Monotheïsme

Beoordeling 3.8
Foto van een scholier
  • Vertaling door een scholier
  • Klas onbekend | 5473 woorden
  • 3 september 2003
  • 48 keer beoordeeld
Cijfer 3.8
48 keer beoordeeld

De drie fundamenten en haar bewijzen en de vier basisregels voor het pure monotheïsme

Door Sheikh Mohammed Ibn ‘Abdel-Wahhaab
vertaald door Abou Sayfoullah Al-Maghriebie

In de naam van Allah de Barmhartige de Genadevolle

Inhoudsopgave

De drie fundamenten en haar bewijzen
Het eerste fundament
Het tweede fundament
Het derde fundament

Vier basisregels voor het pure monotheïsme
Eerste regel
Tweede regel
Derde regel
Vierde regel

De drie fundamenten en haar bewijzen

Weet (moge Allah u genade schenken) dat het verplicht is voor ons om vier zaken te kennen:

1. Kennis hebben over wie Allah is, wie Zijn profeet is en het kennen van de islamitische religie en ook de bewijsvoeringen. 2. Ernaar te handelen. 3. Ernaar uitnodigen. 4. Volharden bij het verkondigen ervan.

Het bewijs hiervan zijn Zijn Woorden (Verheven is Hij), waarbij Hij zegt: “Bij de tijd. Voorwaar, de mens lijdt zeker verlies. Behalve degenen die geloven en goede daden verrichten en elkaar aansporen tot de Waarheid en elkaar aansporen tot geduld.” As-shaafie’ie (moge Allah hem genadig zijn) heeft gezegd: “Als Allah geen ander motief naar Zijn schepselen neer gezonden had, dan zou deze Soerah voldoende voor hen zijn.” Al-Boekhaarie (moge Allah hem genadig zijn) heeft gezegd: “Het boek der kennis gaat vóór de uitspraak en het praktiseren.” Het bewijs hiervan is Zijn bewoording (Verheven is Hij), waarbij Hij zegt: “Weet dat er geen god is dan Allah en vraag om vergeving voor jouw zonden.” Hij, de Verhevene, gebood om als eerste te beginnen met het vergaren van kennis en daarna het uit te spreken en het in praktijk te brengen.

Weet (moge Allah u genade schenken) dat het voor een moslim en moslima verplicht is om zich bewust te zijn van de volgende drie zaken en ernaar te handelen:

1. Dat Allah ons geschapen heeft en voorzien heeft van allerlei voorzieningen en Hij heeft ons niet verwaarloosd. Hij heeft een boodschapper naar ons gezonden, degene die hem gehoorzaamt zal het Paradijs betreden en degene die hem ongehoorzaam is zal het hellevuur betreden. Het bewijs hiervoor is Zijn bewoording (Verheven en Geprezen is Hij), waarbij Hij zegt: “Voorwaar, Wij hebben een boodschapper tot jullie gezonden als getuige over jullie, zoals Wij tot Fir’awn een boodschapper zonden. Toen was Fir’awn de boodschapper ongehoorzaam, waarop Wij hem grepen met een verschrikkelijke greep.”

2. Dat het niet hoort om een deelgenoot toe te kennen aan Allah in Zijn aanbidding; geen enkele engel noch een gezonden profeet. Het bewijs hiervoor is dat Allah zegt: “En voorwaar, de moskeeën behoren aan Allah toe: roept dan naast Allah niet één aan.”

3. Dat het degene die de profeet gehoorzaam is en de eenheid van Allah alleen erkent, niet toegestaan is om loyaal te zijn aan degenen die Allah en Zijn boodschapper ongehoorzaam zijn, ook al is het een naast familielid. Allah (de Verhevene) zegt hierover: “Jij vindt geen volk dat in Allah en in de Laatste Dag gelooft dat degenen die Allah en Zijn boodschapper tegenstreven bevriend, ook al zijn het hun vaders, of hun zonen of hun broeders of hun stamgenoten. Zij zijn degenen bij wie Hij het geloof in hun harten heeft geschreven en Hij versterkt hen met hulp van Hem, en Hij doet hen Tuinen binnengaan waar de rivieren onder door stromen. Zij zijn daarin eeuwig levenden. Allah heeft welbehagen aan hen en zij hebben welbehagen aan Hem. Zij zijn degenen die van de groep van Allah zijn. Weet: voorwaar, de groep van Allah is de winnaar.”

Weet (moge Allah u leiden naar Zijn aanbidding) dat de h’anafieyyah de religie van Ibrahiem is (vrede zij met hem), het duidt aan dat men Allah met zuiver geloof moet aanbidden, en dat is de boodschap die Hij de gehele mensheid heeft bevolen en daarvoor heeft Hij hen geschapen, zoals Allah (de Verhevene) zegt: “En Ik heb de djinn en de mens slechts geschapen om Mij te aanbidden.” De betekenis van aanbidding hier is het erkennen van Zijn Eenheid. Voorwaar, het grootste bevel dat Allah bevolen heeft is de Tawh’ied: dit is het toewenden van aanbidding aan Allah. De grootste zaak die hij verafschuwt en verboden heeft is As-shirk, wat het aanbidden en aanroepen van iemand anders naast Hem inhoudt. Het bewijs hierop zijn de woorden van Allah, waarbij Hij zegt: “En aanbidt Allah en kent Hem in niets een deelgenoot toe.”

Als u gevraagd wordt: wat zijn de drie fundamenten die ieder mens dient te weten?

Geef dan als antwoord dat de dienaar zijn Rabb (Heer), religie en de profeet Mohammed moet kennen.

Het eerste fundament

Het kennen van de Rabb.

Als u de vraag gesteld krijgt: “Wie is jouw Rabb?” Geef dan als antwoord: “Mijn Rabb is Allah, Die mij en alle werelden geschapen heeft en die zijn grootgebracht door Zijn Genade. Mijn aanbidding is alleen voor Hem, aan niemand anders wend ik de aanbidding.” Het bewijs hiervoor is dat Allah (de Verhevene) heeft gezegd: ”Alle lof zij Allah, de Heer der Werelden.” Alles buiten Allah behoort tot de werelden en ik ben één van de werelden.

Als je de vraag gesteld krijgt: “Hoe ben je erachter gekomen dat je Rabb bestaat?” Geef dan als antwoord: “Middels Zijn tekenen en schepselen en tot Zijn tekenen behoort de avond en de dag, de zon en de maan. Wat ook tot zijn schepselen behoort, zijn de zeven hemelen en de zeven aarden en wat erin zit.” Het bewijs hiervoor is dat Allah gezegd heeft: “En tot Zijn Tekenen behoren de nacht en de dag, en de zon en de maan. Knielt jullie niet neer voor de zon en niet voor de maan, maar knielt jullie neer voor Allah, Degene Die hen heeft geschapen, als jullie alleen Hem aanbidden.” Hij heeft ook gezegd: “Voorwaar, jullie Heer is Allah, Degene Die de hemelen en de aarde in zes dagen (perioden) heeft geschapen. Vervolgens zetelde Hij zich op de Troon. Hij doet de nacht de dag bedekken, die hem haastig najaagt: en de zon, de maan en de sterren zijn aan Zijn bevel onderworpen. Weet, dat scheppen en bevelen aan Hem is voorbehouden. Gezegend zij Allah, de Heer der werelden.”

De Rabb is Degene Die aanbeden wordt. Het bewijs hiervoor is dat Allah gezegd heeft: “O mensen, aanbidt jullie Heer, Degene Die jullie en degenen voor jullie heeft geschapen. Hopelijk zullen jullie (Allah) vrezen. Degene Die de aarde voor jullie heeft gemaakt tot een tapijt en de hemel tot een gewelf en Hij zendt water uit de hemel neer, waarmee Hij vervolgens vruchten voortbrengt als voorziening voor jullie. Kent daarom geen deelgenoten toe aan Allah, terwijl jullie (het) weten.”

Ibn Kathier (moge Allah hem genadig zijn) heeft gezegd: ”De Schepper van deze schepselen is Degene Die het recht heeft om aanbeden te worden, de aanbiddingsoorten die Hij heeft bevolen zijn bijvoorbeeld, de Islaam, imaan, ih’saan. Wat ook tot aanbidding behoord is doe’a-e (smeekbedes), vrees en hoop hebben in Hem, vertrouwen in Hem, het streven naar het Paradijs en vrees hebben van de Hel, khoeshoo’ en het nederig zijn aan Hem, hulp en steun zoeken bij Hem, het slachten van dieren namens Hem, en het afleggen van eden en andere soorten aanbiddingvormen die Allah bevolen heeft, alle aanbiddingen behoren alleen aan Allah toe. Het bewijs hiervoor is dat Allah zegt: ”En voorwaar, de moskeeën behoren aan Allah toe: roept dan naast Allah niet één aan.”

Degene die een deel van deze aanbidding aan iemand anders naast Allah richt, is een ongelovige polytheïst. Het bewijs hiervoor is dat Allah de Verhevene zegt: ”En wie een andere god aanroept naast Allah, waarvoor hij geen bewijs heeft: voorwaar, zijn afrekening is bij zijn Heer. Voorwaar, de ongelovigen zullen niet welslagen.”

De boodschapper van Allah heeft gezegd: “Doe’a is aanbidding.” Het bewijs is dat Allah zei: ”En jullie Heer zei: “Roept Mij aan, Ik zal jullie verhoren. Voorwaar, degenen die te hoogmoedig zijn om Mij te aanbidden zullen de Hel binnengaan als vernederden.”

Het bewijs voor vrees voor Allah, is dat Allah de Verhevene zegt in de Qor-aan: “Wees daarom niet bang voor hen, wees bang voor Mij, indien jullie gelovigen zijn.” Het bewijs voor de hoop in Allah is dat Allah zegt: ”Wie dan hoopt op de ontmoeting met zijn Heer: laat hem goede daden verrichten en laat hem bij de aanbidding van zijn Heer niet één deelgenoot toekennen.” Het bewijs voor het vertrouwen in Allah is dat Allah zegt: “En stelt jullie vertrouwen op Allah, indien jullie gelovigen zijn.” En ook zegt Hij: “En (voor) wie op Allah vertrouwt, is Hij voldoende.”

Het bewijs voor liefde, vrees en nederigheid is dat Allah de Verhevene zegt: “Voorwaar, zij wedijverden in goede daden en riepen ons aan, verlangend (naar Onze Genade) en vol ontzag (voor Onze bestraffing). En zij waren nederig tegenover Ons.”

Het bewijs voor ontzag is dat Allah zegt: ”En vrees hen daarom niet, maar vrees Mij, opdat Ik Mijn gunst aan jullie zal vervolmaken. En hopelijk zullen jullie rechte leiding volgen.” Het bewijs voor onderdanigheid is dat Allah heeft gezegd: ”En keer terug tot jullie Heer.” Het bewijs voor steun en hulp is dat Allah zegt: “U alleen aanbidden wij en U alleen vragen wij om hulp.” En in een overlevering staat: “Als je hulp zoekt, zoek het dan bij Allah.” Het bewijs voor het zoeken naar toevlucht bij Hem is dat Allah de Verhevene zegt: “Zeg: “Ik zoek bescherming bij de Heer der dageraad.” En ook: “Zeg: ”Ik zoek bescherming bij de Heer van de mensen.” Het bewijs voor het vragen voor bemiddeling is dat Allah de Verhevene zegt: “Toen jullie je Heer (bij de Slag van Badr) om hulp vroegen en Hij jullie verhoorde.” Het bewijs voor het offeren van dieren is dat Allah de Verhevene zegt: “Zeg: ”Voorwaar, mijn salaat, mijn offers, mijn leven en mijn sterven zijn opgedragen aan Allah, Heer der Werelden. Hij heeft geen deelgenoten, en dat is mij bevolen (te verkondigen), en ik ben de eerste van de moslims.” En uit de Soennah: “Allah vervloekt degene die voor iemand anders dan Allah (een dier) offert.” Het bewijs voor het afleggen van eden is dat Allah de Verhevene zegt: ”Zij vervulden hun geloften. En zij vreesden een Dag waarvan het kwaad verschrikkelijk is.”

Het tweede fundament

Bewust zijn van wat de Islaam is, met de bewijzen.

Islaam is overgave aan Allah door Zijn Eenheid te erkennen, gehoorzaamheid aan Zijn Bevelen en vermijding van Shirk (polytheïsme) en haar aanhangers. Islaam bestaat uit drie gradaties: Islaam, imaan en ih’saan en iedere gradatie heeft haar zuilen.

De eerste gradatie: de vijf zuilen van de Islaam zijn: het getuigen dat er geen godheid bestaat naast Allah en dat Mohammed Zijn boodschapper is, het verrichten van het gebed, het betalen van de zakaat, het vasten in Ramadaan en het bezoeken van het Huis (bedevaart). Het bewijs voor de getuigenis is dat Allah de Verhevene zegt: “Allah getuigt dat er geen god is dan Hij en (ook) de Engelen en de bezitters van kennis, standvastig in de gerechtigheid. Er is geen god dan Hij, de Almachtige, de Alwijze.” De betekenis hiervan is dat niemand naast Allah aanbeden mag worden. “Er is geen god” is een ontkenning van al hetgeen wat naast Allah aanbeden wordt, “dan Hij” is een erkenning dat de aanbidding alleen aan Hem toebehoort, dat Hij de Enige is Die geen deelgenoten heeft in Zijn aanbidding, zoals Hij geen deelgenoten heeft in Zijn macht. Dit wordt verduidelijkt doordat Allah zegt: ”En (gedenkt) toen Ibrahiem tot zijn vader en zijn volk zei: “Voorwaar, ik ben niet verantwoordelijk voor wat jullie aanbidden. Behalve (voor mijn aanbidding van) Degene Die mij heeft geschapen: voorwaar, Hij zal mij leiden. En hij maakte het (getuigen van de eenheid van Allah) tot een blijvend woord onder zijn nakomelingen. Hopelijk zullen zij terugkeren.” En ook: “Zeg: ”O lieden van de schrift, komt tot een gelijkluidend woord tussen ons en jullie: dat wij niemand dan Allah aanbidden en dat wij niets naast Hem tot deelgenoot maken en dat wij elkaar niet als heren naast Allah plaatsen: Als zij zich dan afwenden, zegt dan: “Getuigt dat wij ons (aan Allah) overgegeven hebben.”

Het bewijs dat Mohammed de boodschapper is van Allah, is dat Allah de Verhevene zegt: “Voorzeker, er is een boodschapper tot jullie gekomen uit jullie eigen midden. Zwaar voor hem is jullie lijden, vurig wenst hij het goede voor jullie, voor de gelovigen is hij liefdevol en barmhartig.” De betekenis van de getuigenis dat Mohammed de boodschapper is van Allah, is dat hij gehoorzaamd dient te worden in zaken die hij bevolen heeft en hetgeen wat hij bekend gemaakt heeft, geloven in hetgeen wat hij verboden heeft verklaard en wat hij verafschuwt vermijden, en dat Allah niet aanbeden wordt behalve met hetgeen dat legitiem is verklaard.

Het bewijs voor het gebed en de zakaat en de uitleg van de Tawh’ied is o.a. dat Allah de Verhevene zegt: ”Zij werden niets anders bevolen dan Allah met zuivere aanbidding te aanbidden, als H’oenafa. En (ook) de salat te verrichten en de zakaat te geven en dat is de rechte godsdienst.” Het bewijs voor het vasten is dat Allah de Verhevene zegt: ”O jullie die geloven, het vasten is jullie verplicht, zoals het ook verplicht was voor hen vóór jullie, hopelijk zullen jullie (Allah) vrezen.” Het bewijs voor de H’adj is: ”En Allah heeft voor de mensen de bedevaart verplicht gesteld, (voor hen) die in staat zijn daarheen op weg te gaan. En wie ongelovig is: Allah heeft geen behoefte aan de werelden.”

De tweede gradatie: Al-imaan. Dit bevat iets meer dan zeventig onderdelen. De hoogste in rang is het zeggen van “laa iellaaha iella llaah” en de laagste in rang is het weghalen van obstakels van de weg. Schaamte is een onderdeel van de imaan. De zuilen van de imaan zijn zes: dat je gelooft in Allah, Zijn engelen, Zijn Boeken, Zijn boodschappers, de Dag des Oordeels en het geloven in de lotbestemming en het goede en het slechte ervan. Het bewijs voor deze zes zuilen is dat Allah de Verhevene gezegd heeft: “Het is geen vroomheid dat jullie je gezichten naar het oosten en het westen wenden, maar vroom is wie gelooft in Allah en het Hiernamaals en de engelen en de schriften en de profeten.” Het bewijs dat voor de lotsbestemming geldt is dat Allah gezegd heeft: ”Voorwaar, Wij hebben alle zaken volgens een bepaalde maatgeving geschapen.”

De derde gradatie: al-ih’saan. Deze bevat maar één zuil en deze is “het aanbidden van Allah net of als je hem ziet en als je Hem niet ziet, weet dan dat Hij jou wel ziet.” Het bewijs hiervoor is dat Allah de Verhevene zegt: ”Voorwaar, Allah is met degenen die (Hem) vrezen en met degenen die weldoeners zijn.” En ook “En vertrouw op de Almachtige, de Meest Barmhartige. Degene Die jou ziet als jij staat (te bidden). En jou bewegingen (ziet) onder de knielenden. Voorwaar, Hij is de Alhorende, de Alwetende.” En ook dat Hij zegt: “En jij houdt je niet met een zaak bezig, en niets draag jij daarover van de Qor-aan voor, en jullie verrichten geen werk, of Wij zijn over jullie Getuigen wanneer jullie daarin verdiept zijn.” Het bewijs uit de Soennah is de algemeen bekende h’adith van Djibriel (vzmh) die overgeleverd is door ‘Omar , hij zei: “Toen wij op een dag bij de boodschapper van Allah zaten, verscheen er een man voor ons, in stralend witte kleren en met gitzwarte haren, aan wie niet te merken was dat hij een lange reis afgelegd had. Niemand van ons kende hem. Hij ging voor de profeet zitten, met zijn knieën tegen die van de profeet en met zijn handen op zijn dijen en zei: “O Mohammed, vertel me wat Islaam is?” De profeet antwoordde: “Islaam houdt in dat je getuigt, dat er geen god is dan Allah en dat Mohammed de boodschapper van Allah is, dat je het gebed verricht, de zakat betaalt, tijdens de maand Ramadaan vast en de bedevaart naar het Huis Verricht, als je daartoe in staat bent.” Waarop hij zei: “U heeft juist gesproken.” Wij waren verbaasd dat hij hem eerst iets had gevraagd en daarna het antwoord bevestigde. Daarna zei hij: “Vertel mij wat imaan is?” Hij antwoordde: “Het houdt in dat je gelooft in Allah, in Zijn engelen, in Zijn Boeken, in Zijn profeten en in de Laatste Dag en dat je gelooft dat zowel het goede als het slechte voorbeschikt is.” “U heeft juist gesproken,” zei hij, en daarna: “Vertel mij wat ih’saan is?” Hij antwoordde: “Het houdt in dat je Allah aanbidt alsof je hem ziet en als je hem niet ziet, besef dat hij jou wel ziet.” Toen zei hij: “Vertel me over het uur?” Hij antwoordde: “Daarover weet de ondervraagde niet meer dan de vrager.” Vervolgens zei hij: “Vertel me dan over de tekenen ervan?” Hij antwoordde: “Dat de slavin haar meester zal baren en dat je ziet dat op blote voeten lopende, naakte en behoeftige schaapherders met elkaar wedijveren in het bouwen van hoge huizen.” Hierna ging hij (de vreemdeling) weg en ik bleef daar enige tijd zitten, totdat hij (de profeet ) me vroeg: “O ‘Omar, weet jij wie die vragensteller was?” Ik antwoordde: “Allah en Zijn boodschapper weten het ’t beste.” “Het was Gabriël,” zei de profeet . “Hij kwam om jullie je godsdienst te leren.”

Het derde fundament

Ervan bewust zijn wie jullie profeet Mohammed is.

Hij is Mohammed, zoon van ‘Abdoellah Ibn ‘Abdoel-Moettalieb Ibn Haashiem. Haashiem was een lid van de stam van Qoeraysh, en Qoeraysh was een Arabische stam. De Arabieren zijn de afstammelingen van Ismaa’iel, de zoon van Ibrahim Al-Khalil (moge Allah’s genade en zegeningen met hen zijn en met onze profeet). Mohammed had een leeftijd van 63 jaar bereikt, 40 jaar ervan was voor de periode van zijn profeetschap en 23 jaar heeft hij als profeet en boodschapper geleefd. Hij was als profeet aangesteld door de openbaring van iqra-e: “lees” (Soerat al-‘Alaq (96)), en werd boodschapper verklaard door hem Al-Moeddatthier (te openbaren). Hij werd geboren te Mekkah en emigreerde naar Al-Madinah. Allah heeft hem gestuurd om tegen shirk te waarschuwen en zodat hij naar de Tawh’ied uitnodigt. Het bewijs hiervoor is dat Allah de Verhevene zegt: “O jij ommantelde. Sta op en waarschuw. En prijs de grootheid van jouw Heer. En reinig jouw kleding. En vermijd de zondigheid. En geef niet om meer te ontvangen. En wees geduldig omwille van jouw Heer.” De betekenis van “Sta op en waarschuw” is het waarschuwen tegen shirk en verkondigen en uitnodigen naar de Tawh’ied. “En prijs de grootheid van jouw Heer”: prijst Hem door Tawh’ied toe te passen. “En reinig jouw kleding”: d.w.z vermijd shirk in jouw handelingen. “En vermijdt de zondigheid” (Arabisch: “Wa r-riedjza fahdjoer”): Ar-riedjz zijn de standbeelden, “hdjoerha – laten, vermijden” is het laten en afstand nemen ervan en van degenen die haar aanhangen.

Hij bleef tien jaar uitnodigen naar de Tawh’ied. Na het 10de jaar maakte hij de reis naar de hemel, waarbij de vijf gebeden op hem verplicht werden gesteld. Hij heeft het gebed drie jaar lang in Mekkah verricht. Daarna werd hij bevolen om te emigreren naar Al-Madinah.

De emigratie is de emigratie uit het land van het polytheïsme naar het land der Islaam. Emigratie is een plicht voor deze Oemmah uit het land van het polytheïsme naar het land der Islaam. Deze zal blijven bestaan totdat het Uur plaatsvindt. Het bewijs hiervoor is dat Allah de Verhevene zegt: “Voorwaar, (tot) degenen waarvan de zielen door de engelen worden meegenomen, en die onrechtvaardig tegenover zichzelf waren, zeggen zij: “In wat voor toestand waren jullie (toen jullie stierven)?” Zij zeggen: “Wij waren de onderdrukten op aarde. ”Zij (de engelen) zeggen: “Was de aarde van Allah niet (zo) uitgestrekt dat jullie daarop hadden kunnen uitwijken?” Zij zijn degenen wiens verblijfplaats de Hel is. En het is de slechtste bestemming!” Behalve de onderdrukten van de mannen en de vrouwen en de kinderen die niet tot macht in staat zijn, en die geen weg kunnen vinden. Zij zijn het van wie Allah hopelijk (de fouten) zal uitwissen. En Allah is Vergevend, Vergevensgezind.” En ook zegt Hij, de Verhevene: “O Mijn dienaren die geloven; voorwaar, Mijn aarde is wijd, aanbidt daarom slechts Mij.” Al-Baghawie (moge Allah hem genadig zijn) heeft gezegd: ”De oorzaak van openbaring van deze aayah aan de moslims toentertijd die in Mekkah waren en nog niet geëmigreerd waren, Allah riep hen aan namens de imaan (geloof)”. Het bewijs uit de Soennah voor de emigratie is dat de profeet heeft gezegd: “De emigratie zal niet ophouden totdat berouw tonen ophoudt, en berouw zal niet ophouden totdat de zon opkomt van het westen.”

Toen hij zich vestigde in Al-Madinah, beval hij de rest van de islamitische wetgevingen, zoals de zakaat, het vasten, Al-H’adj (bedevaart), Al-djihaad (heilige strijd), Al-Aadaan (oproep tot het gebed), het verafschuwen van het slechte en andere islamitische plichten en regels. Dit nam in totaal tien jaar in beslag, hierna overleed hij en zijn religie bestaat tot de dag van vandaag nog steeds.

Deze religie laat geen enkele goede zaak liggen zonder deze Oemmah ernaar te verwijzen en geen slechte zaak zonder er tegen te waarschuwen. Het goede waarnaar het verwijst is de Tawh’ied en al hetgeen waarvan Allah houdt en waarover Hij tevreden is. En het slechte is al hetgeen waar hij tegen gewaarschuwd heeft en al hetgeen wat Allah afkeurt en verafschuwt.

Allah heeft hem gezonden naar de gehele mensheid en heeft de verantwoordelijken uit de djinn en de mensheid verplicht gesteld om hem te gehoorzamen, het bewijs hiervoor is dat Allah de Verhevene zegt: ”Zeg: “O mensen, voorwaar, ik ben de boodschapper van Allah voor jullie allen.” Met hem heeft Hij de religie vervolmaakt en het bewijs hiervoor is dat Hij de Verhevene zegt: ”Vandaag heb Ik jullie godsdienst voor jullie vervolmaakt en heb Ik Mijn gunst voor jullie volledig gemaakt en heb ik de Islaam voor jullie als godsdienst gekozen.”

Het bewijs dat de profeet overleden is, is dat Hij de Verhevene zegt: “Voorwaar, jij zult sterven en voorwaar, zij zullen sterven. Daarna zullen jullie op de Dag der Opstanding bij jullie Heer met elkaar redetwisten.” Wanneer de mensen overlijden, zullen zij de wederopstanding meemaken. Het bewijs hiervoor is dat Hij de Verhevene zegt: “Uit haar hebben Wij jullie geschapen en daarin zullen Wij jullie terug doen keren en daaruit zullen Wij jullie een andere keer opwekken.” En Hij zegt ook: “En Allah heeft jullie als schepselen voortgebracht uit de aarde. Daarna keert Hij jullie in haar terug en brengt Hij jullie eruit tevoorschijn.”

Na hun leven worden zij berecht en worden zij beloond naar hun daden, het bewijs hiervoor is dat Hij de Verhevene zegt: “Opdat Hij degenen die kwaad verrichtten zal vergelden voor wat zij deden en opdat Hij degenen die goed deden zal belonen met het beste (het Paradijs).”

Degene die de wederopstanding ontkent zal ongelovig worden, het bewijs hiervoor is dat Allah de Verhevene zegt: “Degenen die ongelovig zijn veronderstellen dat zij niet opgewekt zullen worden. Zeg: ”Welzeker, bij mijn Heer! Jullie zullen zeker opgewerkt worden en vervolgens zullen jullie op de hoogte gebracht worden van wat jullie bedreven hebben. En dat is voor Allah gemakkelijk.”

Allah heeft alle boodschappers gestuurd om naar het succes te verkondigen en als waarschuwers, het bewijs hiervoor is dat Allah de Verhevene zegt: “(Wij zonden) boodschappers als brengers van verheugende tijdingen en als waarschuwers opdat de mens geen excuus tegenover Allah zou hebben na de boodschappers.”

De eerste van hen is Noeh’ (vrede zij met hem) en de laatste is Mohammed . Het bewijs dat Noeh’ (vrede zij met hem) de eerste was, is dat Allah de Verhevene zegt: “Voorwaar, Wij hebben aan jou geopenbaard zoals Wij aan Noeh’ en de profeten na hem openbaarden.” Allah heeft naar ieder volk een boodschapper gestuurd vanaf het tijdperk van Noeh’ tot aan Mohammed, die hen bevolen om Allah alleen te aanbidden en hen verafschuwde en verboden om de thaaghoet te aanbidden. Het bewijs hiervoor is dat Allah de Verhevene heeft gezegd: “En voorzeker, Wij hebben aan iedere gemeenschap een boodschapper gezonden (die zei): “Aanbidt Allah en houdt afstand van de Thaagoet.”

Allah heeft al Zijn dienaren verplicht gesteld om de Thaagoet niet te aanbidden en te vermijden en in Allah te geloven. Ibn Al-Qayyiem (moge Allah hem genadig zijn) heeft gezegd: “At-thaagoet is al hetgeen waarmee de dienaar zijn grenzen overschrijdt door het te aanbidden, te volgen of te gehoorzamen.”

Er zijn te veel Thawaaghiet en er zijn vijf grote: Iblies (moge Allah hem vervloeken), degene die aanbeden wordt en die daarover tevreden is, degene die de mensen oproept om hem te aanbidden, degene die beweert iets te kennen van het onwaarneembare en degene die regeert met iets anders dan wat Allah geopenbaard heeft.

Het bewijs hiervoor is dat Allah de Verhevene zegt: “Er is geen dwang in de godsdienst. Waarlijk, de rechte leiding is duidelijk onderscheiden van de dwaling, en hij die de Thaaghoet verwerpt en in Allah gelooft: hij heeft zeker het stevigste houvast gegrepen.”

Dit is de betekenis van “laa ielaaha iella llaah”. In een overlevering staat het volgende: “De kern is de Islaam en de ruggengraat ervan is het gebed en de hoogste rang daarvan is de Djihaad op de weg van Allah.” En Allah weet het beste.

Vier basisregels voor het pure monotheïsme Allah de Almachtige, Heer van de Glorieuze Troon, ik bid dat Hij jou, beste lezer, zal leiden in deze wereld en de volgende; dat Hij jou altijd zal zegenen, waar je ook bent; dat Hij jou één van degenen maakt, die Zijn Gunsten herkennen, die standvastig blijven wanneer ze moeilijkheden treffen en berouw tonen en Zijn vergiffenis zoeken wanneer ze ongehoorzaam zijn of zondigen. Deze drie eigenschappen zijn de kenmerken van succes. Weet dat zuivere aanbidding en monotheïsme, wat de religie van Abraham (vrede zij met hem) is, bestaat uit het aanbidden van Allah alleen, en volledig toewijden aan Zijn aanbidding. Allah heeft gezegd (vertaling): \"En Ik heb de djinn en de mens slechts geschapen om Mij te aanbidden.\" Zodra je weet dat Allah jou geschapen heeft om Hem te aanbidden, zal je je realiseren dat er geen dienaarschap kan zijn zonder zuiver monotheïsme (Arabisch: Tawh’ied). Net zoals dat het gebed niet geaccepteerd wordt zonder reinheid en er geen sprake kan zijn van reinheid als men onrein is, is er geen aanbidding van Allah wanneer men anderen met Hem vereenzelvigt (Arabisch: Shirk). Door anderen naast Allah te stellen bevuilt men de aanbidding en zo worden daden vruchteloos en wordt men verdoemd tot het eeuwige hellevuur (moge Allah ons hiertegen beschermen). Wanneer je dit erkent, beste lezer, dan zal je je realiseren dat je grootste zorg moet zijn dat je over deze kennis beschikt, zodat Allah je redt van de afschuwelijke bestemming van de Hel. Allah de Verhevene heeft gezegd: \"Waarlijk, Allah vergeeft niet dat men iets met Hem vereenzelvigt, maar Hij zal al hetgeen daarbuiten staat vergeven, wie Hij wil. En wie iets met Allah vereenzelvigt, heeft inderdaad een zeer grote zonde begaan.\" Deze essentiële kennis bestaat uit vier basisregels, die Allah de Verhevene heeft genoemd in Zijn Boek.

Eerste regel De eerste regel is het hebben van de kennis dat de ongelovige heidenen, die de tegenstanders waren van de profeet Mohammed die hij bestreden had, erkenden dat Allah de Verhevene, moge Hij verheerlijkt worden, inderdaad de Schepper, Voorziener en de Maker van deze wereld is. Dit maakte hen echter niet tot moslims. Het bewijs hiervoor vinden we in de aayah (vertaling): \"Zeg: \"Wie schenkt jullie voorzieningen uit de hemel en de aarde,” of: “Wie heeft macht over (het scheppen van) het horen en het zien en wie brengt het levende voort uit het dode en wie brengt het dode voort uit het levende, en wie verordent het bestuur?\" Zij zullen zeggen: \"Allah.\" Zeg dan: \"Zullen jullie (Allah) dan niet vrezen?\"

Tweede regel De tweede regel is het weten dat de ongelovigen claimen dat zij niet tot hun afgodsbeelden bidden maar dat ze hen slechts aanroepen om voorspraak te krijgen en dichterbij tot Allah te komen. Allah de verhevene zegt hierover (vertaling): \"…En degenen die naast Hem beschermers nemen (zeggen): \"Wij aanbidden hen slechts opdat zij ons zo dicht mogelijk tot Allah brengen.\" Voorwaar, Allah zal tussen hen rechtspreken over dat waarover zij van mening verschillen. Voorwaar, Allah leidt niet degene die een zeer ongelovige leugenaar is.\" Het bewijs over voorspraak vindt men in de woorden van Allah, waarbij Hij de Verhevene zegt: \"En zij aanbidden naast Allah wat hen niet schaadt en hen niet baat, en zij zeggen: “Dezen zijn onze voorsprekers bij Allah…” Voorspraak wordt onderverdeeld in twee soorten: “Een onwettige en wettige voorspraak.” De verboden vorm is de voorspraak (shafaa’ah) die gezocht wordt bij anderen dan Allah, naar dingen waar alleen Hij de macht over heeft om ze te kunnen geven. Bewijs hiervoor is de aayah: \"O jullie die geloven: geeft van dat waar Wij jullie mee voorzien hebben, voordat de Dag komt waarop er geen handel, geen vriendschap, en geen voorspraak zal zijn. En de ongelovigen: zij zijn de onrechtvaardigen.” De toegestane vorm van voorspraak is datgene dat van Allah gevraagd wordt, waarbij de bemiddelaar deze gunst van Allah krijgt. Degene voor wie bemiddeld wordt is degene waarover Allah tevreden is. Allah de Verhevene heeft gezegd: \"…Wie is degene die van voorspraak is bij Hem zonder Zijn verlof?…\"

Derde regel Dat de profeet kwam van een gemeenschap mensen die verschillende vormen van aanbidding hadden. Sommigen aanbaden engelen, andere aanbaden profeten en vromen, andere aanbaden bomen en stenen en andere aanbaden de zon en de maan. De boodschapper van Allah heeft hen bestreden en heeft hen niet in verschillende groepen gelaten. Het bewijs hiervoor is dat Allah de Verhevene heeft gezegd: \"En bestrijd hen totdat er geen fietnah meer is en de godsdienst geheel voor Allah is…\" Het bewijs dat hen verboden is om de zon te aanbidden, is dat Allah de Verhevene zegt: “En tot Zijn Tekenen behoren de nacht en de dag, en de zon en de maan. Knielt jullie niet neer voor de zon en niet voor de maan, maar knielt jullie neer voor Allah, Degene Die hen heeft geschapen, als jullie alleen Hem aanbidden.\" Het bewijs dat het verboden is om de engelen te aanbidden, is dat Allah de Verhevene zegt: “En Hij beveelt jullie niet de engelen en de profeten als heren te nemen.\" Het bewijs dat het aanbidden van profeten verboden is, daarover zegt Allah: “En (gedenkt) toen Allah zei: “ O, ‘Isa, zoon van Maryam, heb jij tegen de mensen gezegd: “Neemt mij en mijn moeder tot twee goden naast Allah?” Hij (‘Isa) zei: “Heilig bent U! Nooit zou ik kunnen zeggen waarop ik geen recht heb. Indien ik dat gezegd had, zou U dat zeker geweten hebben. U weet wat er in mijn ziel is, en ik weet niet wat er in Uw Ziel is. Voorwaar, U bent de Kenner van het onwaarneembare.\" Het bewijs dat het verboden is om vromen te aanbidden, is dat Allah zegt: “Zij (de veelgodenaanbidders) zijn degenen die aanroepen, (en zij die aangeroepen worden) zoeken naar een middel tot hun Heer. Wie van hen het dichtst bij (hun Heer) zijn en op Zijn Barmhartigheid hopen en Zijn bestraffing vrezen...\" Het bewijs dat het aanbidden van bomen en stenen verboden is, is dat Allah de Verhevene zegt: “Zien jullie (veelgodenaanbidders) dan Al-laat en Al-‘Oezzaa? En Manaat, de andere, de derde? En ook de overlevering van Abie Waaqied Al-Laythie (moge Allah tevreden met hem zijn), hij zei: “Wij vertrokken samen met de profeet naar H’oenayn – wij waren pas bekeerd uit ongeloof – de polytheïsten hadden een lotusboom waar zij zich naar toe wendden en hun wapens erbij neerlegden, die Daat Anwaath heet. Wij kwamen voorbij de lotusboom en zeiden: “O boodschapper van Allah, maak voor ons een Daat Anwaath zoals zij ook Daat Anwaath hebben. Toen zei de boodschapper van Allah : “Glorieus is Allah, dit is hetzelfde wat het volk van Moesa heeft gezegd tegen Moesa, maak voor ons een god zoals zij ook een god hebben. Bij Degene die mijn ziel in Zijn handen heeft, jullie zullen de weg volgen van degenen voor jullie”

Vierde regel De polytheïsten van onze tijd begaan een groter polytheïsme dan degenen voor hen. Omdat degenen die toen leefden polytheïst waren in aangename tijden en waren zuiver in monotheïsme in moeilijke tijden, de polytheïsten van onze tijd passen hun polytheïsme in aangename en moeilijke tijden toe: \"En als zij op de schepen varen, dan roepen zij Allah aan, Hem zuiver aanbiddend. Maar zodra Hij hen dan heeft gered (en) aan land heeft gebracht, dan kennen zij deelgenoten (aan Allah) toe.” . En Allah’s vrede en zegeningen zijn met onze profeet, zijn familieleden en metgezellen.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.