Pegasus 2: 3.2 De Ulixe et Polyphemo

3.2 De Ulixe et Polyphemo

Bruut geweld

Deze reusachtige mensen hadden slechts een oog in het midden van hun voorhoofd en ze leefden van het vlees van schapen en van mensen. Tussen die cyclopen bevond zich Polyphemus, de zoon van Neptunus, die was gewaarschuwd door het orakel: “Pas op voor Odysseus! Als hij bij jou komt, zal hij je blind maken!” maar hoewel de cycloop het orakel goed had begrepen lachte hij: “Als hij mijn grot binnengaat, zal ik hem verslinden!” Odysseus zocht met zijn kameraden naar voedsel en terwijl Polyphemus afwezig was, ging hij toevallig zijn grot binnen. Maar tegen de avond keerde de zoon van Neptunus terug met een grote kudde blatende schapen en hij sloot de uitgang van de grot met een reusachtige rotsblok. Plots bemerkte hij Odysseus en zijn kameraden en omdat hij hen beschouwde als dieven, greep hij twee kameraden van Odysseus vast. Eerst wierp hij hen met grote kracht tegen de grond: het bloed spatte door de hele grot. Daarna verslond hij hen zoals een leeuw inde bergen. Hij liet niets van vlees of beenderen over. Tenslotte viel hij in slaap.

Tegen list en daadkracht

De volgende dag probeerde Odysseus de aandacht van de cycloop af te leiden en hij zei: “Kijk, deze wijn bied ik jou aan als geschenk, Polyphemus. Hij is zeer goed!” Polyphemus dronk de hele beker in één teug leeg en hij zei lachend: “Jij bevalt mij kereltje, je hebt me vervuld van grote vreugde. Deze wijn is veel beter dan de melk die ik gewoon ben te drinken. Zeg mij jouw naam!” Odysseus, een sluwe man antwoordde: “Ik ben Niemand. Allen noemen mij Niemand.” Daarop zei Polyphemus: “Ik zal een mooi geschenk geven aan Niemand. Niemand zal ik als laatste verslinden!” Polyphemus dronk vele bekers en omdat hij nooit wijn had gedronken, viel hij snel in slaap. Op dat moment doorboorde Odysseus met zijn krachtige kameraden het oog van de cycloop met een gloeiende boomstam. Het bloed vloeide uit de wonde en Polyphemus begon, uitzinnig van pijn, luid te roepen en hij probeerde tevergeefs de Grieken vast te grijpen.

Wie haalt het?

Uiteindelijk riep hij de overige cyclopen: “Kom kameraden en red mijn leven!” zij kwamen aangelopen en vroegen: “Wat is er gebeurt Polyphemus? Waarom roep jij in het midden van de nacht?” De zoon van Neptunus antwoordde: “Niemand heeft mij willen doden! Niemand heeft mij verwond. Ik ben blind gemaakt door Niemand!” De andere cyclopen antwoordde: “Als niemand jou wilde doden, kunnen wij jou niet helpen. Smeek tot je vader Neptunus; misschien zal hij jouw gezond verstand teruggeven!” En ze lieten Polyphemus ongelukkig achter. De volgende dag verwijderde de blind gemaakte cycloop het rotsblok van de uitgang van de grot want de schapen wilden naar buiten gaan. Op die wijze vluchtten Odysseus met zijn kameraden die onder de buiken van de schapen waren gebonden weg uit de grot.