Epistolografie van Cicero
Scr. Dyrrhachii prid. Kal. Dec. An. 58
Geschreven in Dyrrhachium, 29 november in het jaar 58.
TULLIUS S.D. TERENTIAE SUAE ET TULLIAE ET CICERONI.
Tullius groet zijn Terentia en Tullia en Cicero[Y1] .
a.Ik schaam mij voor al het verdriet dat ik heb veroorzaakt.
Zin 1: Accepi ab , prope delevi.
Ik heb van Aristocritus drie brieven ontvangen, die ik door mijn tranen bijna heb vernietigd.
Zin 2: Conficior enim , , nec excruciant quam .
Want ik wordt verteerd door verdriet, mijn Terentia, en mijn verdriet kwelt mij niet meer dan dat van jou en jullie.
Zin 3: autem sum quam , es , quod est , sed est.
Ik ben hierdoor echter ongelukkiger dan jij, die ongelukkig bent, omdat het ongeluk zelf gemeenschappelijk is aan ieder van ons beiden, maar de schuld van mij alleen is.
Zin 4: [Y2] Meum fuit officium vel legatione vitare periculum vel diligentia et copiis resistere vel cadere fortiter.
Het was mijn taak, ofwel door de functie van onderbevelhebber het gevaar te vermijden, ofwel door oplettendheid en financiële middelen ertegen weerstand te bieden, ofwel dapper ten onder te gaan.
Zin 5[Y3] : Hoc miserius, turpius, indignius nobis nihil fuit.
Niet was ongelukkiger, schandelijker, onwaardiger voor ons dan dit.
Zin 6: conficiar, tum etiam
Daarom zal ik niet alleen door verdriet worden verteerd, maar ook door schaamte.
Zin 7: Pudet enim uxori meae optimae, suavissimis liberis [Y4] virtutem et diligentiam non praestitisse.
Want ik schaam me ervoor, mijn beste echtgenote, zoetste kinderen, dat ik mijn geestkracht en oplettendheid niet aan de dag legde.
Zin 8: Nam dies noctesque versatur et et .
Want bij mij in mijn gedachten zijn dag en nacht jullie rouw en verdriet en zwakheid van je gezondheid.
Zin 9: autem ostenditur.
Echter heel weinig hoop op redding wordt getoond.
Zin 10: sunt , paene.
Vijandig zijn velen, jaloers bijna iedereen.
Zin 11: Eicere fuit, excludere est.
Het was moeilijk ons te verbannen, maar makkelijk ons buiten te sluiten.
Zin 12: Sed tamen, quam diu eritis , non deficiam, ne cecidisse videantur.
Maar toch, zolang als jullie de hoop zullen koesteren, zal ik niet opgeven, opdat niet alles door mijn schuld schijnt te zijn gebeurd.
b.Ik ben hier veilig.
Zin 1: Ut sim, quod laboras est, quem etiam volunt vivere in
Dat ik veilig ben, waarover je je zorgen maakt, dat is voor mij nu heel gemakkelijk, van wie zelfs mijn vijanden willen dat hij leeft in zo’n grote ellende.
Zin 2: tamen faciam, praecipis.
Toch zal ik doen wat je voorschrijft.
Zin 3: , voluisti, egi et dedi que de scripsi a esse factum.
Ik heb de vrienden bedankt, die jij wilde, en die brieven heb ik aan Dexippus gegeven en ik heb geschreven dat ik van hun vriendendienst door jou op de hoogte ben gesteld.
Zin 4: mirifico esse studio [Y5] in nos et officio et ego perspicio et omnes praedicant.
Dat onze Piso van een buitengewone plichtsbetrachting jegens ons is, zie ik goed, en verkondigen allen.
Zin 5: faxint, ut simul et cum frui liceat.
Mogen de goden ervoor zorgen, dat het mij geoorloofd is, terwijl ik aanwezig ben, tegelijk met jou en met onze kinderen van een dergelijke schoonzoon te genieten.
Zin 6: Nunc est pl.[Y6] et in primis quidem diebus.
Nu is de overige hoop gevestigd op de nieuwe volkstribunen en zeker op de eerste dagen.
Zin 7: Nam, si inveterarit, est.
Want als de nieuwigheid eraf is, is het gedaan.
Zin 8: ad statim misi, ut ad continuo et posses scribere.
Daarom heb ik onmiddellijk Aristocritus naar je toegestuurd, opdat je naar mij meteen het begin van de zaken en de voortgang van de hele zaak kon schrijven.
Zin 9: Etsi quoque ita imperavi, statim ut recurreret, et misi, ut crebro mitteret.
Hoewel ik Dexippus ook zo heb bevolen, dat hij meteen terugrende, heb ik ook mijn broer een brief gestuurd, opdat hij herhaaldelijk bodes zond.
Zin 10: Nam sum , ut quam celerrime, quid agatur, audiam, et sum .
Want om die reden ben ik op dit moment in Dyrrhachium, om zo snel mogelijk te horen, wat gedaan wordt, en ik ben veilig.
Zin 11: enim semper est.
Want deze stad werd altijd door mij verdedigd.
Zin 12: Cum venire dicentur, tum in ibo.
Wanneer onze vijanden zullen gezegd worden te komen, dan zal ik naar Epirus gaan.
c.Bericht mij alles nauwkeurig vanuit Rome.
Zin 1: scribis si velim, ad , vero, cum sustineri, istic esse volo.
Omdat je schrijft, dat je, als ik zou willen, naar mij toe zult komen, wil ik echter dat jij, omdat ik weet dat een groot deel van die last door jou wordt gedragen, daar bent.
Zin 2: Si perficitis, agitis, venire oportet;
Als jullie volbrengen wat jullie doen, behoor ik naar jullie te komen;
De vertaling gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden