9.4 De brand van de stad Rome
Een nooit geziene ramp
Onder keizer Nero overkwam de stad Rome een groot onheil, erger en verschrikkelijker dan alle vorige rampen. De brand ontstond in de winkels van het Circus Maximus. Want daar tastte het vuur eerst de koopwaar aan. Nadat de brand door de wind was aangewakkerd, zette hij daarna de vlakke delen in vlam, klom hij op naar de heuvels en verteerde dan opnieuw de lager gelegen plaatsen. Niet alleen meerdere appartementsgebouwen, waar het gewone volk woonde, maar ook huizen van de rijken en vele tempels werden verwoest. Kinderen en zij die door de jaren uitgeput waren, dwaalden door de straten, de vrouwen waren bang, sidderden, riepen.
Zeer veel burgers die uit de stad probeerden te vluchten werden vaak aan de zijkanten of aan de voorkant omsingeld. Sommigen hinderden de brandweermannen door te treuzelen, anderen door zich te haasten. Velen kwamen om, nadat ze al hun bezittingen verloren hadden. Zes dagen en zeven nachten lang raasde dat onheil door de stad. Uiteindelijk blusten de brandweermannen de vlammen aan de voet van de Esquilinusheuvel, nadat gebouwen over een grote ruimte gesloopt waren: want zo stond een open vlakte de vlammen in de weg.
Een hardnekkig gerucht en een zondebok
Het gerucht deed de ronde dat Nero, terwijl de brand woedde, zijn paleistheater was binnengegaan en de ondergang van Troje had bezongen. Sommige schrijvers hebben zelfs geschreven dat de keizer zelf de brand had bevolen en de brandweermannen verboden had om het vuur te blussen, en dat hij zo, nadat een nieuwe stad gesticht was, roem voor zichzelf gezocht had. Omdat de roddels niet ophielden, beschuldigde Nero de christenen en trof hen met zeer zware straffen. Sommigen werden tot de wilde dieren veroordeeld, anderen werden verbrand, als nachtelijke verlichting nadat ze aan het kruis geslagen waren. Voor dat schouwspel bood de keizer zijn hooggelegen tuinen aan. Door die wreedheid werden vele Romeinse burgers bewogen door medelijden tegenover de christenen.
REACTIES
1 seconde geleden