pegasus 2: 2.2 De Iphigenia

2.2 De Iphigenia

De voorspelling van Calchas

Er was geen wind, de schepen stonden onbeweeglijk op de kust en de soldaten wachtten ongeduldig af. Agamemnon, de broer van Menelaus en de leider van de Grieken, beval de waarzegger Calchas te komen en vroeg hem: “Wat heeft het orakel aan jou gezegd? Wat moeten wij doen? Wij kunnen toch niet voor eeuwig afwachten?” Calchas antwoordde tegen zijn zin: “Diana, de godin van de jacht, is woedend op jou, omdat jouw soldaten de heilige hinde hebben gedood. Daarom is er geen wind. De godin eist jouw dochter nu tot offer. Slechts op die voorwaarde zal er wind zijn en zal jij naar Troje kunnen varen.

De reactie van Agamemnon

Maar Agamemnon riep: “Ik kan dit niet doen! Jij hebt je vergist Calchas. Zo vreselijk kan de godin niet zijn.” Maar de overige leiders en soldaten hielden niet op met smeken. Uiteindelijk gaf Agamemnon toe aan de treurige smeekbeden van hen. Op initiatief van Odysseus liet hij Iphigenia naar het kamp komen want hij beloofde haar een huwelijk met Achilles, de sterke leider. Na een lange en moeilijke tocht kwam het meisje vrolijk het kamp binnen met haar moeder Clytaemnestra en haar broer Orestes. Haar vader weende en kon de waarheid niet zeggen. Maar Odysseus trok haar snel naar het altaar.

De tussenkomst van Diana

Maar op dat moment merkten allen iets wonderlijks. Terwijl Iphigenia bang op het altaar lag, daalde Diana af uit de hemel en nam haar weg. Zij legde de hinde in haar plaats op het altaar en ze maakte het meisje tot priesteres van een tempel in een verafgelegen streek. Eerst stonden Agamemnon en de soldaten verstomd, daarna betuigden ze de godin dank en offerden de hinde. Dadelijk was er wind. Eindelijk konden de Grieken de schepen losmaken en naar Troje varen. Moeder Clytaemnestra keerde droevig en woedend met zoon Orestes terug naar huis.