Algemene informatie:
-Officiële naam: Volksrepubliek China
-Sinds 1949 een communistische staat
-Aantal inwoners:ruim 1,2 miljard
-Hoofdstad: Beijing (Peking)
-Grootste stad: Shanghai, 13,5 miljoen inwoners
-Hongkong was tot 1 juli 1997 een Britse kolonie. Behoort nu bij China.
-Tibet was tot 1951 een zelfstandig land. Daarna werd het Chinese provincie.
Bevolking:
Het aantal inwoners van China groeit snel. Door die snelle bevolkingsgroei moet men steeds meer voedsel verbouwen, kleding maken en huizen bouwen. Bovendien moet er voor al die mensen steeds meer werk komen, dat is haast niet meer bij te houden. Vandaar dat de Chinese regering zegt: 1 kind per gezin is genoeg. Als een gezin zich daaraan houdt, krijgt het een 1-kind-pas. Zo'n pas heeft veel voordelen. De ouders krijgen een hoger loon en meer vakantie. Het kind mag gratis naar de kleuterschool en krijgt als het oud genoeg is ook een baan. Voor een gezin met twee kinderen gelden deze voordelen niet. Ouders met drie kinderen moeten extra belasting betalen. Lang niet alle ouders houden zich aan de regel van een kind per gezin. Daarom wil de regering een pensioen - regeling in gaan voeren. Net als bij ons krijgen oude mensen dan geld van de staat. Dan zijn ze niet afhankelijk van hun kinderen.
Mensen in China hebben weinig leefruimte. Dat komt doordat veel plekken ongeschikt zijn om te gaan wonen. In het noorden bijvoorbeeld ligt de Gobi woestijn. Ook in de bergen wonen weinig mensen. De meeste mensen wonen langs de kust, of langs rivieren.
Hoe reis je naar China?
Je kunt op drie manieren naar China reizen. Het kan met de trein, per schip en met het vliegtuig.
Als je met de trein vanuit Utrecht vertrekt, ga je eerst via Berlijn en Warschau naar Moskou. In Moskou moet je de transsiberische spoorlijn nemen om verder naar het oosten te reizen. Je moet vijf dagen onafgebroken rijden om in Siberië de stad Oelanbator te bereiken. Van hier kan je dan de trein naar Peking nemen. Zo'n treinreis van Utrecht naar Beijing duurt minstens een week.
Per Schip vertrek je uit Rotterdam. Je vaart dan eerst naar Lissabon. Daar gaat de reis via de Straat van Gibraltar en de Middellandse Zee naar Alexandrie. Daarna moet je door de Rode zee naar de Indische Oceaan varen. Via Singapore en Manilla bereik je dan Shanghai. De zeereis van Rotterdam naar Shanghai duurt een maand.
Met het vliegtuig vertrek je van Schiphol. Je vliegt dan eerst naar Athene en dan naar Hongkong. De vliegreis van Schiphol naar Hongkong duurt zo'n 24 uur.
Industrie:
De Chinese industrie ontwikkelt zich snel en wordt moderner. In steden zoals Sjanghai en Hongkong is veel zware industrie. Er worden daar veel grote producten gemaakt.
Sjanghai is een belangrijke handels- en industriestad. Dat is te danken aan de gunstige ligging aan de mond van de Jangtsekiang. De stad is bereikbaar voor zeeschepen uit de hele wereld. Over de Jangtsekiang heeft Shanghai een goede verbinding met een groot deel van het Chinese binnenland. Sjanghai is een stad van het uiterste. Vooral het verschil tussen het moderne centrum en de oude wijken valt op. In het centrum zijn moderne kantoorgebouwen en brede winkelstraten. In de oude wijken is alles veel rommeliger. In de smalle straatjes zijn honderden kleine werkplaatsen en winkeltjes. Ook de manier waarop de mensen wonen is heel verschillend. Naast de dichtbevolkte oude wijken zijn er de laatste tijd grote flatgebouwen gebouwd.
In China hoeven bedrijven minder loon te betalen aan mensen die in fabrieken werken, dan in Nederland. Daarom worden veel producten in China gemaakt. Je ziet dan ook vaak op producten uit een Nederlandse winkel staan: ‘Made in China’. Want dat betekent: ‘Gemaakt in China’.
Het Chinees schrift:
In Nederland leer je op school de 26 letters van het alfabet. Als je deze 26 letters kent, kun je lezen en schrijven. In China is dat heel anders: Daar leer je op school geen letters. Dat komt, omdat in China beeldschrift wordt gebruikt. Geschreven woorden bestaan niet uit een aantal letters, maar uit één of enkele tekeningen. Het woord zon wordt geschreven als een tekening van een berg. Zulke tekeningen heten Karakters. Vroeger waren karakters meestal tekeningen die goed herkenbaar waren. Tegenwoordig niet meer. Om sneller te kunnen schrijven, zijn ze veranderd en vaak lijken ze helemaal niet meer op wat ze moeten voorstellen. Ook komt het voor dat niet één, maar meerdere karakters een woord vormen.
Chinese Muur:
China’s beroemdste bouwwerk is ongetwijfeld de Chinese Muur. De muur werd gebouwd om de Chinese staten te beschermen tegen nomadische ruitervolken uit het noorden. Lang niet alle stukken van de Chinese Muur waren met elkaar verbonden. De Hunnen vormden een grote bedreiging voor de Chinese staten. Daarom gaf de keizer van China de opdracht om alle gedeelten van de muur met elkaar te verbinden. Zo kon hij zijn rijk beter beschermen. Er werd 10 jaar aan de muur gewerkt. Honderdduizenden jonge mannen werden gedwongen mee te werken. Honderd jaar later waren de Hunnen nog altijd niet verslagen. De keizer liet de muur opnieuw uitbouwen, richting het westen van China. Nu was de muur 1000 kilometer lang!
Chinees nieuwjaar:
Chinees nieuwjaar wordt gevierd op de eerste dag van de maanmaand van de Chinese jaartelling. Daarom is de datum steeds anders, maar wel altijd tussen 21 januari en 20 februari. Voor meer dan een miljard mensen over de hele wereld is het de belangrijkste feestdag van het jaar. Van tevoren maakt iedereen zijn huis goed schoon en lost lopende schulden af. Messen, scharen en naalden gaan achter slot en grendel. Zo kunnen ze niet per vergissing het geluk van het nieuwe jaar kapot maken. In de kamers staan bloemen en op rode papierstroken worden gelukwensen geschreven. Op de avond zelf moeten de kwade geesten verjaagd worden. Omdat die bang zijn voor de gelukskleur rood, voor vuur en voor lawaai, steken de mensen ontzettend veel roodgekleurd knalvuurwerk af Op straat dansen draken en leeuwen. Kinderen hebben nieuwe kleren aan en buigen voor hun ouders die hun geluksgeld geven in rode enveloppen. Ze mogen zoveel snoepen als ze willen en ze krijgen op nieuwjaarsdag nooit straf.
Klimaat:
Doordat China zo groot is, zijn er verschillende klimaten:
In de droge Gobi-woestijn (dat ligt in het noorden van China) groeit bijna niets. In de Takla-Makanwoestijn (noordwesten) groeit in sommige gebieden wel gras en regent het af en toe. Dat zijn de steppen. Er wonen nomaden: mensen die in tenten wonen en rondtrekken met hun vee. De Noord-Chinese laagvlakte heeft aan drie kanten bergen. Daar kan het in de winter wel 40 graden vriezen, en ‘s zomers heel warm zijn. Daar wordt heel veel graan verbouwd.
Ook in het zuiden van China zijn veel bergen. Maar daar is het klimaat tropisch: altijd warm en veel regen. De grond is er erg vruchtbaar. Er wordt veel rijst verbouwd en de boeren kunnen soms wel drie keer per jaar oogsten.
In het zuidwesten ligt een beroemd gebergte: de Himalaya. Tussen deze bergen liggen hoogvlakten. Het is daar altijd koud en er wonen niet veel mensen. Tibet is zo'n hoogvlakte. De Tibetanen wonen op 3000 meter hoogte.
Vrije tijd:
Chinese mensen hebben niet veel vrije tijd. Ze werken vaak vijftig uur per week. Er zijn niet veel feestdagen. En ze hebben maar drie weken per jaar vakantie. En thuis is er ook altijd werk: weinig mensen hebben geld voor een wasmachine of een stofzuiger. Als ze wel tijd hebben, gaan ze vaak naar de film. In elke stad zijn bioscopen. En in dorpen draait de film gewoon buiten. Steden hebben veel grote, mooie parken. Oude mannen komen met hun vogelkooitjes graag naar het park en houden vogelzangwedstrijden. Kinderen kunnen er tafeltennissen. In alle parken staan betonnen tafels, de batjes en balletjes neem je zelf mee. Tafeltennissen kan in China trouwens overal, want het is echt een nationale sport.
Veel oudere Chinezen zijn dol op de Chinese opera. Dat is zang, dans, toneel, muziek en acrobatiek tegelijk. Jonge mensen gaan er niet meer zo graag heen, omdat er tegenwoordig veel andere dingen te doen zijn. Zij gaan liever naar de disco. En raad eens wat de grootste hobby in China is... postzegels sparen!
Sterrenbeelden:
Je kent vast wel onze sterrenbeelden, 12 tekens, voor elke maand één: Steenbok, Waterman, Vissen, Ram, Stier, Tweelingen, Kreeft, Leeuw, Maagd, Weegschaal, Schorpioen, Boogschutter. De Chinese astrologie heeft ook 12 tekens: Rat, Os, Tijger, Konijn, Draak, Slang, Paard, Geit, Aap, Haan, Hond en Varken. Maar elk teken geldt voor een jaar, in plaats van vier weken zoals bij ons. En je teken wordt niet alleen bepaald door je geboortedag, maar ook door je geboortejaar. Het jaar 2000 was het jaar van de Draak, 2001 is het jaar van de Slang, 2002 is het jaar van het Paard, 2003 is het jaar van de Geit, 2004 is het jaar van de Aap.
REACTIES
1 seconde geleden
N.
N.
heel goed gedaan meis een goede inhoud
groetjes nathalie
20 jaar geleden
Antwoorden