De Bosjesmannen of San zijn een naakt, hongerig volk, klein van bouw en met een gele huid. Het enige dat ze gemeen hebben met de andere negride rassen is hun kroezelhaar dat in plukjes bij elkaar staat. Deze plukjes noemt men ook wel fil fil. Verder lijken ze op Aziatische mensen, met de plooien rondom hun ogen zoals de Mongolen dat ook hebben. Ze hebben een breed maar vlak gezicht met een kleine neus. Door het stof, het zweet en de brandende zon wordt hun huid donkerder tot een koperkleurig bruin. Onder hun armen is de gele kleur zichtbaar. De baby’s hebben een bleke roze kleur. Bosjesmannen hebben lange en magere armen en benen. De mannen zijn gebouwd om te lopen: ze hebben veel spieren en fijne botten. Ze lijken vaak jonger dan ze in werkelijkheid zijn.
Bosjesmannen dragen dierenhuiden. Mannen dragen alleen een lendendoek van leer en vrouwen een klein schort van leer en een groot kleed van aan elkaar genaaide dierenvellen. Ook dragen ze een grote cape gemaakt van een dierenhuid, rond hun middel gebonden met een touw. Deze is rond de schouder geknoopt waarbij een buidel gevormd wordt om een baby in mee te dragen. Deze zak wordt ook gebruikt om uitgeblazen struisvogeleieren mee te vervoeren waar water in zit. Bosjesmannen zijn een erg keurig volk: ze houden hun kleren strak om zich aangespannen en hoewel hun haren niet echt geknipt moeten worden omdat hun gekrulde haren vanzelf afbreken, houden ze toch hun haren heel kort. Witte kralen gemaakt van struisvogeleierschalen dragen ze in hun haren en rond hun armen en knieën binden ze de kralen als kleine bandjes. Soms dragen ze lederen sandalen, maar meestal zijn hun harde bruine voeten bloot.
Opmerkingen. Er zijn nu 30 000 à 50 000 Bosjesmannen, die onderverdeeld zijn in verschillende talengroepen. Deze talen zijn aan elkaar en aan die van de Hottentotten verwant. Men noemt ze de Khoisan?talengroep. Typisch voor deze talen zijn de clickgeluiden. Een clicktaal heeft scherpe plofjes en clickjes die met de tong gevormd worden in verschillende delen van de mond, gecombineerd met een vlaag adem. Dit is moeilijk te verstaan en nog moeilijker om uit te spreken omdat het kleinste foutje de betekenis van een woord volledig kan veranderen. Fouten zijn dus snel gemaakt. Dat is ook de reden waarom niet?Bosjesmannen het moeilijk hebben om deze taal te leren, en waarom ze dikwijls verkeerd verstaan worden als ze eenmaal de taal geleerd hebben.
*5) De muziek van de Bosjesmannen uit de Kalahari Woestijn stamt uit de 25.000 jaar oude inheemse cultuur. Zij geloven dat hun muziek de bovennatuurlijke werking heeft om de gemeenschap door ritme te genezen.
..Bijvoorbeeld in we*6) De Bosjesmannen zijn één van de meest primitieve volkeren die er op onze aarde leven. Toch bezitten de meeste groepen een paar metalen voorwerpen die ze niet gesmolten of gesmeed hebben. Hun Bantoe?buren hebben hen deze voorwerpen verhandeld. De Bosjesmannen gebruiken zachte metalen voor het maken van enkele werktuigen zoals messen, pijlpunten en kleine bijlen. Ze hameren het metaal als het koud is in de gewenste vorm. De andere voorwerpen maken ze uit hout of botten, gras en vezels en de dingen die ze op de vlakte vinden. Ze graven wortels op en plukken bessen om op te eten, omdat ze geen oogst hebben.De woestijn is te droog om buiten de natuurlijke planten nog iets te laten groeien. Bosjesmannen hebben al snel al het voedsel dat op een bepaalde plaats te vinden is opgegeten en moeten dan verder trekken.
Er is niet genoeg water om vee drinken te geven. Daarom hebben Bosjesmannen geen huisdieren. In plaats van het houden van een kudde jagen ze met dunne pijlen naar antilopen. Op hun pijlen doen ze een sterk vergif, gemaakt van een bepaalde larve. Ze eten een cactusplant, de hoodia, die hun hongergevoel onderdrukt als ze het tijdens het jagen een tijdje zonder voedsel zitten. Jagen is erg moeilijk; in de open vlaktes rondtrekken is hard werken en de antilopen zijn snel. Maar als ze het dier gevangen hebben, gebruiken ze er ook alles van. Het grootste deel van het vlees wordt gedroogd om het te bewaren. Zo kan het enkele weken bewaard worden, maar vroeg of later zal toch het laatste stukje opgegeten worden. Zelfs de slijmerige binnenkant van de neusgaten en het kraakbeen uit de oren wordt opgegeten. Soms eten ze de huid op, soms maken ze er kleren van. Als de botten van de antilope niet allemaal zijn gebroken, gebruiken ze er stukjes van in hun pijlpunten om een volgende antilope te schieten.
Bij het jagen houden de Bosjesmannen elkaar door middel van gebaren op de hoogte. De meeste zijn nabootsingen van de opvallendste kenmerken van de verschillende dieren.
Bosjesmannen trekken door de vlaktes op zoek naar voedsel. Door hun levenswijze hebben ze geen dorpen nodig om in te leven. Ze bouwen dan ook geen sterke hutten Ze maken kleine koepels van gras en takken voor zichzelf, zo hebben ze schaduw voor hun hoofd. De wind blaast die koepels wel snel om. Soms doen ze zelfs niet eens de moeite om nog iets te bouwen, maar steken ze gewoon stokjes in de grond om te laten zien dat ze daar zitten. Ze slapen naast de stokjes en leggen hun bezittingen erbij. Dit betekent dan dat dat hun huizen zijn.
Hoewel Bosjesmannen een rondreizend volk zijn en daardoor nergens lijken thuis te horen, heeft iedere groep zijn eigen territorium. De grenzen worden gerespecteerd door de rest. Elke groep kent zijn eigen territorium ook erg goed. Hoewel het gebied een paar vierkante kilometers groot kan zijn, kennen de Bosjesmannen die er wonen alle kenmerken van hun gebied.Ze hebben elk gebied, hoe klein ook, een naam gegeven.
De Bosjesmannen wonen in kleine tijdelijke hutten met de vorm van een halve cirkel. De hutten worden gebouwd rondom die van de hoofdman, die de beste plek heeft. De ongetrouwde mannen hebben een eigen hut. Zo’n halve kilometer verder is een inwijdingskamp.
De machtverdeling van de Bosjesmannen is niet ingewikkeld. Ze hebben geen bazen of koningen, alleen een hoofdman die eigenlijk bijna hetzelfde is als de mensen die hij leidt. Soms heeft de groep ook helemaal geen hoofdman. Een leider is niet echt nodig omdat de Bosjesmannen in als familie rondtrekken met meestal rond de twintig personen. Bosjesmannen zijn polygaam; het is een gebruik dat mannen zoveel vrouwen mogen hebben als ze kunnen onderhouden. Hoe goed hij met pijl en boog kan schieten bepaalt dus hoeveel vrouwen hij heeft. Meestal kan een man slechts één vrouw onderhouden. Soms gebeurt het wel dat hij er twee heeft. Dit zijn dan vaak zussen. Door die polygamie zijn er in een groep vaak meer vrouwen dan mannen. Een familie, een man, zijn vrouw of vrouwen en hun kinderen is de enige vaste groep. Verder splitsen de groepen altijd op en trekken ze weer verder met andere groepen. Een Bosjesman zal of met zijn bloed of door een huwelijk verwant zijn met de groep. Iemand die niet op deze wijze iets met de groep te maken heeft zal, net als een onbekende, verdacht en gevreesd worden. Hun land en de dieren erin zorgen voor verbeelding bij de Bosjesmannen. Ze houden ervan om ‘s avonds mythes en verhalen te vertellen terwijl ze dicht bij elkaar zitten en de wind zachtjes waait. Zo is er bijvoorbeeld het verhaal van hoe de zebra aan zijn strepen komt:
Het volgende gebeurde lang geleden toen dieren nog maar pas op aarde waren, het weer erg heet was en er slechts een beetje water in de poelen stond. Eén van deze poelen werd bewaakt door een baviaan die beweerde dat hij de ‘god van het water’ was en iedereen verbood om uit die plas te drinken.
Toen een zebra en zijn zoon naar het water kwamen om te drinken, sprong de baviaan die bij zijn vuur zat op. ‘Ga weg indringers’, brulde hij. ‘Dit is mijn poel en ik ben de god van het water.’
‘Het water is voor iedereen, niet alleen voor jou, apenkop’, schreeuwde de zoon van de zebra terug. ‘Als je hem wil, moet je er voor vechten’, riep de baviaan in woede. Een ogenblik later waren de twee verwikkeld in een gevecht. Ze sprongen naar alle kanten tot de zebra met een krachtige trap de baviaan tussen de rotsen achter hen deed belanden. De baviaan belande met een smak op zijn achterste en vanaf die dag heeft hij een kale plek op die plaats. De zebra wankelde achterwaarts door het vuur van de baviaan, dat hem verschroeide en daarbij strepen op zijn witte vacht achter liet. Door de schok galoppeerde de zebra naar de vlaktes, waar hij sindsdien is gebleven. De baviaan en zijn familie bleven echter hoog tussen de rotsen waar ze goed opletten voor elke vreemdeling en ze hun staarten naar omhoog houden om de genezing van hun kale plek vergemakkelijken.
Bron: *3/4/6) http://afrikaansebevolking.fateback.com/3_Volkeren/1_khoisanvolken.html
REACTIES
1 seconde geleden
L.
L.
Ik vind dit niet erg goed. Je hebt een verhaal en niet verdeelde verhalen over verschillende onderwerpen.
8 jaar geleden
AntwoordenS.
S.
slecht dit
8 jaar geleden
AntwoordenA.
A.
Hoe zijn ze gekleed de bosjesmannen???
8 jaar geleden
AntwoordenA.
A.
Kleren bv.: t-shirt, broek en zo... .
8 jaar geleden
Antwoorden