De Biesbosch

Beoordeling 7
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 2e klas havo | 3063 woorden
  • 3 september 2007
  • 34 keer beoordeeld
Cijfer 7
34 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Welke studie past bij jou? Doe de studiekeuzetest!

Twijfel je over je studiekeuze? Ontdek in drie minuten welke bacheloropleiding aan de Universiteit Twente het beste bij jouw persoonlijkheid past met de gratis studiekeuzetest.

Start de test
Inleiding

Zomers is de Biesbosch een paradijs. Geel moeraskruiskruid, paarse kattenstaart en witte valeriaan betoveren de oevers tot bloemenboulevards. Langs de grienden verspreidt de reuzenbalsemien haar zoete parfum. In de overgebleven landbouwpolders wordt door de boeren hard gewerkt om het hooi binnen te halen.

Huur een bootje en vaar door dit prachtige gebied. Onderweg kom je dan eendjes, fuutjes en meerkoetjes tegen die voor het eerst hun eigen eten oppikken uit het water. Jonge reigers leren vliegen vanuit hun nest hoog in de bomen, en boven de rietvelden cirkelen buizerd en kiekendief op zoek naar sappige veldmuizen. De natuur stoort zich totaal niet aan de aanwezigheid van de mensen zolang die zich rustig houden.
Hoofdstukkenindeling
Het ontstaan van de Biesbosch
o Geschiedenis van de Biesbosch
o Ontwikkelingen van de Biesbosch
Dieren en planten in de Biesbosch
o Dieren
o Vogels
o Planten
Wonen en werken
o Riet
o Griend
o Biezen
o Visser en jacht
o Landbouw
Ontwikkeling en beheer
o Plas-Dras
o Begrazing
Toerisme in de Biesbosch
o Toerisme
o Wat kun je doen in de Biesbosch
Waterwinning
Biotopen

Hoe is de Biesbosch ontstaan?

Geschiedenis van de Biesbosch
Ongeveer vijf eeuwen geleden bestond de Biesbosch nog helemaal niet. Al de duizenden hectare eilandjes en kleine riviertjes waren toen nog vruchtbare landbouwgrond. De mensen noemde die ‘’Zuid-Hollandse’’ of ‘’Groote Waard’’. Op een stormachtige nacht in 1421 braken er verschillende dijken door en overstroomde de rivier die 17 dorpjes verwoeste en ongeveer 14.000 mensen doodde. Deze ramp wordt de St. Elisabethsvloed genoemd. Het ondergelopen gebied was een uitgestrekte binnenzee (een klein stuk zee met land er om heen) geworden, die na een tijd veranderde in een bijzonder zoetwatergebied. In het rivierwater zat zand en slib, dat naar de bodem zakte en overal hoge zandplaten vormden. Op deze platen groeiden al snel allerlei plantjes, vooral biezen, waaraan de Biesbosch dan ook zijn naam te danken heeft. Mensen gingen zich vanaf de 17e eeuw weer met het gebied bemoeien, ze legden er rietgorzen (uitgestrekte rietlanden) en grienden (wilgen- bossen) aan en verdienden daarmee hun dagelijks brood. Van het hout van die bossen werden producten gemaakt.
Ontwikkelingen van de Biesbosch
Omdat het land steeds hoger kwam te liggen door dat de mensen de rivieren hadden afgezet, rond 1550 gingen de mensen stukken land van de Biesbosch weer gebruiken als landbouwgrond. In 1850 was zelfs 2/3 van het land in gebruik genomen voor landbouw. Tussen 1850 en 1870 werd de Nieuwe Merwede gegraven, hierdoor werd de Biesbosch in twee gebieden verdeeld. Maar na 1950 werd de Biesbosch een nationaal park. Door dat de Biesbosch verbonden was met de Noordzee, was er 5 eeuwen lang verschil tussen eb en vloed tot wel 2 meter! Maar na de overstromingsramp van 1953 werden de Deltawerken gebouwd. De handel in griendhout hield op met de komst van plastic in de jaren vijftig. Dus in 1958 moest Staatsbosbeheer zorgen voor het gebied. Er zijn in de hele Biesbosch nog heel veel polders bijgekocht. Toen in 1963 het Volkerak en in 1970 het Haringvliet werd afgesloten, was het verschil tussen eb en vloed een stuk kleiner. Hierdoor kwam er weer een tijd met veel veranderingen. Veel dieren trokken weg, planten zoals riet en biezen konden niet goed meer groeien en er kwamen minder zeldzame veelvoorkomende planten voor in de plaats. De voedselgebieden verdwenen voor de watervogels want de slikplaten verdwenen. Hierdoor verdwenen er veel watervogels die naar voedsel zochten, maar er kwamen wel broedvogels. In de jaren 70 haalde het waterleidingbedrijf nog drinkwater uit de Rijn, maar door dat die ernstig vervuilt werd, werden er sneller spaarbekkens gebouwd in de Biesbosch. In die bekkens wordt het water op een natuurlijke manier gereinigd zodat het water door kan stromen naar zuiveringsinstallaties in de grote steden. In 1988 zijn er door Staatsbosbeheer bevers losgelaten in de Biesbosch, toen dat gebeurde waren er maar 100 bevers met hun jongen. Na de hoge waterstanden van de grote rivieren in 1993 en 1995, kondigde politiek Den Haag de komst van de Deltawet Grote Rivieren aan. Verschillende dijken zouden worden verbeterd en de Biesbosch er 2100 hectare landbouwgrond bij krijgen. Deze plannen worden eerder uitgevoerd door de hoge waterstanden. En in 2002/2003 zullen deze plannen zijn uitgevoerd. In die 2100 hectare grond worden geulen gegraven zodat de grond veranderd in natte, drassige gebieden; Wetlands. Zo ontstaan er klei en krijgen de gebieden weer hun natuurlijke “uiterlijk” terug. De Deltawet Grote Rivieren heeft dus verschillende gevolgen voor de Biesbosch.
De Biesbosch is dus door de St. Elisabethsvloed in 1421 ontstaan, onderging een grote verandering in flora en fauna door de Deltawerken en de Biesbosch werd met behulp van mensen steeds groter.
Dieren en planten in de Biesbosch

Dieren

In de Biesbosch zijn er heel veel verschillende soorten dieren. Zo veel dat ik ze niet allemaal kan omschrijven. Ik omschrijf een paar bekende dieren.
Schuimcicaden of 'spuugbeestjes' zijn maar 6 mm lang. Ze springen van de ene op de andere plant. Om uitdroging te voorkomen, verstoppen de larven zich 's zomers in schuimnesten. Door de wind vallen er klodders omlaag en lijkt het alsof het regent.
Noordse woelmuizen kunnen goed zwemmen. De Biesbosch is een van de weinige plekken in Nederland waar deze beschermde soort nog leeft. De woelmuis is 10 tot 15 cm lang en donkerbruin met bolle oogjes. Hij graaft gangen in dicht gras.
Bevers zijn hier in 1988 uitgezet nadat ze sinds 1825 waren uitgestorven. De bever is met 125cm het grootste knaagdier van Europa. 's Zomers eet hij planten en 's winters wilgenbast. De Biesbosch telt meer dan zestig beverburchten en bijna honderdvijftig bevers.
Hoornaars zijn grote roofinsecten die zich vooral voeden met vliegen en rupsen. De levenscyclus is vergelijkbaar met die van de gewone wesp, maar de hoornaar is minder agressief. Hoornaars maken kolossale nesten in holle bomen, onder daken e.d.
Het Oranjetipje is rond koninginnedag te vinden in gebieden met kruisbloemigen. Alleen de mannetjes hebben oranje vleugeltoppen. De vrouwtjes lijken op koolwitjes met afgeronde vleugels. Overwinterende poppen lijken op zaaddozen.
Waterjuffers zijn ranker dan echte libellen en sluiten hun vleugels in rust. Meestal zie je het lantaarntje - zwart met helderblauwe staart. Maar ook de weidebeekjuffer leeft langs de Nieuwe Merwede. Waterjuffers kunnen paren in de vlucht.
Vogels
In de Biesbosch zijn er heel veel verschillende soorten vogels. Zo veel dat ik ze niet allemaal kan omschrijven. Ik omschrijf een paar bekende vogels.
IJsvogels zijn staalblauw, formaat spreeuw. Met hun enorme dolksnavel duiken ze vanaf een overhangende tak op vissen. Ze vliegen razendsnel over het water. Elk jaar graven ca. 20 paartjes hier nestholen in de wortelkluit van omgevallen bomen.
Roerdompen zijn schuwe, gedrongen reigers, die sinds kort weer in de Biesbosch broeden. Ze leven in rietvelden, waar ze bij gevaar als een paal rechtop gaan staan ter camouflage. Ze produceren een dof geloei om hun terrein te markeren.
Kolganzen hebben donkere strepen over hun buik en een witte vlek om hun snavel. Ze overwinteren hier om in de graslandpolders hun vetreserves aan te vullen voor de zomertrek naar Siberië. Slapen doen ze o.m. in het Gat van den Hengst.
Blauwe reigers zijn statige waadvogels die vissen, kikkers en muizen eten. Je vindt ze overal in de Biesbosch. Het zijn zichtjagers die soms minutenlang in het water loeren om vervolgens als een dolksteek toe te slaan met hun puntige snavel.
Smienten overwinteren in de Biesbosch. De mannetjes zijn fraai gekleurd en maken een fluitend geluid. De vrouwtjes zijn roodbruin. Ze fourageren op grasland en rusten op grote waterplassen, zoals de spaarbekkens.
Lepelaars vliegen met gestrekte hals in kleine groepjes over op zoek naar eetgebieden. Vroeger zaten er altijd tientallen in het Lepelaarsgat langs de Nieuwe Merwede, maar door de natuurontwikkeling kunnen ze nu overal in de Biesbosch terecht
Planten
In de Biesbosch zijn er heel veel verschillende soorten vogels. Zo veel dat ik ze niet allemaal kan omschrijven. Ik omschrijf een paar bekende vogels.
Brandnetels zijn niet populair omdat je er jeuk van krijgt, maar ze horen wel helemaal bij de Biesbosch van nu. Deze voedselminnende planten worden op de vette klei manshoog. De jonge toppen zijn eetbaar als je ze kookt.
Moerasvergeet-mij-nietje kruipt met zijn wortelstok naar alle kanten. De bloemetjes bloeien van mei tot september en vormen hemelsblauwe plekken langs het water. De vrucht bestaat uit vier glanzende zwarte nootjes in een soort kelk.
Reuzenbalsemien is een exoot uit Azië die hier is gaan woekeren. Je vindt hem vooral langs natte bosranden. De dikke stengels met roze bloemetjes worden 2 meter hoog. Hommels zijn dol op het zoete parfum, dat door klieren wordt afgescheiden.
Beemdkroon is familie van de kaardebol. Hij groeit op de zandgrond. Zijn zachte, ronde bloemtros is lila. Als je er rook tegenaan blaast, kleurt hij meteen felgroen. Dat komt door de ammoniak in de rook.
Kikkerbeet is het kleine broertje van waterlelie en gele plomp. Deze woekerende drijfplant heeft mooi generfde, hartvormige blaadjes en witte, drietallige bloemetjes. Hij overwintert met groeiknoppen die in de modderbodem wegzinken.
Wilgen zijn praktisch de enige bomen die in de Biesbosch kunnen groeien. Ze bloeien vroeg in het voorjaar met katjes. De zaden verspreiden zich in juni door op een kam van haren met de wind mee te liften. Dan ligt er een dikke laag pluis op het water.
Wonen en Werken

Riet
Rietvelden, ook wel 'rietgorzen' genoemd, sommige zijn zelf ontstaan en sommige zijn door de mens aangeplant. Het riet werd met een riethaak, een soort sikkel, gesneden. Bij de aangeplante rietgorzen werden greppels gegraven waardoor het water tijdens eb snel afgevoerd kon worden. Het rietsnijden gebeurde in de winter door mannen die de hele week in het gebied verbleven. Het transport door en uit het gebied gebeurde met 'vletaken'. Het riet werd geschoond, op lengte uitgesorteerd en op bossen gebonden. Het riet werd gebruikt als stukadoorsriet, voor dakbedekking, matten, in zinkstukken voor de waterbouw en om in de duinen de verstuiving tegen te gaan. Het riet in de enorme rietgorzen in de Biesbosch kon wel vijf meter hoog worden.

Na ongeveer veertig jaar neemt de kwaliteit van riet af. De gorzen komen dan door de aanslibbing te hoog te liggen en de wortels van het riet krijgen te weinig water.
De meeste rietgorzen zijn nu verdwenen. Wel zijn er rietruigten ontstaan (gebieden waar naast riet ook andere planten groeien).
Griend
Op rietgorzen die hoog genoeg lagen, werden 'grienden' (akkers van wilgen) aangeplant. Daartoe werd een kade gelegd, die net boven het vloedpeil was. Om te zorgen dat het water wegliep groeven de mensen greppels. Op de langgerekte stroken grond tussen de greppels werden wilgenstekken geplant. Het wilgenhout werd ieder jaar of om de drie à vier jaar geoogst.
Griendwerkers verbleven heel de week in het gebied. In het begin verbleven zij in een schrankkeet, een huisje van wilgentenen en riet. Later werden werkgevers door de overheid verplicht deze onderkomens te vervangen door houten en stenen keten en woonarken. Het was een zwaar en slecht betaald beroep, de griendwerkers werden per gehakte bos hout uitbetaald. Het wilgenhout werd gebruikt door mandenmakers, korvenvlechters en hoepelmakerijen. De door de mens aangelegde grienden en gorzen, ook wel de plantages van de Biesbosch genoemd, werden door steeds minder omdat mensen niet meer waren geïnteresseerd in wilgenhout.
Biezen
In het begin werd de bies, een plant die uitstekend gedijt in natte omstandigheden, een veel voorkomend gewas. Met de komst van biezen versnelde het proces van aanlanding. De biezenvelden, deels spontaan ontstaan en deels aangeplant, werden in de zomer met de biezenhaak geoogst en uit het gebied vervoerd om op biezenweiden gedroogd en gebleekt te worden. Vervolgens werden ze verwerkt tot onder meer matten en stoelen. Biezen werden ook gebruikt tussen de duigen van een ton, om een ton waterdicht te maken.
De biezenvelden kwamen na verloop van tijd steeds hoger te liggen. De kwaliteit van de bies neemt dan af en het land is dan geschikter voor het telen van riet, dat er spontaan gaat groeien. De biezenvelden zijn nu verdwenen. Op sommige plekjes zijn de biezen nog wel te vinden.
Visserij en jacht
Al snel na de St. Elisabethsvloed probeerde de mens als visser en eendenkooiker zijn brood te verdienen in het waterrijke gebied.
Landbouw
Op de lange duur werden grienden, door de almaar doorgaande aanslibbing van grond hoger en droger. De griend werd dan omgevormd tot graslandpolder. De wilgenstobben werden gerooid, en de kade werd verhoogd.
Vanaf het midden van de vorige eeuw is een groot deel van de Biesbosch vanuit Werkendam ingepolderd tot wei- en bouwland. Akkerbouw- en graslandbedrijven vestigden zich hier in de tweede helft van de 19e en de 20e eeuw.
Ontwikkeling en Beheer

Plas-dras

In het najaar zetten medewerkers van Staatsbosbeheer een aantal graslandpolders 'plas-dras', door dat stuk land onder water te zetten met windmolens bijv. Hierbij wordt geprobeerd dat het water zo hoog komt te staan dat greppels en lagen stukken land vol met water komen en de wat hogere delen net droog blijven. Zulke kletsnatte terreinen werken als een magneet op overwinterend waterwild. Duizenden ganzen en honderden eenden zoals slobeend, pijlstaart, krakeend en wintertaling overnachten in verschillende gebieden. Polders worden door de mens dus opzettelijk nat 'gezet'. Zoiets kan ook op natuurlijke wijze gebeuren door bijvoorbeeld grote regenval of als de rivieren overstromen.
Begrazing
Staatsbosbeheer laat ook vee grazen in de Biesbosch. Al die beesten, die met scheepjes worden aan- of afgevoerd, doen eigenlijk dienst als natuurlijke grasmaaiers. Afhankelijk van het gewenste eindresultaat wordt het aantal beesten en de soort (koeien, paarden of schapen) per hectaren vastgesteld. Ieder beest heeft zijn eigen graaspatroon. Runderen hebben naast grassen en kruiden ook belangstelling voor houtige gewassen. Door het gevreet van koeien of paarden behouden polders en andere terreinen hun 'open' karakter. Indien er geen vee naar die terreinen gebracht zou worden, dan groeit alles dicht met struiken en bomen. En dan zou de Biesbosch veranderen in 1 groot wild woest bos. In de Biesbosch is sprake van beweiding, in de winter wordt het vee naar 'huis' gehaald. In verband met wisselende waterhoogten is het hele jaar begrazing niet mogelijk.
Toerisme in de Biesbosch

Toerisme in de Biesbosch

De Biesbosch staat bekent als een groot natuurgebied, hierbij denkt men vaak aan rustige gebieden waarin je alleen maar kunt wandelen en de natuur kan bekijken. Maar de schijn bedriegt, er zijn namelijk heel veel recreatiemogelijkheden, voor jong en oud. Recreanten kunnen een bedreiging vormen voor kwetsbare soorten in de Biesbosch, vooral wanneer ze buiten de paden en vaarroutes komen. Het Nationaal Park kent daarom een zoneringssysteem. Het hart van de Brabantse Biesbosch, waar grote aantallen bevers wonen, mogen geen mensen komen. Eromheen liggen slootjes waar je alleen met een kano of roeiboot mag komen. Op die manier is er zeker rust in de Biesbosch.
Wat kun je doen in de Biesbosch?
Zwemmen en zonnen,
er is een dagrecreatiegebied van zo’n 200 hectare groot (400 voetbalvelden!). Het Natuur- en Recreatieschap De Hollandse Biesbosch biedt hier voor elk wat wils. Middenin ligt een grote zwemvijver, ligweiden, picknickplaatsen en een speeleiland. Via twee sloten is het speeleiland verbonden met enkele sloten en vaarten in het recreatiegebied en aangrenzende polders. Wandelen, de Hollandse Biesbosch is een ideaal gebied voor wie van wandelen door wilde natuur houdt. Er zijn verschillende wandelroutes uitgezet. en voor de meeste gebieden moet je met een bootje/pontje overvaren.
Watersporten,
de waterrijke Biesbosch biedt vaarliefhebbers een hoop mogelijkheden. Zo zijn er op een aantal mooie plekken aanlegplaatsen voor boten te vinden. Ook zijn er waterkaarten voor mooie vaarroutes te verkrijgen.
Fietsen, op de fiets kun je een groot deel van de Hollandse Biesbosch verkennen. En ook hier zijn fietsroutes verkrijgbaar en is er de mogelijkheid om met een pont naar de Brabantse Biesbosch te gaan.
Sterren kijken, er worden regelmatig ’s avonds presentaties gegeven bij de volkssterrenwacht Mercurius. Zij kunnen je een hoop leren over ruimtevaart, weer en sterrenkunde.
Golfen,
rondom het Biesbosch gebied is er een golfcourse te vinden, waar menig golfer zijn slag kan slaan. Met 18 holes en een groot clubhuis kun je er lekker ontspannen.
Vissen,
ook zijn er voorzieningen getroffen voor de sportvissers, er zijn verschillende vissteigers aangelegd. De mogelijkheid bestaat om met een roei- of elektrisch bootje te gaan vissen, die je bij het bezoekerscentrum kunt huren.
Rondvaarten, het hele jaar worden er rondvaarten georganiseerd via het bezoekerscentrum. Sommige zijn puur gericht op de natuurbeleving, andere hebben een meer recreatief of feestelijk karakter.
Skiën,
zelf skiën behoord tot de recreatiemogelijkheden van de Biesbosch. De piste van 150 meter is te vinden bij Skicentrum Drechtsteden.
Rondom de piste liggen een wielerparcours en een Mountainbike parcours.
Aantal
De Biesbosch trekt jaarlijks ongeveer 800.000 bezoekers. Het bezoekerscentrum werd in 2001 door ongeveer 90.000 mensen bezocht.
Toerisme speelt een belangrijke rol in de Biesbosch, er komen gemiddeld 2200 bezoekers per dag. Om natuur en recreatie goed met elkaar te laten samengaan, gebruikt men een zoneringssysteem. Dit laat zien dat de natuur op de eerste plaats komt, en dat de toeristen zich moeten aanpassen aan de Biesbosch, niet andersom.
Waterwinning

In het hart van de Brabantse Biesbosch liggen de drie spaarbekkens van het Waterwinningbedrijf Brabantse Biesbosch (WBB). Dit bedrijf levert sinds 1973 drinkwater voor de productie van drink- en industriewater in Zuid-West-Nederland.
Vanaf het WBB-bedrijfsterrein aan de Petrusplaat wordt iedere seconde meer dan 5500 liter natuurlijk gezuiverd water naar de afnemers gepompt, 24 uur per dag, 365 dagen per jaar, jaar in jaar uit. De spaarbekkens van het WBB dragen de namen van de landbouwpolders die voor de aanleg van de bekkens moesten wijken. Petrusplaat (106 hectare), Honderd en Dertig (219 hectare) en De Gijster (312 hectare). Zij worden gevuld met water uit de Maas.

Biotopen

Een biotoop is het gebied waar een dier het beste kan leven.

De 1700 hectare van de Biesbosch heeft een groot aantal biotopen. De meeste zijn in het wilgenvloedbos, daar staan dat gebied ook om bekend. Sommige bossen zijn pas 10 jaar geleden geplant omdat men de grienden niet meer onderhield. In andere delen van de Biesbosch groeien en echter al veel langen wilgen. Het leuke ervan is dat je in de bossen veel verschillende soorten en maten bomen kunt zien. De biotopen en rietgorzen geven de Biesbosch zijn kleur. De kleuren van het riet verandert met de seizoenen mee. De Biesbosch ziet er van boven heel kleurrijk uit.
Het hooiland is de enige biotoop waar nog mensen aan te pas komen. Door af en toe te grasmaaien blijven de hooilanden een prachtige biotoop. En in het voorjaar staan deze polders vol meet heel veer soorten mooie gekleurde bloemen.
Afsluiting

Zoooo….. Dit was mijn werkstuk over de Biesbosch. Ik vond het leuk om aan te werken en hoop dat ik een goed cijfer krijg. Ik heb ook veel van geleerd, u ook?

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.