Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Canada

Beoordeling 6.1
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 2e klas vmbo | 3557 woorden
  • 22 oktober 2003
  • 281 keer beoordeeld
Cijfer 6.1
281 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Algemeen: Ontario is de op een na grootste provincie van Canada. Ontario heeft een oppervlakte van 1.068.587 vierkante km. Er wonen 8,7 miljoen Canadezen (een derde van de totale bevolking) en daarmee is Ontario de dichtstbevolkte provincie van het land. Canada is het grootste land van het westelijk halfrond en het is het op een na grootste land ter wereld, alleen de Sovjet-Unie is groter. Het Canadese grondgebied beslaat 9.976.680 vierkante km. Het bestaat uit immense wouden, weidse vruchtbare vlakten, uitgestrekte rotsachtige bergstreken en in het noordpoolgebied bijna maagdelijke wildernis (toendra’s). Canada is 242 maal zo groot als Nederland, 227 maal zo groot als België en 40 maal zo groot als de Duitse Bondsrepubliek of Groot-Brittannië. De Canadese bevolking telt maar 24 miljoen zielen. De hoofdstad van Canada is Ottawa en de hoofdstad van Ontario is Toronto. Het ligt allemaal heel ingewikkeld met Canada, twee hoofdsteden en twee provincies. Canada heeft maar een direct aangrenzend buurland: de Verenigde Staten. Klimaat: In noordelijk Ontario heersen strenge winters met veel sneeuwval, in de zomermaanden is het warm. Zuidelijk Ontario heeft een aangenamer klimaat, vooral dankzij de matigende invloed van de Great Lakes (grote meren). De zomers zijn er warm en niet al te koud. Er valt ‘s winters behoorlijk wat sneeuw, hetgeen ideale condities voor wintersportactiviteiten schept b.v. skiën, schaatsen enz. Grote skigebieden liggen bij Barrie, Bethany, Bolton, Caledon, Collingwood, Guelph, Huntsville, Kenora, Kimberly, Kitchener, London, Mansfield, Ottawa, Sault Ste, Marie, Sudbury, Thunder Bay en in de omgeving van Toronto. Januari en februari zijn de beste wintersportmaanden. De gemiddelde dagtemperatuur in enkele steden in Ontario: Kenora Minimum graden C. Maximum graden C. Januari -22 -12

April -2 8
Juli 14 25
Oktober 2 9
Ottawa Minimum graden C. Maximum graden C. Januari -16 -6
April -1 10
Juli 14 27
Oktober 3 13
Thunder bay Minimum graden C. Maximum graden C. Januari -19 -8
April -3 7
Juli 11 23
Oktober 2 11
Toronto Minimum graden C. Maximum graden C. Januari -8 -1
April 3 11

Juli 16 27
Oktober 6 14 De Bevolking: Met zijn bevolking van 24 miljoen zielen heeft Canada een geringere bevolkingsdichtheid dan een ander land van een dergelijke omvang. Canada’s naaste buur, de Verenigde Staten, heeft bijvoorbeeld een tien maal zo grotere bevolkingsdichtheid, op een oppervlakte die maar even kleiner is dan die van Canada. Ongeveer 85% van alle Canadezen woont op minder dan 165
Km van de Canadees-Amerikaanse grens. Duizenden jaren voordat de eerste blanken er voet aan wal zette, werd Canada al bewoond door Indianen en Inuit. Inuit betekent in het Eskimo’s indianen. Nu zijn ongeveer 283.000 Canadezen geregistreerd als Indianen. Ze zijn verdeeld over zo’n 570 stammen en wonen ongeveer in 2300 reservaten. In Canada worden 54 verschillende Indiantentalen en dialecten gesproken. Het merendeel van de Indianen woont in de provincie Ontario, Manitoba, Saskatchewan, Alberta en British Columbia en in het Yukon Territory. Het merendeel van de Canadezen heeft een Britse of Franse afkomst. Ongeveer een kwart miljoen Canadezen zijn van oorsprong Nederlander. Hoewel bijna driekwart van de bevolking in steden en grotere gemeenten woont, heeft Canada maar een paar grote steden. Ottawa, de hoofdstad, telt 600.000 inwoners. Montreal en Toronto zijn met achtereenvolgens 2,9 en 2,8 miljoen inwoners de grootste steden van het land. Andere belangrijke bevolkingscentra zijn: Vancouver (1,2 miljoen inwoners),Winnipeg (600.000 inwoners), Edmonton (580.000 inwoners), Calgary (575.000 inwoners) en Victoria en Halifax met elk 250.000 inwoners. Beknopte geschiedenis: In het land dat nu Canada is, woonden duizenden jaren geleden al Eskimo’s en Indianen. De Eskimo’s waren inheems in de arctische kuststreken van het Noord-Amerikaanse continent en in delen van Groenland en Noordwest-Siberië. De Indianen kwamen ongeveer vijfendertig duizend jaar geleden vanuit Azië naar Noord-Amerika. Ongeveer in het jaar 1000, vijf eeuwen voordat Columbus in 1492 de nieuwe wereld ontdekte, bereikten Noorse zeevaarders als eerste blanken het huidige Noord Canada. Archeologen hebben in de provincie Newfoundland, vlak bij L’anse-aux-meadows, resten van een viking bederzetting gevonden, die uit die tijd dateert. De franse ontdekkingsreiziger Jacques Cartier (1491-1557) ontdekte in 1534 de St. Laurence River Valley. In 1535 bezocht Cartier ook de gebieden waar nu de steden Quebec en Montreal liggen, maar hij vestigde er geen nederzettingen. De gebieden werden toen bewoond door stammen van de Irokezen en de Algonkins. In 1604 arriveerden onder leiding van Samuel de Champlain een eerste groep echte kolonisten. Ze vestigden zich op Dochet Island in de St. Croise River, maar trokken een jaar later naar Port Royal. De Hudson baai werd in 1610 ontdekt en erkent door de engelse ontdekkingsreiziger Henry Hudson. Hij ontdekte de baai tijdens zijn zogenaamde speurtocht naar de noord westelijke doorvaart. Na Hudson hebben veel andere ontdekkingsreizigers vastgesteld dat de doorvaart niet bestond. En toch bleek dat de doorvaart bestond. Hij werd in de 19e eeuw ontdekt door poolreizigers. In 1969 volbracht de tankerijsbreker Manhattan als eerste koopvaardijschip de noordwestelijke doorvaart. In de 17e eeuw nam de bevolking van nieuw frankrijk zeer langzaam toe. In 1675 hadden zich in het gebied dat direct onder in de franse kroon kwam 8500 fransen gevestigd, een eeuw later telde de franse bevolking er nog geen 70.000 zielen. In 1791 vaardigde Groot-Brittannië de Constitutional Act uit. Quebec werd verdeeld in twee provincies: Opper Canada (of brits Canada) dat later de provincie Ontario zou worden en de neder Canada of frans Canada, de latere provincie Quebec. In 1793 stak Alexander Mackenzie de Rocky Mountains over en bereikte als eerste de grote oceaan. Tussen de Verenigde Staten en Groot-Brittannië brak in 1812 opnieuw oorlog uit over enkele omstreden gebiedsdelen. Deze zogenaamde oorlog van 1812 eindigde in december 1814. Beide partijen gaven elkaar de veroverde gebieden terug. Op 1 juli 1867 werd Canada west de provincie Ontario en Canada oost werd de nieuwe provincie Quebec. In 1873 sloot prins Edward Island zich bij het Dominion Canada aan. In 1874 werden de Northwest Territories – met onder andere al het land tussen de provincies Manitoba en British Colmumbia – een bestuurlijke eenheid. In 1898 en 1905 werden het Yukon Territory en de provincies Alberta en Saskatchewan uit de Northwest Territories losgemaakt. En in 1949 werd Newfoundland, de tiende provincie van de huidige federatie Canada. In 1896 werd in het Yukon Territory, vlak bij de grens met Alaska, goud gevonden. Het nieuws van de vondst werd al gauw bekend gemaakt en duizenden mensen wisten het zo. Toen in augustus 1914 de eerste wereldoorlog uitbrak kwam Engeland Canada te hulp en stuurde troepen naar Europa. Aan de zijde van de geallieerden vochten meer dan 600.000 Canadezen van wie er 60.000 sneuvelden. Dank zij zijn rol in de eerste wereldoorlog – en het moedige optreden van de troepen – vond Canada steeds meer erkenning als volwaardige natie. Van 1943 tot 1945 vochten Canadese groepen tegen Italië, Frankrijk, België, Nederland en Duitsland. In de jaren vijftig en het begin van de jaren zestig waren tussen Frans Canada en Frankrijk nauwe culturele banden aangeknoopt. Op 22 mei 1979 werd Yoe Clark, leider van de progressieve conservatieve partij, de nieuwe premier van Canada. Economie: 1. Algemeen: Canada heeft een hoog ontwikkelde markteconomie, die erg hecht verbonden is met de economie van de Verenigde Staten. Met een bruto Nationaal Product van bijna 20.000 dollar ( is ongeveer 31.600,00 gulden) behoort Canada tot de rijkste landen van de wereld. Vroeger was in Canada overwegend landbouw, pelshandel en bosbouw en nu is het land een van de belangrijkste industrielanden ter wereld. Het land heeft vele hulpbronnen, vooral de bodemschatten zijn van grote betekenis. De kapitaalbehoefte is zeer groot. Deze werd in het verleden het meeste door Groot-Brittannië gedekt, nu echter door de Verenigde Staten. Geen ander ontwikkeld land is zo afhankelijk van zijn buurland als Canada, bijna alle activiteiten, behalve landbouw, worden betaald met Amerikaans geld. De Canadese overheid kan slecht een zelfstandige economische politiek voeren. Van de beroepsbevolking (61% van de totale bevolking) was in 1994 4% werkzaam in de landbouw, 22% in de industrie en handel en 74% in de dienstensector. 2. Landbouw: De landbouw, berust op het sterk gemechaniseerde farmbedrijf, waar producten worden gemaakt voor de binnenlandse markt en in toenemende maten voor de uitvoer. Van de cultuurgrond wordt 90% ingenomen door grote bedrijven. Het agrarische kerngebied wordt gevormd door de provincies Alberta, Saskatchewan en Manitoba. Landbouwproducten komen voornamelijk uit Zuid-Ontario en Zuid-Quebec, uit de bergdalen van British Columbia en uit de Atlantische provincies, waar de bedrijven kleiner zijn. De landbouwproductie is in de jaren tachtig nog verder verminderd, het aantal bedrijven nam af, maar de gemiddelde grootte nam sterk toe. Het aantal mensen dat werkt in de landbouw nam af, terwijl de productie steeg. Het belangrijkste product is tarwe. Op de wereldmarkt is Canada een van de grootste tarweproducenten en uitvoerders. Na tarwe is het belangrijkste product haver, daarop volgen gerst, gemengde granen, maïs en rogge. Belangrijk is ook de teelt van aardappelen en die van oliehoudende gewassen (vlas en raapzaad), terwijl peulvruchten, suikerbieten, groenten, tabak, voedergranen en fruit (appelen, peren, pruimen, kersen) eveneens een rol spelen. De fruitteelt is voornamelijk in Zuid-Ontario en het zuiden van British Columbia. Gebieden met een sterke veehouderij zijn Ontario en Quebec, omdat daar een grote bevolkingsdichtheid is, zijn er veel afzetmogelijkheden voor vlees en zuivelproducten. Het fokken van slachtvee (runderen, varkens, schapen) vindt echter grotendeels plaats in Alberta en Saskatchewan..
3. Visserij: De visserij verschafte in het midden van de jaren tachtig, werk aan ongeveer 60.000 beroepsvissers, waarvan tweederde zijn beroep uitoefent aan de Atlantische kust, ongeveer 20% aan de westkust, de overigen vissen in de binnenwateren. Een belangrijke visgrond is de Newfoundlandbank aan de Atlantische kust, deze levert bijna 70% van de totale visproductie, de Pacifische kust levert ruim 20% van de visproductie, en op de binnenwateren, vooral op de Grote Meren en de Manitobameren, leveren de rest van de visproductie. De meest gevangen soorten zijn vooral kabeljauw en haring (Atlantische kust), zalm (Pacifische kust), baars, steur en forel. 4. Pelsjacht: De jacht op pelsdieren vormde lange tijd, Canada’s grootste economische hulpbron. Het jagen wordt grotendeels opgeheven ten gunste van het fokken van pelsdieren op farms, voornamelijk in Zuid-Canada. De farms produceren vooral nerts-, chinchilla-, en zilvervossenbont. De belangrijkste gejaagde pelsdieren zijn bevers, lynxen, bisamratten, vossen, eekhoorns, visotters, marters en zeehonden. Mede als gevolg van een Europese boycot is de zeehondenvangst begin jaren tachtig gedaald. In 1987 maakte de regering een einde aan de jacht op jonge zeehonden. De jacht op oudere dieren gaat gewoon door. 5. Bosbouw: Bijna 45% van de landoppervlakte is met bossen bedekt, die van de oost- tot de westkust een ongeveer 1000 tot 2000 km brede gordel vormen. Dit gebied bestaat voornamelijk uit verschillende soorten naaldhout en dit wordt voor ongeveer drievierde uitgevoerd. Canada is de grootste uitvoerder op het gebied van hout en houtproducten van de wereld. Het grootste deel wordt verwerkt tot rondhout, zaaghout, houtpulp en papier. Het houttransport naar de verwerkingscentra, gebeurt vooral via rivieren op grote vlotten. Een echte Canadese vorm van bosbouw, voornamelijk beoefend in Quebec, is de winning van ahornsuiker, uit het sap van de ahornboom. 6. Mijnbouw en energievoorziening: Canada is een van de belangrijkste mijnbouwgebieden ter wereld. In alle provincies in Ontario, Alberta, Quebec en British Columbia, worden minerale grondstoffen gemaakt. Canada is de eerste wereldproducent van nikkel, zink, zilver en asbest en behoort tot de belangrijkste wereldproducenten van kalium, molybdeen, gips, uraan, zwavel, titaanconcentraten, platina, aluminium, goud, koper en ijzererts. Ongeveer 90% van de mijnbouwproductie wordt uitgevoerd. Steenkool komt in grote hoeveelheden voor, met name ten behoeve van de groeiende Japanse markt, daar gaat 95% van de kolenuitvoer naar toe. Op het gebied van delfstoffen is de aardolie-industrie het belangrijkste, gevolgd door aardgas. De winning van deze producten gebeurt voor 90% in Alberta. Een groot aantal oliepijpleidingen en aardgasleidingen zorgen voor het transport hiervan. Canada beschikt over een groot vermogen aan waterkracht. De grootste waterkrachtcentrale ter wereld is de Hydro-Quebec, met een vermogen van meer dan 5300 MW. In 1967 werd de eerste commerciële atoomcentrale in Douglas Point aan het Huronmeer in gebruik gesteld. 7. Industrie: De industrie heeft zich na 1945 snel ontwikkeld, vooral door de energiebronnen, met name aardolie. De belangrijkste tak van industrie is de metaalverwerkende. Centrum voor deze industrie is Ontario, andere centra zijn Sydney, Winnipeg, Edmonton en Vancouver. Van groot belang is de fabricage van transportmiddelen. Uraan wordt geraffineerd in Port Hope, nikkel in Port Colborne. Belangrijke centra voor metaalindustrie zijn Trail (lood, zilver, zink), Flin Flon (koper, zink, cadmium) en Copper Cliff (koper, goud en zilver). Op de grote rijkdom aan hout is een aantal belangrijke industrieën gebaseerd: namelijk houtzagerijen, papier-, cellulose-, kunstzijde- en meubelindustrie. Deze bevindt zich voornamelijk aan de westkust. Canada is de eerste wereldproducent van krantenpapier, en de tweede van houtpulp. Ten slotte is de voedingsmiddelenindustrie van belang, voornamelijk in de landbouwgebieden. De belangrijkste onderdelen hiervan zijn slachterijen, conservenindustrie (vis, fruit en groenten) en de bereiding van dranken.
8. Handel: Canada behoort tot de belangrijkste industriële handelsnaties. De handelsbalans vertoont doorgaans een overschot. De betalingsbalans geeft echter een minder rooskleurig beeld van de Canadese Economie. Verreweg de belangrijkste importeur van Canadese producten is de Verenigde Staten, gevolgd door Japan, Groot-Brittannië, Duitsland en Italië. De voornaamste exportgoederen zijn motorvoertuigen en onderdelen, aardolie en aardgas, hout en houtslijp, krantenpapier, tarwe en machines. Ingevoerd worden onder andere aardolie, machines, auto’s, elektrische apparaten, voedingsmiddelen en chemische producten. De belangrijkste leveranciers zijn de Verenigde Staten, Groot-Brittannië, Japan, Duitsland en de andere EU-landen. 9. Verkeer: De Saint Lawrence Seaway, die Canada’s belangrijkste industriegebied met de Atlantische Oceaan verbindt, is de meest gebruikte binnenwaterweg voor transport en van groot belang voor de economie. De belangrijkste zeehavens aan de Atlantische zijde zijn Montreal, St. John’s en Halifax, aan de Grote Oceaan zijn dat Vancouver en Victoria. Van groot belang is ook het uitgebreide pijpleidingennetwerk. Ruggengraat van binnenlands verkeer en vervoer is het spoorwegnet. Dit is 93.554 km lang. De grootste spoorwegmaatschappijen zijn Canadian National Railways en de Canadian Pacific Railways, zij bezitten behalve 90% van de spoorwegen, ook luchtlijnen, autowegen en hotels. Het vliegverkeer vormt voor veel plaatsen in het hoge noorden de enige verkeersverbinding. Het binnenlandse luchtverkeer is dan ook zeer vertakt (meer dan 100 vliegvelden). Intercontinentaal luchtverkeer wordt verzorgd door Air Canada, dit is een overheidsbedrijf, en Canadian Airlines, dit is particulier bezit. De belangrijkste internationale luchthavens zijn, Vancouver, Montreal, Toronto enHalifax. Geografie: 1. Landschap: Canada kan ruwweg in vier landschappen worden verdeeld: in het noorden het noordelijke landijs- en toendragebied, ten zuiden daarvan het beboste Canadese schild, ten westen daarvan de prairies en in het uiterste westen de Coast Mountains en de Rocky Mountains. Het Canadese schild wordt vanaf het noorden diep ingesneden door de Hudson Bay, waarin vele rivieren uitmonden. De laagvlakte rond de baai is moerassig. Het schild bestaat uit oude gesteenten, die door erosie zijn afgevlakt tot plateaus, die niet hoger dan 600 m. boven de zeespiegel liggen. Het oostelijk gedeelte van het schild wordt beheerst door de Grote Meren. De bodem bestaat uit leem-, zand- en kiezelgronden. Het landschap is heuvelachtig. In het westen van Canada lopen evenwijdig aan de kust enkele gebergteketens, waarvan de Rocky Mountains het bekendst zijn. De hoogste top van de Rockies is de Mount Robson (3954 m.). Dichter bij de kust liggen de Coast Mountains. Dit gebergte daalt steil in zee af, de riviermindingen bestaan uit diepe fjorden. In het noorden bij de grens met Alaska ligt de Mount Logan, met 6050 m., de hoogste berg van Canada. 2. Flora en Fauna: Naast de uitgestrekte toendragebieden in het noorden, die tot aan de Noordelijke IJszee reiken, en het naaldbosgebied ten zuiden hiervan, komen in de Atlantische provincies en bij de Grote Meren gemengde bossen en loofbossen voor. Veel voorkomende soorten zijn dennen, sparren, beuken, eiken, berken en esdoorns. Het blad van de rode esdoorn is het nationale embleem geworden. De dierenwereld vertoont overeenkomsten met die van Eurazië. De trekduif is door de jacht volledig uitgeroeid, de bizon en de gaffelantilope zijn sterk in aantal verminderd. Samenleving: 1. Bevolkingsgroepen: De oorspronkelijke bewoners van het land, Indianen en Eskimo’s, maken nog slechts 1,4% van de bevolking uit. De Canadezen zijn bijna allemaal immigranten: 36% uit Groot-Brittannië, 32% uit Frankrijk, 16% uit Aziatische landen en de rest van elders, met name uit andere Europese landen. De bevolking van Quebec bestaat ongeveer voor 80% uit Canadezen van Franse afkomst, in Newfoundland is bijna de gehele bevolking geboren uit Britse voorouders en de Aziaten wonen vrijwel allemaal in British Columbia en Ontario. De Indianen en Eskimo’s wonen vooral in de Northwest Territories en Yukon. Bij de volkstelling van 1991 gaven 370.800 inwoners van Canada op dat zij een Indiaanse vader hadden. Ongeveer 70% van hen woont in reservaten. De resterende groep Indianen woont in het lege noorden. Zij leven van de jacht en visserij. Het nomadische bestaan hebben zij echter opgegeven. Er leven nog ongeveer 26.000 Eskimo’s in Canada, voornamelijk in het noorden van Quebec. De Eskimo’s worden steeds meer gedwongen hun zwervende bestaan in te ruilen voor de westerse levenswijze. De Eskimo’s in het noordoosten van Canada houden nog vast aan hun eigen cultuur. Zij spreken alleen in de Eskimotaal (Inukitut) en leven van de jacht op de ijsberen, zeehonden, walvissen en walrussen. In de winter wonen ze in half onder de grond gebouwde huizen van aarde, hout, steen of sneeuw; in de zomer in tenten.
2. Godsdienst: De voornaamste religieuze groeperingen in Canada zijn: rooms-katholieken (47%); United Church of Canada (16%); Anglicanen (10%); overige groepen, protestanten (10%). 3. Sociale voorzieningen: Ongeveer 30% van de begroting is bestemd voor gezondheids- en welzijnszorg. De regering draagt de verantwoordelijkheid voor kinderbijslag, werkloosheidsuitkeringen, oorlogsveteranen- en pensioenuitkeringen. Voor andere bijstands- en welzijnsuitkeringen zijn de provinciale of gemeentelijke overheden verantwoordelijk. 4. Gezondheidszorg: In 1968 trad het Medical Care Programme in werking als aanvulling op het Hospital Insurance Programma. Deze nationale ziektekostenverzekering houdt in dat de regering de helft van de ziektekosten betaalt die voor rekening van de provincies komen. Het voorziet in een veelomvattende gezondheidszorg die voor alle inwoners van alle provincies van Canada gelijk is. De gemiddelde levensverwachting bedroeg in 1993: 78 jaar. De zuigelingensterfte was 7 per 1000 levendgeborenen. Er was 1 arts op 450 inwoners. 5: Onderwijs: Het onderwijs behoort tot de taak van de overheden van de provincies. Uitzonderingen daarop zijn de scholen voor Indianen en Eskimo’s, die onder de regering vallen. De regering steunt ook het hoger beroepsonderwijs en de wetenschappelijke opleidingen. Het verplichte basisonderwijs neemt – afhankelijk van de provincie – 7 of 8 jaar in beslag, het voortgezet onderwijs (high school) 3 tot 5 jaar. De taal waarin les wordt gegeven is Engels of Frans. Canada telt 69 universiteiten en 203 instituten (colleges) waar les wordt gegeven op universitair niveau. 6.Media: Bijna alle Canadese huishoudens hebben de beschikking over radio, televisie en telefoon. Er zijn zowel Franstalige als Engelstalige radio- en televisiestations. De publieke omroep, CBS verzorgt programma’s op twee televisiestations en vier radiozenders. De ongeveer 100 dagbladen zijn wat betreft hun informatie en verspreiding regionaal en lokaal. Een uitzondering is de “Toronto Globe and Mail”, die iedere dag via satellieten naar regionale drukkerijen wordt geseind. Twee uitgeverijen zijn verantwoordelijk voor bijna de helft van de totale dagelijkse oplage.
7. Bestuur: Canada is een federale parlementaire democratie. Staatshoofd is hoofd van het Britse Gemenebest, de Britse koningin. Op papier is de door de koningin benoemde Gouverneur-generaal het hoofd van de regering, maar in de praktijk is het de minister-president. Deze stelt het kabinet samen. De premier is de leider van de grootste partij in het Lagerhuis. Het parlement bestaat uit twee kamers: de Senaat en het Lagerhuis. De Senaat bestaat uit maximaal 112 leden, die benoemd worden de Gouverneur-generaal, op voordracht van de premier. Senatoren mogen niet ouder zijn dan 75 jaar en dienen minimaal 4000 Canadese dollars te bezitten. Het Lagerhuis bestaat uit 301 leden die met een districtenstelsel gekozen worden. De premier bepaalt wanneer verkiezingen gehouden worden, maar het Lagerhuis mag niet langer dan vijf jaar aanblijven. Er zijn tien provincies in Canada namelijk Alberta, British Columbia, Manitoba, New Brunswick, Newfoundland, Nova Scotia, Ontario, Prince Edward Island, Quebec en Saskatchewan. Elke provincie heeft een luitenantgouverneur, die door de Gouverneur-generaal benoemd wordt. De feitelijke macht berust bij de premier van de provincie, die de leider is van de grootste partij in de provinciale raad. Bezienswaardigheden: 1. Niagara falls: Havenstad in de Canadese provincie Ontario aan de Niagara rivier vlak bij de Niagara watervallen; wonen 75.000 inwoners. (in 1991). Stad in de Amerikaanse staat New York aan de Niagara tegenover Niagara falls (Canada) heeft 62.000 inwoners. Belangrijke bestemming voor toerisme, de meeste bezienswaardigheden staan in het New York State Niagara Reservation (1885) De stad Niagara falls dankt zijn bekendheid aan de gelijknamige watervallen, die als een van de fraaiste natuurwonderen van Noord-Amerika worden beschouwd. De Zuid-Nederlandse missionaris Louis Hennepin was de eerste blanke die de Niagara falls zag (1678) en beschreef. In feite zijn er 2 steden Niagara falls, die tegenover elkaar op de oevers van de rivier liggen. Het Canadese Niagara falls heeft een bevolking van 72.000 zielen en het Amerikaanse, in de staat van New York, heeft 82.000 zielen. De Niagara-waterval, liggen tussen het Eriemeer en het Ontariomeer op de grens tussen de Verenigde Staten en Canada. Door het Geiteneiland wordt de waterval in twee vallen verdeeld. Over een breedte van 900 m. en 300 m. storten de geweldige watermassa’s met donderend geraas 50 m. naar beneden. Het razen van de beide vallen is 60 km. ver te horen.. De naam Niagara zou “donder der wateren”betekenen. Bij de waterval is de grootste waterkrachtcentrale ter wereld, waar een stroom van meer dan 7 miljoen kW wordt opgewekt, zoveel als alle krachtstations in Zwitserland, Noorwegen en Frankrijk samen. De scheepvaartweg door de St.-Laurens loopt om de Niagara heen via het Wellandkanaal met zijn acht sluizen, die de schepen in acht uren tijds op een 108 m hoger niveau brengen. 2. Rocky Mountains: De Rocky Mountains (rotsgebergte) zijn de bekendste in Canada. Het is een uitgestrekt bergland in het westen van Noord-Amerika. Het is tot 4400 m hoog en helt naar het oosten steil af. De Rocky Mountains zijn rijk aan delfstoffen: namelijk goud, zilver, ijzererts, koper, lood, aardolie en steenkool. In Canada liggen ze voornamelijk in de provincies Brits Columbia en Alberta, daar komen veel verschuivingen voor en in het noorden gletsjers. De hoogste top is 3954 m.

REACTIES

E.

E.

er staat bij de bevolking'
een ''GERINGERE bevolkingsdichtheid"

17 jaar geleden

M.

M.

ik vind het een mooi werkstuk goed gedaan

18 jaar geleden

S.

S.

thx door dit heb ik een 10

6 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.