken wordt geschat op 45.000. Naast hun Bulgaarse moedertaal kunnen de Pomaken Turks om godsdienstige redenen. Ook kennen ze Grieks voor economische en bestuurlijke redenen. De vlachen of Aromunen, zoals zij zich noemen, zijn in de late Middeleeuwen naar Griekenland gekomen. Ze wonen in het centrale deel van de Pintos, dichtbij Metsovo. Ze spreken een dialect dat van het Latijn is afgeleid en veel lijkt op het Roemeens. Ook telt Griekenland ongeveer 4.000 joden. Zij wonen er van alle volken het langst. In Macedonië telt Griekenland zo’n 40.000 slavo-macedoniërs, die graag een eigen identiteit willen. De Griekse regering probeert dit zoveel mogelijk tegen te houden. Verder vind je in door heel Griekenland ongeveer 150.000 zigeuners.

Godsdiensten
Protestanten zie je in Griekenland niet echt vaak, maar 0.1% van de bevolking is protestant. Rooms- Katholieke mensen zijn er iets meer, zo’n 0.4% is katholiek. Op Syros en Tinos leven zo'n 10.000 Katholieken. 1.3% van de bevolking is Moslim. In Trakie leven zo'n 150.000 moslims. Van dit islamitische blok beschouwd ruim tweederde zich als Turks. Zoals je kunt zien is een groot deel van de bevolking Oosters- Orthodox. De vraag "Bent u orthodox?" is voor een Griek bijna hetzelfde als "Bent u Grieks?". De orthodoxe kerk is nog altijd invloedrijk. Weliswaar zijn burgerlijke en kerkelijke huwelijken voor de wet gelijk, maar geen enkel echtpaar zal besluiten zijn kinderen niet te dopen. Ook de zondagdienst wordt nog steeds druk bezocht, met name door vrouwen, die de dienst ook gebruiken om elkaar te ontmoeten. De parochiepriesters zijn te herkennen aan hun hoge hoeden, lange baarden en zwarte kleding. Veel van hen trouwen en oefenen een tweede beroep uit.

Menselijke inrichtingskenmerken
In Griekenland is de dienstensector het hoogst. In deze sector werkt 51,3% van de beroepsbevolking. Daarna volgt de industriesector. Hier werkt namelijk 26,4% van de beroepsbevolking. Als laatste volgt de landbouwsector. Hier werkt 20,5%. In deze sector worden suikerbieten geproduceerd (2,4 miljoen ton), tarwe (1,9 miljoen ton), maïs (1,9 miljoen ton), en aardappelen (0,9 miljoen ton).
Vergeleken met 1994 is de landbouwsector een half % gezakt. De dienstensector is ook gezakt, met 3,7 procent. De industriesector was in 1994 24%. Die is dus gestegen in 1996. De industriesector wordt steeds belangrijker voor de Griekse bevolking. Naast de grafiek met de procenten, hebben we ook een grafiek gemaakt met de absolute getallen. Deze kunt u hier weer zien.

Hoe is de ligging en het landschap van Griekenland?

Bron 1: Griekenland in Europa.
Griekenland ligt in het zuidoosten van Europa, op 37°58' NB - 23°43' OL (zie bron1). In het noordoosten grenst het aan Turkije, in het noorden aan het voormalige Joegoslavië en aan Bulgarije en in het noordwesten grenst het aan Albanië.
De oppervlakte van Griekenland is 3,2 keer zo groot als dat van Nederland, ongeveer 131.957 km². Bijna 20 procent daarvan bestaat uit eilanden. Ten westen van het land liggen de zeven Ionische Eilanden, waarvan Corfoe het meest bekend is. Dan heb je ook nog de Thassos en de Samothraki eilanden die vrij dicht bij het vasteland liggen. Daar in die buurt liggen ook de Noordelijke Sporaden, Evia en de cycladen. En langs de Turkse kust liggen de Zuidelijke Sporaden en de Dodekanesos met als hoofdstad Rhodos. Griekenland ligt aan 4 zeeën. De Ionische zee, de Egeïsche zee, de zee van Kreta en de Middellandse Zee. De kust van Griekenland is dan ook maar liefst vijftienduizend kilometer lang (met de eilanden erbij).
Griekenland heeft vele gezichten. De meeste mensen kennen het als strand, zon en zee maar Griekenland heeft veel meer te bieden. Griekenland is een bergachtig land met grote bergen als de Pindos in het westen, de Taygetos in het zuiden, de Olympos en de beroemde Idi en Dikti op het eiland Kreta. De hoogste berg, Olympos, is 2.917 meter hoog. Ongeveer 70 procent van het totale landoppervlak bestaat uit heuvels en bergen en ruim 75 procent van het oppervlak ligt hoger dan 700 meter. Door het land stromen rivieren als de Evros, de Axios en de Pinios. Deze rivieren in Griekenland staan in de zomer meestal droog. Dat is erg jammer want ze betekenen veel voor de landbouw in Griekenland. In het noordwesten van Griekenland liggen een aantal natuurlijke meren.
De flora en fauna in Griekenland zijn ook rijk. De kale bergen van de zomer zijn in het voorjaar bezaaid met bloemen en struiken. Je ziet er anemonen, narcissen, brem, bougainvilea en alle mogelijke kruidenplanten. In Griekenland zijn veel olijfgaarden, platanen, cipressen, wijndruiven en sinaasappelbomen. Qua dieren, zijn er in het wild niet veel bijzondere soorten. Gemzen, reeën, wilde zwijnen, landschildpadden en hagedissen komen veel voor. Opvallend zijn de vele schaap- en geitenkudden. Ook ezels leven er in de natuur maar dat zijn geen dieren die mensenschuw zijn, meestal zijn zij als lastdier gebruikt om van dorp tot dorp te trekken. In het water rondom Griekenland zwemmen dolfijnen, haaien, makreel, sardine, tonijn, zwaardvis, octopus, zeekatten, zee-egels en pijlstaartinktvissen. De mooiste natuur is te vinden op het vasteland. De nog ongerepte natuur is mooi en ruw. In Epirus heb je Zagochoria, dat is een stuk natuur met wilde rivieren, bossen, meertjes en kleine dorpen. Ook is er Vikos, dat is het diepste kloof ter wereld. Er komen hier veel roofvogels en slangen voor.
Griekenland heeft ook 10 Nationale parken:
- Olympus (3938 hectare)
- Parnassus (3513 hectare)
- Parnas (3816 hectare)
- Enosberg (2862 hectare_
- Samariokloof (3393 hectare)
- Valia Calde (pindos gebergte) (3393 hectare)
- Iti (3010 hectare)
- Vikos-Aoos (3412 hectare)
- Prespameren (4900 hectare)
- Sounio (750 hectare)

De regio’s van Griekenland (zie bron 2)
Doordat Griekenland zoveel verschillende gebieden heeft wordt het vaak opgedeeld in 6 regio’s:
- West Thracië: een agrarisch gebied in het noordoosten. De belangrijkste stad is Alexandroúpolis.
- Macedonië: het gebied rond Thessaloniki. Het is een belangrijk industrieel centrum dat gebaseerd is op textiel, chemie en de verwerking van landbouwproducten.
- Epirus: een zwak ontwikkelde streek in het noordwesten, tussen de Albanese grens en Macedonië. De belangrijkste stad is Ioànnina.
- Thessalië: in het oostelijk deel van centraal- Griekenland. Dit is het meest vruchtbare land vanwege de rivier Piniós, die er net langs af loopt.
- Centraal Griekenland: het gebied tussen Epirus en thessalië in het noorden en de Golf van Patras in het zuiden. In het zuidoosten ligt het bergachtige maar vruchtbare Attica. Hier ligt ook de hoofdstad, Athene.
- De Peloponnesus: dit is het zuidelijke schiereiland van Griekenland. Het is gescheiden met Griekenland vanwege een kanaal dat de Ionische en de Egeïsche zee moest verbinden. Er is een mooi landschap van Olijfbomen en cipressen in de Peloponnesus.

Het klimaat
Het klimaat in Griekenland is moeilijk bij te houden. Door de berggebieden zijn sommige streken in de winter droog, andere juist weer nat. Vooral in het noorden van Griekenland ligt de gemiddelde temperatuur in de winter onder 0 en valt er volop sneeuw. Er zijn zelfs enkele wintersportgebieden. Ook hier vriest het weleens. Sneeuw is een wel een zeldzaamheid en valt ook niet elke winter in Griekenland. In juli en augustus ligt de gemiddelde maximum temperatuur rond de 32 graden. Op de eilanden zijn er temperaturen gemeten van 45 graden. Dit is een mediterraan klimaat; zachte vochtige winters en lange hete zomers. De gemiddelde temperatuur in januari bedraagt in de Mediterrane regio 9-12 graden (van noord naar zuid). De gemiddelde maximum temperatuur ligt in januari rond 13-15 graden (zie grafiek: Maximale temperatuur). Soms komt de temperatuur boven de 20 graden. De zomerperiode begint vaak al in maart maar kent tot in mei vaak vele onderbrekingen van regen. Vanaf half mei is het weer gewoon stabiel en zomers.
Door de tabel hierboven kun je ook wel raden hoe het met de neerslag zit in Griekenland. Het aantal neerslag in mm was wel te verwachten als je naar het klimaat kijkt. Vergeleken met andere EU –landen valt er in Griekenland vrij weinig neerslag(zie grafiek: Neerslagsom). Alleen in de wintermaanden valt er wel eens wat sneeuw of regen. In december en november valt er het meeste regen. Wat in Griekenland opvalt is dat er in februari minder regen valt dan in maart. Hier is ook niet echt een verklaring voor. In de zomermaanden is er weinig neerslag, in heel de zomermaanden valt er in totaal voor één dag regen.