Algemeen
China is het op 3 na grootste land van de wereld. Het land heeft een oppervlakte van 9.600.000 vierkante kilometer groot en heeft 1,2 miljard inwoners. Nederland is 40.844 vierkante kilometer groot en heeft bijna 16 miljoen inwoners. China is ongeveer 130 keer zo groot als Nederland en België samen. Van oost naar west is China meer dan 5000 kilometer lang, van noord naar zuid meer dan 5500 kilometer. China heeft veel buurlanden, dit zijn ze: Noord-Korea, Rusland, Kazachstan, Kirgizië, Tadzjikistan, de Volksrepubliek Mongolië, Afghanistan, Pakistan, India, Nepal, Bhutan, Birma, Laos en Vietnam. De kustlijn van China van noord naar zuid is ongeveer 18.000 kilometer. Deze kustlijn grenst aan de Bo Hai (Po Hai), de Huang Hai (Gele Zee), de Dong Hai (Oost-Chinese Zee) en de Nan Hai (Zuid-Chinese Zee). Deze zeeën grenzen weer aan de Grote- of Stille Oceaan. In de Zuid-Chinese Zee liggen de Chinese eilanden Hainan, Dong Sha, Zhong Sha, Xi Sha en Nan Sha.
Geschiedenis
China was heel vroeger een keizerrijk. Na de eenwording van het rijk in 221 voor Christus raakte China 2 keer onder vreemde heerschappij. De mongolen regeerden van 1230-1368 en de qin van de Mantsjoeren van 1644-1911 Na de val van het keizerrijk in 1911 volgde de Chinese republiek. In 1949 werd de volksrepubliek China gesticht en kwam er een communistische regering aan de macht. Die partij was van Mao Zedong. De verliezers, de nationalisten gingen naar het eiland Taiwan. Dat werd onafhankelijk. In de jaren ’60 leidde binnenlandse onrust tot de urele Revolutie. Mao heeft toen opnieuw de macht gegrepen.
Industrie:
China is het derde land ter wereld in de productie van steenkool, na de Verenigde Staten en de Sovjetunie. Het bezit ook grote olievoorraden in de onvruchtbare woestijnen in het noordwesten en staat daardoor op de vijfde plaats als olieproducerend land. Dit houdt in dat China genoeg eigen kolen en olie heeft, men is begonnen met de uitvoer van petroleumprodukten. China heeft grote voorraden bauxiet, uranium,wolfram en laagwaardig ijzererts. Ook bezit het voorraden goud, zilver en lood. De voornaamste industrieën zijn de chemische industrie, de textiel industrie, de metaal- en machine industrie, maar veel machines en installaties zijn verouderd. Het transport in China heeft een achterstand op de geindustrialiseerde landen. Veel wegen zijn weinig meer dan modderige paden die de dorpen met de markten verbinden. De laatste tien jaar heeft China een enorme economische groei doorgemaakt. Er werden namelijk vier speciale economische gebieden aangewezen, waar bedrijven konden deelnemen aan gezamenlijke ondernemingen. Deze gebieden lagen aan de kust en een ervan lag vlak bij Hongkong. De bedoeling was dat deze gebieden zouden dienen als een tussenstadium tussen het rijke Hongkong en de rest van China, want Hongkong hoort per 1 juli 1997 bij China.
Handel:
De verandering in de import voor de veranderingen leidde tot twee keer toe tot een enorme groei van de import uit ontwikkelde industrielanden, wat voor grote tekorten op de Chinese betalingsbalans zorgde. Lokale overheden, banken en fabrieken maakten gebruik om op grote schaal te investeren. De producten werden vervolgens met een winst van 100% tot 200% verkocht aan de binnenlandse markt. Het gevolg was een vermeerdering van schulden bij buitenlandse regeringen, internationale financiële instellingen en banken.
In de industrie zijn er ook dingen veranderd. Ze zijn op zoek naar ondernemers met nieuwe ideeën. Zo is in de loop van de jaren tachtig de mogelijkheden voor zelfondernemers om een eigen bedrijf op het platteland te beginnen toegenomen. In de instelling van de Special Economische Zones wordt uitgeprobeerd met nieuwe managementtechnieken, marktverhoudingen en arbeidsrelatie. De SEZ’s moeten buitenlandse investeringen aantrekken voor exportgerichte industrieën. In 1994 was het deel van de Chinese industrie in het nationaal inkomen duidelijk groter dan dat van de landbouw.
Klimaat
Het grootste gedeelte van China ligt in een gematigde klimaatzone met duidelijk te onderscheiden seizoenen, maar door de enorme oppervlakte van het land kent China een grote variatie aan regionale klimaten. De droge winters die het klimaat van China over het algemeen karakteriseren worden veroorzaakt door koude luchtmassa’s die zich vormen boven de hogedrukgebieden van het Aziatische continent.
In de winter waaien moessons veelal vanaf hogedrukgebieden boven Oost-Siberië naar het zuiden naar lagedrukgebieden boven de Stille Oceaan. Deze moessons brengen koude droge lucht in het hele land en alleen in het uiterste zuiden vriest het dan niet.
In de zomer waaien de moessons precies uit de tegenovergestelde richting. Het oosten, zuiden en zuidwesten van China worden dan vaak geteisterd door extreme regenval, waardoor overstromingen ontstaan die vaak grote schade aan land en bevolking toebrengen.
In de laatste weken van augustus en de eerste weken van september wordt de zuidoostkust van China vaak getroffen door tropische wervelstormen of ‘tyfoons’. Tyfoons (da feng = sterke wind) treffen China vaker dan enig ander land. Volgens Chinese maatstaven wordt een storm met kracht 8-11 beschouwd als een tyfoon. Ze kunnen tot 400 km het land binnendringen, hoewel dat een uitzondering is. Soms houden ze enkele dagen aan, maar meestal zijn ze na een paar uur is het grootste gevaar voorbij. Provincies als Quangdong en Fujian worden gemiddeld zeven keer per jaar door een tyfoon aangedaan.
De zuidelijke delen van de provincies Guangdong, Guangxi en Yunnan, plus Hongkong , Macao en het eiland Hainan, liggen in een tropische klimaatzone met zeer hete zomermaanden.
Reisbestemmingen op grote hoogte zijn in de winter erg koud en veel plaatsen zijn niet eens meer te bereiken.
Het noordoosten van China kent droge, hete zomers en lange, koude winters, en dit geldt ook voor de woestijngebieden van Binnen-Mongolië en Sinkiang. De rivier Amoer is ongeveer de helft van het jaar bevroren en Mohe is de koudste plaats van China en wordt daarom ook wel de ‘Chinese Noordpool’ genoemd. Hier zijn temperaturen van meer dan -50°C geen uitzondering en de gemiddelde januaritemperatuur ligt op -20°C.
De heetste plaats van China, Turpan, ligt ook in Binnen-Mongolië, en is tevens de laagst gelegen plaats van China.
Centraal-China kent hete, vochtige zomers met veel regen in de nazomeraanden. Aan de benedenloop van de Jangtekiang zijn de winters niet zo koud dan in het centraal gelegen Lössplateau en in de door bergen omgeven provincie Sichuan. Rond Beijing, Xi’an en Zhengzhou komen ’s winters en in het voorjaar af en toe zandstormen voor.
Op de hooglanden van Tibet en Qinghai (boven de 4000 meter) zijn de zomers kort en gematigd warm, terwijl de winters zeer koud kunnen zijn. De neerslaghoeveelheden zijn maar gering en de verschillen tussen de dag- en nachttemperaturen kunnen zeer groot zijn.
Het hoogland van Yunnan-Guizhou heeft een mild klimaat met warme zomers en koele winters. Het vriest er zelden en de neerslaghoeveelheden zijn gering.
Zuid-China heeft een subtropisch klimaat met over het hele jaar gezien gelijkmatige neerslaghoeveelheden. De zomers zijn lang, vochtig en heet; de winters koel, maar kort. Het eiland Hainan heeft een tropisch klimaat.
REACTIES
1 seconde geleden