De Uxilis erroribus

 De Uxilis erroribus

Odysseus zwierf al enkele jaren rond op zee, toen hij bij een klein eiland aankwam. Daar woonden de Sirenen, die een vogellichaam en een vrouwenhoofd hadden. Altijd betoverden zij de zeelieden met hun zoete gezangen en lokten hen naar het eiland. Daarom verlangden de zeelieden om met hen te zijn en stuurden zij het schip naar de rotsen van het eiland, waar ze allemaal omkwamen.

Maar Odysseus, toen hij het eiland naderde, stopte de oren van zijn kameraden dicht met was. Hij bond zichzelf vast aan de mast van het schip en verbood zijn kameraden hem los te maken. Zo hoorde hij weliswaar het gezang van de Sirenen, maar hij kon het schip niet naar hen sturen. Daarom ontsnapten ze uit hun handen.

Nadat ze ongedeerd van de Sirenen waren weggevaren, stuurde Odysseus het schip de zee-engte in. Aan de andere kant was Charybdis, die drie keer per dag al het water en alle schepen opslokte en weer uitspuugde. Maar Circe had Odysseus eerder al gewaarschuwd: daarom stuurde Odysseus het schip ver weg van Charybdis.

Plotseling verschijnt aan de andere kant Scylla, een vreselijk monster met zes hoofden, dat onmiddellijk zes kameraden uit het schip grijpt en verslindt. Doordat de overige kameraden met grote kracht de roeispanen aandreven, konden ze het schip zelf redden.