Vergilius, het houten paard

Beoordeling 5.9
Foto van een scholier
  • Vertaling door een scholier
  • Klas onbekend | 684 woorden
  • 6 oktober 2002
  • 115 keer beoordeeld
Cijfer 5.9
115 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Het houten paard Allen werden stil en richtten gespannen hun gelaat op Aeneas; vervolgens begon vadertje Aeneas zo te spreken vanaf het hoge aanligbed: “U beveelt mij een onuitsprekelijk verdriet opnieuw te beleven, koningin, hoe de Grieken de Trojaanse rijkdommen en ons beklagenswaardige koninkrijk vernietigden, en de zeer verschrikkelijke zaken die ik zelf heb gezien en waarin ik een groot aandeel heb. Welke soldaat der Myrmidones of van de Dolopiers of de hardvochtige Odysseus zou door het vertellen van zulke dingen zich kunnen weerhouden van tranen? En de vochtige nacht valt reeds uit de hemel en de ondergaande sterren raden ons de slaap aan. Maar als er zo’n groot verlangen is onze lotgevallen te kennen en te horen van de laatste doodsstrijd van Troje in het kort, hoewel mijn geest huivert bij het herinneren en terugdeinst voor het verdriet, zal ik beginnen. Nadat ze kapot gemaakt waren door oorlog en teruggedreven door het lot bouwden de Griekse aanvoerders een paard zo groot als een berg dankzij de vaardigheid van de goddelijke Athene; terwijl reeds zovele jaren voorbij gegleden waren en ze bedekten het geraamte met planken van dennenhout en ze deden alsof het een geschenk was voor een behouden terugkeer; dit gerucht deed de ronde. Hierin sloten ze heimelijk de uitgekozen lichamen van de mannen, nadat ze geloot hadden, in de donkere balg (buik) en ze vulden de reusachtige holten van de buik geheel met gewapende soldaten. Tenedos lag in het zicht van Troje , een zeer bekend eiland door haar faam zolang als het koninkrijk van Priamus in stand bleef, rijk aan goederen. Nu is het slechts een baai en een onbetrouwbare ankerplaats voor schepen: nadat ze hierheen waren gevaren, verborgen ze zich op een verlaten strand. We meenden dat ze weggegaan waren en met de wind mee Griekenland (Mycene) bereikten. Dus heel Troje maakte zich los van een lange lijdensweg; de poorten werden geopen en ze vonden er plezier in naar het Griekse kamp te gaan en de verlaten plaatsen en het verlaten strand te bekijken: hier was de legerbende van de Dolopiërs, hier spande de woeste achilles zijn tent; deze plaats was er voor de vloot, hier waren ze gewoon te strijden in slagorde. Een deel bekeek met verbazing het verderfelijke geschenk van de maagdelelijke Minerva en ze bewonderden het reusachtige paard. Als eerste spoorde Thymoetes hen aan dat het paard binnen de muren geleid moest worden en in de burcht geplaatst; ofwel uit list ofwel omdat het lot dit met zich meebracht voor Troje. Maar Capys, en voor wier geest er een betere mening was, bevalen ofwel de list van de Grieken en meer bepaald het verdachte geschenk in zee te werpen of het in de vlammen neer te werpen, of de holten van de balg te doorboren en de schuilplaats te onderzoeken. Het onzeker volk werd verscheurd door tegengestelde verwachtingen. Daar rende Laocoon als eerste vóór de hele menigte die hem vergezelde branden van woede naar beneden van de top van de burcht en hij riep van ver: “O ellendige burgers; welke waanzin is zo groot? Geloven jullie dat de vijand is weggevaren? Of menen jullie dat ook maar één geschenk van de Grieken vrij is van list? Is Odysseus jullie zo bekend? Ofwel houden Grieken zich verborgen ingesloten in het houten paard, ofwel is dit tuig vervaardigd om over onze muren de huizen te bekijken en boven de stad uit te komen, ofwel verbergt het een andere hinderlaag, geloof het paard niet, Trojanen! Wat het ook is, ik vrees de Grieken en vooral als ze geschenken geven.” Nadat hij zo had gesproken, slingerde hij zijn reusachtige speer met volle kracht in de zijde en in de balg bij de gekromde naden. Trillen bleef ze staan en uit de schokkende balg weerklonk het en de holten en ruimten gaven een gezucht. En als het lot van de goden niet zo ongunstig was geweest, als onze geest niet verblind was geweest, had hij ons aangezet met het zwaard de schuilplaats van de Grieken te vernietigen en had Troje nog bestaan en gij, burcht van Priamus, waart er nog.

REACTIES

D.

D.

srry maar ik had dit voor spreekbeurt gekozen maar iederen zij dat het niet klopte dus srry ik moest hjet wel zeggen dus ze zijden dat er een fout was ze zijden het gaat nieet egt over trojaanse houten paard

18 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.