... MAAR NOG NIET HELEMAAL
de godin Juno was nog steeds/altijd boos op de trojanen,
omdat Paris haar schoonheid had afgewezen.
Daarom zei ze tegen Aeolus, de god van de wind: een vijandige volksstam brengt de Trojaanse beschermgoden naar Italië.
Geef jouw kracht aan de winden, doe de schepen zinken en verspreid de lichamen van de Trojanen.
Voor dat werk zal ik je de nimf Deiopea als vrouw geven.
Aeolus gehoorzaamde Juno onmiddellij: de winden razen over het land, de zwarte nacht bedekt de zee, de hemel knettert door talrijke bliksemschichten, de Trojanen vrezen de dood.
NEPTUNUS STELT ORDE OP ZAKEN
Intussen/ondertussen merkt de god Neptunus de storm, hij zag heel de vloot van Aeneas verspreid over de zee. Daarom riep hij Eurus (de oostenwind) en Zephyrus (de westenwind) bij zich en zei: 'Durven jullie zonder mij de hemel en aarde bewegen? Vlucht, en zeg tegen jullie koning het volgende: niet aan hem, maar aan mij is de heerschappij over de zee en de drietand gegeven.' Dan kalmeert hij de woelige zee, jaagt de wolken weg, en brengt de zon terug.
REACTIES
1 seconde geleden