Vergilius Laocoön

Beoordeling 6.8
Foto van een scholier
  • Vertaling door een scholier
  • Klas onbekend | 1335 woorden
  • 12 november 2002
  • 43 keer beoordeeld
Cijfer 6.8
43 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak

12) Laocoön

Nu werd ons ongelukkigen een andere, grotere, veel angstaanjagendere zaak voor de voeten geworpen, en het verwarde onze argeloze gemoeden. Laocoön, door loting aangeduid als priester voor Neptunus, slachtte een reusachtige stier bij de plechtige altaren. Maar kijk, 2 slangen schoten vanaf Tenedos weg over de rustige zee, in reusachtige kronkels, naar het strand (terwijl ik het vertel begin ik te huiveren) en zij aan zij richtten ze zich naar de kust; en hun borsten, opgericht tussen de golven, en bloedrode kammen staken uit boven het water, het overige gedeelte gleed erachteraan door zee en kromde met een kronkelende beweging de reusachtige lijven. Er ontstond een gebruis vanuit de schuimende zee; en ze waren reeds aan land en ze likten met hun trillende tongen hun sissende bekken, met vuurrode, bloeddoorlopen ogen. Wij stoven uit elkaar, lijkbleek bij het aanblik. Die begaven zich met vaste tred naar Laocoön, en eerst omgaven elk van beide slangen de tengere lijfjes van zijn 2 zoons, en ze wikkelden zich eromheen, en ze vraten de ongelukkige lichaampjes de ledematen af met beten; daarna grepen ze hem vast, terwijl hij hen te hulp kwam en nog een wapen droeg, en omsnoerden ze hem met reusachtige kronkels; en nadat ze reeds 2x zijn middel hadden omwikkeld, en de geschubde lijven al 2x om zijn hals waren gesnoerd, staken ze met hun nekken hoog boven zijn hoofd uit. Die probeerde met z'n handen de knopen los te rukken, overgoten aan de hoofdbanden met zwadder en goor zwart vergif, en tegelijk stootte hij huiveringwekkende kreten uit naar de sterren: zoals het geloei wanneer de stier van het altaar vluchtte en de onzekere bijl uit zijn nek heeft losgeschud. Maar beide slangen vluchtten weg met een glijdende beweging naar de top van het heiligdom en begaven zich naar de burcht van de grimmige Athena en ze verborgen zich aan de voeten van de godin, achter de rand van haar schild. Dan pas drong een nieuwe angst in ons geschokte gemoed binnen bij ons allen, en men zei dat Laocoön terecht zijn misdaad uitgeboet had, omdat hij met zijn speer het houten paard had verwond en zijn misdadige lans in de flank had gedreven. Ze riepen gezamelijk uit dat het beeld naar de verblijfplaats van de godin moest worden gebracht en dat haar goddelijke bescherming afgesmeekt moest worden. We doorbraken de muren en legden de wallen van de stad open. Allen togen aan het werk en ze staken er bij de poten rollende balken onder, en ze spanden vlassen koorden om de hals, het onheilbrengende tuig klom op naar de muren, zwanger van wapens. Jongetjes en ongehuwde meisjes zongen er heilige liederen om heen en ze vonden er plezier in om het touw met hun handjes aan te raken; het tuig naderde en gleed dreigend binnen naar het midden van de stad. O vaderland, o Troje, huis der goden, en beroemde wallen van de Trojanen door de oorlog! Viermaal bleef het steken op de drempel van de poort en viermaal maakten de wapens een geluid, toch zetten we door, onbedachtzaam en blind van enthousiasme, en we plaatsten het onheilbrengende wezen op de heilige burcht. Ook dan voorspelde Cassandra over ons toekomstige lot, nooit door de Teucri geloofd op bevel van de god. Wij ongelukkigen, omdat die dag voor ons de laatste zou zijn, versierden de tempels der goden met feestelijk groen doorheen de stad.

3) De poorten geopend.

Intussen was de hemel gedraaid en snelde de nacht aan uit de Oceaan, die met grote duisternis de aarde en de hemelkoepel en de Griekse list omfloerste; overal in de stad verspreid werden de Trojanen stil, diepe slaap vulde hun vermoeide lichamen. En reeds ging het leger met schepen, klaar voor de aanval, weg vanaf Tenedos doorheen de gunstige stilte van de zwijgende maan, naar de bekende kust varend, toen het admiraalschip het vuursignaal had laten zien en Sinon, door het onbillijke lot van de goden beschermd, de Grieken, ingesloten in de balg, los liet en heimelijk de dennehouten grendels wegschoof. Nadat het opengemaakt was, gaf het paard die terug aan de lucht, en uit het holle houten paard kwamen de leiders Thessandros en Sthelelus (of zo) en de genadeloze Odysseus, glijdend langs een neergelaten touw, en Acamas en Thoas en Neoptelmos, kleinzoon van Peleus, en als eerste Machaon en Menelaos en Epeos zelf, ontwerper van de list, vrolijk tevoorschijn. Ze drongen de stad, in slaap en wijn ondergedompeld, binnen; doodden de wachters, en ze ontvingen met open poorten alle bondgenoten en ze verbonden zich met de daarop voorbereide colonne.

4) Hector verschijnt aan Aeneas.

Het was de tijd waarin de eerste slaap voor de vermoeide stervelingen begon en naderde door het geschenk van de godin, uitermate welkom. En kijk, in mijn dromen scheen voor mijn ogen een zeer treurige Hektor aanwezig te zijn, en grote tranen te storten, voortgesleept zoals tevoren aan een tweespan, vuil door bloederig stof en aan zijn gezwollen voeten met riemen voortgetrokken. Ach ik! hoe zag hij eruit! Zoveel veranderd van die prachtige Hector, die terugkeerde, gehuld in de wapenuitrusting van Achilles, nadat hij het Trojaanse vuur naar de schepen van de Grieken had geslingerd!, Met een vuile baard en haren die in klissen hingen door bloed, en met die wonden die hij rondom de voorvaderlijke muren in groten getale had opgedaan! Ook ik scheen uit eigen beweging te wenen en de man aan te spreken en met treurige stem te zeggen: "O licht der Dardaniden, o rotsvaste hoop van de Teucri, welk een groot oponthoud heeft je tegengehouden, van welke kust kom je, Hector, langverwachte? Hoe kijken we je aan, na zovele begrafenissen van de jouwen, na afwisselende inspanningen van mannen en van de stad uitgeput! Maar welke onwaardige reden heeft je edele gelaat ontluisterd, of waarom merk ik deze wonden op?" Die verliest geen tijd aan mijn nutteloze vragen maar zwaar zuchtend uit het diepst van zijn hart, zei hij: "Ach, vlucht, zoon van een godin, en ontruk je aan deze vlammen. De vijand houdt de muren bezet en Troje stort van haar hoogste toppen naar beneden. Er is genoeg gedaan voor Priamos en het vaderland; als Troje met mijn rechterhand kon verdedigd worden, was ze nog door deze verdedigd. Troje vertrouwt jou haar cultusvoorwerpen toe, en haar huisgoden; neem ze mee als deelgenoten van uw lotgevallen, zoek wallen (een stad) voor deze, die je tenslotte groots zult bouwen, na gezworven te hebben over zee." Zo sprak hij, en hij bracht met z'n handen de linten en de machtige Vesta en het eeuwige vuur uit het heilige der heiligen buiten.

De schim van Creüsa.

Haar zoekend en als een razende voortijlend de huizen langs zonder einde was er een ongelukkige schim en de schim van Creüsa scheen voor mijn ogen, en een schim groter dan het mij vertrouwde beeld. Ik stond verstomd en m'n haren gingen overeind staan en mijn stem bleef in mijn keel steken. Toen sprak ze zo en met deze woorden (dingen die ze zei) nam ze mijn verdriet weg: "Welk genoegen doet het zich slechts over te geven aan krankzinnig leed, o dierbare echtgenoot? Deze zaken gebeuren niet zonder de macht van de goden; en het is niet het noodlot dat je deze Creüsa meeneemt als metgezel of de heerser van de hooggelgen Olympos liet het toe. Lange tijd moet je ballingsoorden en de uitgestrekte vlakte van de zee doorploegen; en je zal bij het Avondland komen, waar de Etruskische Tiber tussen de velden, rijk aan dappere mannen, stroomt met een zachte stroming, daar zijn goede zaken en een koninkrijk en is Lavinia voorbestemd voor jou. Verdrijf je tranen om je geliefde Creüsa: ik zal de verblijfplaats van de Myrmidones of van de trotse Dolopes niet bekijken, of met de Grieken gaan om slavin te zijn voor de matrones, als de dochter van Dardanus en schoondochter van Venus; maar Cybele houdt me weg van deze kusten. En het ga je nu goed en versterk je liefde voor hem, geboren uit een slavin.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.